HOLUNDSCH ZWITSERSCHE REEPEN
LAND- EN TUINBOUW.
DE RIJKDOM DER
AKKERBOUWERS.
SPORT.
De vermogens-achteruitgang bij 53 akker-
bonwers, bedroeg gemiddeld ongeveer
f. 9000.—.
De akkerbouwcommissie uit de Holland-
eche Maatschappij van Landbouw, bestaan-
do uit de heerenB. Biesheuvel te Houtr
rakpolder, R. C. Schenk te Groote IJpol-
der, G. Braat, te Zevenhuizen (Z.-H.), P.
Leeuwenburgh te Numansdorp en ir. T. P.
Huisman te 's-Gravenhage, heeft aan het
boekhoudbureau der H. M. v. L. gegevens
yerzocht over de vermogens der akkerbou
wers, bij dit bureau aangesloten, om na
te gaan of hiermede het inzicht in de posi
tie der akkerbouwers bij de tegenwoordige
crisis zal zijn te verdiepen.
Het boekhoudbureau heeft zich hierop
bereid verklaard algemeene gegevens over
die akkerbouwbedrijven te verstrekken,
waarvan het boekjaar 1 Mei 1929/1930 reeds
is afgewerkt. De commissie heeft hierop
aan het boekhoudbureau een aantal vragen
gesteld en mocht hierop het volgend relaas
ontvangen.
Aantal, ligging en grootte
der bedrijven.
Op 2 September 1930 is van 53 akker
bouwbedrijven het boekjaar 1 Mei 1929/1930
geheel afgesloten. De meeste dezer bedrij
ven liggen op de Z.-H. eilanden, terwijl er
in de Haarlemmermeer en omgeving ook
verschillende gelegen zijn.
De bedrijven zijn als volgt over de ver
schillende grootteklassen verdeeld
Van 0 tot 5 H.A. 2 bedrijven. Van 5 tot
20 H.A. 13 bedrijven. Van 20 tot 50 H.A.
27 bedrijven. Van 60 tot 100 H.A. 10 be
drijven. Boven 100 H.A. 1 bedrijf.
De gemiddelde grootte komt op 37 H.A.
en hiervan is dan 32 H.A. bouwland en 5
H.A. grasland. Alleen die bedrijven zijn
hierbij als akkerbouwbedrijven aangemerkt
en onder de 53 opgenomen, waarbij de
meerderheid der oppervlakte door bouwland
is ingenomen. De producten van dit bouw
land zijn hoofdzakelijk voor verkoop be
stemd. Dat de gemiddelde grootte der be
drijven op 37 H.A. komt, hetgeen wellicht
boven het gemiddelde van alle in genoemde
streken liggende akkerbouwbedrijven zai
zijn, schijnt niet toevallig. De kleinere boe
ren komen er niet zoo vlug toe de boekhou
ding door derden to doen bijhouden, daar
zij tegen de kosten opzien. In vele gevallen
gaan zij hier eerst toe over, indien zij zich
door den fiscus in ernstige mate benadeeld
achten. In het algemeen geldt de regel,
'dat de grootste bedrijven er het eerst toe
overgaan.
Pachters en eigenboeren.
Deze 53 bedrijven beslaan in totaal 1969
H.A., waarvan 1447 H.A. pachtland is en
522 H.A. eigendom. Bij het gemiddelde be
drijf van 37 H.A. wordt dit 27 H.A. in
pacht en 10 H.A. in eigendom. Het aantal
van hen, die uitsluitend pachten, bedraagt
26, het aantal van hen die uitsluitend op
eigen land boeren bedraagt 6, zoodat er
21 zijn, die gedeeltelijk eigenaar
én gedeeltelijk pachter zijn. Deze drie ru
brieken zijn regelmatig over de verschil
lende grootteklassen verdeeld. Er zijn pach
ters van groote en kleine bedrijven en zoo
is het ook met de eigenaren.
Hun vermogen.
Van alle leden van het boekhoudbureau
i? het gansche vermogen nauwkeurig be
kend. De 53 hier bedoelde leden zijn ge
middeld tot de kapitaalkrachtige boeren te
rekenen. Het vermogen variëerb op 1 Mei
1930 van f. 8900 (negatief) tot f. 279.000 en
bedraagt gemiddeld f. 36050. Intusschen ko
men er slecht9 16 boven dit gemiddelde uit
en blijven er 37 meer of minder belangrijk
onder. Hiervan blijven er 25 onder een
vermogen van f. 20.000, terwijl het in 22
van deze 25 gevallen nog onder f. 10.000
blijft, waarbij dient te worden opgemerkt,
dat bij al deze cijfers de grondwaarde te
hoog is berekend. Schrijven wij op de
grondwaarde f. 500 per H.A. af, hetgeen
o.i. nog wel aan den lagen kant is, dan be-
teekent dit op de 10 H.A. eigendom, welke
gemiddeld per bedrijf aanwezig is, een ka
pitaalverlies van f. 5000 en wordt het ge
middeld vermogen geen f. 36050 doch
f 31050.
Achteruitgang in vermogen in het
boekjaar 1 Mei 1929-1 Mei 1930.
Waar het de bedoeling is een inzicht te
verkrijgen van den invloed van de crisis op
het vermogen der akkerbouwers, hebben
wij gemeend den invloed van 'n enkele erfe
nis en van koerswinsten- en verliezen op
effecten te moeten wegcijferen. Verder
laten wij de achteruitgang in de waarde
van het land bij de hiervolgende cijfers
eerst buiten beschouwing, zoodat de bere
kende vermogens- achteruitgang uitsluitend
een gevolg is van de bedrijfsreultaten eo
de grootte van het privé gebruik.
Het totaal vermogen der 53 akkerbou
wers bedroeg op 1 Mei 1929 f. 2.121.819 of
gemiddeld per bedrijf f. 40034. Op 1 Mei
1930 was dit totale vermogen teruggegaan
tot f. 1.910.694. hetgeen een achteruitgang
van f. 211.125 (tweehonderd elf duizend
honderd vijf en twintig gulden) beteekent,
of gemiddeld per landbouwer een achter
uitgang van f. 3984. Het vermogen per 1
Mei 1930 bedroeg dus niet meer f. 40034,
doch gemiddeld f. 36050, als hierboven reeds
is medegedeeld. Niet alle 53 zijn echter in
vermogen achteruitgegaan, twee (pachters
zijn nog iets gestegen, de een met f. 157,
do ander met f. 216, dus met bedragen die
niets beteekenen. De achteruitgang varieert
zooals vanzelf spreekt, nogal sterk. De
grootste achteruitgang bedraagt f. 13500
(steeds zonder de grondwaardeachteruit
gang). Ofschoon het achteruit loopen der
prijzen van oogst 1929 de strekking heeft
gehad de kapitaalkrachtigste boeren het
meest te treffen zij immers waren het best
in 6taat hun producten langer vast te hou
den, valt uit onze weinige cijfers geen cor
relatie tusschen kapitaalkracht en bedrijfs
verliezen waar te nemen. Op 1 Mei 1929
hadden 6 der 53 landbouwers reeds een
negatief vermogen, welk negatief vermogen
in al deze gevallen in den loop van het
boekjaar is verzwaard. Twee landbouwers
zagen hun klein vermogen in een negatief
veranderen, zoodat er op 1 Mei 1930 8
landbouwers waren die minder dan niets
bezaten. Al deze cijfers worden ongunsti
ger als we de daling in de grondwaarde in
rekening zouden brengen. De achteruit
gang wordt dan niet gemiddeld f. 3984, doch
als we een waardedaling aannemen van
slechts f. 500 per H.A., een bedrag van ge
middeld f. 8984. Zie verder hieronder.
Heerscht er een noodtoestand?
Wij kunnen op deze vraag niet goed ant
woorden, daar wij momenteel slechts over
de gegevens van 53 akkerbouwers, gemid
deld nogal kapitaalkrachtig, beschikken.
Wij kunnen slechts aangeven hoe naar onze
oieening de toestand er bij deze 53 uitziet.
Daarbij zij opgemerkt, dat het begrip nood
toestand bij landbouwers zeer moeilijk te
omschrijven is. Heeft een arbeider geea
kapitaal en ook geen verdienste, dan zal
men bij hem van een noodtoestand spre
ken, ook al zou hij wellicht bij familie on
derdak en voeding kunnen ontvangen. Bij
de 8 landbouwers die op 1 Mei 1930 reeds
niets meer bezitten en nog minder dan das,
is deze noodtoestand reeds ruimschoots
aanwezig, doch zij worden door laediet,
waarbij 'b.v. eenige naaste familieleden borg
zijn, op de been gehouden.
Indien, hetgeen ons momenteel wel waar
schijnlijk voorkomt, het boekjaar Mei 1930—
1931 weder zeer slecht wordt, dan is de
kans groot, dat dit aantal van 8 vermeer
derd wordt met 10 en dus stijgen zal tot
18. Het vermogen van deze 10 bedroeg per
1 Mei 1930 van f. 300 tot f. 6500. De kans
is dus niet gering, dat op 1 Mei 1931 18
van deze 53 landbouwers geen vermogen,
alleen een negatief, het hunne kunnen
noemen.
Opgemerkt dient nog te worden dat, als
bij voorgaande de waardedaling van de
grondprijzen in rekening was gebracht ai
deze cijfers nog ongunstiger zouden zijn.
Als wij deze daling op f. 500 per H.A. stei-
len, momenteel kan dit voor verschillende
gevallen ook f. 1000 zijn, dan is de grootste
vermogens-achteruitgang te constateeren bij
den grootsten eigenaar. Deze heeft 50 H.A.
in (bezwaard) eigendom. Dit zou beteeke
nen een vermogens-verlies van f. 25000, on
geacht de ook overigens reeds te consta
teeren achteruitgang.
Er zouden dan niet 8 doch reeds 12 land
bouwers een negatief vermogen bezitten an
er zouden in het volgend jaar méér dan
18 zijn die in dat geval verkeer en. Indien
de daling der grondwaarde iets blijvends
wordt dan zijn de hier gegeven cijfers dus
te gunstig.
ATHLETIEK.
DE INTERNATIONALE
DAMES-KAMPIOENSCHAPPEN
TE PRAAG.
Derde dag. Nieuw wereldrecord speer
werpen. Mej. Schnnrman tweemaal tweede.
In de ochtenduren werden gisteren de
wedstrijden voortgezet. Wederom kon men
het weer niet al te gunstig noemen. Onge
veer 2000 toeschouwers woonden de wed
strijden bij.
In de finale speerwerpen wist mej. Rom-
bouts (Ned.) zich te plaatsen met een worp
van meer dan 30 Meter. Voorts vond het
verspringen plaats.
In den namiddag was het bezoek dTukker.
Geschat wordt het aantal toeschouwers op
ongeveer 10.000.
Als eerste bijzondere prestatie zouden wij
kunnen noemen de wrop speerwerpen van
mej. Schumann, die niet minder dan 42.32
Meter bereikte, hetgeen een nieuw wereld
record beteekende. 01 dit record echter
erkend zal worden, wordt sterk betwijfeld,
daar er nog al een sterke wind mee stond.
De belangstelling concentreerde zich na
tuurlijk op de finales 100 en 200 Meter hard-
loopen.
Bij de 100 Meter nam Mej. Walasiewicz
(Polen) onmiddellijk de leiding en stond deze
niet meer af. Mej. Schuurman en Frl. Gelius
streden om de tweede plaats; de Hollandsche
wist te winnen met slechts handbreedte ver
schil. Tijd 12.6 sec. Mej. Ter Horst (Ned.)
werd zesde.
Op de 200 Meter toonde mej. Walasiewicz
wederom haar kracht. De strijd werd beslist
op de laatste dertig meter en met 01 ver
schil werd de Poolsche eerste. Tijd van mej.
Schuurman 25.8 sec.
De 800 Meter hardloopen werd gewonnen
door Miss Lunn van Engeland, in 2 min.
21.9 sec. De 80 Meter horden was voor mej.
Jacobson, Zweden, in 12.4 sec. De 4 x 100
Meter estafette werd een gemakkelijke over
winning voor Duitschland in den tijd van
49.9 sec. Mej. Hitomi won het nummer vèr-
springen met 5.90 Meter. De driekampwed-
strijden werden tenslotte voortgezet.
De uitslagen van den derden dag luiden:
100 Meter hardloopen (finale): 1. Mej. Wa
lasiewicz (Polen), 12.5 sec.; 2. mej. Schuur
man (Nederland) 12.6 sec.; 3. Frl. Gelius
(Duitschland) 12.6 sec.; 4. Miss Hiscock
(Engeland) 12.7 sec.; 5. Miss Ridgley (Enge
land); 6. mej. Ter Horst (Nederland).
200 Meter hardloopen (finale): 1. Mej. Wa
lasiewicz (Polen( 25.7 sec.; 2. Mej. Schuur
man (Holland) 25.8 sec.; 3. Miss Halstead
(Engeland) 26 sec.; 4 Lorenz (Duitschland).
Twee deelneemsters waren niet aan den
start verschenen.
800 Meter hardloopen (finale): 1. Miss
Lunn (Engeland), tijd 2 min. 21.9 sec.; 2.
Frl. Dollinger (Duitschland), 2 min. 22 sec.
80 Meter hordenloop (finale): 1. Mej. Ja-
sobson (Zweden) 12.4 sec.; 2. Frl. Pirch
(Duitschland) 12.7 sec.; 3. Frl. Birkholz
(Duitschland) 12.7 sec.; 4. Mej. Freiwald
(Polen) 12.8 sec;; 5. Mej. Nakanishi (Japan).
4 x 100 Meter estafette (finale): 1. Duitsch
land, 49.9 sec.; 2. Engeland, 50.5 sec.; 3.
Polen, 50.8 sec.; 4. Japan; 5. Frankrijk; 6.
Oostenrijk.
Speerwerpen (finale): 1. Frl. Schumann
(Duitschland) 42.32 Meter; 2. Frl. Hargus
(Duitschland) 40.91 Meter; 3. Mej. Hitomi
(Japan), 37.01 Meter; 4. Mile Warnier
(Frankrijk), 34.73 Meter.; 5. Mej. Svedberg
(Zweden); 6. Mej. Rombouts (Nederland).
Vèrspringen (finale): 1. Mej. Hitomi (Ja
pan), 5.90 Meter; 2. Miss Cornell (Engeland)
5.76 Meter; 3. Frl. Grieme (Duitschland),
5.71 M.; 4. Mej. Jacobson (Zweden) 5.65 M.
KORFBAL.
SERIEWEDSTRIJDEN D. O. S.
(Van onzen medewerker).
Eigenlek begonnen de seriewedstrijden van
D.O.S. reeds op Zaterdagavond met de aan
komst van Deetos, Olympia en Vitesse. In
het clublokaal der vereeniging heeft de
D O.S-praeses lot de Westelijke bezoekers
een welkomstwoord gesproken en tevens
aan alle Westelijke spelers een souvenir
overhandigd, ter herinnering aan hun bezoek
aan Enschedé: Inderdaad een alleraardigste
geste van de Enschedeesche club.
Daarna zijn spelers en officials nog
eenigen tijd gezellig bijeen gebleven, en
op een niet al te laat uur huiswaarts gegaan.
Zondagmorgen zag het er niet gunstig
RECLAME.
8217
nit Een harde wind joeg dreigende, grijze
wolken door de lucht en af en toe striemden
daaruit regenvlagen over de stad. Deson
danks begonnen de wedstrijden klokke half
tien.
De drie Westelijke eerste klassers be
haalden ieder in hun afdeeling den lsten
prijs. Zoowel in souplesse als in schotvaar-
digheid waren de Oostelijke clubs nog te
veel bij hnn Westelijke concurrenten ten
achter om deze een nederlaag te kunnen
bezorgen. Vitesse had weinig moeite met
A.K.C. en Hellas. Beide malen werd het
40. Tegen Overschotje speelde Vitesse 0-0,
voornamelijk doordat haar aanval gebroken
werd, toen mej. van Aalderen wegens een
ernstige knieblessuur moest uitvallen.
Ook Deetos en Olympia werden groep-
winnaars. Beiden had van de Enschedeesche
clubs grooten tegenstand ondervonden.
Olympia mocht blij zijn dat het in de
laatste minuten met 10 van D.O.S. wist
te winnen, en Deetos kon door het taaie
verdedigen van Naas geen doelpunten maken.
Intusschen waren deze resultaten voldoende
om de Westelijke clubs in de winnaarsronde
te brengen.
In een snelle partij won Deetos met 20
van Olympia. dank zjj vooral het nuttige
werk der Dordtsche verdediging. Daarna
moest ook Vitesse, weliswaar met wat te
hooge cijlers, de meerderheid der Dordte-
naren erkennen. Door deze twee overwin
ningen legde Deetos dus beslag op den
hoofdprijs.
Do wedstrijd OlympiaVitesse was van
mindere kwaliteit dan de beide vorige ont
moetingen. Een geljjk spel (11) was het
resultaat.
En daarmede eindigden de seriewedstrij
den van D.O.S. welke, dank zij goede voor
bereiding van een ijverige regelings-com-
missie, welgeslaagd verliepen.
LAWN-TENNIS.
DE WEDSTRITD BELGIE
NEDERLAND.
De keuze-commissie van den N. L. T. B.
heeft de Nederlandsche ploeg, welke Zater
dag en Zondag a.s. te Chateau d'Ardennes
den landenwedstrijd tegen België speelt, als
volgt samengesteld:
Enkelspelen: 1. H. Timmer; 2. J. v. d.
Heide: 3. R. Nauta; 4. J. van Olst; 5.
O. Koopman; 6. M. Wetselaar; 7. T. Hughan;
8. T. van Eek.
Dubbelspel: 1. Mr. Diemer KoolTimmer;
2. WetselaarVan Eek; 3. Van Olstv.
d. Heide; 4. HughanMartens.
De commissie vermeldt hierbij, dat mr,
Diemer Kool zich alleen beschikbaar stelde
voor het dubbelspel. Wat het niet kiezen
van Koopman voor het dubbelspel betreft,
heeft de commissie het standpunt ingenomen,
dat aan bestaande combinaties de voorkeur
moet worden gegeven. Bjj de keuze van
de spelers voor de zevende en achtste plaats
van het enkelspel heeft de commissie ge
meend, dat aan jonge spelers een kans moet
worden gegeven.
De keuze-commissie heeft de damesploeg,
welke op Zaterdag 20 en Zondag 21 Sept.
te Breda tegen de Belgische damesploeg
speelt als volgt samengesteld: 1. Mej. Rollin
Couquerque; 2. mej. M. Canters; 3. mevr.
M StraubJansen: 4. mej E. Belzer. Dub
belspelen: 1. Mej. Rollin Couquerque—mej.
Canters; 2. mevr. Straubmej. Jurrema.
VOETBAL.
HET VOORZITTERSCHAP VAN
DEN K.N.V.B.
Dr. van Prooye algemeen candidaat.
Naar wij vernemen is er in te Utrecht
gehouden cconferentie van de verschillende
belangen vereen igingen algeheele overeen
stemming verkregen over de te stellen can-
didatuur voor het voorzitterschap. Wanneer
de heer Kips zijn functie neerlegt, zal dr.
van Prooye de candidaat zijn van alle groe
pen in den K'.N.V.B. Nr. Crt.
o
DE ENGELSCHE COMPETITIE.
Gisteren zijn de volgende wedstrijden ge
speeld in de eerste afdeeling:
Leeds United-Manchester City42
Leicester CityCheffield Utd22
Sheffield WednesdayChelsea11
West Ham Utd.Middlesbrough 03
En in de 2e afdeeling:
BurnleyNotts Forest 52
Cardiff CityEverton 21
MillwallReading 40
Old'ham AthleticSouthampton 21
Preston North End-Tottenham Hotspur 21
Swansea TownCharlton Athletic11
West Bromwich ABradford City10
Wolverhampton W.Stoke City 51
BOSKOOP—KOUDEKER
Eergistermiddag speelde „De BoskJ
Boys IV" tegen „K.V.V. II" Uit KouJ
met als uitslag 2—0, voor „De Boskd
Boys". Daarna speelde „De Boskol
Boys II, tegen „K.V.V. I" uit
met als uitslag 24 voor „K.V.V
SCHAKEN.
HET KAMPIOENSCHAP VA]
LEIDEN.
Om den Wisselprijs van hef Leidech D
Ook de tweede partij van de mat
DemmendalG. Bosscha is door B
gewonnen die hiermede nu een aa
1 voorsprong gekregen heeft. De partij
liep als volgt: d4 opening.
Wit: W. Demmendal, zwart G Ba
1. d4 dó, Pf3 Pd7 3. Lf4 c6 4.
Pg6 5. c3 e6 6. Dc2 Phö 7. Lg3 fo
Le7 9. c4 Pg3: 10 hg3: Pf6 11 Peö L<
Pdf3 Da5 t 13. Kdl 0—0 14. có Leó -1,
Pd7 16. Pd3 Dc7 17. f4 Pf6 18. Le2
g4 fg4 20. Peö h5. 21 Ld3 Le8 22.
1 23. Lg6 Lg6 24. Pg6 P(e8 25. cb6 ab6 26
tTac8 27. b4 Da7 28. Pe5 Da6+ 29. Ddi
30. a4. Pd7 31. PdV: Dd7: 32. Thl Df7
baó- 34 Taö: g6 36. Tel Kg7 36. Tad
37 Dc3 Tb8 38. bö Te7 39. bc6: Db2
Db2: Tb2: T 41. Tlc2 Tc2: 42. TcJ
43. g3 K 6 44. e4 de4: 4ö. Tcó Ke7 ft
Kd6 47. Tgó Tc6: 48. Tg6: Tc3 f 49
Tg3: 50. fó Tgl 51 Te6: f Kd7 52. Th
53. Kf4 Tfl f 54. Kg3 Tf5: 55. Kg2 K
TcB Kf7 57. Th6 Kg7 58. Ta6 Tf6 59
Kg6 60. Ta3 Td6 61. Td3 Tdó 62. Ta
63. Kg3 h4 t 64. Kg2 Td4: 65. Ta2 h3
Kg3 Td3 f 67. Rh2 Kh4 68. Ta4 Td2
Kgl Tdó 70. Kh2 Teö 71. Tc4 Kgó 7;
73. Kh2 Te2f 74. Kg3 Tg2 e3f
TOONEELWEDSTRI.TD
„LITTERIS SACRUM".
Naar wij vernemen zijn de voorber
gen tot den nationalen tooneelwed
dien Litteris in het komend seizoen
uitgeschreven, in vollen gang.
Acht vereenigingen, waarover wij
nenkort nadere bijzonderheden hop
kunnen publiceeren, zijn aangewezen.
Medailles zijn reeds beschikbaar
door H. M. deKoningin, H. K. H. Pi
Juliana, den Burgemeester, jhr. de Gijsi
den Wethouder van Onderwijs, het
bestuur Ned. Tooneelverbond, de aid.
den van het Tooneelverbond, het een
den heer van Bostelen het Bestuur
Leidschen Schouwburg, de Directie
Leidsche Courant, terwijl nog van mee
autoriteiten en corporaties toezegging!
wachten zijn.
In een advertentie in ons Blad van
ren wordt gezegd, dat nieuwe leden vo
tweede rang behalve aan het secretary
Laat de Kanterstraat 16 zich ook ku
opgeven Rijnsburgerweg 36dit had
wel moeten zijn Rijnsbruger singel
DELETTANTEN
TOONEELBO
Te Utrecht is opgericht een Algen
Nederlandsche Dilletanten Tooneel
welke zich ten doel stelt het peil van
dilettantisme op te voeren. Als voor
treedt op de heer P. Kooyman te Wogi
als secretaris de heer W. B. van Hecck
Rotterdam. Voorts hebben de volgende p
nen in het hoofdbestuur zitting genoi
H. v. d. Voort, Lochem; H. Koot, Alkn
H. A. Benes, Groningen: H. van Werme
ken, Zeist en H. Pienter. Meppel.
Losse nummers van ons Blad
behalve aan ons bureau
ook verkrijgbaar bii de
Firma A. HILLEN. Breestraat i
Firma A. HILLEN Stationswe
Firma A. T. H. WIJTENBURG
Haarlemmerstraat 2.
W. G. J. VERBURG Sigarenhani
Heerenstraat 2
Fa. A. SOMERWIL Azn. Hoogew.
A. M. VAN ZWICHT,
Kiosk Prinsessekade.
en bij
JOH. HOGERVORST Haarl.str. 1
en des Zaterdags bij
A. H. v. d. VOOREN. H. Rijndijk
men met een zeer ondergeschikt lid der
Bende te doen."
„En wat deed Coxwell nu vroeg ik.
„Hij had maar één gedachte: zijn kame
raad te wreken. „Ik zal hem wel te pakken
krijgen, dien schoft!" pei hij mij na den j
dood van zijn vriend. Toen verloor ik hem
maandenlang uit 't oog; hij wa<s verdwenen.
Ik zelf was in dien tijd als prospector werk
zaam aan de grenzen der staten Maranao
en Para. Na een langen rit dreef ik eens
in een groote bark de Tocant-in afwij wa
ren, de roeiers er bij gerekend, ongeveer
een dertig personen, bijna allen Portugee-
sche halfbloedjes. Tot mij niet geringe ver
bazing herkende ik onder de reizigers Cox
well. Direct was ik getroffen geworden
door zijn stem; de uitdrukking op zijn ge
zicht was onheilspellend. Ik had dadelijk
het vermoeden, dat zijn schijnbare werke
loosheid een dramatische ontknooping be
loofde.
Je kent niet de be-toovering dezer rivier.
[vaarten, temidden der Braziliaansche oer
wouden, ook niet het kampleven bij het
echijnsel der kolossale vuren, die muskieten
jen roofdieren moeten verschrikken.
Inmiddels werden onze hangmatten voor
Sdën nacht in orde gemaakt door de roeiers.
Meestal ging men laat ter ruste. Op zekeren
nacht werden we door een erg kabaal ge
wekt; wij schrikten overeind. Het kamp
vuur was uitgedoofd. Coxwell stond stil in
ons midden.
„Misschien een tapir of misschien wel een
jaguar", meende hij. Toch ben ik zeer ver
baasd, dat zoo'n roofdier zich zóó ver uit
het woud waagt. Zijn wij voltallig?"
Niemand ontbrak. Het vuur werd opnieuw
aangemaakt en spoedig lagen we allen weer
in onze hangmatten. Coxwell alleen niet.
Hij bleef, voorovergebogen, bij het vuur zit
ten, een revolver in de hand.
's Morgens vroeg braken we op. Coxwell
was zwijgzaam; zijn gezicht verried niet veel
goeds. Óm negen uur 's morgens werd de
hitte bijna ondragelijk. Wij hielden stand bij
een verenging van het rivierbed, waar wij
uitrustten. Behagelijk slurpten we onze kof
fie, toen plotseling een reiziger de vraag
opwierp, wie wel de nachtelijke rustver
stoorder was geweest.
„Ik kan het u zeggen," merkte Coxwel
droog op. „Ik schrikte u uit den slaap op,
het was geen tapir noch een jaguar, maar
een mensch, die mij wilde vermoerden."
„Hebt u tegen iemand speciaal eenige ver
denking?"
„Misschien," aarzelde Coxwell.
Daarop keerde hij zich om, liep langs de
roeiers, totdat hij plotseling voor één staan
bleef, zeggend:
„Domingo, ik heb jou vannacht gezien. Ik
heb altijd wantrouwen in je gehad!"
Plotseling greep hij hem aan; de mulat
verweerde zich. Ik zag een mes schitteren,
maar reeds had Coxwell hem met ijzeren
greep bij den pols. In den strijd had de roeier
letsel opgeloopen aan den onderarm, zoodat
het bloed als een dun draadje over zijn hand
vloeide.
Domingo had het mes laten vallen. Met
een Jiu Jilsu beweging had Coxwell den man
onschadelijk gemaakt en doorzocht zijn borst
zak, waaruit hij een korte bijl, waarvan de
spits in een leeren foudraal stak, te voor
schijn haalde.
„DéArmee had hij mij willen doodenl" En
de misdaad werd dan op rekening van de
inboorlingen geboekt. Het was een giftige
bijl, die mij in den slaap had moeten treffen.
Domingo hield, vóór acht dagen, een lange
bespreking met eenige boschbewoners over
dit plan."
Toen hij zich bij ons voegde, had zijn ge
laat weer dien angst-aanjagenden blik. Hij
scheen volmaakt rustig, was innerlijk echter
ep kookpunt.
„Die man déir met die wond aan den
beneden-arm heeft mijn kameraad Johnson
vermoord. De politie wist den schuldige
niet te vinden. Ik heb echter een duren
eed gezworen hem te ontdekken. Ik heb
den aanvoerder der bende in de gevangenis
systematisch uitgehoord en onmiskenbare be
wijzen voor Domingo's schuld bijeen ver
kregen. Hij was gevlucht, waarheen ik hem
volgde; aldoor vluchtte hij verder, ik liet
hem niet los, bleef hem op de hielen, totdat
hij via enkele plaatsen eindelijk een verbluf
zocht in het oerwoud bij de Tocantin, waar
hij zich als roeier verhuurde. Maar steeds
voelde hij mijn adem in den nek. Een ont
komen was onmogelijk. Ons wederzijdsch lot
was ten nauwste verbonden geraakt. In hot
struikgewas zou hü een prooi van wilde
dieren geworden zijn, daarom besloot hjj
mij te dooden, maar ik was op mjjn hoede!"
„En na, Domingo, ben je van mij. Geef
op je knuisten, dat ik de boeien aanleg".
Zijn oogen flikkerden afschuwelijk. Zijn
blik was hard en koud als staal. Domingo
rilde, hij trad een pas achteruit. Zijn armen
hingen slap langs zijn lijf. Hij was onge
wapend en de blik van Coxwell hield hem
als een wild dier in de ban. Op eens
probeerde hij te ontsnappen, doch toen hoor
den we de snijdende stem van den detective.
„Halt! waar wil je heen? je weet dat ik
je naar de galeien zal doen brengen".
Maar Domingo was reeds over koffers
kisten gestormd en had zich, tot grol
ontzetting der omstanders, hals over K
met hoog geheven handen in de nv
geetort.
Een schreeuw van ontzetting steeg
aller mond.
„Spring niet! Daar zijn de Piranhas
de heilige Madonna, je bent verloren! 1
bloed vloeit.
Het was te laat. Het drama duurde nu!
lang. Het stroomende bloed lokte honderal
groote vraatzuchtige Piranhas aan.
oogenblik kwam de ongelukkige naar
oppervlakte. Hij maakte een wanhopige
weging. De eene helft van zij ngezicht.
al ontvleescht, afschuwelijk om aan te zie
Daarna zonk hij op den bodem.
Astrugo dronk met een haastigen sl
zijn cocktail uit en besloot zijn verhaal
de woorden:
Deze Coxwell had niet het minste
moeden van de toovermacht zijner nog
't Treurige einde van Domingo schokte ej
zóózeer, dat hij zich acht dagen aaneen ej
roes indronk. Want, zie je, hij was m 1
grond der zaak maar een zielige kerel