UehAajddi Catfe Tlxsi/i DE VERBINDING AMSTERDAM-BOVENRIJN. HUN BEIDER WEG. 718te Jaargang 1= LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 9 Juli 1930 Derde Blad No. 21567 DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. BINNENLAND. FEUILLETON. Een wetsontwerp is ingediend. - Bijzonderheden omtrent de kosten. Verschenen is een wetsontwerp tot aan- leg van een scheepvaartverbinding van Am sterdam met den Boven-Rijn ten behoeve fan de Rijnvaart en verbetering van den Vaarweg naar Vreeswijk ten behoeve van Ie binnenscheepvaart. De Memorie van Toelichting begint mei ^en historisch overzicht Vervolgens be- ïpreekt zij de noodzakelijkheid der verbe- |ering. Er bestaat geen verschil over de vraag bf verbetering van de bestaande verbin ding noodig is. J De verbinding van Amsterdam met de Lee zal, nu de nieuwe schutsluis te IJmui- HeD in gebruik is genomen, in uitmunten- Hen staat verkeeren. Aan de uitbreiding en Be uitrusting van de Amsterdamsche ha- fens is wordt de meeste zorg besteed, jnsterdam is gereed om binnenkort de nocurrentie met de andere zeehavens van Hoord-West-Europa onder de beste voor- Vaarden, wal zijn zeeverbinding aangaat, te aanvaarden. Hiervan kan onvoldoende partij worden jetrokken, indien de verbinding met Jet achterland zoodanig is, dat aan- en Voer met de voor de zeevaart geboden Mogelijkheden gelijken tred kunnen hou ten. Voor de ontwikkeling van het haven- terkeer te Amsterdam is daarvoor o.m. poodig goede verbinding met den Rijn, den jchakel van onze zeehavens met het achter- r nd, na de binnen luttele jaren te ver- Vachten voltooiing van de vaarweg, ge- iormd door Maas-Waal-kanaal, Maaska nalisatie en Julianakanaal kan daaraan de (laasvaart nog worden toegevoegd. De toeneming van de Rijnvaart is door len scheepvaartweg zelf aan grenzen ge- londen, welke thans reeds bereikt zijn. Zoo zijn het profiel van het kanaal en fee afmetingen van de daarin voorkomende funstwerken onvoldoende voor het groote tantal schepen, dat van dezen waterweg (ebmik maakt. Vooral het vermogen van iet kanaalgedeelte AmsterdamVreeswijk b ontoereikend. Speciaal komt op den voor rond, dat op het Merwedekanaal niet alle lijnschepen kunnen worden toegelaten. Ook doet zich het bezwaar gelden, dat gedurende vele dagen van het jaar de Rijn langs Arnhem voor de groote Rijnschepen feiet voldoende waterdiepte biedt zoodat die schepen alsdan, om Amsterdam te berei ken. een omweg over de Waal langs Go- (rinchem naar Vianen moeten maken. De scheepvaart ondervindt het geheele ar vertraging ten gevolge van de geringe afmetingen van het Merwedekanaal tus- |schen Amsterdam en Vreeswijk, volgens pe aanwezigheid van een groot aantal be weegbare bruggen, van de sluizen te Utrecht en van de sluis te Vreeswijk. Uit dé voorafgaande beschouwingen is paar voren gekomen, dat in de eerste [plaats naar verbetering voor de Rijnvaart Bezocht moet worden door een verbinding [van voldoende afmetingen te maken, dat rerkorting van de vaart gewenscht wordt [door den omweg over Gorinchem te ver mijden, en dat samenvoeging van Rijn- en [binnenscheepvaart in eenzelfden vaarweg, [hoewel niet altijd te vermijden en ook niet logelijk te achten, belemmerend werkt hoor de ontwikkeling van beide wegens de [verschillende eiscben, welke elk dezer vaar- •en voor de scheepvaart stelt. Daarbij moet voor het uit te voeren plan 0o mogelijkheid om zonder bezwaar voor Pe scheepvaart een voldoende diepen rivier- (overgang duurzaam te kunnen onderhou den, vaststaan, terwijl uiteraard voor de >rdceling van de in aanmerking ge dachte oplossingen het kostenvraagstuk, Jdc militaire belangen, de belangen van de poor het kanaal te doorsnijden streek en pudere overwegingen van minder ingrijpen den aard mede in de beschouwing behooren V worden betrokken. In het rapport-Wentholt wordt de mee ding dat zekerheid- bestaat dat een rivier- pyergang boven Vreeswijk (tusschen Wage- pirigen en Wijk bij Duurstede) zonder stuw pij voortduring en zonder hinder voor de scheepvaart in stand zou kunnen worden gehouden, o.m. in verband met de groote diepte welke dr. Wentholt voor dien over gang noodig acht bestreden. Wegens de beteekenis van den scheep vaartweg langs Neder-Rijn en Lek moet het bezwaarlijk worden geacht hier een stuw in deze rivier aan te leggen, omdat een dergelijke inrichting de scheepvaart in hooge mate xou belemmeren. Ook zoude van den aanleg van het nieu we kanaalvak Utrecht—Vreeswijk spoedig ten bate van Rijn- en binnenvaart kunnen worden partij getrokken, welke overwegin gen er toe zou kunnen leiden om aan het plan Vreeswijk de voorkeur te geven. De samensteller beveelt in hoofdzaak op gTond van de aangevoerde beschouwingen het Vreeswijk-plan aan en de inspecteur-gene raal in algemeenen dienst en de directeur- generaal van de Zuiderzeewerken konden zich hiermede vereenigen. VaD Amsterdamsche zijde bestonden ern stige bezwaren tegen het plan-Vreeswijk. Diepgaand meeningsverschil tusschen de technische adviseurs bleef bestaan over de vraag of voor de rivierkruising bij Wijk bij Duurstede of Wageningen al dan niet een stuw noodzakelijk was; ook omtrent de kosten van de verschillende plannen bleek overeenstemming niet te bereiken. Ten slotte werd ook de weg over Wijk bij Duurstede verkozen, omdat al mocht voor dien weg niet de gewenschte alge heel© scheiding van Rijn- en binnenvaart worden bereikt, die scheiding toch va4 Utrecht af mogelijk zou zijn. Waar aam de eene zijde zoo stellig werd vastgehouden aan hel plan-Wijk bij Duur stede en anderzijds daartegenover het plan- VTeeswijk werd gehandhaafd, laat het zich verklaren, dart de aandacht in den aanvang in het bijzonder op deze beide oplossingen was geconcentreerd en dat de belangstelling daarvoor verhoogde, toen nu wijlen dr. C. Lely een gewijzigde oplossing van het plan Vreeswijk aan de hand deed, waardoor aam een groot deel van de tegen het oorspron kelijke plan geopperde bezwaren scheen te worden tegemoet gekomen. Hoewel gemeend werd, dat deze oplossing Chet plam-Lely Wentholt) de van Amster damsche zijde tegen het plan-Vreeswijk ge opperde bezwaren zou opheffen, bleek ook dit plan niet de instemming van Amsterdam te hebben. De keuze zou in deze wellicht niet zoo moeilijk zijn geweest indien aanvankelijk onomstootelijk zou hebben vastgestaan, dat een rivierovergang zonder het maken van een stuw niet mogelijk kon worden geacht. De voordeelen aam de uitvoering van dit plam verbonden, zijn hiervoor reeds ver meld. Onder voorbehoud van wat bij verdere be studeering en uitwerking van de kanaal plannen wijziging zou kunnen brengen in hetgeen men zich thans daarvan voorstelt kan omtrent de plannen het volgende wor den medegedeeld: Het is de bedoeling van Amsterdam lot Utrecht het bestaande Merwedekanaal voor de Rijnvaart en voor de binnenscheepvaart te verbeteren, om van Utrecht tot den Ne der-Rijn in de omgeving vam Wijk bij Duur stede. van Ravenswaay lot omtrent Tiel door de Betuwe tusschen den Neder-Rijn en de Waal. nieuwe kanalen voor de Rijnvaart aan te leggen, terwijl van Utrecht paar Vreeswijk, een zijtak ten dienste vam de binnenscheepvaart zal worden gemaakt. Het kanaal-profiel i9 gedacht met een bo derbreedte van 50 Meter voor het vak van Amsterdam tot Utrechrt, dat bestemd is voor Rijn- en binnenscheepvaart, gezamen lijk met een bodembreedte van 40 Meter voor het gedeelte UtrechtWijk bij Duur stede voor het Betuwe-pand, en met een bodembreedte van 35 M. voor den zijtak naar Vreeswijk. De diepte zaJ zijn 4 Meter onder laag ka naal-peil. De kosten worden geraamd: A kanaalvak A'damUtrecht f. 15.740.000 B Kanaal UtrechtNeder-Rijn f. 24 930 000. G. Kanaal van de Betuwe f. 15.500 000 467. Waarlijk, het varken liep 9oms harder dan t stijve, oude dier, waarop de autodief was gereten, heusch niet voor zijn plezier Want 't varken kwam al nader, en nader, was het paard zelfs wat te vlug. Duim, om het varken niet te hinderen, lag nu tang-uit op zijn rug. 4-68. Toen Jokko genoeg had gegeten, van d'appels goed had gesmuld en ook met andere fijne dingen, flink zijn buikje bad gevuld, zocht hij waar Duimstok was gebleven en waar de dief nu wel kon zijn. Den dief zag hij boven op 'n paardje, Duimstok boven op een zwijn. INKOMSTEN-, DIVIDEND- EN TANTIèME-BELASTENG. Teruggaaf van kapitaal, gedekt door winst Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van art. 6 der Wet op de Inkomsten belasting 1914 en van de art. 6 der Wet op de Dividend- en Tantièmebelasting 1917. Daarin wordt voorgesteld het tweede ea het derde lid van art. 6 van de Wet op de Inkomstenbelasting 1914 te vervangen door: „Aandeelbewijzen en obligatiën, die aan aandeelhouders anders dan tegen storting van de volle nominale waarde worden mc- gereikt, worden als dividenden beschouwd tot het bedrag, ten a-anzien waarvan niet blijkt, dat storting heeft plaats gevonden of zal plaats vinden. Bijschrijving op aan deelbewijzen wordt met uitreiking van zoo danige bewijzen gelijkgesteld. Geheel of gedeeltelijke teruggave van hetgeen op aandeelen is gestort wordt als dividenduitkeering aangemerkt, indien en voorzoover er zuivere winst is, tenzij tevo ren het maatschappelijk kapitaal van het lichaam dat de teruggave doet, door wijzi ging in de akte van oprichting, dienover eenkomstig is verminderd.-^ Voorts wordt art. 6 van de Wet op de Dividend- en Tantièmebelasting 1917 gele zen als volgt: „Als uitdeeling van winst worden, onder meer, beschouwd: a. bijschrijving op of uitreiking van aan deelen of obligatiën aandeelen in afzon derlijke fondsen daaronder begrepen en bij verzekeringmaatschappijen verhooging der verzekerde som, een en ander tot het bedrag, ten aanzien waarvan niet blijkt, dat storting heeft plaat-s gevonden of zal plaats vinden, voorzoover dit bedrag door winst is gedekt; b. terugbetaling van kapitaal, indien t'n voorzooverre er winst is; c. hetgeen, bij aflossing van aandeelen verkrijging onder bezwarenden titel va*» eigen aandeelen daaronder begrepen boven het daarop gestorte kapitaal wordt uitgekeerd. Indien en voorzoover een uitdeeling ultreiking van of bijschrijving op aandeelen of obligatiën daaronder begrepen door winst wordt gedekt eerst nadat zij heeft plaats gevonden, wordt zij beschouwd als uitdeeling van winst over het boekjaar of over de boekjaren, waarin de uitdeeling door winst wordt gedekt. Niet als uitdeeling wordt aangemerkt: a. terugbetaling van gestort kapitaal, voor zoover die niet volgens het eerste lid. let ter b, als uitdeeling van winst wordt be schouwd; b. betaling door een vereeDiging of vennootschap aan haar leden of aandeel houders, voor geleverde goederen of ver richten arbeidL Afzonderlijke fondsen, die door aandee len worden vertegenwoordigd, worden tot het kapitaal gerekend." Art. 6 van de Wet op de Dividend- ©n Tantièmebelasting 1917 wordt gelezen: „Bij liquidatie geldt als uitkeering d* verdeeling van het batig saldo, tot het be- .drag, waarmede dit het nog niet terugbe taalde kapitaal overtreft. Het kapitaal, be doeld in art. 5, eerste lid, letter b. wordt geacht nog niet te zijn terugbetaald." HET CO»**LICT IN DE NED. REISVEREENIGING. De vergadering van het hoofdbestuur. Het hoofdbestuur van de Nederlandscho Reisvereeniging heeft te 's-Gravenhage vergaderd, teneinde zich uit te sprekou over het rapport van de commissie-dr. J. Th. de Visser. Naar „Het Vaderland" verneemt, werd daar 't beleid van den algemeenen voor zitter mr. M. J. van der Flier, aan kritiek onderworpen, ondanks de waardeerende woorden, die de commissie-De Visser naast een afkeurende opmerking over diens voor zitterscapaciteiten, in haar rapport heeft geuit. Een motie van afkeuring werd door eenige hoofdbestuursleden ingediend, steu nende zoowel op persoonlijke ervaring ale op het rapport. Deze motie werd evenwel ingetrokken, daar een der leden opmerkte, dat toch wel gebleken was, boe de meerderheid over den algemeenen voorzitter denkt. Men be sloot de motie, evenals de opmerking, in de notulen te vermelden. Ten aanzien van het eerste gedeelte van het rapport, waarin behandeld worden de wederzijdsche grieven en de gestes der hoofdbestuursleden, weid besloten dit zon der commentaar aan de buitengewone al ge meen e vergadering voor te leggen. Ef werd ook geen praeadvies op uitgebracht. Over het tweede gedeelte van het rap- .port (de reorganisatievoorstellen), meer; speciaal het aftreden van het hoofdbe stuur, kon men het niet dadelijk eens wor den. De vraag rees of het heele hoofdbe stuur zijn mandaat ter beschikking moesfl stellen en zoo ja wanneer. Een meerderheid gaf te kennen eerst dé buitengewone algemeene vergadering te willen hooren over het rapport-De Visser om daarover een uitspraak te willen uitlok ken, en daarna het mandaat ter beschik king te stellen. De heer Van der Flier c.s. achtten het wenschelijk af te treden vóór de te hou den buitengewone algemeene vergadering. Echter, nadat de hoofdbestuursleden Beurs, Coini, Sabel, Tejen en penningmeester Bak ker hadden medegedeeld, dat zij bij defl aanvang der vergadering zouden aftreden, verklaarde de algemeen voorzitter mr. v, d. Flier, dat hij voorloopig ook had beslo ten, bij den aanvang van de buitengewone' algemeene vergadering zijn functie neer te leggen. Deze vergadering zal te Utrecht plaats vinden op Zaterdag 4 October a. a, terwijl voorloopig alleen het rapport-De Visser op de agenda is geplaatst. Het hoofdbestuur zal tot dien datum diu in functie blijven. De gewone jaarlijksche algemeene ver gadering, die volgens de statuten in dé eerste helft van het kalenderjaar moet wor den gehouden, doch in dit geval reeds was verdaagd tot medio September, is in ver-» band*met een en ander wederom uitgesteld, nu tot November of December. RECLAME. 5501 |frij naar het Engelsch - H. ANTONSEN (Nadruk verboden). IV. Er is een bepaald soort mensehen dat men tiet eerste gezicht of erg graag mag of kt verafschuwt. Anderen maken zoo goed 's {een bepaalden indruk. Ze blijven iets nkestemds voor ons bij gebrek aan echte '•rsoonlijkheid. lurnbull was één van die menschen, die iemand terstond sympathiek zijn, zonder dat "eo weet waarom. Hij had volstrekt geen «ilengewoon voorkomen: een heel gewone an mei een heel gewoon gezicht. Misschien het in zijn oogen. Die konden iemand zoo rerstandig aankijken, dat men er terstond Hoor gewonnen was. Hij droeg een vreemd lartje van kleeren, dat hem toch zoo [eed stond, alsof hij zoo van een kleermaker kwam. Dick mocht hem terstond graag lijden. Hij -ag met plezier, dat hij de landhekken voor °yce openhie d, de koeien voor haar uil d-n eS J°eg. als die haar bij het spel hinderden -n hij luisterde met belangstelling naar de manier, waarop hij zoo echt gemeend kon ]^e°' Wat een pech! wanneer ze -en ha "v-1 i?e 'le? ?'0€7- Zonder iets te zeggpn au hij haar golftasch opgenomen en toen „Jf* er tegen protesteerde, had hij gegrin- en gezegd: Nu moeten we allemaal Pu wachtenl Dick keerde zich plotseling naar hem toe en vroeg: Zeg, Turnbull. vertel me eens, hoe kpmt het, dat we elkaar vroeger nooit ontmoet hebben? Wel neet Ik ben hier nu al bijna een jaar. Maar in uw laatste vacantia was ik er niet al te best aan toe. zoodoende kwam ik niet buiten. Hier is uw balt Dank u, zei Dick. Maareh.als u zin hebt bezoek te ontvangen, dan zullen Joyce en ik u graag eens komen opzoeken. Wat denk je er van Jo, als we hem eens een serenade brengen op de eensnarige viool? Nee, dat ding niet, antwoordde Joyce. Neem liever je banjo. Breng ze allebei mee, zei Turnbull. Kom, we moesten er vanavond maar mee be ginnen, vindt u ook niet? Wat zeg jij er van Jo? Uitstekend, zei Jo. Wat grappigl We zullep ons voorstellen, dat we in Venetië gondelvaren bij volle maan over zilverig gol vend water. En daarbij, zei Turnbull op meeslepen der toon, de inktzwarte schaduwen onder de Brug der Zuchten, waar ze in overoude tijden overmoedige verliefden met stiletto's doorstaken Bent u daar geweest? vroeg Joyce een beetje afgunstig. Ja. Vijf jaar geleden ben ik veertien dagen in Venetië geweest. O. wat heerlijk, riep Joyce. Ik heb er zooveel over gelezen, dal ik dol verlangend ben er eens heen te gaan. U kunt nooit welen, hoe hel looptl Joyce schudde het hoofd. Ik zal wel nooit verder komen dan Afesbury en Wycombe. Wacht maar, totdat ik drie duizend pond per jaar verdien, Joycel Dan gaan we met de autowat?. Tegen dien tijd ben jij al lang ge- trouwdl lachte Joyce. En jij dan? kaatste Dick terug. Iknou II antwoordde Joyce. Turnbull keek haar aan, maar zei geen woord. Hij droeg haar golftaschl Dat zou wel het eenige wezen, dat hii ooit voor haar doen mocht. Joyce getrouwd I Die gedachte deed hem nijdig pijn. Maar niemand mocht het weten Dick echter had het dien eersten avond terstond geraden. Tegen tien uup verlieten ze hun huis om de serenade te gaan brengen-, hij met de eensnarige viool en zij met de banjo als tegenwicht tegen de melancholie van Dick's geliefkoosde instrument. De volle maan hing groot en helder als een autolantaarn boven hun hoofden. De stemming van den avond had hen beet en onder het gaan spra ken ze weinig en dan nog (luisterend. Ten laatste kwamen ze aan het boschje, dat de tent beschutte. Een lamp wierp haar heldere stralen door de tentopening en nachtvlinders fladderden om het licht heen. Drie veldstoe len waren neergezet voor de tent, zóó. dat zo uitzicht hadden over de vallei. Hallo! Turnbull! We zijn 'rl riep Dick. kwam geen antwoord, zelfs met toen hij en Joyce reeds binnen den lichtkring der lamp waren gekomen. De tent was leeg. Hij zal op de boerderij geroepen zijn, meende Joyce. Heel even klonk er teleur stelling in haar stem door. Ze legde den banjo neer en strekte zich in een der veld stoelen uit. Het ziet er hier nog al gonoegelijk uit, zei Dick, rondkijkend. Aan de eene zijde der tent was een veld bed en tegen den tentpaal stond een tafeltje met twee pijpen, een paar boeken, een groote tabakspot, een camera en de lamp or op. Boven de lamp was iets aan het tentdoek vastgeprikt. Dick's scherpe oog zag het ter stond. Hij tilde de lamp op, om beter te zien. Zijn lippen spitsten zich en hij trok de wenkbrauwen op. Het was een kiekje van Joyce in gesprek met een paar dorpskinde ren. Ze was zonder hoed en de zon scheen vlak op haar glimlachend gelaat. Van do kinderen was zooveel mogelijk weggeknipt, zoodat Joyce bijna alleen overbleef. Dick zette de tamp weer neer en kwam rustig naar buiten toe, waar hij naast Joyce ging zitten. Zou zij er van weten? Hij haalde zijn pijp te voorschijn en stopte in diep na denken. Hallo! Zijn jultie er al? Fijn! Jammer, dal ik niet aan de poort kon slaan, om ju'.Iio welkom te heeten op mijn kasteelt Mag ik misschien een sigaret aanbieden Turnbull kwam zachtjes over het gras aanstappen Dick nam hem goed op, toen hij naar Joyce keek. Nee, dank u, zei Joyce, hem glim lachend aanziende. Thirnbull trok den der den stoel dichterbij en haalde zijn pijp Is voorschijn. Probeer eens, zei Dick, hem zijn ta bakszak overreikend. Oxfoidsch merkl Nog zoo kwaad nietl Merci Is het niet schitterend hier? Een tijdlang heerschte er stilzwijgen, tn de verte twinkelden de lichtjes van Risbo- rough en ver weg ratelde een trein en kroop als een dunne lichtstreep over de vlaklo. Achter hen vloog een mot telkens en tel kens weer tegen de lamp op met doffe stootjes. Ze zaten met hun rug naar het licht en nu en dan wierp Turnbull een blik op het fijne profiel van Joyce. Hij had ver geten zijn pijp aan te steken. Speel nu eens wal, Dick, zei Joyce kalm. Iets rustigs. Wist ze het? Digk was er nog niet zeker van. Hij stak zijn arm uit en nam de viool op. Toen hij dit deed, zag hij dat Turnbuil huiverde en vlug zijn pijp begon te stoppen, Wat zat ik spelen, Turnbull? vroeg hij. We komen jou een serenade brengen en hot is dus aan jou Ie zeggen, wat je hebben wilt. tets.Hij zocht blijkbaar naar oei» woord en vond geen beter dan hel hare. Iets... rustigs, antwoordde hij. Dus speelde Dick zachtjes, alsof hel zachte maanlicht invloed had op zijn muziek. Hij speelde vreemde brokstukken vaa mineurmelodiën, Oostersch en gevoelig^ waardoor de lucht vervuld scheen van jas mijn en muskusgeuren en die men niet zou verwachten van zoo n gewonen student, a's Dick was Toen hij ophield, werd er niets gezegd. Hij had hen onder betoovering ge bracht De stilte hing zwaar om hen heen PlotscliDg stond Turnbull op, ging zijn tent binnen en kwam even later terug met een felkleurigen reisdeken. Het spijt me echtl zei hij. tk had hier eerder aan moeten denken. Het dauwt van avond zoo erg. Hij vouwde den deken open en spreidde hem over Joyce heen. Houd hem zelf maar. zei ze. Wij moe ten toch binnen een paar minuten weg. Weg? Turnbull stond een oogenbiik stofstijf Daarna ging hij vlug en at pra lende de tent weer binnen. U moet er niet over denken, om weg te gaanl We heb ben nog zelfs niet één pijp gerookt! Zeg, ouwe heer, ook soms een plaid? (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9