De archieven der Zuid-Afrikaansche Boerenrepublieken. HUN BEIDER WEG. 71*fó Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 17 Juli 1930 Derde Blad No. 21574 DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. SCHEEPSTIJDINGEN. RADIONIEUWS. FEUILLETON. O Een onderhoud met Dr. W. J. Leyds. Dezer dagen beeft dr. "W. J. Leyds weer belangrijk materiaal voor de kennis van de historische gebeurtenissen in Zuid-Afrika vóór en tijdens het begin van deze eeuw ge publiceerd in zijn „Tweede Verzameling" (Correspondentie 18991900), een voortzet ting van de uitgave „Eenige Corresponden tie uit 1899". Deze uitgaven bevatten be langrijke publicaties uit de archieven der Zuid-Afrikaansche Republiek, die zich, naar bekend is, voor een zeer groot deel in het beizit van dr. Leyds bevinden. Dezer dagen meldden berichten in de pers, dat dr. Leyds de regeering van de Zuid-Afri kaansche Unie de verzameling had aange boden. Aangezien het ons bekend was, dat er omtrent dr. Levd's verzameling interes sante bijzonderheden te vertellen waren, verzochten wij dr. Leyds, ons hieromtrent het een en ander te willen mededeelen, waartoe wij hem onmiddellijk welwillend bereid vonden. Wij vonden' dr. Leyds të Den Haag in zijn werkkamer, te midden van de papie ren, die in zijn leven zulk een belangrijke rol hebben gespeeld en waaraan hij de laatste 25 jaren van zijn leven bijna geheel heeft gewijd. Dr. Leyds is geen Zuid-Afiri- kaander> maar Nederlander, geboren in Ned. Oorst-Indië, van waar hij op jeugdigen leeftijd naar Nederland vertrok, waar hij ben groot deel van zijn 'opleiding genoot. Hij studeerde tevens in Engeland, en ver trok later naar Zuid-Afrika, waar hij al spoedig ambtelijke functies kreeg. In 1884 werd hij Staats-procureur, een functie, overeenstemmend met die van Attorney- General in Engeland, en in 1889 werd dr. Leyds benoemd in de hooge functie van Staatssecretaris van de Zuid-Afrikaansché Republiek, in welke functie hij zeer nauw samenwerkte met den toenmaligen presi dent der Republiek, Paul Kruger. Een keel aandoening noopte hem eéhter in 1898 hef ambt van Staatssecretaris, dat zeer veel vuldig Optreden in het openbaar eischtë, beer te leggen. Dr. Leyds werd opgevolgd 'door den voormaligen Staatspresident van den Oranje-Vrijstaat, F. W. Reitz, terwijl hij zelf benoemd werd tot gezant der Zuid- 'Afrikaansohe Republiek in Europa, waar hij te Den Haag, maar meer nog te Brussel en te Parijs vertoefde, want hij was geaccre diteerd bij bijna alle Europeesche hoven. Voorganger van dr. Lëyds was jhr. mr. G. J. Th. Beelaerfcs van Blokland, die van 1883 tot 1897 gezant in Europa was. „De kern van mijn collectie" vertelde dr. Leyds „wordt gevormd door het ar- bhief van hét gezantschap der Zuid-Afri- kasnsche Republiek, waaraan, na het Trac taat van Vereeniging in 1902, zijn toege voegd dé archieven van alle aan het ge zantschap öndergëschikte consulaten, en 'dat van den consul Pott fe Lorenzo Mar ques. Uitgezonderd dient te worden hét ar chief van hef Berlijnsohë consulaat, dat door "onzen consul-generaal te Berlijn aan de Engelschen werd overhandigd. Als men nu weet, dat gedurende den Boeren oorlog het contact tusschen de Zuid-Afri kaansche Republiek 'en de Europeesche mogendheden voor het ovërgro'ote deel via het Europeesche gezantschap moest plaats tinden, dan begrijpt men wellicht, dat zich stukken van zeer groofce historische waarde m de verzameling bevinden. Maar minstens RECLAME. vjjze haven niet oenen! f 0wJepone«nl»»rw4kJ.r« grljn h»™. tfoonJsi h« <j. ^esrw^ist, IC rv^rwe (*am«nt.,crmlnj .o atxattno hier. n"eeorrt. Daarom hel vitgaxlotenl Uitstoken^ k Fl f 3.61 Praapektus gretla. Hepot: De Volksapotheek, Rozengracht 29, Amsterdam. 4434 zoo interessante collecties zijn daar nóg bijgekomen, toen tijdens den Boeren-oorlog van 18991902 de Engelsche troepen in Mei 1900 Pretoria naderden. De regeering vreesde, dat de inhoud van de brandkasten, die zich in het Kabinet van den Staatsse cretaris bevonden, in handen van den vijand zou vallen. De stukken werden derhalve im zes kisten gepakt en aan versohillende personen toe vertrouwd om ze over Lorenzo Marquea naar mij toe te zenden. Van deze zes kis ten hebben mij slechts drie bereikt. Eén werd begraven om haar uit handen te hou* den van omringende Engelsche troepen. Toen ze later werd opgedolven, bleek, dat de documenten grootendeels door witte mieren waren vernield. Een tweede kist werd overgegeven aan den Britschen Hoö- gen Commissaris Sir Alfred Milner, en dé derde is nóg zoek, en kan dus wel als ver loren beschouwd worden. In een dezer kis ten moet zich het belangrijke historische document uit de Voortrekkers"-periode hebben bevonden, n.l. het tractaat, dat in dertijd werd gesloten t-usechen Piet Retief 'en den Zoeloe-koning Dingaan. Gelukkig had ik mij al tijdens mijn werkzaamheden als Staatssecretaris voor het stuk geïnte resseerd en er te Pretoria een facsimile van laten maken, dat is opgenomen in mijn in 1906 bij AUeTt de Lange verschenen ge schiedkundig werk ,,De eerste Annexatie van de Transvaal." Dit facsimile heeft nog goede diensten gedaan, toen een Engelsch- man. die zioh geschiedschrijver noemde, een smet op de voortrekkers wilde Werpen door de echtheid van het tractaat in twij-1 fel te trekken. Het doet mij nog altijd genoegen, dat de man zijn beschuldiging moest intrekken." En dr. Leyds toonde ons 'een getrouwe eopie van het stuk, waaronder Piet Retief zijn handteekening heeft gezet én de ver raderlijke Dingaan een onleesbare krabbel, en waarvan het origineel helaas verloren is gegaan. „Toen Pretoria door de Engelschen was bezet en de zetel van Regeering en Uit voerenden Raad was verplaatst naar Water val aan de spoorlijn naar Lorenzo Marques, benoemden deze' lichamen mij tot trustee voor het volk, met den plicht, alle eigen dommen, archieven incluis, van den staat 'onder mijn hoede te nemen. Aan de zorg voor en het beheer van deze eigendommen heb ik mijn leven gewijd. Op grond van imijn positie als trustee hebben voortdu rend andere personen hun archieven en documenten aan mij toevertrouwd. Daar onder bevindt zich bijv. een verzameling telegrammen, tijdens den Boerenoorlog door de Boerengeneraals met de regeering en onderling gewisseld, bestaande uit velé duizenden stukken. Na 1902 kwam gene raal Louis Botha naar Europa en vertrouw de mij ziin geheele archief toe. Mijn ver zameling behelst echter ook alle documen ten, die betrekking hebben op het 'beheer en de besteding der financiën van de Zuid- Afrik. Republiek. Zooals ik in mijn de zer dagen verschenen jongste werk„Tweede Verzameling (Correspondentie 18991900)" nadrukkelijk uiteengezet heb, is er geen sprake geweest van. de zoogenaamde Kru- ger-millioenen. d.w.z. van de groote som men gelds, die Kruger, na zijn vertrek naar Europa tegen het einde vatu 1900, uit de Republiek zouden zijn toegezonden. Wel was er geld in Europa, maar dit werd ge heel besteed in het belang van de Boe.ten en volgens opdracht van d'e Regeering, evenals de toegevloeide steungelden, die door mij afzonderlijk geadministreerd wer den, onder den naam „Hulpfonds". Alle daarop betrekking hebbende stukken, met de eind-rapporten van auditeurs, liggen eveneens hier veilig geborgen en zullen nu hopelijk hun weg vinden naar Zuid-Afrika." Zoo werkt dr. Leyds nog steeds aan dë 481. Ook de veldwachter had vernomen, het was in het dorp niet pluis, 'n Oude juffrouw kwam hem vertellen, het spookte erg in een huis. Ze had het zelf kunnen aan schouwen, twee apen dansten 'n rondedans. Ze wou haar oog en niet gelooven, een olifant reed op een gans. 482. „Wees maar niet bang, vrouwtje," zei de veld wachter, „ik herstel hier wel de rust. Wie zioh ooit tegen mij wou verzetten, heeft er altijd van gelust. Ik zal de orde weldra 'handhaven." Vol heldenmoed bleef hij staan, de arme man zag Duimstok niet komen, lijnrecht kwam t var ken op hem aan. opdracht, hem eens gegeven door de Zuid- Afrikaansche Republiek, die hem zoo liief was en die thans tot het verleden behoort. Maar hef Zuid-Afrikaansche volk is niet verloren gegaan. Krachtig leeft en werkt het in het heden. Na te hebben gestreden voor een droom, die verloren ging, heeft het zich aangepast aan de nieuwe werke lijkheid en heeft een nieuwen krachtigen staat gevormd. Zoo denkt ook" blijkbaar dr. Lëyds er över. „Ik meen, dat nu de tijd is gekomen, dat Zuid-Afrika deze archieven in zijn eigen hoede neemt. Want de Zuid-Afrikaan sche Unie heeft er Ontegenzeggelijk recht op, dat een zoo belangrijk deel van haar geschiedenis onder haar eigen hoede berust. Op mijn leeftijd, ik ben 70 jaar, meen ik, dat daarvoor dringend stappen gedaan moeten worden. De autoriteiten in Zuid-Afrika hebben er tot dusverre de voor keur aan gegeven, ze onder mijn hoede to laten, en omdat ik niet de overtuiging had, dat de archief-toestanden in Zuid-Afrika van dien aard waren, dat ik er mijn archie ven met een gerust hart aan kon toever trouwen, heb ik aan hun wensch gevolg ge geven. Thans ia dat echter anders. Ik heb de stukken geschift en geordend, zoodat men niet voor een chaos komt te staan van rem groote hoeveelheid stukken, waar mem geen weg wee weet. Naar ik vertrouw, zal de verzameling onder de tegenwoordige archivarissen te Kaapstad en te Pretoria naar behooaren gehuisvest, veilig bewaard en naar den eisch onderhouden worden. Zoo heb ik öp 3 September van het vorige jaar mijn aanbod aam de Zuid-Afrikaamscho regeering gedaan. Veel haast maakte deze aanvankelijk niet, maar weldra ëTkendé 'd.a. de Minister van Bimnenlandschx» Zakefi zelf, dat de verzameling van onbereken bare waarde voor het Tramsvaalschë ar chief zal rijn. In principe is dan ook rëëds tot de overdracht besloten. Slechts vinden nog ondergeschikte onderhandelingen plaats over sommige voorwaarden. Een daarvan is, dat dé verzameling in de komende tien jaar niet voOr het publiek toegankelijk za.l zijn en dat slechts een klein aantal door dr. Lëyds té bepalen personen inzago v«S de collectie zullen hebben. Gedurende de periode van tien jaar kan de collectie gerangschikt en gecatalogiseerd worden, waardoor ook minder deskundigen het materiaal op de juiste waarde zullen weten té schatten en zoo noodig te gebrui ken. Er is dan voor het publilek wederom een onberekenbaar waardevolle bron vrij gekomen voor historisch" onderzoek, da-t zal kunnen bijdragen tot een juiste kennis van de geschiedenis der Zuid-Afrikaansche Bóe ren-Republiek én, die dr. Leyds zelf zoo ter harte gaat ën waartoe hij, met zijn uiterst belangrijke publicaties, zelf in zöo groote mate heeft bijgedragen. KON. BOLL. LLOYD. EEMLAND, uitr., 15 Juli v. Pernambuco. ZEELANDIA, thuisr., 15 Juli v. Rio Janeiro. FLAiNDRJA, thuisr., 15 Juli v. Las Palmas. HOLLAND—AMERIKA LIJN. MOERDIJK, Pacific Kust iv. R'dam, 18 Juli te Hamburg verwacht. VEHNDAM. li Juli v. Bermoda te New York KINDERDIJK, R'dam n. Pacific Kust, 16 Juli te Antwerpen. BURGERDIJK, li Juli v. R'dam te Boston. ALAASDAM, 11 Juli van R'dam te Vera Cruz HOLLAND-O. AKlE-LIJN. OUDERKERK, thuisr., 13 Juli v. Hongkong. JAVA—NEW YORK LIJN. M'ERAUKE, Java n. New York, pass. 16 Juli Pantellaria. SEMBILAN, n. Java, pass. 15 Juli Gibraltar. BOSGHDIJK, 15 Juli van Savannah te New York. HOLLAND—APRHA LIJN. JAGERSFONTEIN, 16 Juli v. R'dam te Ham burg. MAASKERK, thuisr., pass. 15 Juli Finlsterreü wordt 17 Juli te Havre verw. GIEKERK, arr. 16 Juli te Antwerpen. RIJPERKERK, uitr., 15 Juli te Kaapstad. STOOMVAART-MIJ. „NEDERLAND". JAN Pz. COEN, uitr., 16 Juli v. Suez. POELAU LAUT, uitr., 16 Juli v. Suez. MOBNA, thuisr., pass. 16 Juli Gibraltar. PRINS DER NEDERLANDEN, uitr., 16 Juü te Southampton. KONINGIN DER NEDERLANDEN, lfl Juli van A'dam te Batavia yerwaoht. ROTT. LLOYD. BUITENZORG, 16 Juli v. Java te R'dam. SOEKABOEMI, thuisr., pass. 15 Juli Perim. PATRIA, 16 Juli v. Batavia n. R'dam. TJERIMAI, thuisreis, pass 16 Juli Sagres. SLAMAT, thuisr., pass. 16 Juli Perim. INDRAPOERA, uitreie, 19 Juli te Colombo verwacht. KON. NED. STOOMBOOT-MIJ. BRION. 16 Juli van Spanje te Amst. ACHILLES, 17 Juli 's avonds van Middl. Zee te Amst. verwacht. BERENICE. 15 Juli v. Cartagena n. Malaga. STELLA, 15 Juli v, Algiers n. Calamata. TIBERIUS (nieuw schip), arr. 16 Juli te Hamburg. VESTA. arr. 15 Juli te Barcelona. NICKERIE, wordt volgens nader bericht 17 Juli 12 u. 's middags te Amst. verwacht. VULCANUS, arr. 15 Juli te Piraeus. MINERVA, arr. 16 Juli te Hamburg. ULYSSES, arr. 16 Juli te Bourgas. ERATO. arr. 16 Juli te Bordeaux. CERES, 16 Juli van Algiers te A'dam. VENUS, arr. 16 Juli fe Lissabon. SATURNUS, wordt Vrijdagmiddag 2 uur v, de Zwarte Zee te IJmuiden verwacht. HALCYON-LIJN. STAD HAARLEM, 14 Juli van Hamburg le Buenos Aires. HOLLAND—BRITSCH-INDIfi LIJN. BOVENKERK, uitrede, pass. 14 Juli Gibraltar DIVERSE STOOMVAAR TB ER1CHTEN. FARMSUM, Antwerpen n. Mobile, pass. 16 Juli Bermuda. AGATHA, 13 Juli v. Alexandria n. Suez. EM'MAPT.ETN, 15 Juli v. R'dam te Narvik. KERKPLEIN, 15 Juli v. Narvik n. R'dam. SEMIRAMIS, arr. 11 Juli te Triest. JONGE JACOBUS, Cartagena n. Londen en R'dam, pass. 15 Juli Finisterre. JONGE JOHANNA, 16 Juli van Tunis te Valencia. MITRA, 16 Juli van CuTacao te Antwerpen. WINTERSWIJK', 16 Juli van Braila te Bel fast. ZONNEWTJK, 16 Juli van Cardenas naar Nuevitas. HAULERWIJK, Venetië naar Sulina, pass. 16 Juli Stamboul ST. PHTLIPSLAND, 14 JuK van Kopenhagen op de Tyne. DE NIEUWE PROMENADE CONCERTEN. P« 9 Augustus opent bet nieuwe B.B.CL Symphonie-orkest al.v. Sir Henry Wood met de Promenade-oonoerten in Queena HaU. Evenals de vorige jaren speelt het orkest op Maandag Wagner, op Woensdag Bach! en Beethoven op Vrijdag. Dinsdag een con cert van werken van Handel, Mozart en andere klassieke componisten, terwijl op Don derdag uitsluitend Engelsche oomposities ten gehoore gebracht wordeiv z-g- populaire avonden. Op Zaterdag 9 Augustus zal hef publiek' eb de luisteraars dus voor het eerst kennis maken met het nieuw gevormde orkest. RADIO- EN GRAMOFOON- TENTOONSTELLING. Het verband tusschen radio en gramo- foon wordt steeds hechter. De groote Duit. sche radiotentoonstelling in Berlijn te houden van 2231 Augustus heet thans: „Gro3sa Deutsche Funk Ausstellung" eh ,.Poni Schau". Alle inlichtingen voor den handel en be zoekers worden gratis verstrekt door het „Ausstellungs-, Messe- und Fremdenverkehrs- Arot der Stadt Berlin, Berlin-Charlottenburg 9, Königin-Elisabeth-Strasse 22. Vrij naar het Engelsch - H. AiNTONSEN (Nadruk verboden). 1» Joyce was het volkomen met hem eens en dus trok hij zich in zijn kamer terug, haalde >'le oude, grappige en avontuurlijke herin- Wringen van de laatste vier jaar op en deed rijn best om ze 'zoo vermakelijk mogelijk op Papier te zetten. In het begin had hij er veel moeite mee, zijn gedachten op papier te zet ten, Hij was altijd veel in de open lucht ge feest, had weinig gelezen en wat hij geie- ren had was niet van hooge letterkundige waarde geweest. Maar Joyce had heel wat oeken verslonden en daarom liet hij de cor- enie van zijn geschrijf aan haar over. Er vamen dagen, dat hij geen letter te schrij- en wist. Dan kon hij uren achtereen voor en onbeschreven vel papier zitten staren POP na pijp rooken. En tenslotte kon hij aLj"!, niet uithouden, ging naar builen, rjvaaide uren en uren rond en kwam meestal lurnbull's tent terecht, waar hij dan v nz ■pst deze zat te hoornen. Hij had hij tot een bepaald punt in een v *'as sekomen en met geen mogelijk- l J715' hoe hij het verder uit moest wer ven- ia woc"^ was dan het resultaat van d» i lnsPanning. Dagen lang liep hij een rond. totdat hij plotseling aan al. is i r aan het schrijven sloeg. En Vem 11aap.Paikken papier had volgeschre- hij er bij zitten, las alles langzaam door en schrapte en verbeterde, totdat het een hopeiooze waarboel geworden scheen, waaruit zijn secretaresse dan maar wijs moest zien te worden, als ze overtikte. Ieder stuk ,dat klaar was, leek hemzelf een meesterwerk. Hollend kwam hij dan de trap af, luid roepend en juichend, met vin gers vo! inkt en een jas vol tabaksasch en oogen gloeiend van opwinding. Hier heb ik wat goeds, Jol Weer een afdit keer iets, dat in zal slaani Kom eens even Iuisterenl Als dit niet gaat, dan weet ik het niet meer! En dan gingen ze bij elkaar zitten en luis terde Joyce met de grootste belangstelling cn als hij klaar was,'zei ze meestal: Maar Dicik, dat is schitterend! Wondermooi! Geef maar gauw hier, dan zal ik het tikken. En in haar oogen was het dan ook schitte rend. Haar liefde voor Dick was er de voor naamste oorzaak van. Haar letterkundige waardeering werd er geheel door vertroe beld. Enkele schetsen waren werkelijk wel goed Maar Dick had er niet het minste idee van, wat voor een bepaald tijdschrift ge schikt was en welke technische eischen aan lengte en regelmaten er gesteld worden. •Hij stuurde ze in het wilde weg naar allerlei tijdschriften en voegde er een enveloppe met zijn eigen adres bij. Dan wachtte hij bedaard, hoe het zou afloopen. Dat verloop was gewoonlijk hetzelfde Het duurde een week of drie, nooit korter, meestal veel lan ger Dan kwam de postbode en stopte een groote, dikke enveloppe in de bus en Disk maakte ze open en vond er de gebruike lijke. gedrukte spijtbetuigingen in, of de for mule van „ongeschiktheid voor onzen lezers kring". En dan volgde er een dag van neer slachtige wanhoop, waarin Joyce al haai best deed hem te bemoedigen met de over weging, dat er nog meer onderweg waren cn misschien wel werden aangenomen. En misschien ook nietl antwoordde Dick dan sarcastisch. En meestal had hij ge lijk. Joyce sprak nooit over den huur der schrijfmachine. Ze gebruikte at haar huis- vrouwelijke scherpzinnigheid om zulke be zuinigingen te maken, dat ze dien geregeld betalen kon. Als Dick zijn eerste honorarium ontving, tewam dat immers op slag in ordel En zoo werkten die twee voort, totdat de beuken koperkleurig werden en de mist over de velden hing en de wegen modderig en onbegaanbaar werden en de schrijfmachine binnengehaald moest worden, om het werk bij den haard voort te zetten. Dick begon Oxford erg te missen. Hij verlangde naar ge zelschap van lui van zijn eigen leeftijd. Turnbuil hielp hem wel wat, maar het dorp- sche leven bleef toch saai en vreeselijk stil in vergelijking met zijn leven als captain van een ploeg, bij wien ieder oogenblik dan die en dan die kwam binnenvallen met een: „Zeg. Dick, zou je niet eens dit.of even dit.of zoo willen doen?" Hij begon Whiteleaf te haten om zijn doorweekte velden, zijn akelige stilte, zijn benauwende leegheid; omdat er niets te doen viel dan werken, eten, rooken, slapen gaan, dag na dag, week na week.zonder eenige afwisseling! Dood gewoon verschrik kelijk! Had hij maar wat geld om Joyce eens mee te nemen naar de stad en haar een paar prettige dagen te bezorgen! Een diner in het Carlton hotel, een avond in den schouwburg, en een souperlje daarna in het Savoy-hotell Of gaan dansen en kennissen ontmoeten en lachen en pralen over nieuwtjes. En hij had kleeren en schoenen en honderd andere din gen noodig. Hij begon papier en inkt te ha ten. Hij werd onrustig, prikkelbaar, onge duldig tegenover zichzelf, tegen Joyce, tegen iedereen. Kerstmis en Nieuwjaar, denkelijk som bere regendagen, akeliger en vervelender nog dan een gewone dag, waren nu ophanden. Joyce deed een moedige poging om er een feestelijk tintje aan te geven en versierde de eetkamer met hulst en mistletoe. Op Kerst morgen bracht ze hem met zijn thee een pakje en de post. Ze wekte hem en wenschte hem een prettig Kerstfeest. Dick knipperde met de oogen. Wat?O ja. dat is waar ookl Pret tige Kerstmis, Jo! Wat is dit allemaal? Joyce glipte de kamer uit en liet hem zeif uitzoeken. Dick was terstond klaar wakker en dronk zijn thee leeg. Er waren drie brie ven. een ansicht uit Zwitserland van zijn ouden vriend Winklesen weer te ruggestuurde manuscripten. Daarna maakte hij het pakje open. Er zat een wollen das in met een kaarlje: Met veel gelukwenschon van Jo. Dick bekeek de das van alle kanten en legde haar op zijn /bed neer. Daar moet ze we! een jaar lang aan gewerkt hebbenl Toch 'n snoes van 'n meid! Echt aardig van haar! Hij had er niet aan gedacht, haar iets te geven en zij moest hier maandenlang in stille aan gewerkt hebben, om hem op Kerst morgen er mee te kunnen verrassen. Hij stond op, kleedde zich vlug en ging naar het ontbijt. Zij was al bezig met alles klaar le maken Dick ging naar haar toe en greep haar arm stevig beet. Wel bedankt hoor IWat een fijne dasl En ik heb niets voor jouDat spijt mei O, dat hindert niet, zei Joyce. Kijk eens, wat ik gekregen hebl Van wien zou je denken, dat het komt! Ze liep naar de keuken en toonde Hem een kostbaar boek. Prachtig! zei Dick. Van wie? Van mijnheer Turnbuil! Is dat niet aardig? Leuk, dat hij om mij gedacht heeft!, Ja, wel iets buitengewoons, antwoord de Dick met een veelibeteekenend lachje. Een goede kerel I Zouden we hem vandaag niet ten eten vragen Ja, dat is goed I Het moet ellendig daar builen zijn met zulk weer in een tent! Maar Turnbuil wilde niet komen. Hij voet- de zich niet al te best en wilde hun feest dag niet bederven, zooal3 hij schreef. Toen ploeterden Dick en Joyce door de modder naar hem toe, maar hij bleef bij zijn voorne men. Hij vond het erg vriendelijk van hen, maar het kon nu eenmaal niet. In den dagelijkschen sleur van hun va der maakte het Kerstfeest niet de minste verandering. Hij leidde de godsdienstoefe ningen, zat droomerig aan tafel en liet zich voor de rest van den dag niet zien. Dick deed zijn uiterste best, om wat vroo- lijkheid te brengen door op zijn banjo vroo- lijke wijsjes ie spelen. Maar het lukte niet al te best en dus trokken ze hun regenjassen en een paar stevige schoenen aan en gingen den natten weg op; ze kwamen op hun lange wandeling geen mensch tegen en had den geen ander gezelschap dan de sombere, druipende beuken langs den weg. Dick haalde een pijp te voorschijn. Laten we daar wat onder dien heg gaan zitten, dan kan ik een pijp rooken. Ze trokken hun hoed nog wat dieper over hun oogen en kropen onder een dichte heg langs den weg. Joyce huiverde even. (Wordt yervolgdi J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9