De archieven der Zuid-Afrikaansche
Boerenrepublieken.
HUN BEIDER WEG.
71*fó Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 17 Juli 1930
Derde Blad
No. 21574
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
SCHEEPSTIJDINGEN.
RADIONIEUWS.
FEUILLETON.
O
Een onderhoud met Dr. W. J. Leyds.
Dezer dagen beeft dr. "W. J. Leyds weer
belangrijk materiaal voor de kennis van de
historische gebeurtenissen in Zuid-Afrika
vóór en tijdens het begin van deze eeuw ge
publiceerd in zijn „Tweede Verzameling"
(Correspondentie 18991900), een voortzet
ting van de uitgave „Eenige Corresponden
tie uit 1899". Deze uitgaven bevatten be
langrijke publicaties uit de archieven der
Zuid-Afrikaansche Republiek, die zich,
naar bekend is, voor een zeer groot deel in
het beizit van dr. Leyds bevinden. Dezer
dagen meldden berichten in de pers, dat
dr. Leyds de regeering van de Zuid-Afri
kaansche Unie de verzameling had aange
boden. Aangezien het ons bekend was, dat
er omtrent dr. Levd's verzameling interes
sante bijzonderheden te vertellen waren,
verzochten wij dr. Leyds, ons hieromtrent
het een en ander te willen mededeelen,
waartoe wij hem onmiddellijk welwillend
bereid vonden.
Wij vonden' dr. Leyds të Den Haag in
zijn werkkamer, te midden van de papie
ren, die in zijn leven zulk een belangrijke
rol hebben gespeeld en waaraan hij de
laatste 25 jaren van zijn leven bijna geheel
heeft gewijd. Dr. Leyds is geen Zuid-Afiri-
kaander> maar Nederlander, geboren in
Ned. Oorst-Indië, van waar hij op jeugdigen
leeftijd naar Nederland vertrok, waar hij
ben groot deel van zijn 'opleiding genoot.
Hij studeerde tevens in Engeland, en ver
trok later naar Zuid-Afrika, waar hij al
spoedig ambtelijke functies kreeg. In 1884
werd hij Staats-procureur, een functie,
overeenstemmend met die van Attorney-
General in Engeland, en in 1889 werd dr.
Leyds benoemd in de hooge functie van
Staatssecretaris van de Zuid-Afrikaansché
Republiek, in welke functie hij zeer nauw
samenwerkte met den toenmaligen presi
dent der Republiek, Paul Kruger. Een keel
aandoening noopte hem eéhter in 1898 hef
ambt van Staatssecretaris, dat zeer veel
vuldig Optreden in het openbaar eischtë,
beer te leggen. Dr. Leyds werd opgevolgd
'door den voormaligen Staatspresident van
den Oranje-Vrijstaat, F. W. Reitz, terwijl
hij zelf benoemd werd tot gezant der Zuid-
'Afrikaansohe Republiek in Europa, waar hij
te Den Haag, maar meer nog te Brussel en
te Parijs vertoefde, want hij was geaccre
diteerd bij bijna alle Europeesche hoven.
Voorganger van dr. Lëyds was jhr. mr. G.
J. Th. Beelaerfcs van Blokland, die van
1883 tot 1897 gezant in Europa was.
„De kern van mijn collectie" vertelde
dr. Leyds „wordt gevormd door het ar-
bhief van hét gezantschap der Zuid-Afri-
kasnsche Republiek, waaraan, na het Trac
taat van Vereeniging in 1902, zijn toege
voegd dé archieven van alle aan het ge
zantschap öndergëschikte consulaten, en
'dat van den consul Pott fe Lorenzo Mar
ques. Uitgezonderd dient te worden hét ar
chief van hef Berlijnsohë consulaat, dat
door "onzen consul-generaal te Berlijn aan
de Engelschen werd overhandigd. Als
men nu weet, dat gedurende den Boeren
oorlog het contact tusschen de Zuid-Afri
kaansche Republiek 'en de Europeesche
mogendheden voor het ovërgro'ote deel via
het Europeesche gezantschap moest plaats
tinden, dan begrijpt men wellicht, dat zich
stukken van zeer groofce historische waarde
m de verzameling bevinden. Maar minstens
RECLAME.
vjjze haven niet oenen!
f
0wJepone«nl»»rw4kJ.r«
grljn h»™. tfoonJsi h« <j.
^esrw^ist, IC rv^rwe (*am«nt.,crmlnj .o atxattno hier.
n"eeorrt. Daarom hel
vitgaxlotenl Uitstoken^
k Fl f 3.61 Praapektus gretla.
Hepot: De Volksapotheek, Rozengracht 29,
Amsterdam. 4434
zoo interessante collecties zijn daar nóg
bijgekomen, toen tijdens den Boeren-oorlog
van 18991902 de Engelsche troepen in
Mei 1900 Pretoria naderden. De regeering
vreesde, dat de inhoud van de brandkasten,
die zich in het Kabinet van den Staatsse
cretaris bevonden, in handen van den
vijand zou vallen.
De stukken werden derhalve im zes kisten
gepakt en aan versohillende personen toe
vertrouwd om ze over Lorenzo Marquea
naar mij toe te zenden. Van deze zes kis
ten hebben mij slechts drie bereikt. Eén
werd begraven om haar uit handen te hou*
den van omringende Engelsche troepen.
Toen ze later werd opgedolven, bleek, dat
de documenten grootendeels door witte
mieren waren vernield. Een tweede kist
werd overgegeven aan den Britschen Hoö-
gen Commissaris Sir Alfred Milner, en dé
derde is nóg zoek, en kan dus wel als ver
loren beschouwd worden. In een dezer kis
ten moet zich het belangrijke historische
document uit de Voortrekkers"-periode
hebben bevonden, n.l. het tractaat, dat in
dertijd werd gesloten t-usechen Piet Retief
'en den Zoeloe-koning Dingaan. Gelukkig
had ik mij al tijdens mijn werkzaamheden
als Staatssecretaris voor het stuk geïnte
resseerd en er te Pretoria een facsimile van
laten maken, dat is opgenomen in mijn in
1906 bij AUeTt de Lange verschenen ge
schiedkundig werk ,,De eerste Annexatie
van de Transvaal." Dit facsimile heeft nog
goede diensten gedaan, toen een Engelsch-
man. die zioh geschiedschrijver noemde,
een smet op de voortrekkers wilde Werpen
door de echtheid van het tractaat in twij-1
fel te trekken. Het doet mij nog altijd
genoegen, dat de man zijn beschuldiging
moest intrekken."
En dr. Leyds toonde ons 'een getrouwe
eopie van het stuk, waaronder Piet Retief
zijn handteekening heeft gezet én de ver
raderlijke Dingaan een onleesbare krabbel,
en waarvan het origineel helaas verloren
is gegaan.
„Toen Pretoria door de Engelschen was
bezet en de zetel van Regeering en Uit
voerenden Raad was verplaatst naar Water
val aan de spoorlijn naar Lorenzo Marques,
benoemden deze' lichamen mij tot trustee
voor het volk, met den plicht, alle eigen
dommen, archieven incluis, van den staat
'onder mijn hoede te nemen. Aan de zorg
voor en het beheer van deze eigendommen
heb ik mijn leven gewijd. Op grond van
imijn positie als trustee hebben voortdu
rend andere personen hun archieven en
documenten aan mij toevertrouwd. Daar
onder bevindt zich bijv. een verzameling
telegrammen, tijdens den Boerenoorlog
door de Boerengeneraals met de regeering
en onderling gewisseld, bestaande uit velé
duizenden stukken. Na 1902 kwam gene
raal Louis Botha naar Europa en vertrouw
de mij ziin geheele archief toe. Mijn ver
zameling behelst echter ook alle documen
ten, die betrekking hebben op het 'beheer
en de besteding der financiën van de Zuid-
Afrik. Republiek. Zooals ik in mijn de
zer dagen verschenen jongste werk„Tweede
Verzameling (Correspondentie 18991900)"
nadrukkelijk uiteengezet heb, is er geen
sprake geweest van. de zoogenaamde Kru-
ger-millioenen. d.w.z. van de groote som
men gelds, die Kruger, na zijn vertrek naar
Europa tegen het einde vatu 1900, uit de
Republiek zouden zijn toegezonden. Wel
was er geld in Europa, maar dit werd ge
heel besteed in het belang van de Boe.ten
en volgens opdracht van d'e Regeering,
evenals de toegevloeide steungelden, die
door mij afzonderlijk geadministreerd wer
den, onder den naam „Hulpfonds". Alle
daarop betrekking hebbende stukken, met
de eind-rapporten van auditeurs, liggen
eveneens hier veilig geborgen en zullen nu
hopelijk hun weg vinden naar Zuid-Afrika."
Zoo werkt dr. Leyds nog steeds aan dë
481. Ook de veldwachter had vernomen, het was in het
dorp niet pluis, 'n Oude juffrouw kwam hem vertellen, het
spookte erg in een huis. Ze had het zelf kunnen aan
schouwen, twee apen dansten 'n rondedans. Ze wou haar
oog en niet gelooven, een olifant reed op een gans.
482. „Wees maar niet bang, vrouwtje," zei de veld
wachter, „ik herstel hier wel de rust. Wie zioh ooit tegen
mij wou verzetten, heeft er altijd van gelust. Ik zal de orde
weldra 'handhaven." Vol heldenmoed bleef hij staan, de
arme man zag Duimstok niet komen, lijnrecht kwam t var
ken op hem aan.
opdracht, hem eens gegeven door de Zuid-
Afrikaansche Republiek, die hem zoo liief
was en die thans tot het verleden behoort.
Maar hef Zuid-Afrikaansche volk is niet
verloren gegaan. Krachtig leeft en werkt
het in het heden. Na te hebben gestreden
voor een droom, die verloren ging, heeft
het zich aangepast aan de nieuwe werke
lijkheid en heeft een nieuwen krachtigen
staat gevormd.
Zoo denkt ook" blijkbaar dr. Lëyds er
över.
„Ik meen, dat nu de tijd is gekomen,
dat Zuid-Afrika deze archieven in zijn
eigen hoede neemt. Want de Zuid-Afrikaan
sche Unie heeft er Ontegenzeggelijk recht
op, dat een zoo belangrijk deel van haar
geschiedenis onder haar eigen hoede
berust. Op mijn leeftijd, ik ben 70 jaar,
meen ik, dat daarvoor dringend stappen
gedaan moeten worden. De autoriteiten in
Zuid-Afrika hebben er tot dusverre de voor
keur aan gegeven, ze onder mijn hoede to
laten, en omdat ik niet de overtuiging had,
dat de archief-toestanden in Zuid-Afrika
van dien aard waren, dat ik er mijn archie
ven met een gerust hart aan kon toever
trouwen, heb ik aan hun wensch gevolg ge
geven. Thans ia dat echter anders. Ik heb
de stukken geschift en geordend, zoodat
men niet voor een chaos komt te staan
van rem groote hoeveelheid stukken, waar
mem geen weg wee weet. Naar ik vertrouw,
zal de verzameling onder de tegenwoordige
archivarissen te Kaapstad en te Pretoria
naar behooaren gehuisvest, veilig bewaard
en naar den eisch onderhouden worden.
Zoo heb ik öp 3 September van het vorige
jaar mijn aanbod aam de Zuid-Afrikaamscho
regeering gedaan. Veel haast maakte deze
aanvankelijk niet, maar weldra ëTkendé
'd.a. de Minister van Bimnenlandschx» Zakefi
zelf, dat de verzameling van onbereken
bare waarde voor het Tramsvaalschë ar
chief zal rijn. In principe is dan ook rëëds
tot de overdracht besloten. Slechts vinden
nog ondergeschikte onderhandelingen plaats
over sommige voorwaarden. Een daarvan
is, dat dé verzameling in de komende tien
jaar niet voOr het publiek toegankelijk za.l
zijn en dat slechts een klein aantal door
dr. Lëyds té bepalen personen inzago v«S
de collectie zullen hebben.
Gedurende de periode van tien jaar kan
de collectie gerangschikt en gecatalogiseerd
worden, waardoor ook minder deskundigen
het materiaal op de juiste waarde zullen
weten té schatten en zoo noodig te gebrui
ken. Er is dan voor het publilek wederom
een onberekenbaar waardevolle bron vrij
gekomen voor historisch" onderzoek, da-t zal
kunnen bijdragen tot een juiste kennis van
de geschiedenis der Zuid-Afrikaansche Bóe
ren-Republiek én, die dr. Leyds zelf zoo ter
harte gaat ën waartoe hij, met zijn uiterst
belangrijke publicaties, zelf in zöo groote
mate heeft bijgedragen.
KON. BOLL. LLOYD.
EEMLAND, uitr., 15 Juli v. Pernambuco.
ZEELANDIA, thuisr., 15 Juli v. Rio Janeiro.
FLAiNDRJA, thuisr., 15 Juli v. Las Palmas.
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
MOERDIJK, Pacific Kust iv. R'dam, 18 Juli
te Hamburg verwacht.
VEHNDAM. li Juli v. Bermoda te New York
KINDERDIJK, R'dam n. Pacific Kust, 16
Juli te Antwerpen.
BURGERDIJK, li Juli v. R'dam te Boston.
ALAASDAM, 11 Juli van R'dam te Vera Cruz
HOLLAND-O. AKlE-LIJN.
OUDERKERK, thuisr., 13 Juli v. Hongkong.
JAVA—NEW YORK LIJN.
M'ERAUKE, Java n. New York, pass. 16 Juli
Pantellaria.
SEMBILAN, n. Java, pass. 15 Juli Gibraltar.
BOSGHDIJK, 15 Juli van Savannah te New
York.
HOLLAND—APRHA LIJN.
JAGERSFONTEIN, 16 Juli v. R'dam te Ham
burg.
MAASKERK, thuisr., pass. 15 Juli Finlsterreü
wordt 17 Juli te Havre verw.
GIEKERK, arr. 16 Juli te Antwerpen.
RIJPERKERK, uitr., 15 Juli te Kaapstad.
STOOMVAART-MIJ. „NEDERLAND".
JAN Pz. COEN, uitr., 16 Juli v. Suez.
POELAU LAUT, uitr., 16 Juli v. Suez.
MOBNA, thuisr., pass. 16 Juli Gibraltar.
PRINS DER NEDERLANDEN, uitr., 16 Juü
te Southampton.
KONINGIN DER NEDERLANDEN, lfl Juli
van A'dam te Batavia yerwaoht.
ROTT. LLOYD.
BUITENZORG, 16 Juli v. Java te R'dam.
SOEKABOEMI, thuisr., pass. 15 Juli Perim.
PATRIA, 16 Juli v. Batavia n. R'dam.
TJERIMAI, thuisreis, pass 16 Juli Sagres.
SLAMAT, thuisr., pass. 16 Juli Perim.
INDRAPOERA, uitreie, 19 Juli te Colombo
verwacht.
KON. NED. STOOMBOOT-MIJ.
BRION. 16 Juli van Spanje te Amst.
ACHILLES, 17 Juli 's avonds van Middl. Zee
te Amst. verwacht.
BERENICE. 15 Juli v. Cartagena n. Malaga.
STELLA, 15 Juli v, Algiers n. Calamata.
TIBERIUS (nieuw schip), arr. 16 Juli te
Hamburg.
VESTA. arr. 15 Juli te Barcelona.
NICKERIE, wordt volgens nader bericht 17
Juli 12 u. 's middags te Amst. verwacht.
VULCANUS, arr. 15 Juli te Piraeus.
MINERVA, arr. 16 Juli te Hamburg.
ULYSSES, arr. 16 Juli te Bourgas.
ERATO. arr. 16 Juli te Bordeaux.
CERES, 16 Juli van Algiers te A'dam.
VENUS, arr. 16 Juli fe Lissabon.
SATURNUS, wordt Vrijdagmiddag 2 uur v,
de Zwarte Zee te IJmuiden verwacht.
HALCYON-LIJN.
STAD HAARLEM, 14 Juli van Hamburg le
Buenos Aires.
HOLLAND—BRITSCH-INDIfi LIJN.
BOVENKERK, uitrede, pass. 14 Juli Gibraltar
DIVERSE STOOMVAAR TB ER1CHTEN.
FARMSUM, Antwerpen n. Mobile, pass. 16
Juli Bermuda.
AGATHA, 13 Juli v. Alexandria n. Suez.
EM'MAPT.ETN, 15 Juli v. R'dam te Narvik.
KERKPLEIN, 15 Juli v. Narvik n. R'dam.
SEMIRAMIS, arr. 11 Juli te Triest.
JONGE JACOBUS, Cartagena n. Londen en
R'dam, pass. 15 Juli Finisterre.
JONGE JOHANNA, 16 Juli van Tunis te
Valencia.
MITRA, 16 Juli van CuTacao te Antwerpen.
WINTERSWIJK', 16 Juli van Braila te Bel
fast.
ZONNEWTJK, 16 Juli van Cardenas naar
Nuevitas.
HAULERWIJK, Venetië naar Sulina, pass.
16 Juli Stamboul
ST. PHTLIPSLAND, 14 JuK van Kopenhagen
op de Tyne.
DE NIEUWE PROMENADE
CONCERTEN.
P« 9 Augustus opent bet nieuwe B.B.CL
Symphonie-orkest al.v. Sir Henry Wood met
de Promenade-oonoerten in Queena HaU.
Evenals de vorige jaren speelt het orkest
op Maandag Wagner, op Woensdag Bach!
en Beethoven op Vrijdag. Dinsdag een con
cert van werken van Handel, Mozart en
andere klassieke componisten, terwijl op Don
derdag uitsluitend Engelsche oomposities ten
gehoore gebracht wordeiv z-g- populaire
avonden.
Op Zaterdag 9 Augustus zal hef publiek'
eb de luisteraars dus voor het eerst kennis
maken met het nieuw gevormde orkest.
RADIO- EN GRAMOFOON-
TENTOONSTELLING.
Het verband tusschen radio en gramo-
foon wordt steeds hechter. De groote Duit.
sche radiotentoonstelling in Berlijn te houden
van 2231 Augustus heet thans: „Gro3sa
Deutsche Funk Ausstellung" eh ,.Poni
Schau".
Alle inlichtingen voor den handel en be
zoekers worden gratis verstrekt door het
„Ausstellungs-, Messe- und Fremdenverkehrs-
Arot der Stadt Berlin, Berlin-Charlottenburg
9, Königin-Elisabeth-Strasse 22.
Vrij naar het Engelsch - H. AiNTONSEN
(Nadruk verboden).
1»
Joyce was het volkomen met hem eens en
dus trok hij zich in zijn kamer terug, haalde
>'le oude, grappige en avontuurlijke herin-
Wringen van de laatste vier jaar op en deed
rijn best om ze 'zoo vermakelijk mogelijk op
Papier te zetten. In het begin had hij er veel
moeite mee, zijn gedachten op papier te zet
ten, Hij was altijd veel in de open lucht ge
feest, had weinig gelezen en wat hij geie-
ren had was niet van hooge letterkundige
waarde geweest. Maar Joyce had heel wat
oeken verslonden en daarom liet hij de cor-
enie van zijn geschrijf aan haar over. Er
vamen dagen, dat hij geen letter te schrij-
en wist. Dan kon hij uren achtereen voor
en onbeschreven vel papier zitten staren
POP na pijp rooken. En tenslotte kon hij
aLj"!, niet uithouden, ging naar builen,
rjvaaide uren en uren rond en kwam meestal
lurnbull's tent terecht, waar hij dan
v nz ■pst deze zat te hoornen. Hij had
hij tot een bepaald punt in een
v *'as sekomen en met geen mogelijk-
l J715' hoe hij het verder uit moest wer
ven- ia woc"^ was dan het resultaat van
d» i lnsPanning. Dagen lang liep hij
een rond. totdat hij plotseling aan
al. is i r aan het schrijven sloeg. En
Vem 11aap.Paikken papier had volgeschre-
hij er bij zitten, las alles langzaam
door en schrapte en verbeterde, totdat het
een hopeiooze waarboel geworden scheen,
waaruit zijn secretaresse dan maar wijs
moest zien te worden, als ze overtikte.
Ieder stuk ,dat klaar was, leek hemzelf
een meesterwerk. Hollend kwam hij dan de
trap af, luid roepend en juichend, met vin
gers vo! inkt en een jas vol tabaksasch en
oogen gloeiend van opwinding.
Hier heb ik wat goeds, Jol Weer een
afdit keer iets, dat in zal slaani Kom
eens even Iuisterenl Als dit niet gaat, dan
weet ik het niet meer!
En dan gingen ze bij elkaar zitten en luis
terde Joyce met de grootste belangstelling
cn als hij klaar was,'zei ze meestal:
Maar Dicik, dat is schitterend! Wondermooi!
Geef maar gauw hier, dan zal ik het tikken.
En in haar oogen was het dan ook schitte
rend. Haar liefde voor Dick was er de voor
naamste oorzaak van. Haar letterkundige
waardeering werd er geheel door vertroe
beld. Enkele schetsen waren werkelijk wel
goed Maar Dick had er niet het minste idee
van, wat voor een bepaald tijdschrift ge
schikt was en welke technische eischen
aan lengte en regelmaten er gesteld worden.
•Hij stuurde ze in het wilde weg naar allerlei
tijdschriften en voegde er een enveloppe
met zijn eigen adres bij. Dan wachtte hij
bedaard, hoe het zou afloopen. Dat verloop
was gewoonlijk hetzelfde Het duurde een
week of drie, nooit korter, meestal veel lan
ger Dan kwam de postbode en stopte een
groote, dikke enveloppe in de bus en Disk
maakte ze open en vond er de gebruike
lijke. gedrukte spijtbetuigingen in, of de for
mule van „ongeschiktheid voor onzen lezers
kring". En dan volgde er een dag van neer
slachtige wanhoop, waarin Joyce al haai
best deed hem te bemoedigen met de over
weging, dat er nog meer onderweg waren cn
misschien wel werden aangenomen.
En misschien ook nietl antwoordde
Dick dan sarcastisch. En meestal had hij ge
lijk. Joyce sprak nooit over den huur der
schrijfmachine. Ze gebruikte at haar huis-
vrouwelijke scherpzinnigheid om zulke be
zuinigingen te maken, dat ze dien geregeld
betalen kon. Als Dick zijn eerste honorarium
ontving, tewam dat immers op slag in ordel
En zoo werkten die twee voort, totdat de
beuken koperkleurig werden en de mist over
de velden hing en de wegen modderig en
onbegaanbaar werden en de schrijfmachine
binnengehaald moest worden, om het werk
bij den haard voort te zetten. Dick begon
Oxford erg te missen. Hij verlangde naar ge
zelschap van lui van zijn eigen leeftijd.
Turnbuil hielp hem wel wat, maar het dorp-
sche leven bleef toch saai en vreeselijk stil
in vergelijking met zijn leven als captain
van een ploeg, bij wien ieder oogenblik dan
die en dan die kwam binnenvallen met een:
„Zeg. Dick, zou je niet eens dit.of even
dit.of zoo willen doen?"
Hij begon Whiteleaf te haten om zijn
doorweekte velden, zijn akelige stilte, zijn
benauwende leegheid; omdat er niets te
doen viel dan werken, eten, rooken, slapen
gaan, dag na dag, week na week.zonder
eenige afwisseling! Dood gewoon verschrik
kelijk! Had hij maar wat geld om Joyce eens
mee te nemen naar de stad en haar een paar
prettige dagen te bezorgen! Een diner in het
Carlton hotel, een avond in den schouwburg,
en een souperlje daarna in het Savoy-hotell
Of gaan dansen en kennissen ontmoeten en
lachen en pralen over nieuwtjes. En hij had
kleeren en schoenen en honderd andere din
gen noodig. Hij begon papier en inkt te ha
ten. Hij werd onrustig, prikkelbaar, onge
duldig tegenover zichzelf, tegen Joyce, tegen
iedereen.
Kerstmis en Nieuwjaar, denkelijk som
bere regendagen, akeliger en vervelender nog
dan een gewone dag, waren nu ophanden.
Joyce deed een moedige poging om er een
feestelijk tintje aan te geven en versierde de
eetkamer met hulst en mistletoe. Op Kerst
morgen bracht ze hem met zijn thee een
pakje en de post. Ze wekte hem en wenschte
hem een prettig Kerstfeest.
Dick knipperde met de oogen.
Wat?O ja. dat is waar ookl Pret
tige Kerstmis, Jo! Wat is dit allemaal?
Joyce glipte de kamer uit en liet hem zeif
uitzoeken. Dick was terstond klaar wakker
en dronk zijn thee leeg. Er waren drie brie
ven. een ansicht uit Zwitserland van
zijn ouden vriend Winklesen weer te
ruggestuurde manuscripten. Daarna maakte
hij het pakje open. Er zat een wollen das in
met een kaarlje: Met veel gelukwenschon
van Jo.
Dick bekeek de das van alle kanten en
legde haar op zijn /bed neer. Daar moet
ze we! een jaar lang aan gewerkt hebbenl
Toch 'n snoes van 'n meid! Echt aardig van
haar!
Hij had er niet aan gedacht, haar iets te
geven en zij moest hier maandenlang in
stille aan gewerkt hebben, om hem op Kerst
morgen er mee te kunnen verrassen.
Hij stond op, kleedde zich vlug en ging
naar het ontbijt. Zij was al bezig met alles
klaar le maken Dick ging naar haar toe en
greep haar arm stevig beet.
Wel bedankt hoor IWat een fijne dasl
En ik heb niets voor jouDat spijt mei
O, dat hindert niet, zei Joyce. Kijk
eens, wat ik gekregen hebl Van wien zou je
denken, dat het komt!
Ze liep naar de keuken en toonde Hem een
kostbaar boek.
Prachtig! zei Dick. Van wie?
Van mijnheer Turnbuil! Is dat niet
aardig? Leuk, dat hij om mij gedacht heeft!,
Ja, wel iets buitengewoons, antwoord
de Dick met een veelibeteekenend lachje.
Een goede kerel I Zouden we hem vandaag
niet ten eten vragen
Ja, dat is goed I Het moet ellendig daar
builen zijn met zulk weer in een tent!
Maar Turnbuil wilde niet komen. Hij voet-
de zich niet al te best en wilde hun feest
dag niet bederven, zooal3 hij schreef. Toen
ploeterden Dick en Joyce door de modder
naar hem toe, maar hij bleef bij zijn voorne
men. Hij vond het erg vriendelijk van hen,
maar het kon nu eenmaal niet.
In den dagelijkschen sleur van hun va
der maakte het Kerstfeest niet de minste
verandering. Hij leidde de godsdienstoefe
ningen, zat droomerig aan tafel en liet zich
voor de rest van den dag niet zien.
Dick deed zijn uiterste best, om wat vroo-
lijkheid te brengen door op zijn banjo vroo-
lijke wijsjes ie spelen. Maar het lukte niet al
te best en dus trokken ze hun regenjassen
en een paar stevige schoenen aan en gingen
den natten weg op; ze kwamen op hun
lange wandeling geen mensch tegen en had
den geen ander gezelschap dan de sombere,
druipende beuken langs den weg. Dick
haalde een pijp te voorschijn.
Laten we daar wat onder dien heg
gaan zitten, dan kan ik een pijp rooken. Ze
trokken hun hoed nog wat dieper over hun
oogen en kropen onder een dichte heg langs
den weg. Joyce huiverde even.
(Wordt yervolgdi J