HOLUNDSCH ZWITSERSCHE REEPEN LAND- EN TUINBOUW. DE RIJKDOM DER AKKERBOUWERS. SPORT. De vermogens-achteruitgang bij 53 akker- bonwers, bedroeg gemiddeld ongeveer f. 9000.—. De akkerbouwcommissie uit de Holland- eche Maatschappij van Landbouw, bestaan- do uit de heerenB. Biesheuvel te Houtr rakpolder, R. C. Schenk te Groote IJpol- der, G. Braat, te Zevenhuizen (Z.-H.), P. Leeuwenburgh te Numansdorp en ir. T. P. Huisman te 's-Gravenhage, heeft aan het boekhoudbureau der H. M. v. L. gegevens yerzocht over de vermogens der akkerbou wers, bij dit bureau aangesloten, om na te gaan of hiermede het inzicht in de posi tie der akkerbouwers bij de tegenwoordige crisis zal zijn te verdiepen. Het boekhoudbureau heeft zich hierop bereid verklaard algemeene gegevens over die akkerbouwbedrijven te verstrekken, waarvan het boekjaar 1 Mei 1929/1930 reeds is afgewerkt. De commissie heeft hierop aan het boekhoudbureau een aantal vragen gesteld en mocht hierop het volgend relaas ontvangen. Aantal, ligging en grootte der bedrijven. Op 2 September 1930 is van 53 akker bouwbedrijven het boekjaar 1 Mei 1929/1930 geheel afgesloten. De meeste dezer bedrij ven liggen op de Z.-H. eilanden, terwijl er in de Haarlemmermeer en omgeving ook verschillende gelegen zijn. De bedrijven zijn als volgt over de ver schillende grootteklassen verdeeld Van 0 tot 5 H.A. 2 bedrijven. Van 5 tot 20 H.A. 13 bedrijven. Van 20 tot 50 H.A. 27 bedrijven. Van 60 tot 100 H.A. 10 be drijven. Boven 100 H.A. 1 bedrijf. De gemiddelde grootte komt op 37 H.A. en hiervan is dan 32 H.A. bouwland en 5 H.A. grasland. Alleen die bedrijven zijn hierbij als akkerbouwbedrijven aangemerkt en onder de 53 opgenomen, waarbij de meerderheid der oppervlakte door bouwland is ingenomen. De producten van dit bouw land zijn hoofdzakelijk voor verkoop be stemd. Dat de gemiddelde grootte der be drijven op 37 H.A. komt, hetgeen wellicht boven het gemiddelde van alle in genoemde streken liggende akkerbouwbedrijven zai zijn, schijnt niet toevallig. De kleinere boe ren komen er niet zoo vlug toe de boekhou ding door derden to doen bijhouden, daar zij tegen de kosten opzien. In vele gevallen gaan zij hier eerst toe over, indien zij zich door den fiscus in ernstige mate benadeeld achten. In het algemeen geldt de regel, 'dat de grootste bedrijven er het eerst toe overgaan. Pachters en eigenboeren. Deze 53 bedrijven beslaan in totaal 1969 H.A., waarvan 1447 H.A. pachtland is en 522 H.A. eigendom. Bij het gemiddelde be drijf van 37 H.A. wordt dit 27 H.A. in pacht en 10 H.A. in eigendom. Het aantal van hen, die uitsluitend pachten, bedraagt 26, het aantal van hen die uitsluitend op eigen land boeren bedraagt 6, zoodat er 21 zijn, die gedeeltelijk eigenaar én gedeeltelijk pachter zijn. Deze drie ru brieken zijn regelmatig over de verschil lende grootteklassen verdeeld. Er zijn pach ters van groote en kleine bedrijven en zoo is het ook met de eigenaren. Hun vermogen. Van alle leden van het boekhoudbureau i? het gansche vermogen nauwkeurig be kend. De 53 hier bedoelde leden zijn ge middeld tot de kapitaalkrachtige boeren te rekenen. Het vermogen variëerb op 1 Mei 1930 van f. 8900 (negatief) tot f. 279.000 en bedraagt gemiddeld f. 36050. Intusschen ko men er slecht9 16 boven dit gemiddelde uit en blijven er 37 meer of minder belangrijk onder. Hiervan blijven er 25 onder een vermogen van f. 20.000, terwijl het in 22 van deze 25 gevallen nog onder f. 10.000 blijft, waarbij dient te worden opgemerkt, dat bij al deze cijfers de grondwaarde te hoog is berekend. Schrijven wij op de grondwaarde f. 500 per H.A. af, hetgeen o.i. nog wel aan den lagen kant is, dan be- teekent dit op de 10 H.A. eigendom, welke gemiddeld per bedrijf aanwezig is, een ka pitaalverlies van f. 5000 en wordt het ge middeld vermogen geen f. 36050 doch f 31050. Achteruitgang in vermogen in het boekjaar 1 Mei 1929-1 Mei 1930. Waar het de bedoeling is een inzicht te verkrijgen van den invloed van de crisis op het vermogen der akkerbouwers, hebben wij gemeend den invloed van 'n enkele erfe nis en van koerswinsten- en verliezen op effecten te moeten wegcijferen. Verder laten wij de achteruitgang in de waarde van het land bij de hiervolgende cijfers eerst buiten beschouwing, zoodat de bere kende vermogens- achteruitgang uitsluitend een gevolg is van de bedrijfsreultaten eo de grootte van het privé gebruik. Het totaal vermogen der 53 akkerbou wers bedroeg op 1 Mei 1929 f. 2.121.819 of gemiddeld per bedrijf f. 40034. Op 1 Mei 1930 was dit totale vermogen teruggegaan tot f. 1.910.694. hetgeen een achteruitgang van f. 211.125 (tweehonderd elf duizend honderd vijf en twintig gulden) beteekent, of gemiddeld per landbouwer een achter uitgang van f. 3984. Het vermogen per 1 Mei 1930 bedroeg dus niet meer f. 40034, doch gemiddeld f. 36050, als hierboven reeds is medegedeeld. Niet alle 53 zijn echter in vermogen achteruitgegaan, twee (pachters zijn nog iets gestegen, de een met f. 157, do ander met f. 216, dus met bedragen die niets beteekenen. De achteruitgang varieert zooals vanzelf spreekt, nogal sterk. De grootste achteruitgang bedraagt f. 13500 (steeds zonder de grondwaardeachteruit gang). Ofschoon het achteruit loopen der prijzen van oogst 1929 de strekking heeft gehad de kapitaalkrachtigste boeren het meest te treffen zij immers waren het best in 6taat hun producten langer vast te hou den, valt uit onze weinige cijfers geen cor relatie tusschen kapitaalkracht en bedrijfs verliezen waar te nemen. Op 1 Mei 1929 hadden 6 der 53 landbouwers reeds een negatief vermogen, welk negatief vermogen in al deze gevallen in den loop van het boekjaar is verzwaard. Twee landbouwers zagen hun klein vermogen in een negatief veranderen, zoodat er op 1 Mei 1930 8 landbouwers waren die minder dan niets bezaten. Al deze cijfers worden ongunsti ger als we de daling in de grondwaarde in rekening zouden brengen. De achteruit gang wordt dan niet gemiddeld f. 3984, doch als we een waardedaling aannemen van slechts f. 500 per H.A., een bedrag van ge middeld f. 8984. Zie verder hieronder. Heerscht er een noodtoestand? Wij kunnen op deze vraag niet goed ant woorden, daar wij momenteel slechts over de gegevens van 53 akkerbouwers, gemid deld nogal kapitaalkrachtig, beschikken. Wij kunnen slechts aangeven hoe naar onze oieening de toestand er bij deze 53 uitziet. Daarbij zij opgemerkt, dat het begrip nood toestand bij landbouwers zeer moeilijk te omschrijven is. Heeft een arbeider geea kapitaal en ook geen verdienste, dan zal men bij hem van een noodtoestand spre ken, ook al zou hij wellicht bij familie on derdak en voeding kunnen ontvangen. Bij de 8 landbouwers die op 1 Mei 1930 reeds niets meer bezitten en nog minder dan das, is deze noodtoestand reeds ruimschoots aanwezig, doch zij worden door laediet, waarbij 'b.v. eenige naaste familieleden borg zijn, op de been gehouden. Indien, hetgeen ons momenteel wel waar schijnlijk voorkomt, het boekjaar Mei 1930— 1931 weder zeer slecht wordt, dan is de kans groot, dat dit aantal van 8 vermeer derd wordt met 10 en dus stijgen zal tot 18. Het vermogen van deze 10 bedroeg per 1 Mei 1930 van f. 300 tot f. 6500. De kans is dus niet gering, dat op 1 Mei 1931 18 van deze 53 landbouwers geen vermogen, alleen een negatief, het hunne kunnen noemen. Opgemerkt dient nog te worden dat, als bij voorgaande de waardedaling van de grondprijzen in rekening was gebracht ai deze cijfers nog ongunstiger zouden zijn. Als wij deze daling op f. 500 per H.A. stei- len, momenteel kan dit voor verschillende gevallen ook f. 1000 zijn, dan is de grootste vermogens-achteruitgang te constateeren bij den grootsten eigenaar. Deze heeft 50 H.A. in (bezwaard) eigendom. Dit zou beteeke nen een vermogens-verlies van f. 25000, on geacht de ook overigens reeds te consta teeren achteruitgang. Er zouden dan niet 8 doch reeds 12 land bouwers een negatief vermogen bezitten an er zouden in het volgend jaar méér dan 18 zijn die in dat geval verkeer en. Indien de daling der grondwaarde iets blijvends wordt dan zijn de hier gegeven cijfers dus te gunstig. ATHLETIEK. DE INTERNATIONALE DAMES-KAMPIOENSCHAPPEN TE PRAAG. Derde dag. Nieuw wereldrecord speer werpen. Mej. Schnnrman tweemaal tweede. In de ochtenduren werden gisteren de wedstrijden voortgezet. Wederom kon men het weer niet al te gunstig noemen. Onge veer 2000 toeschouwers woonden de wed strijden bij. In de finale speerwerpen wist mej. Rom- bouts (Ned.) zich te plaatsen met een worp van meer dan 30 Meter. Voorts vond het verspringen plaats. In den namiddag was het bezoek dTukker. Geschat wordt het aantal toeschouwers op ongeveer 10.000. Als eerste bijzondere prestatie zouden wij kunnen noemen de wrop speerwerpen van mej. Schumann, die niet minder dan 42.32 Meter bereikte, hetgeen een nieuw wereld record beteekende. 01 dit record echter erkend zal worden, wordt sterk betwijfeld, daar er nog al een sterke wind mee stond. De belangstelling concentreerde zich na tuurlijk op de finales 100 en 200 Meter hard- loopen. Bij de 100 Meter nam Mej. Walasiewicz (Polen) onmiddellijk de leiding en stond deze niet meer af. Mej. Schuurman en Frl. Gelius streden om de tweede plaats; de Hollandsche wist te winnen met slechts handbreedte ver schil. Tijd 12.6 sec. Mej. Ter Horst (Ned.) werd zesde. Op de 200 Meter toonde mej. Walasiewicz wederom haar kracht. De strijd werd beslist op de laatste dertig meter en met 01 ver schil werd de Poolsche eerste. Tijd van mej. Schuurman 25.8 sec. De 800 Meter hardloopen werd gewonnen door Miss Lunn van Engeland, in 2 min. 21.9 sec. De 80 Meter horden was voor mej. Jacobson, Zweden, in 12.4 sec. De 4 x 100 Meter estafette werd een gemakkelijke over winning voor Duitschland in den tijd van 49.9 sec. Mej. Hitomi won het nummer vèr- springen met 5.90 Meter. De driekampwed- strijden werden tenslotte voortgezet. De uitslagen van den derden dag luiden: 100 Meter hardloopen (finale): 1. Mej. Wa lasiewicz (Polen), 12.5 sec.; 2. mej. Schuur man (Nederland) 12.6 sec.; 3. Frl. Gelius (Duitschland) 12.6 sec.; 4. Miss Hiscock (Engeland) 12.7 sec.; 5. Miss Ridgley (Enge land); 6. mej. Ter Horst (Nederland). 200 Meter hardloopen (finale): 1. Mej. Wa lasiewicz (Polen( 25.7 sec.; 2. Mej. Schuur man (Holland) 25.8 sec.; 3. Miss Halstead (Engeland) 26 sec.; 4 Lorenz (Duitschland). Twee deelneemsters waren niet aan den start verschenen. 800 Meter hardloopen (finale): 1. Miss Lunn (Engeland), tijd 2 min. 21.9 sec.; 2. Frl. Dollinger (Duitschland), 2 min. 22 sec. 80 Meter hordenloop (finale): 1. Mej. Ja- sobson (Zweden) 12.4 sec.; 2. Frl. Pirch (Duitschland) 12.7 sec.; 3. Frl. Birkholz (Duitschland) 12.7 sec.; 4. Mej. Freiwald (Polen) 12.8 sec;; 5. Mej. Nakanishi (Japan). 4 x 100 Meter estafette (finale): 1. Duitsch land, 49.9 sec.; 2. Engeland, 50.5 sec.; 3. Polen, 50.8 sec.; 4. Japan; 5. Frankrijk; 6. Oostenrijk. Speerwerpen (finale): 1. Frl. Schumann (Duitschland) 42.32 Meter; 2. Frl. Hargus (Duitschland) 40.91 Meter; 3. Mej. Hitomi (Japan), 37.01 Meter; 4. Mile Warnier (Frankrijk), 34.73 Meter.; 5. Mej. Svedberg (Zweden); 6. Mej. Rombouts (Nederland). Vèrspringen (finale): 1. Mej. Hitomi (Ja pan), 5.90 Meter; 2. Miss Cornell (Engeland) 5.76 Meter; 3. Frl. Grieme (Duitschland), 5.71 M.; 4. Mej. Jacobson (Zweden) 5.65 M. KORFBAL. SERIEWEDSTRIJDEN D. O. S. (Van onzen medewerker). Eigenlek begonnen de seriewedstrijden van D.O.S. reeds op Zaterdagavond met de aan komst van Deetos, Olympia en Vitesse. In het clublokaal der vereeniging heeft de D O.S-praeses lot de Westelijke bezoekers een welkomstwoord gesproken en tevens aan alle Westelijke spelers een souvenir overhandigd, ter herinnering aan hun bezoek aan Enschedé: Inderdaad een alleraardigste geste van de Enschedeesche club. Daarna zijn spelers en officials nog eenigen tijd gezellig bijeen gebleven, en op een niet al te laat uur huiswaarts gegaan. Zondagmorgen zag het er niet gunstig RECLAME. 8217 nit Een harde wind joeg dreigende, grijze wolken door de lucht en af en toe striemden daaruit regenvlagen over de stad. Deson danks begonnen de wedstrijden klokke half tien. De drie Westelijke eerste klassers be haalden ieder in hun afdeeling den lsten prijs. Zoowel in souplesse als in schotvaar- digheid waren de Oostelijke clubs nog te veel bij hnn Westelijke concurrenten ten achter om deze een nederlaag te kunnen bezorgen. Vitesse had weinig moeite met A.K.C. en Hellas. Beide malen werd het 40. Tegen Overschotje speelde Vitesse 0-0, voornamelijk doordat haar aanval gebroken werd, toen mej. van Aalderen wegens een ernstige knieblessuur moest uitvallen. Ook Deetos en Olympia werden groep- winnaars. Beiden had van de Enschedeesche clubs grooten tegenstand ondervonden. Olympia mocht blij zijn dat het in de laatste minuten met 10 van D.O.S. wist te winnen, en Deetos kon door het taaie verdedigen van Naas geen doelpunten maken. Intusschen waren deze resultaten voldoende om de Westelijke clubs in de winnaarsronde te brengen. In een snelle partij won Deetos met 20 van Olympia. dank zjj vooral het nuttige werk der Dordtsche verdediging. Daarna moest ook Vitesse, weliswaar met wat te hooge cijlers, de meerderheid der Dordte- naren erkennen. Door deze twee overwin ningen legde Deetos dus beslag op den hoofdprijs. Do wedstrijd OlympiaVitesse was van mindere kwaliteit dan de beide vorige ont moetingen. Een geljjk spel (11) was het resultaat. En daarmede eindigden de seriewedstrij den van D.O.S. welke, dank zij goede voor bereiding van een ijverige regelings-com- missie, welgeslaagd verliepen. LAWN-TENNIS. DE WEDSTRITD BELGIE NEDERLAND. De keuze-commissie van den N. L. T. B. heeft de Nederlandsche ploeg, welke Zater dag en Zondag a.s. te Chateau d'Ardennes den landenwedstrijd tegen België speelt, als volgt samengesteld: Enkelspelen: 1. H. Timmer; 2. J. v. d. Heide: 3. R. Nauta; 4. J. van Olst; 5. O. Koopman; 6. M. Wetselaar; 7. T. Hughan; 8. T. van Eek. Dubbelspel: 1. Mr. Diemer KoolTimmer; 2. WetselaarVan Eek; 3. Van Olstv. d. Heide; 4. HughanMartens. De commissie vermeldt hierbij, dat mr, Diemer Kool zich alleen beschikbaar stelde voor het dubbelspel. Wat het niet kiezen van Koopman voor het dubbelspel betreft, heeft de commissie het standpunt ingenomen, dat aan bestaande combinaties de voorkeur moet worden gegeven. Bjj de keuze van de spelers voor de zevende en achtste plaats van het enkelspel heeft de commissie ge meend, dat aan jonge spelers een kans moet worden gegeven. De keuze-commissie heeft de damesploeg, welke op Zaterdag 20 en Zondag 21 Sept. te Breda tegen de Belgische damesploeg speelt als volgt samengesteld: 1. Mej. Rollin Couquerque; 2. mej. M. Canters; 3. mevr. M StraubJansen: 4. mej E. Belzer. Dub belspelen: 1. Mej. Rollin Couquerque—mej. Canters; 2. mevr. Straubmej. Jurrema. VOETBAL. HET VOORZITTERSCHAP VAN DEN K.N.V.B. Dr. van Prooye algemeen candidaat. Naar wij vernemen is er in te Utrecht gehouden cconferentie van de verschillende belangen vereen igingen algeheele overeen stemming verkregen over de te stellen can- didatuur voor het voorzitterschap. Wanneer de heer Kips zijn functie neerlegt, zal dr. van Prooye de candidaat zijn van alle groe pen in den K'.N.V.B. Nr. Crt. o DE ENGELSCHE COMPETITIE. Gisteren zijn de volgende wedstrijden ge speeld in de eerste afdeeling: Leeds United-Manchester City42 Leicester CityCheffield Utd22 Sheffield WednesdayChelsea11 West Ham Utd.Middlesbrough 03 En in de 2e afdeeling: BurnleyNotts Forest 52 Cardiff CityEverton 21 MillwallReading 40 Old'ham AthleticSouthampton 21 Preston North End-Tottenham Hotspur 21 Swansea TownCharlton Athletic11 West Bromwich ABradford City10 Wolverhampton W.Stoke City 51 BOSKOOP—KOUDEKER Eergistermiddag speelde „De BoskJ Boys IV" tegen „K.V.V. II" Uit KouJ met als uitslag 2—0, voor „De Boskd Boys". Daarna speelde „De Boskol Boys II, tegen „K.V.V. I" uit met als uitslag 24 voor „K.V.V SCHAKEN. HET KAMPIOENSCHAP VA] LEIDEN. Om den Wisselprijs van hef Leidech D Ook de tweede partij van de mat DemmendalG. Bosscha is door B gewonnen die hiermede nu een aa 1 voorsprong gekregen heeft. De partij liep als volgt: d4 opening. Wit: W. Demmendal, zwart G Ba 1. d4 dó, Pf3 Pd7 3. Lf4 c6 4. Pg6 5. c3 e6 6. Dc2 Phö 7. Lg3 fo Le7 9. c4 Pg3: 10 hg3: Pf6 11 Peö L< Pdf3 Da5 t 13. Kdl 0—0 14. có Leó -1, Pd7 16. Pd3 Dc7 17. f4 Pf6 18. Le2 g4 fg4 20. Peö h5. 21 Ld3 Le8 22. 1 23. Lg6 Lg6 24. Pg6 P(e8 25. cb6 ab6 26 tTac8 27. b4 Da7 28. Pe5 Da6+ 29. Ddi 30. a4. Pd7 31. PdV: Dd7: 32. Thl Df7 baó- 34 Taö: g6 36. Tel Kg7 36. Tad 37 Dc3 Tb8 38. bö Te7 39. bc6: Db2 Db2: Tb2: T 41. Tlc2 Tc2: 42. TcJ 43. g3 K 6 44. e4 de4: 4ö. Tcó Ke7 ft Kd6 47. Tgó Tc6: 48. Tg6: Tc3 f 49 Tg3: 50. fó Tgl 51 Te6: f Kd7 52. Th 53. Kf4 Tfl f 54. Kg3 Tf5: 55. Kg2 K TcB Kf7 57. Th6 Kg7 58. Ta6 Tf6 59 Kg6 60. Ta3 Td6 61. Td3 Tdó 62. Ta 63. Kg3 h4 t 64. Kg2 Td4: 65. Ta2 h3 Kg3 Td3 f 67. Rh2 Kh4 68. Ta4 Td2 Kgl Tdó 70. Kh2 Teö 71. Tc4 Kgó 7; 73. Kh2 Te2f 74. Kg3 Tg2 e3f TOONEELWEDSTRI.TD „LITTERIS SACRUM". Naar wij vernemen zijn de voorber gen tot den nationalen tooneelwed dien Litteris in het komend seizoen uitgeschreven, in vollen gang. Acht vereenigingen, waarover wij nenkort nadere bijzonderheden hop kunnen publiceeren, zijn aangewezen. Medailles zijn reeds beschikbaar door H. M. deKoningin, H. K. H. Pi Juliana, den Burgemeester, jhr. de Gijsi den Wethouder van Onderwijs, het bestuur Ned. Tooneelverbond, de aid. den van het Tooneelverbond, het een den heer van Bostelen het Bestuur Leidschen Schouwburg, de Directie Leidsche Courant, terwijl nog van mee autoriteiten en corporaties toezegging! wachten zijn. In een advertentie in ons Blad van ren wordt gezegd, dat nieuwe leden vo tweede rang behalve aan het secretary Laat de Kanterstraat 16 zich ook ku opgeven Rijnsburgerweg 36dit had wel moeten zijn Rijnsbruger singel DELETTANTEN TOONEELBO Te Utrecht is opgericht een Algen Nederlandsche Dilletanten Tooneel welke zich ten doel stelt het peil van dilettantisme op te voeren. Als voor treedt op de heer P. Kooyman te Wogi als secretaris de heer W. B. van Hecck Rotterdam. Voorts hebben de volgende p nen in het hoofdbestuur zitting genoi H. v. d. Voort, Lochem; H. Koot, Alkn H. A. Benes, Groningen: H. van Werme ken, Zeist en H. Pienter. Meppel. Losse nummers van ons Blad behalve aan ons bureau ook verkrijgbaar bii de Firma A. HILLEN. Breestraat i Firma A. HILLEN Stationswe Firma A. T. H. WIJTENBURG Haarlemmerstraat 2. W. G. J. VERBURG Sigarenhani Heerenstraat 2 Fa. A. SOMERWIL Azn. Hoogew. A. M. VAN ZWICHT, Kiosk Prinsessekade. en bij JOH. HOGERVORST Haarl.str. 1 en des Zaterdags bij A. H. v. d. VOOREN. H. Rijndijk men met een zeer ondergeschikt lid der Bende te doen." „En wat deed Coxwell nu vroeg ik. „Hij had maar één gedachte: zijn kame raad te wreken. „Ik zal hem wel te pakken krijgen, dien schoft!" pei hij mij na den j dood van zijn vriend. Toen verloor ik hem maandenlang uit 't oog; hij wa<s verdwenen. Ik zelf was in dien tijd als prospector werk zaam aan de grenzen der staten Maranao en Para. Na een langen rit dreef ik eens in een groote bark de Tocant-in afwij wa ren, de roeiers er bij gerekend, ongeveer een dertig personen, bijna allen Portugee- sche halfbloedjes. Tot mij niet geringe ver bazing herkende ik onder de reizigers Cox well. Direct was ik getroffen geworden door zijn stem; de uitdrukking op zijn ge zicht was onheilspellend. Ik had dadelijk het vermoeden, dat zijn schijnbare werke loosheid een dramatische ontknooping be loofde. Je kent niet de be-toovering dezer rivier. [vaarten, temidden der Braziliaansche oer wouden, ook niet het kampleven bij het echijnsel der kolossale vuren, die muskieten jen roofdieren moeten verschrikken. Inmiddels werden onze hangmatten voor Sdën nacht in orde gemaakt door de roeiers. Meestal ging men laat ter ruste. Op zekeren nacht werden we door een erg kabaal ge wekt; wij schrikten overeind. Het kamp vuur was uitgedoofd. Coxwell stond stil in ons midden. „Misschien een tapir of misschien wel een jaguar", meende hij. Toch ben ik zeer ver baasd, dat zoo'n roofdier zich zóó ver uit het woud waagt. Zijn wij voltallig?" Niemand ontbrak. Het vuur werd opnieuw aangemaakt en spoedig lagen we allen weer in onze hangmatten. Coxwell alleen niet. Hij bleef, voorovergebogen, bij het vuur zit ten, een revolver in de hand. 's Morgens vroeg braken we op. Coxwell was zwijgzaam; zijn gezicht verried niet veel goeds. Óm negen uur 's morgens werd de hitte bijna ondragelijk. Wij hielden stand bij een verenging van het rivierbed, waar wij uitrustten. Behagelijk slurpten we onze kof fie, toen plotseling een reiziger de vraag opwierp, wie wel de nachtelijke rustver stoorder was geweest. „Ik kan het u zeggen," merkte Coxwel droog op. „Ik schrikte u uit den slaap op, het was geen tapir noch een jaguar, maar een mensch, die mij wilde vermoerden." „Hebt u tegen iemand speciaal eenige ver denking?" „Misschien," aarzelde Coxwell. Daarop keerde hij zich om, liep langs de roeiers, totdat hij plotseling voor één staan bleef, zeggend: „Domingo, ik heb jou vannacht gezien. Ik heb altijd wantrouwen in je gehad!" Plotseling greep hij hem aan; de mulat verweerde zich. Ik zag een mes schitteren, maar reeds had Coxwell hem met ijzeren greep bij den pols. In den strijd had de roeier letsel opgeloopen aan den onderarm, zoodat het bloed als een dun draadje over zijn hand vloeide. Domingo had het mes laten vallen. Met een Jiu Jilsu beweging had Coxwell den man onschadelijk gemaakt en doorzocht zijn borst zak, waaruit hij een korte bijl, waarvan de spits in een leeren foudraal stak, te voor schijn haalde. „DéArmee had hij mij willen doodenl" En de misdaad werd dan op rekening van de inboorlingen geboekt. Het was een giftige bijl, die mij in den slaap had moeten treffen. Domingo hield, vóór acht dagen, een lange bespreking met eenige boschbewoners over dit plan." Toen hij zich bij ons voegde, had zijn ge laat weer dien angst-aanjagenden blik. Hij scheen volmaakt rustig, was innerlijk echter ep kookpunt. „Die man déir met die wond aan den beneden-arm heeft mijn kameraad Johnson vermoord. De politie wist den schuldige niet te vinden. Ik heb echter een duren eed gezworen hem te ontdekken. Ik heb den aanvoerder der bende in de gevangenis systematisch uitgehoord en onmiskenbare be wijzen voor Domingo's schuld bijeen ver kregen. Hij was gevlucht, waarheen ik hem volgde; aldoor vluchtte hij verder, ik liet hem niet los, bleef hem op de hielen, totdat hij via enkele plaatsen eindelijk een verbluf zocht in het oerwoud bij de Tocantin, waar hij zich als roeier verhuurde. Maar steeds voelde hij mijn adem in den nek. Een ont komen was onmogelijk. Ons wederzijdsch lot was ten nauwste verbonden geraakt. In hot struikgewas zou hü een prooi van wilde dieren geworden zijn, daarom besloot hjj mij te dooden, maar ik was op mjjn hoede!" „En na, Domingo, ben je van mij. Geef op je knuisten, dat ik de boeien aanleg". Zijn oogen flikkerden afschuwelijk. Zijn blik was hard en koud als staal. Domingo rilde, hij trad een pas achteruit. Zijn armen hingen slap langs zijn lijf. Hij was onge wapend en de blik van Coxwell hield hem als een wild dier in de ban. Op eens probeerde hij te ontsnappen, doch toen hoor den we de snijdende stem van den detective. „Halt! waar wil je heen? je weet dat ik je naar de galeien zal doen brengen". Maar Domingo was reeds over koffers kisten gestormd en had zich, tot grol ontzetting der omstanders, hals over K met hoog geheven handen in de nv geetort. Een schreeuw van ontzetting steeg aller mond. „Spring niet! Daar zijn de Piranhas de heilige Madonna, je bent verloren! 1 bloed vloeit. Het was te laat. Het drama duurde nu! lang. Het stroomende bloed lokte honderal groote vraatzuchtige Piranhas aan. oogenblik kwam de ongelukkige naar oppervlakte. Hij maakte een wanhopige weging. De eene helft van zij ngezicht. al ontvleescht, afschuwelijk om aan te zie Daarna zonk hij op den bodem. Astrugo dronk met een haastigen sl zijn cocktail uit en besloot zijn verhaal de woorden: Deze Coxwell had niet het minste moeden van de toovermacht zijner nog 't Treurige einde van Domingo schokte ej zóózeer, dat hij zich acht dagen aaneen ej roes indronk. Want, zie je, hij was m 1 grond der zaak maar een zielige kerel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 10