PLATTEGROND VAN DEN BEGANEN GROND. PAADUUCVOÖD LUDUI PLATTEGROND VAN DE EERSTE VERDIEPING. T&ADUUIC VOOQ LPDO-fT 4. Architectuur, toe te passen materialen, versiering. Zooals de teekeningen aaolooueu heb ik hoegenaamd niet getracht het raadhuis architecturaal te doen „aanpassen" aan den ouden gevel: het nieuwe gebouw is even zeer van onzen tijd als de renaissancistische gevel van den zijnen. Het probleem is aan vaard zooals het is en er is niet getracht het te verzachten. Daardoor is er een rede lijke opzettelijkheid: de oude gevel is in het nieuwe raadhuis opgenomen als een oude steen in een nieuwen ring. Deze opvatting is m zekeren zin een gevoelskwestie. Maar ik ben ervan overtuigd, dat juist door deze houding veel eerder en veel zuiverder harmonie bereikt zal worden dan door een geforceerd streven naar aanpassing, dat zulk een bouwkunstig probleem zoo dik wijls vertroebelt. Maar bovendien: de ge- heele sfeer van de geboden oplossing, hoe verscljillend ook in uiterlijken vorm, is geenszins vijandig aan het karakter van den renaissancegevel. Deze krijgt door een (beleren plattegrond welke juist alle waarde volle elementen van dien gevel volgt en zinrijk maakt, nieuwe beteekenis. Met groote binnenplein harmonieert evenzeer in wezen met den ouden gevel. Van groote be teekenis is daarbij, dat men van geen enkel standpunt het oude en het nieuwe bouw werk gelijktijdig kan overzien. Wanneer ik dan denk aan de binnenplaats van het prachtige Venetiaansche Dogenpaleis, waar zelfs de aan eikaap aansluitende gevels twee aan twee zoo ontzaggelijk van karak ter verschillen, een feit, waarvan verschil lende bezoekers zich nauwelijks rekenschap geven, dan twijfel ik er niet aan of ovei enkele tientallen jaren zal, wat er thans in dit project nog als onvermijdelijk conflict aanwezig schijnt, nauwelijks meer als zoo danig gevoeld worden. Daartoe werkt de eenvoud van het plan mede; er is uitsluitend gestreefd naar dui delijke massaverdeeling en harmonische verhouding. De sobere detailleering gaat elke concurrentie met den ouden gevel uit den weg. Er wordt hier gewerkt met andere middelen, die zeker evengoed bestaansrecht .hebben als de rijke detailleering uit het verleden. De aanvaarding van het platte dak behoeft in onzen tijd m. i. niet meer te worden verdedigd. Een steile kap als van het oude gebouw, is voor een kantoor gebouw in het algemeen geen ideale ruimte omsluiting; een flauw hellende kap zou een veel storender nieuw element in het bouwwerk brengen dan het eenvoudige bondige platte dak. De carillontoren, waar van de opneming door B. en W. werd ver langd, en die ik trouwens in een modern raadhuis een weliswaar traditioneel, maar niettemin ook voor onzen tijd nog een waardevol element acht, verhoogt de wer king van het silhouet. De vorm van de torenbekroning houdt met de moderne op vattingen inzake de inrichting van caril lons zooveel mogelijk rekening- deze ver- eischen een tamelijk besloten klankkamer, waar het geluid zich mengt en van waar uil het door betrekkelijk nauwe galmgaten naar buiten treedt. Wat de toe te passen materialen betreft, zal hier de eisch van brandvrijheid uiteraard zwaar wegen; ge wapend beton als draagconstructie en bak steen, misschien van eenigszins bijzonderen vorm, als omsluitend materiaal komen al lereerst in aanmerking. Betonpeilers heb ik mij met een fraai, kleurig tegelmateriaal bekleed gedacht; 't bouwwerk rust op 'n na- tuursteenen plint. Met de uitwerking van het plan zal er uitteraard op worden gelet, dat het kleurefect past in de oude stad. Daarbij kan zeker gebruik gemaakt worden van eenig sculpturaal ornament. Zoo heb ik mij onder de Breestraatpoort, welke naar het binnenplein leidt een vrijstaand beeld gedacht, den herbouw symboliseerend: een phoenix, die uit zijn asch verrijst. Ook de nieuwe hoofdingang kan eenige verrijking ondergaan. Maar dit alles valt buiten de grenzen van een voorloopig ontwerp. Wel vestig ik er de aandacht op dat thans de gelegenheid bestaat een weinig bevredigend fragment in den ouden g vel, dat juist sterk bij den brand heeft geleden, door een meer harmonieerend deel te vervangen; dit dient echter niet te gebeuren, zonder nader advies der Monumenlencommissie. Het schetsont werp loont ook nog niet op welke wijze ik mij de aansluiting van de bescheiden ver lenging in noordelijke richting aan den ouden gevel heb gedacht-, de plattegronden laten intusschen wel zien, dat ik dezen gevel niet meer met een nieuw deel ver leng, maar de aansluiting eerst terug laat treden, waardoor het oude werk nog beter als afgesloten eenheid spreekt. Het detail der aansluiting kan ook het beste in over leg met de Monumentencommissie worden opgelost. 5. Mogelijkheid van uitbreiding. De afmetingen van de verschillende loca- lileüen zijn ongetwijfeld ruim en bieden ook in dezen vorm reeds de noodige gelegenheid tot eventueel personeeluitbreiding. Een groo- lo waarborg, dat het plan tot in verre toe komst voldoende raadhuisruimte bieden zal, is, zooals boven reeds werd uiteengezet, ver kregen door de opneming van de technische diensten, die later zoo noodig hun vertrek ken ten bate van de secretariedieneten ont ruimen kunnen en dan in een afzonderlijk gebouw kunnen worden ondergebracht. Overigens toont het plan wel aan, dat ik rnij in de bepaling der te onteigenen opper vlakken wel degelijk op de basis der finan- cieele uitvoerbaarheid heb gesteld. Wanneer het later wenschclijk zal blijken die ont eigening lot hoornbrug- en Maarsmanssteeg uit te breiden, dan is dat nog steeds moge lijk; het lijkt mij niet billijk het tegenwoor dige geslacht daarmede te belasten. 6. Globaal Kostencijfer. In dit stadium kan slechts een globaal kostencijfer worden genoemd; voor een nauwkeurige begrooting is een uitgewerkt plan vereischt. De ruimtelijke inhoud be draagt plm. 52300 vierkante Meter; de bouw kosten kunnen m.i. met inbegrip van die der paalfundeering en centrale verwarming fechter buiten de meubeleerings- en stof- feeringskosten) worden gesteld op pl.m. 1.570.000 gld. De afwerking kan dan, hoe wel sober, toch zoodanig wezen, dat z.ij in overeenstemming is met de waardigheid van het raadhuis. De moeilijk door mij te schat ten kosten voor do restauratie van den ouden gevel zijn hieronder niet begrepen. Daartegenover staat de waaide die de be schikbare winkelruimte vertegenwoordigt. Hiermede zou ik de zakelijke toelichting willen besluiten, maar ik moge daaraan nog een enkele opmerking toevoegen. Ik vlei mij niet met de hoop, hiermede een plan te hebben aangeboden, dat aan stonds in breede lagen der bevolking popu lair zal zijn. Aanvankelijk is dit immers bijna nooit met een modern bouwwerk het geval; thans niet en vroeger dikwijls even min. Het redelijke, zoo goed mogelijk over- PLM Bt-dAItt- ÖPCUD.I-IC C5PE-C-;TC^AI 6 0 t fc C T 0 5 A Tj Aan de -zijde der Breestraat vindt men van links naar rechts: woning, toiletten, wethouderskamer, archief afd militaire zaken met kamer voor den chef, entree en bibliotheek Dan een open doorgang, toegang gevend tot hel Binnenplein, waarnaast het bureau van den Gemeente-ontvanger met kamers voor dezen en de klerken, kluizen, cellen etc., waarbij een politiepos! en -brandweerpost. Links sluit zich daarbij aan de afdeeling Onderwijs met archief en wachtkamer, rechts vergaderzaal en localen voor veri ficatie In 't' midden het Binnenplein met een bassin. Aan de zijde van de Vischmarkt van links naar rechts: ingang, vestibule, bodekamer, iha.il en afdeeling Bevolking en Burg. Stand met wethouderskamer en woning. De winkelgalerij loopt aan de Vischmarkt daaronder. wogene, handhaaft zich en maakt zich later vrienden. Maar bovendien wijs ik er op, dat het slechts weinige leeken gegeven is, zich uit zeer sobere bouwkunstige teekenin gen een ruimtelijken indruk van het bouw werk te vormen. Misschien zullen velen het plan niet passend vinden in de omgeving. Maar de sfeer van dit plan past wel dege lijk bij het karakter van deze oude vesting stad met haar typische grachten. Door de dikwijls karaklerlooze detailbebouwing van het in de hoofdtrekken zoo boeiende en be koorlijke stadsbeeld modht ik mij immers niet laten leiden; het is juist omgekeerd. Dit raadhuis, dat er langer zijn zal dan de omgevende bebouwing, behoort leiding t« geven aan de verdere architecturale ontwik keling van dit stadsdeel. Moge het daar voor een waardige basis zijn Cwgl W. DL'DOK. Een toelichting. Woensdagmiddag heeft de heer Dudok in de Lakenhal zijn rapport aan de hand der officieele teekeningen voor de Pers nog nader UOOLDVL-DDIt-DinC t-tOO I toegelicht en daarvan willen wij nog iets vermelden, al zal men zien, dat het voor naamste reeds in bovenstaand rapport is uiteengezet. Onwillekeurig voelt men zich licht geneigd om zich bevrijd te gevoelen van alle banden en een nieuwe situatie le scheppen in zoo'n geval van brand als Leiden teisterde en in vele gemeenten ligt dat ook in de rede, doch de heer Dudok kwam tot de conclusie, dat dit voor Leiden niet opging. De Sleutelstad is toch een der dichtst gebouwde vestingsteden, die vroeger zelfs wel eens meer inwoners had dan thansl De oude kern is nog het zwaartepunt en het iaat zich niet aanzien, dat deze vooreerst verplaatst zal worden. De Breestraat is nog altijd de werkelijke hoofd straat en de ligging voor het raadhuis daar acht de heer Dudok altijd nog karakteristiek en volkomen verantwoord. De kwestie hoe te bouwen werd gecompliceerd door den ouden gevel, een eigenaardig conflict van den modernen tijd. 80 jaar geleden zou de oude gevel eenvoudig geamoveerd zijn, doch nu zijn er talrijken, die het oude willen behouden. De architect heeft volgens den heer Dudok een dienende taak en behoort rekening te houden met de diverse stroo mingen. Wanneer hij echter een volkomen aan de eischen voldoend stadhuis, ook voor de toekomst, met den ouden gevel niet moge lijk had geoordeeld, dan zou hij loch tot amoveering hebben geadviseerd, zonder meer, doch hij is van oordeel, dat hij er volkomen in geslaagd is het oude te vereeni gen met het nieuwe zonder dat daaruit scherpe conflicten ontstaan. Men mag daarbij niet uit het oog verliezen, dat bij amoveering de gevel achteruit gezet had dienen te wor den, hetgeen zou hebben beteekend het opof feren van een stuk bouwterrein, dat niet ge mist kan worden. Integendeel heeft de heeT Dudok gewoekerd om terrein te winnen, vandaar het vooruitbrengen van den hoofd ingang aan de Vischmarkl en het dempen van een strook water van den Nieuwe Rijn. Het conflict oud-nieuw verzachten door aanpassing heeft de heer Dudok niet gepro beerd. Hij is zijn eigen gang gegaan en een nieuw stadhuis geprojecteerd, waarin de oude gevel als document is opgenomen. Meermalen zijn in de bouwkundige geschiedenis eeuwen overbrugd I Nergens heeft men een gelijk tijdig gezicht op oud en nieuw. Men ziet of het een of het ander. Toen gevraagd werd. hoe het dan met den toren stond, was het antwoord, dat men, slaande aan de Bree straat, slechts het carillon-gedeelte kon zien en dat oordeelde de heer Dudok niet hin derlijk. De restauratie van den ouden gevel be hoort niet tot het terrein van den lieer Dudok, al heeft hij een raad daarover ge geven. Dat beTust bij „Monumentenzorg". Vrijwel zeker zal de oude gevel echter eerst geheel moeten woTden afgebroken en dan weer opgezet, hetgeen erger klinkt dan hel is, volgens den heer Dudok Meer dan een voorloopig plan is het uit gebrachte rapport met teekeningen niet. Bij mogelijke uitvoering behoudt de heer Dudok zich volledig recht van wijzigingen voor. 4 bi Materiaal etc. is allemaal een kwestie i later zorg. Wat dit ontwerp betreft, nog het volgend Eigenlijk zal het nieuwe Stadhuis aan de Vischmarkt. De ingang aan Breestraat is alleen voor feestelijke heden. Wel zal vanuit de Breestraat i het groote binnenplein zijn te betreden, zullen de diverse poorten van den ondi gevel, weder in gebruik worden zoodat de heer Dudok meent, dat ïeitelj de oude gevel beter zal worden benut d toen deze ons oude stadhuis sierde. Door dit binnenplein, dat overigens i stemd is voor kijklustigen, zullen de dies vertrekken alle uitnemend van licht won voorzien. Bovendien zijn zij rustig gelsj ver van het verkeer. Deze diensten i aldus geformeerd, dat de grootsch mogelj eenheid is verkregen. De indeeling kan b vindeij bij de plattegronden. De techna diensten komen op de 2e verdieping i de teekenkamer nog hooger: voor het lid Beide dienstwoningen, een aan de Bri straat, een aan de Vischmarkt, zijn geformeerd, dat zij aansluiten bij de belt dende gebouwen. De raadzaal ligt ook aan het rustige 1 nenplein, de Burgerzaal, bestemd feestelijke ontvangsten, aan de Breestra Beide geven op het binnenplein bijzond relief. Aan de zijde der Vischmarkt te de carillon-toren, die niet ontbreken mot en voorts een winkelgalerij, recht aansl tend op de Kapelstraat, waardoor het i schil in hoogte tusschen Breestraat Vischmarkt (ruim 2 M.) mede wordt w gewerkt. Hiermede meenen wij, dat onze lezers lezeressen zich een beeld zullen kun» scheppen van het plan Dudok, zooals is voorgelegd aan B. en W. en den raad voor heden zullen wij het daarbij laten. Van deskundige hand zullen wij i nadere beschouwing plaatsen en mogd zullen ook wij nog nader op enkele punt terugkomen. Wij meenden eerst alleen I plan te moeten geven zonder meer. opi de Leidsche burgerij zich onbevangen i oordeel kan vormen. Dan is het woord de entiek in gunstigen dan wel onguni gen zin. Die criliek le ontketenen is - mers de bedoeling welke met deze publir tie voorzit. HANDEL EN DE ZANGER. De beroemde componist Handel kon i gemoedelijk wezen. Een zanger bescnj digde hem er op de repetitie van, dai meester sledht accompagneerde en Handels onverstoorbare kalmte buiten zelve gerakende, riep hij uit: Ik zal op het klavier trappen. als het bij de uitvoering niet beter doet Waarschuw mij vooraf, wanneer aan dit voornemen denkt gevolg te ?er( gaf Handel bedaard ten antwoord, dan ik het vooruit annonceerenIk ben er) ker van. dat er meer publiek zal komen u te zien springen, dan om u te hooren 1 gen. BBC&5TRAAT RECLAME. m Aan de zijde der Breestraat vindt men in volgorde van links naar rechtswoning2 kamer, kamers voor secretaris, burgemeester met spreekkamer, bureau van diens t onder is ©er ingang voor het binnenplein), garderobe, kamer voor B. en W., keuken Daarachter zijn vertrekken van den commies-redacteur en bodekamer, waarvoor Links sluit op de kamers van secretaris en burgemeester aan de afdeeling Alge rechts 9luit op de Burgerzaal aan de Raadzaal met leeskamer voor de raadsleden m garderobe. Aan de zijde van de Vischmarkt vindt men van lanks naar rechts: vooruitgeschov zaal met antichambre Boven de winkels vindt men de afdeeling Financiën met wet adj.-chef en terras. toiletten, wethouderskamer met spreek- ecretaresse en wachtkamer, entree (daar- met buffet en koffiekamer en Burgerzaal, een wachtkamer. meene Zaken met bureau voor den chef, et publieke- en pers-tribune, toilet en en boven den ingang: vergader- en trouw- houderskamer, kamer voor den chef en OVCItAL GEXOCHT EN TOCH VV^JLAJ4&fe-.ZIt.V€£V3>40W ROKIN IQ9-IH

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 10