KLEUR- EN KNIPPLAAT. EEN VREEMDE VISCH? In hel Circus gaal hel vroolijk en loch deftig toe, zooals je hierboven zien kunt. Kobu9, Knor, het varken, met zijn hoogen hoed op, loopt op een ton, welke door Jim IBreedsnuit, het aapje, voortgeduwd wordt. Natuurlijk weet Kohus heel goed zijn even wicht te bewaren, zoodat hij geen buiteling maakt. We zullen hen eens samen opzetten. Eerst het plaatje en het driehoekje over trekken op dun, doorschijnend papier en vervolgens op dun carton plakken. Dan het plaatje kleuren. Kobus krijgt natuurlijk een rose snuitje, terwijl zijn vest grijs en zijn broekje licht blauw wordt. Jim's gezicht en handen: Eindelijk werd ik echter door vriendelijke lusschenkomst van een Jood, die na eeni- gen tijd bij mij in mijn „gevangenis" ge worpen was, bevrijd. Hij werd namelijk spoedig weer op vrije voeten gesteld. Op een nacht wierp hij een touw naar beneden voorzag mij ruimschoots van eten en drin ken en bracht mij op den weg naar Rabat Doordat ik erg verzwakt was, kon ik slechts langzaam reizen, doch eindelijk bereikte ik de kust, waar een groole ver rassing mij wachtte. Toen ik mij naar het Noorden wendde, zag ik Rabat en daar lagen acht Engelsche schepen voor anker, welke de Regeering naar Marocco gezonden had om de slaven te bevrijden, zooals ik later vernam. Ik ging aan boord, nadat ik mij echter overtuigd had, dat van de familie van mijn ouden meester, den Kaïd, niemand meer in leven was. Zoo had de Sultan zich gewroken!! Voor zoover ik weet, ligt het goud nog waar ik het begraven heb. Naar alle waar schijnlijkheid zal ik er nooit meer heen kunnen gaan, sinds mijn gezondheid zoo verwoest is. Maar het zou kunnen gebeu ren, dat één mijner nakomelingen in de jaren, welke vóór ons liggen en waarin Marocco misschien niet meer zoo'n slecht en barbaarsch landl zal zijn, als het nu is, geld noodig mocht hebben en den schat zou willen zoeken. Dit is dan ook de rede, waarom ik het één en ander opschreef over den put, waar de steen met aanwijzin gen verborgen ligt Dick sloeg de bladzijde om en keek op. „Dit is alles!" zei hij, „want hetgeen nu volgt, heeft Oom ons dien eersten dag al voorgelezen." Plotseling sprong Lex op ging naar een kast, haalde er een ouden atlas uit, dien lichtbruin, zijn muls rood met zwart kwastje. Zijn pakje donkerbruin met beige kraag en manchetten. De ton: van buiten groen en, van binnen lichtbruin. Zijn we met kleuren klaar, dan het plaatje en hel driehoekje uilknippen. Nu het driehoekje op de stippellijn om vouwen, het smalle reepje met lijm of glu ten bestrijken en aan den achterkant te gen het plaatje aanplakken. Ik denk, dat Kobus en Jim een goed figuur in de vensterbank zullen maken. Wie een poppenhuis rijk is, laat ze mis schien een verlooning geven voor de pop pen, die dan niet naar het circus hoeven te gaan om iets grappigs bij te wonen. hij op het bed opensloeg en bladerde hem vlug door. „Afrika Noord-Afrika dat zal het zijnl" zei hij. „Nee wacht eens! Hier is een kaart van Marocco apart! Nu zullen we 't wel gemakkelijk kunnen vinden 1 Help eens zoeken, Dick!" Met zijn vinger volgde Lex nu de kust lijn, tot hij de namen Rabat en Sally vond Zwijgens staarden de beide jongens naar den atlas. Die gedrukte namen schenen de geschiedenis van hun reeds lang gele den gestorven voorvader plotseling veel „echter" te maken. „Daar is de rivier," die naar het Zuiden loopt," zei Lex „Die hebben we maar te volgen!" Dick had het geopende boek vóór zich liggen en las hardop: „Wanneer ge een open vlakte bereikt hebt, moet ge een geheelen dag naar het Zuiden reizen. Het dorp, waar ik gevangen genomen werd, zal misschien niet meer bestaan, maar de ligging ervan kan her kend worden aan een laag zadelvormig heuveltje er vlak achter. Op één der hel lingen bevindt zich een graftombe van een zeer vereerd Heilige. Er prijkt een witte koepel op" „Het zal niet zoo heel moeilijk zijn den put te ontdekken en als de steen er nog is, zullen wij den schat ook wel vinden," zei Dick nu. „En geld genoeg hebben om den losprijs voor Vader te betalen," zei Lex vol hoop „Misschien worden we allemaal wel heel rijk! O, Dick, is het niet eenig?" •,Maar we moelei) eerst zeggen, dat we in Marocco komen 1" merkte Dick prac- tisch op. „En dat zal niet zoo gemakkelijk gaan!" Wordt vervolgd! CHATTERBOX naverteld door C. E. de LILLE HOGERWAARD (Slot) In het eerste oogenblik drong het nie', tot haar door, wat dit was, doch al spoe dig ontdekte zij een touw met een kron gebogen speld en een stuk banaan, dat ei vroolijk aanbengelde. En nu was het werkelijk een groot ge luk, dat Kitty ouwelijk voor haar leellijd was, wanl daardoor had zij geleerd over de dingen na te denken. Ze bedacht dan ook iets, dat haar hartje plotseling van op. winding deed kloppen, 't Klopte zelfs m hard, dat ze bang was, dat de man in andere hut het hooren zou. Wat het was dat haar opeens zoo blij maakte? Wel, e viel haar een middel in, waardoor ze di papieren van haar vader hoopte te kunne: redden. Als ze eens een briefje aan dei hengel vastmaakte? Zoodra de kindere hel opgetrokken hadden, zouden ze het aai Vader geven en Neen, nu niet denken, maar handelen Kitty stond dicht bij de patrijspoort e: de dief kon haar daar onmogelijk zien He trof bijzonder, dat hij eerst de papiere: inkeek, om er degene, welke waarde voo hem hadden, uit te halen. Zoodoende nai een en ander nogal veel tijd en al moes Kitty zich natuurlijk haasten, zij kreeg e toch een mooie gelegenheid door om snoode plannen van den slechten man l verijdelen. Plotseling drong het echter tot haar doe dal zij geen potlood bij zidh had om ee briefje te schrijven en zij durfde er nis naar te zoeken, uit vrees dat zij eenig p luid zou maken. Wel lagen er eenigen slul ken wit papier los in het boek, maar w had ze daaraan, als ze geen potlood bi zal? Bovendien zou de lijn elk oogenbü opgetrokken kunnen worden en haar eenig kans dus voorbij zijn, want zij durfde de haak van den hengel niet aanraken, va zij met haar boodschap gereed was. Kitty peinsde er over, wat de helden e heldinnen uit haar geliefde boeken gedas zouden hebben Eens had zij gelezen ovi iemand, die een mededeeling met e? scherp voorwerp in een blad kraste, maz hoe kwam ze in de hut aan bladeren? At dere gevangenen hadden iets geschrevt met hun bloed Er kwam een vastberaden uitdrukte op Kitty's smal en bleek gezichtje. Zij nat een groote speld, welke zij dien morge aan haar jurk gesloken had, in de haw toen zij weer een inval had. Zij herinnert zich op eens de plaatjes, die zij voor kinderen langs de omtrekken met speld? doorgeprikt had om ze daarna met verscb lende kleuren wol voor de kleintjes te b? duren. Ook had ze wel eens letters gepriè Ha, nu wist zij hetl Ze zou de boodseb met haar speld in het papier prikken! Behoedzaam nam Kitty een stuk wit f* pier uit het boek. Haar vingers beefd* zóó, dat zij ze bijna niet gebruiken kol Ze was ook zoo vreeselijk bang, dat de m'- aan den anderen kant van het gordijn, b prikken hooren zou. Deze was echter nog altijd verdiept i het uitzoeken der documenten. Vol ijver prikte zij door: GEEF DIT AAN VADER stond er na een tijdje boven aan de bi» zijde en wat lager: KOM IN DE HUT. DTEF STEE PAPIEREN". KI Voorzichtig bevestigde zij nu den bri aan den haak. Plotseling werd er in fl meening, dat er een zware visch gevang' was zóó aan den hengel gerukt, dal R ty's pogingen op het allerlaatste oogenK nog verijdeld schenen te worden. Zij sh'- de er echter in het papier stevig vast houden en het touw er om heen te bin& Daar ging het de hoogte inl In het volgend oogenblik bekeken de deren met verbaasde gezichten den vree den visch, tot Frans ontcijferde, wat boven aan de bladzijde stond en hij er naar zijn vader holde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 12