UehAajddi Catfe Tlxsi/i
DE VERBINDING AMSTERDAM-BOVENRIJN.
HUN BEIDER WEG.
718te Jaargang
1=
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 9 Juli 1930
Derde Blad
No. 21567
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Een wetsontwerp is ingediend. - Bijzonderheden omtrent de kosten.
Verschenen is een wetsontwerp tot aan-
leg van een scheepvaartverbinding van Am
sterdam met den Boven-Rijn ten behoeve
fan de Rijnvaart en verbetering van den
Vaarweg naar Vreeswijk ten behoeve van
Ie binnenscheepvaart.
De Memorie van Toelichting begint mei
^en historisch overzicht Vervolgens be-
ïpreekt zij de noodzakelijkheid der verbe-
|ering.
Er bestaat geen verschil over de vraag
bf verbetering van de bestaande verbin
ding noodig is.
J De verbinding van Amsterdam met de
Lee zal, nu de nieuwe schutsluis te IJmui-
HeD in gebruik is genomen, in uitmunten-
Hen staat verkeeren. Aan de uitbreiding en
Be uitrusting van de Amsterdamsche ha-
fens is wordt de meeste zorg besteed,
jnsterdam is gereed om binnenkort de
nocurrentie met de andere zeehavens van
Hoord-West-Europa onder de beste voor-
Vaarden, wal zijn zeeverbinding aangaat,
te aanvaarden.
Hiervan kan onvoldoende partij worden
jetrokken, indien de verbinding met
Jet achterland zoodanig is, dat aan- en
Voer met de voor de zeevaart geboden
Mogelijkheden gelijken tred kunnen hou
ten. Voor de ontwikkeling van het haven-
terkeer te Amsterdam is daarvoor o.m.
poodig goede verbinding met den Rijn, den
jchakel van onze zeehavens met het achter-
r nd, na de binnen luttele jaren te ver-
Vachten voltooiing van de vaarweg, ge-
iormd door Maas-Waal-kanaal, Maaska
nalisatie en Julianakanaal kan daaraan de
(laasvaart nog worden toegevoegd.
De toeneming van de Rijnvaart is door
len scheepvaartweg zelf aan grenzen ge-
londen, welke thans reeds bereikt zijn.
Zoo zijn het profiel van het kanaal en
fee afmetingen van de daarin voorkomende
funstwerken onvoldoende voor het groote
tantal schepen, dat van dezen waterweg
(ebmik maakt. Vooral het vermogen van
iet kanaalgedeelte AmsterdamVreeswijk
b ontoereikend. Speciaal komt op den voor
rond, dat op het Merwedekanaal niet alle
lijnschepen kunnen worden toegelaten.
Ook doet zich het bezwaar gelden, dat
gedurende vele dagen van het jaar de Rijn
langs Arnhem voor de groote Rijnschepen
feiet voldoende waterdiepte biedt zoodat die
schepen alsdan, om Amsterdam te berei
ken. een omweg over de Waal langs Go-
(rinchem naar Vianen moeten maken.
De scheepvaart ondervindt het geheele
ar vertraging ten gevolge van de geringe
afmetingen van het Merwedekanaal tus-
|schen Amsterdam en Vreeswijk, volgens
pe aanwezigheid van een groot aantal be
weegbare bruggen, van de sluizen te
Utrecht en van de sluis te Vreeswijk.
Uit dé voorafgaande beschouwingen is
paar voren gekomen, dat in de eerste
[plaats naar verbetering voor de Rijnvaart
Bezocht moet worden door een verbinding
[van voldoende afmetingen te maken, dat
rerkorting van de vaart gewenscht wordt
[door den omweg over Gorinchem te ver
mijden, en dat samenvoeging van Rijn- en
[binnenscheepvaart in eenzelfden vaarweg,
[hoewel niet altijd te vermijden en ook niet
logelijk te achten, belemmerend werkt
hoor de ontwikkeling van beide wegens de
[verschillende eiscben, welke elk dezer vaar-
•en voor de scheepvaart stelt.
Daarbij moet voor het uit te voeren plan
0o mogelijkheid om zonder bezwaar voor
Pe scheepvaart een voldoende diepen rivier-
(overgang duurzaam te kunnen onderhou
den, vaststaan, terwijl uiteraard voor de
>rdceling van de in aanmerking ge
dachte oplossingen het kostenvraagstuk,
Jdc militaire belangen, de belangen van de
poor het kanaal te doorsnijden streek en
pudere overwegingen van minder ingrijpen
den aard mede in de beschouwing behooren
V worden betrokken.
In het rapport-Wentholt wordt de mee
ding dat zekerheid- bestaat dat een rivier-
pyergang boven Vreeswijk (tusschen Wage-
pirigen en Wijk bij Duurstede) zonder stuw
pij voortduring en zonder hinder voor de
scheepvaart in stand zou kunnen worden
gehouden, o.m. in verband met de groote
diepte welke dr. Wentholt voor dien over
gang noodig acht bestreden.
Wegens de beteekenis van den scheep
vaartweg langs Neder-Rijn en Lek moet
het bezwaarlijk worden geacht hier een
stuw in deze rivier aan te leggen, omdat
een dergelijke inrichting de scheepvaart in
hooge mate xou belemmeren.
Ook zoude van den aanleg van het nieu
we kanaalvak Utrecht—Vreeswijk spoedig
ten bate van Rijn- en binnenvaart kunnen
worden partij getrokken, welke overwegin
gen er toe zou kunnen leiden om aan het
plan Vreeswijk de voorkeur te geven. De
samensteller beveelt in hoofdzaak op gTond
van de aangevoerde beschouwingen het
Vreeswijk-plan aan en de inspecteur-gene
raal in algemeenen dienst en de directeur-
generaal van de Zuiderzeewerken konden
zich hiermede vereenigen.
VaD Amsterdamsche zijde bestonden ern
stige bezwaren tegen het plan-Vreeswijk.
Diepgaand meeningsverschil tusschen de
technische adviseurs bleef bestaan over de
vraag of voor de rivierkruising bij Wijk bij
Duurstede of Wageningen al dan niet een
stuw noodzakelijk was; ook omtrent de
kosten van de verschillende plannen bleek
overeenstemming niet te bereiken.
Ten slotte werd ook de weg over Wijk
bij Duurstede verkozen, omdat al mocht
voor dien weg niet de gewenschte alge
heel© scheiding van Rijn- en binnenvaart
worden bereikt, die scheiding toch va4
Utrecht af mogelijk zou zijn.
Waar aam de eene zijde zoo stellig werd
vastgehouden aan hel plan-Wijk bij Duur
stede en anderzijds daartegenover het plan-
VTeeswijk werd gehandhaafd, laat het zich
verklaren, dart de aandacht in den aanvang
in het bijzonder op deze beide oplossingen
was geconcentreerd en dat de belangstelling
daarvoor verhoogde, toen nu wijlen dr. C.
Lely een gewijzigde oplossing van het plan
Vreeswijk aan de hand deed, waardoor aam
een groot deel van de tegen het oorspron
kelijke plan geopperde bezwaren scheen te
worden tegemoet gekomen.
Hoewel gemeend werd, dat deze oplossing
Chet plam-Lely Wentholt) de van Amster
damsche zijde tegen het plan-Vreeswijk ge
opperde bezwaren zou opheffen, bleek ook
dit plan niet de instemming van Amsterdam
te hebben.
De keuze zou in deze wellicht niet zoo
moeilijk zijn geweest indien aanvankelijk
onomstootelijk zou hebben vastgestaan, dat
een rivierovergang zonder het maken van
een stuw niet mogelijk kon worden geacht.
De voordeelen aam de uitvoering van dit
plam verbonden, zijn hiervoor reeds ver
meld.
Onder voorbehoud van wat bij verdere be
studeering en uitwerking van de kanaal
plannen wijziging zou kunnen brengen in
hetgeen men zich thans daarvan voorstelt
kan omtrent de plannen het volgende wor
den medegedeeld:
Het is de bedoeling van Amsterdam lot
Utrecht het bestaande Merwedekanaal voor
de Rijnvaart en voor de binnenscheepvaart
te verbeteren, om van Utrecht tot den Ne
der-Rijn in de omgeving vam Wijk bij Duur
stede. van Ravenswaay lot omtrent Tiel
door de Betuwe tusschen den Neder-Rijn en
de Waal. nieuwe kanalen voor de Rijnvaart
aan te leggen, terwijl van Utrecht paar
Vreeswijk, een zijtak ten dienste vam de
binnenscheepvaart zal worden gemaakt.
Het kanaal-profiel i9 gedacht met een bo
derbreedte van 50 Meter voor het vak van
Amsterdam tot Utrechrt, dat bestemd is
voor Rijn- en binnenscheepvaart, gezamen
lijk met een bodembreedte van 40 Meter
voor het gedeelte UtrechtWijk bij Duur
stede voor het Betuwe-pand, en met een
bodembreedte van 35 M. voor den zijtak
naar Vreeswijk.
De diepte zaJ zijn 4 Meter onder laag ka
naal-peil.
De kosten worden geraamd:
A kanaalvak A'damUtrecht f. 15.740.000
B Kanaal UtrechtNeder-Rijn f. 24 930 000.
G. Kanaal van de Betuwe f. 15.500 000
467. Waarlijk, het varken liep 9oms harder dan t stijve,
oude dier, waarop de autodief was gereten, heusch niet voor
zijn plezier Want 't varken kwam al nader, en nader, was
het paard zelfs wat te vlug. Duim, om het varken niet te
hinderen, lag nu tang-uit op zijn rug.
4-68. Toen Jokko genoeg had gegeten, van d'appels goed
had gesmuld en ook met andere fijne dingen, flink zijn
buikje bad gevuld, zocht hij waar Duimstok was gebleven
en waar de dief nu wel kon zijn. Den dief zag hij boven op
'n paardje, Duimstok boven op een zwijn.
INKOMSTEN-, DIVIDEND- EN
TANTIèME-BELASTENG.
Teruggaaf van kapitaal, gedekt door winst
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van art. 6 der Wet op de Inkomsten
belasting 1914 en van de art. 6 der Wet op
de Dividend- en Tantièmebelasting 1917.
Daarin wordt voorgesteld het tweede ea
het derde lid van art. 6 van de Wet op
de Inkomstenbelasting 1914 te vervangen
door:
„Aandeelbewijzen en obligatiën, die aan
aandeelhouders anders dan tegen storting
van de volle nominale waarde worden mc-
gereikt, worden als dividenden beschouwd
tot het bedrag, ten a-anzien waarvan niet
blijkt, dat storting heeft plaats gevonden
of zal plaats vinden. Bijschrijving op aan
deelbewijzen wordt met uitreiking van zoo
danige bewijzen gelijkgesteld.
Geheel of gedeeltelijke teruggave van
hetgeen op aandeelen is gestort wordt als
dividenduitkeering aangemerkt, indien en
voorzoover er zuivere winst is, tenzij tevo
ren het maatschappelijk kapitaal van het
lichaam dat de teruggave doet, door wijzi
ging in de akte van oprichting, dienover
eenkomstig is verminderd.-^
Voorts wordt art. 6 van de Wet op de
Dividend- en Tantièmebelasting 1917 gele
zen als volgt:
„Als uitdeeling van winst worden, onder
meer, beschouwd:
a. bijschrijving op of uitreiking van aan
deelen of obligatiën aandeelen in afzon
derlijke fondsen daaronder begrepen en
bij verzekeringmaatschappijen verhooging
der verzekerde som, een en ander tot het
bedrag, ten aanzien waarvan niet blijkt,
dat storting heeft plaat-s gevonden of zal
plaats vinden, voorzoover dit bedrag door
winst is gedekt;
b. terugbetaling van kapitaal, indien t'n
voorzooverre er winst is;
c. hetgeen, bij aflossing van aandeelen
verkrijging onder bezwarenden titel va*»
eigen aandeelen daaronder begrepen
boven het daarop gestorte kapitaal wordt
uitgekeerd.
Indien en voorzoover een uitdeeling
ultreiking van of bijschrijving op aandeelen
of obligatiën daaronder begrepen door
winst wordt gedekt eerst nadat zij heeft
plaats gevonden, wordt zij beschouwd als
uitdeeling van winst over het boekjaar of
over de boekjaren, waarin de uitdeeling
door winst wordt gedekt.
Niet als uitdeeling wordt aangemerkt:
a. terugbetaling van gestort kapitaal, voor
zoover die niet volgens het eerste lid. let
ter b, als uitdeeling van winst wordt be
schouwd; b. betaling door een vereeDiging
of vennootschap aan haar leden of aandeel
houders, voor geleverde goederen of ver
richten arbeidL
Afzonderlijke fondsen, die door aandee
len worden vertegenwoordigd, worden tot
het kapitaal gerekend."
Art. 6 van de Wet op de Dividend- ©n
Tantièmebelasting 1917 wordt gelezen:
„Bij liquidatie geldt als uitkeering d*
verdeeling van het batig saldo, tot het be-
.drag, waarmede dit het nog niet terugbe
taalde kapitaal overtreft. Het kapitaal, be
doeld in art. 5, eerste lid, letter b. wordt
geacht nog niet te zijn terugbetaald."
HET CO»**LICT IN DE NED.
REISVEREENIGING.
De vergadering van het hoofdbestuur.
Het hoofdbestuur van de Nederlandscho
Reisvereeniging heeft te 's-Gravenhage
vergaderd, teneinde zich uit te sprekou
over het rapport van de commissie-dr. J.
Th. de Visser.
Naar „Het Vaderland" verneemt, werd
daar 't beleid van den algemeenen voor
zitter mr. M. J. van der Flier, aan kritiek
onderworpen, ondanks de waardeerende
woorden, die de commissie-De Visser naast
een afkeurende opmerking over diens voor
zitterscapaciteiten, in haar rapport heeft
geuit. Een motie van afkeuring werd door
eenige hoofdbestuursleden ingediend, steu
nende zoowel op persoonlijke ervaring ale
op het rapport.
Deze motie werd evenwel ingetrokken,
daar een der leden opmerkte, dat toch wel
gebleken was, boe de meerderheid over
den algemeenen voorzitter denkt. Men be
sloot de motie, evenals de opmerking, in
de notulen te vermelden.
Ten aanzien van het eerste gedeelte van
het rapport, waarin behandeld worden de
wederzijdsche grieven en de gestes der
hoofdbestuursleden, weid besloten dit zon
der commentaar aan de buitengewone al
ge meen e vergadering voor te leggen. Ef
werd ook geen praeadvies op uitgebracht.
Over het tweede gedeelte van het rap-
.port (de reorganisatievoorstellen), meer;
speciaal het aftreden van het hoofdbe
stuur, kon men het niet dadelijk eens wor
den. De vraag rees of het heele hoofdbe
stuur zijn mandaat ter beschikking moesfl
stellen en zoo ja wanneer.
Een meerderheid gaf te kennen eerst dé
buitengewone algemeene vergadering te
willen hooren over het rapport-De Visser
om daarover een uitspraak te willen uitlok
ken, en daarna het mandaat ter beschik
king te stellen.
De heer Van der Flier c.s. achtten het
wenschelijk af te treden vóór de te hou
den buitengewone algemeene vergadering.
Echter, nadat de hoofdbestuursleden Beurs,
Coini, Sabel, Tejen en penningmeester Bak
ker hadden medegedeeld, dat zij bij defl
aanvang der vergadering zouden aftreden,
verklaarde de algemeen voorzitter mr. v,
d. Flier, dat hij voorloopig ook had beslo
ten, bij den aanvang van de buitengewone'
algemeene vergadering zijn functie neer te
leggen.
Deze vergadering zal te Utrecht plaats
vinden op Zaterdag 4 October a. a, terwijl
voorloopig alleen het rapport-De Visser op
de agenda is geplaatst.
Het hoofdbestuur zal tot dien datum diu
in functie blijven.
De gewone jaarlijksche algemeene ver
gadering, die volgens de statuten in dé
eerste helft van het kalenderjaar moet wor
den gehouden, doch in dit geval reeds was
verdaagd tot medio September, is in ver-»
band*met een en ander wederom uitgesteld,
nu tot November of December.
RECLAME.
5501
|frij naar het Engelsch - H. ANTONSEN
(Nadruk verboden).
IV.
Er is een bepaald soort mensehen dat men
tiet eerste gezicht of erg graag mag of
kt verafschuwt. Anderen maken zoo goed
's {een bepaalden indruk. Ze blijven iets
nkestemds voor ons bij gebrek aan echte
'•rsoonlijkheid.
lurnbull was één van die menschen, die
iemand terstond sympathiek zijn, zonder dat
"eo weet waarom. Hij had volstrekt geen
«ilengewoon voorkomen: een heel gewone
an mei een heel gewoon gezicht. Misschien
het in zijn oogen. Die konden iemand zoo
rerstandig aankijken, dat men er terstond
Hoor gewonnen was. Hij droeg een vreemd
lartje van kleeren, dat hem toch zoo
[eed stond, alsof hij zoo van een kleermaker
kwam.
Dick mocht hem terstond graag lijden. Hij
-ag met plezier, dat hij de landhekken voor
°yce openhie d, de koeien voor haar uil d-n
eS J°eg. als die haar bij het spel hinderden
-n hij luisterde met belangstelling naar de
manier, waarop hij zoo echt gemeend kon
]^e°' Wat een pech! wanneer ze -en
ha "v-1 i?e 'le? ?'0€7- Zonder iets te zeggpn
au hij haar golftasch opgenomen en toen
„Jf* er tegen protesteerde, had hij gegrin-
en gezegd: Nu moeten we allemaal
Pu wachtenl Dick keerde zich plotseling
naar hem toe en vroeg:
Zeg, Turnbull. vertel me eens, hoe kpmt
het, dat we elkaar vroeger nooit ontmoet
hebben?
Wel neet Ik ben hier nu al bijna een
jaar. Maar in uw laatste vacantia was ik er
niet al te best aan toe. zoodoende kwam ik
niet buiten. Hier is uw balt
Dank u, zei Dick. Maareh.als
u zin hebt bezoek te ontvangen, dan zullen
Joyce en ik u graag eens komen opzoeken.
Wat denk je er van Jo, als we hem eens een
serenade brengen op de eensnarige viool?
Nee, dat ding niet, antwoordde Joyce.
Neem liever je banjo.
Breng ze allebei mee, zei Turnbull.
Kom, we moesten er vanavond maar mee be
ginnen, vindt u ook niet?
Wat zeg jij er van Jo?
Uitstekend, zei Jo. Wat grappigl We
zullep ons voorstellen, dat we in Venetië
gondelvaren bij volle maan over zilverig gol
vend water.
En daarbij, zei Turnbull op meeslepen
der toon, de inktzwarte schaduwen onder
de Brug der Zuchten, waar ze in overoude
tijden overmoedige verliefden met stiletto's
doorstaken
Bent u daar geweest? vroeg Joyce een
beetje afgunstig.
Ja. Vijf jaar geleden ben ik veertien
dagen in Venetië geweest.
O. wat heerlijk, riep Joyce. Ik heb er
zooveel over gelezen, dal ik dol verlangend
ben er eens heen te gaan.
U kunt nooit welen, hoe hel looptl
Joyce schudde het hoofd.
Ik zal wel nooit verder komen dan
Afesbury en Wycombe.
Wacht maar, totdat ik drie duizend
pond per jaar verdien, Joycel Dan gaan we
met de autowat?.
Tegen dien tijd ben jij al lang ge-
trouwdl lachte Joyce.
En jij dan? kaatste Dick terug.
Iknou II antwoordde Joyce.
Turnbull keek haar aan, maar zei geen
woord. Hij droeg haar golftaschl Dat zou
wel het eenige wezen, dat hii ooit voor haar
doen mocht. Joyce getrouwd I Die gedachte
deed hem nijdig pijn. Maar niemand mocht
het weten
Dick echter had het dien eersten avond
terstond geraden.
Tegen tien uup verlieten ze hun huis om
de serenade te gaan brengen-, hij met de
eensnarige viool en zij met de banjo als
tegenwicht tegen de melancholie van Dick's
geliefkoosde instrument. De volle maan
hing groot en helder als een autolantaarn
boven hun hoofden. De stemming van den
avond had hen beet en onder het gaan spra
ken ze weinig en dan nog (luisterend. Ten
laatste kwamen ze aan het boschje, dat de
tent beschutte. Een lamp wierp haar heldere
stralen door de tentopening en nachtvlinders
fladderden om het licht heen. Drie veldstoe
len waren neergezet voor de tent, zóó. dat
zo uitzicht hadden over de vallei.
Hallo! Turnbull! We zijn 'rl riep Dick.
kwam geen antwoord, zelfs met toen
hij en Joyce reeds binnen den lichtkring der
lamp waren gekomen. De tent was leeg.
Hij zal op de boerderij geroepen zijn,
meende Joyce. Heel even klonk er teleur
stelling in haar stem door. Ze legde den
banjo neer en strekte zich in een der veld
stoelen uit.
Het ziet er hier nog al gonoegelijk uit,
zei Dick, rondkijkend.
Aan de eene zijde der tent was een veld
bed en tegen den tentpaal stond een tafeltje
met twee pijpen, een paar boeken, een groote
tabakspot, een camera en de lamp or op.
Boven de lamp was iets aan het tentdoek
vastgeprikt. Dick's scherpe oog zag het ter
stond. Hij tilde de lamp op, om beter te zien.
Zijn lippen spitsten zich en hij trok de
wenkbrauwen op. Het was een kiekje van
Joyce in gesprek met een paar dorpskinde
ren. Ze was zonder hoed en de zon scheen
vlak op haar glimlachend gelaat. Van do
kinderen was zooveel mogelijk weggeknipt,
zoodat Joyce bijna alleen overbleef.
Dick zette de tamp weer neer en kwam
rustig naar buiten toe, waar hij naast Joyce
ging zitten. Zou zij er van weten? Hij haalde
zijn pijp te voorschijn en stopte in diep na
denken.
Hallo! Zijn jultie er al? Fijn! Jammer,
dal ik niet aan de poort kon slaan, om ju'.Iio
welkom te heeten op mijn kasteelt Mag ik
misschien een sigaret aanbieden
Turnbull kwam zachtjes over het gras
aanstappen Dick nam hem goed op, toen hij
naar Joyce keek.
Nee, dank u, zei Joyce, hem glim
lachend aanziende. Thirnbull trok den der
den stoel dichterbij en haalde zijn pijp Is
voorschijn.
Probeer eens, zei Dick, hem zijn ta
bakszak overreikend. Oxfoidsch merkl Nog
zoo kwaad nietl
Merci Is het niet schitterend hier?
Een tijdlang heerschte er stilzwijgen, tn
de verte twinkelden de lichtjes van Risbo-
rough en ver weg ratelde een trein en kroop
als een dunne lichtstreep over de vlaklo.
Achter hen vloog een mot telkens en tel
kens weer tegen de lamp op met doffe
stootjes. Ze zaten met hun rug naar het
licht en nu en dan wierp Turnbull een blik
op het fijne profiel van Joyce. Hij had ver
geten zijn pijp aan te steken.
Speel nu eens wal, Dick, zei Joyce
kalm. Iets rustigs.
Wist ze het? Digk was er nog niet zeker
van. Hij stak zijn arm uit en nam de viool
op. Toen hij dit deed, zag hij dat Turnbuil
huiverde en vlug zijn pijp begon te stoppen,
Wat zat ik spelen, Turnbull? vroeg hij.
We komen jou een serenade brengen en hot
is dus aan jou Ie zeggen, wat je hebben wilt.
tets.Hij zocht blijkbaar naar oei»
woord en vond geen beter dan hel hare.
Iets... rustigs, antwoordde hij.
Dus speelde Dick zachtjes, alsof hel zachte
maanlicht invloed had op zijn muziek.
Hij speelde vreemde brokstukken vaa
mineurmelodiën, Oostersch en gevoelig^
waardoor de lucht vervuld scheen van jas
mijn en muskusgeuren en die men niet zou
verwachten van zoo n gewonen student, a's
Dick was Toen hij ophield, werd er niets
gezegd. Hij had hen onder betoovering ge
bracht De stilte hing zwaar om hen heen
PlotscliDg stond Turnbull op, ging zijn
tent binnen en kwam even later terug met
een felkleurigen reisdeken.
Het spijt me echtl zei hij. tk had hier
eerder aan moeten denken. Het dauwt van
avond zoo erg.
Hij vouwde den deken open en spreidde
hem over Joyce heen.
Houd hem zelf maar. zei ze. Wij moe
ten toch binnen een paar minuten weg.
Weg? Turnbull stond een oogenbiik
stofstijf Daarna ging hij vlug en at pra
lende de tent weer binnen. U moet er
niet over denken, om weg te gaanl We heb
ben nog zelfs niet één pijp gerookt! Zeg,
ouwe heer, ook soms een plaid?
(Wordt vervolgd).