71sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Juli 1930 Tweede Blad No. 21576 BINNENLAND. DE ZIJDECULTUUR IS IN JAPAN een der voornaamste takken van be- drijf en in alle geledingen der maatschappij wordt daarvoor de aandacht gevraagd. Leerlingen van Japansche Hoogescholen bezichtigen een zijdecultuurschool, terwijl ze een handje probeeren mede te helpen. IN DEN OUDERDOM VAN 69 JAAR is te 's-Gravenhage overleden Mr. J. P. Hof stede, oud-officier van Justitie bij de Rechtbank te Groningen. Z K. H. PRINS HENDRIK vertoefde deze week te Stockholm ter bij woning van de internationale zeilwedstrijden, welke daar in verband met het jubileum der Kon. Zeilvereeniging plaats hadden. Hierboven Z. K. H. tijdens zijn bezoek aan de Zweedsche hoofdstad. DE VERLICHTING TEN BEhoEVE van de JLuLHTvaART De Inrichting, van nachtrontes. Ia een persconferentie heeft de directeur 'att den luchtvaartdienst van het Mini t.nö vaa waterstaat, de heer E. Tn. de veer, en en ander medegedeeld omtrent de zorg oor de verlichting ten behoeve van de rgerlgke luchtvaart, welke sedert 19zO a aandacht van den luchtvaartdienst hte t lehad. In dat jaar reeds werd, met mede- erking van den Marine-minister, de chef 'au den technisch en dienst der kustver- ichting, ue hoofdingenieur P. Braam van Hden, die over een jarenlange ervaring op 'ét gebied van verlichting beschikte als dvisetir van den minister van VVaterst" a. ntakt de verlichting van de luchtvaart aa nwezen. Deze samenwerking heelt o.m. er- (e geleid, dat een systeem voor de verlich- i&g luchtvaartterreinen voor landingen bij lacht in ons land is ingevoerd, welk systeem *er efficiënt werkt en dat als een der beste Tordt erkend. ^at de route-verlichting befcre.t, heeft pen zich aanvankelijk beperkt tot net ver achten van een enicel voor de luchtvaart Jfcvaarlyk punt als de hooge masten van tcotwijk. Met den aanleg van verlichte routes werd gewacht tot e-enige zekerheid **tond omtrent plannen t( t liet uitoefenen nachtdiensten over ons land. In Febrruari j.l. kon ten behoeve van da t0erlandsch-Duitsche route van Amsterdam ,&1 in rechte lijn oostwaarst worden over gegaan tot bestelling van de lantra ns m' t un onderdeden en van de masten, waarop routelichten zouden moeten worden op gesteld en 15 Mei waren de lichten in erlang te Muiderberg, Oldekroek, Hel Ie n- °om en korten tijd later te Dene kam p- ®la^uim» elk bestaande uit vier sterke g. "chten vaa 2 millioen kaarsen licht- n»5ii we^e draaiende, recht t?gen- Bovl j- lichtbundels uitzenden, enoieu werpt een tweede licht van deze lantaarns twee vaste lichtbundels u t can weerszijden m de richting van de Iuciit- route, terwijl tenslo't?- op de lantaarns een gekleurd glas is aangebracht: wit, rood, groen of oranje, waaraan van de lucht uit kan worden herkend, welk licht men onde: zich heeft. Bovendien is bjj Harderwijk een zwakker licht opgesteld, dat Philips op proef ter beschikking stelde van den luchtvaart dienst. De afstand tusschen elk dezer lichten is ongeveer 30 K.M. Met het oog op de verdere voltooiing van de verlichting was het gewenscht, een nachtelijke inspectie per vliegtuig uit te voeren, zoowel over de route Rotterdam Vlissingen, waar tot nu toe werd gesteund op de bestaande kustverlichting voor de scheepvaart, als over de nieuw aangelegde Toute. Ten aanzien van de route naar Rot terdam, werd de indruk verkregen, dat de kustlichten voor de scheepvaart, die zeer goed zichtbaar waren, als reserve voor van de route afgedwaalde vliegtuigen goede leiding kunnen geven, doch dat- een ver lichting van de route zelf noodig is. Op den tweeden inspectietocht, tusschen Schiphol en Duitschland, welke in dc/> nacht van 20 op 21 Juni geschiedde, werd geconstateerd dat de Nederlandsche groote draailichten ten volle aan de verwachting beantwoorden en dat zij zeker niet minder zijn dan die in Duitschland. Naar aanleiding van beide inspecties is een bespreking gehouden met de verschil lende technici, teneinde plannen te bera^ men voor de verdere inrichting van nacht routes. Overeenstemming werd verkregen om trent de volgende punten le. Het licht van Harderwijk zal moeten worden vervangen door een sterk licht. 2e. Be-oosten Schiphol, en later ook be oosten het luchtvaartterrein Delft, wan neer dat zal zijn aangelegd, zal een nor maal sterk licht worden geplaatst, dat bo vendien wordt voorzien van een bijzonder opvallend verkenningstecken. 3e. Tusschen Schiphol en Delft woidi aüg een sterk licht geplaatst. 4e. Van Waalhaven naar Antwerncr» ziii len twee lichten, vermoedelijk bij Nnm?-<s dorp en Rozendaaly worden aangebracht; daaromtrent dient nog overleg plaats te hebben met de Belgische autoriteiten. 5e. Op de route RotterdamRetranche- ment zal een reeks lichten moeten worden geplaatst, waarschijnlijk van Néon-buizen, in elk geval sterk afwijkend van het type der soheepvaartlichten. 6e. Het groote belang van een rechte route brengt mede, dat, wanneer, in over leg met de Duitsche autoriteiten, wordt overgegaan tot verlichting van de route van Amsterdam naar Hamburg, er naar wordt gestreefd, de route van Harderwijk af, dat dan knooppunt van twee routes zou worden, recht toe recht aan te leiden naa? Hamburg. 7e. Voorloopig bestaat geen behoefte aan een route naar het Zuid-Oosten, zoodat dit punt buiten beschouwing is gebleven. 'T GEVAL-KAPITEIN BORREN. Hoe de verwijzing naar het Hoog Militair Gerechtshof plaats vond. Naar wij vernemen, aldus de N. R. Crt., heeft de verwijzing van kapt. Borren, troe pencommandant op Curasao tijdens den overval van Urbina in Juni 1929, naar het Hoog Militair Gerechtshof op de volgende wijze plaats gehad. Het Hof heeft kapt. Borren, na kennisneming van diens, over eenkomstig de wettelijke bepalingen, bij het Hof ingediende rapport en van het rap port der commissie-Hoorweg, geen décharge kunnen geven Daarop heeft de gouverneur van Curacao, na het advies van het Hof van Justitie op Curasao te hebben ingewonnen, den oud-troepencommandant naar het Hoog Militair Gerechtshof verwezen. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft na melijk ingevolge artikel 65 zijner Provisio- neele Instructie ,,het examen" van de rap. porten, .welke elke commandant van eenige stad, sterkte, buitenlandsche bezitting of eenige andere possessie of post, van welken I ring hij ook zoude mogen wezen, gehouden i° in te leveren, om het verlies of de over- I ga e van die stad, sterkte, bezetting, post of bodem aan den vijand te „justificeeren", dat ist van zijn kant door een behoorlijk militair rapport te doen blijken, dat hij, door zijn gehouden gedrag, daartoe geen oorzaak gegeven heeft. Tot dat einde heeft een zoodanig commandant, ingevolge arti kel 66 van 's Hofs Provisioneele Instructie een gedetailleerd militair rapport zoodra mogelijk na het gebeurde aan het hoofd van het departement van defensie in te zenden. Hierop zal na ontvangst bij het Hof worden beslist of het verlies daarmede genoegzaam is „gejustificeerd". Nu bepaalt artikel 1 vam het Koninklijk besluit van 3 Maart 1925, betreffende de „Regtspleging bij de Landmagfc in Cura sao", dat die rechtspleging wordt uitge oefend door: 1. krijgsraden; 2. het in Ne derland gevestigde Hoog Militair Gerechts hof; terwijl artikel 2 behelst dat op de in het vorig artikel genoemde rechtsple ging de in Nederland geldende voorschrif. ten van toepassing zijn, voor zoover daar van niet bij dit besluit is afgeweken. In verband met dit laatste is bij artikel 30 van meergemeld Koninklijk besluit voor geschreven, dat de voot het Hoog Militair Gerechtshof bestemde rapporten van offi cieren, die het bevel hebben gevoerd over het garnizoen of van eenige stad, sterkte of post, welke aan den vijand is overge gaan, zoo mogelijk door tusschenkomst van den gouverneur, aan den minister van koloniën worden ingezonden. Het rapport van kapt. Borren heeft de zen weg ook afgelegd. Na ontvangst en lezing van dit rapport en van het rapport der commissie-Hoorweg heeft het Hoog Militair Gerechtshof geen vrijheid gevon den de overgaaf of het verlies te verklaren voor „gejustificeerd", en daarvan zoo als art. 71 van de Provisioneele Instructie luidt een dispositie, tot décharge van den belanghebbende te doen uitgeven. Het Hof heeft ingevolge het bepaalde bij arti kel 72 van die instructie, de stukken ge steld in handen van den advocaat^fiscaal, „ten einde daarin zoodanig te handelen, als hij ambtshalve zal vermeenen te be- hooren." De advocaat-fiskaal voor de zee- en land macht heeft daarop de stukken doen toe komen aan den gouverneur van Curasao, die, ingevolge het bepaalde bij artikel 3 van het hiervóór aangehaald Koninklijk besluit van 3 Maart 1928, in eerste en laatste ressort bevoegd is den commandee renden officier der troepen op Curasao! naar den militairen rechter te verwijzen. Datzelfde artikel bepaalt voorts: „Alvo rens omtrent de verwijzing naar den mili tairen rechter te beslissen, wint hij net' advies in van het Hof van Justitie." De gouverneur heeft, na dat advies te hebben ingewonnen, bij beschikking va< 16 April 1930 den kapitein Borren naar fret Hoog Militair Gerechtshof verwezen, welk college, krachtens artikel llbis der „Invoe ringsbepalingen Militair Straf- en Tucht recht Curasao", „in eersten en laatsten aanleg kennis (neemt) van de strafbare feiten, begaan door in Curasao aanwezige opper- en hoofdofficieren en door den com mandant van de troepen in Ouragao, on verschillig welken rang hij bekleedt." Dezo beschikking is met de stukken door den gouverneur aan den advocaat-fiskaal toe gezonden, die een en ander heeft gesteld in handen van het Hoog Militair Gerechtshof Het Hoog Militair Gerechtshof heeft daarop, ingevolge het bepaalde bij artikel 29 van zijn Provisioneele Instructie, het lid generaal-majoor P. J. van Munnekre-de en het plaatsvervangend lid mr. E. Jelling- haus benoemd tot het nemen van informa- tiën in deze zaak, waarbij deze heeren worden bijgestaan door den griffier, eeTste- luitenant der jagers, mr. J. Tuinstra* GARNIZOENSKEUZE. Bij ministerieele beschikking is bepaald, dat beroeps-officieren en beroeps-onderof ficieren, die in verband met hun plaatsing in de ranglijst, in aanmerking komen voor bevordering of voor toekenning van de aan hun rang verbonden bezoldiging, bij aan den minister van defensie gericht request in te dienen langs den hierachieken weg hun wenschen kunnen kenbaar ma ken betreffende de garnizoenen, waaraan zij bij eventueele overplaatsing de voor keur geven. In het request moeten de gar nizoenen in volgorde en keuze worden ver-» meld. TE NIJMEGEN heeft gistermiddag de uit reiking plaats gehad van de prijzen san de deelnemers der vierdaagsche afstands- marschen. Deze prijsuitreiking werd ook door Z.Ex. den Minister van Defensie, den heer L. N. Deckers, bijgewoond. Mevr. Breune:-so neemt het herinnering;--kruis in ontvangst. OP DE NIEUWE ALGEMEENE BEGRAAFPLAATS TE ZEIST is gisteren ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den reserve-sergeant-vlieger C. F. Th. Elout, die bij het vliegongeval te Soester berg deze week om het leven kwam. Mak kers van den overledene bij het (graf vaai hun gestorven vriend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 5