Wat de vrouw draagt. HUN BEIDER WEG. Slapeloosheid 71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 Juli 1930 Vierde Blad No. 21564 FEUILLETON. VOOR DE HUISVROUW. WAT U NOODIG HEBT, MEVROUW, dat zijn de duizenden kleinigheden, die Uw uiterlijk verfraaien en U vreugde geven en juist daarom waard zijn aangeschaft te worden, die details, die men vaak, zeer ten onrechte, onderschat en verwaarloost. U ziet een elegante vrouw en vraagt U af hoe het toch komt, dat ze er niettegen staande haar groote eenvoud zoo buiten gewoon chic uitzietgelooft U het, de oplossing van het raadsel ligt in de groote zorg die er juist aan alle details besteed is, elk detail op zich zelf misschien een nietsigheidje, dat verdwijnt, maar die alle tezamen toch juist dat uitmaken wat men met het woord „elegance" te betitelen pleegt. Uw vacantiedagen staan voor de deur en nu hebt U altijd weer verschillende dingen noodig om de garderobe op te frisschen en het reistoilet dat gezellige en sympathieke iets te verleenen dat onmiddellijk de vrGuw van smaak verraadt. Eerste vereischte is natuurlijk altijd: nette koffers. Deze mogen niet luxieus zijn maar wat veel belangrijker is, ze moeten er solide uitzien, zooals trouwens de heele verschijning van de elegante vrouw, die op reis gaat Verder is het van belang dat de koffers alle hetzelfde zijn, want niets is leelijker, dan wanneer deze niet harmonieeren zou den, b.v. lichte en donkere, waardoor wij een bont zootje zouden krijgen. Beslist het mooist is een tusschenkleur bruin, wat te gelijkertijd ook het meest practisch is, daar de vlekken, die zelfs bij de allergrootste voorzichtigheid niet te vermijden zijn, hierop nauwelijks gezien worden. Bij de keuze der enkele koffers komt het ook zeer op de grootte aan, want de ruimte in de treinen is zeer beperkt. Om dezen reden moeten de koffers dus zoo klein mo gelijk zijn, terwijl men er aan den anderen kant natuurlijk weer heel wat in bergen moet, daar men toch voor verscheiden weken uitgerust wil zijn. Zonder twijfel zijn de „Coupé-kastkof- fers" het meest practisch, die geheel en al beantwoorden aan het systeem van den grooten hangkoffer, doch slechts zóó breed zijn, dat de toelaatbare grootte niet over schreden wordt. De verdeeling van binnen is heel goed, daar er aparte vakken zijn voor de japonnen, het ondergoed, de schoe nen en verschillende kleinigheden. Behalve deze koffer, die natuurlijk het meeste gewicht in de schaal legt, heeft men ook een leeren hoedendoos absoluut noo dig, daar de hoeden door hun grooteren vorm en meerdere garneering lastig te ver pakken zijn. Daarnaast is een niet al te groote reis- necessaire ook noodzakelijk. Dan mag de geruite plaid niet vergeten worden, die vooral tijdens een verblijf aan boord onschatbare diensten bewijzen kan. Tot de allernieuwste reisbehoeften be hoort het reiskussen van zeemleer, dat, wanneer het niet gebruikt wordt, plat op gerold kan worden en er dan uitziet als een handtasch. Deze kussens zijn er in alle kleuren en men zal natuurlijk één kiezen, dat met de overige bagage harmonieert (schets rechts.) De droom van elke goed-gekleede vrouw is een vos blauw-zilver-kruis of poolvos, het doet er niet toe. Iedere vrouw weet dat mooi, langharig bont het gezicht voor- deelig doet uitkomen en om zoo te zeggen „het puntje op de i" zet. Zij, die veel zwarte toiletten 'heeft, zal veel voeden voor een shawl van hermelijn, die niet zoo kostbaar behoeft te zijn en het voordeel heeft, zoowel 's middags als 's avonds gedragen te kunnen worden (teekening rechts boven.) Tot de laatste modesnufjes behoort de vilthoed met afknoopbaren iand, die een buitengewone oplossing is voor het hoe- denvraagstuk. Bij een en hetzelfde kapje bezit men een aantal randen, die passen bij de verschillende japonnen. Het is op deze wijze dus heel eenvoudig japon en hoed steeds in overeenstemming te bren gen, waardoor een groote zorg op mode gebied van ons afgenomen wordt. Een voorname factor voor een smaak volle garderobe zijn de verschillende handtasschen; er zijn tegenwoordig aller lei modellen uit de meest verschillende materialen gemaakt, voor het strand, voor de wandeling, voor 's avonds. Het is wer kelijk phenomenaal wat hierin den laat- sten tijd bereikt is. Voor badplaatsen en „Kurorte" zijn het de linnentasschen, voor den namiddag vooral die van krokodil- en andere exotische leersoorten, meestal in den vorm van een langwerpige zak, waar aan een groote metalen ring bevestigd i9. Voor 's avonds komt nog steeds het platte gobelin- of paarlentaschje in aanmerking waarbij zooveel mogelijk schakeeringen ge zocht worden om éeze tasschen bij de ver schillende toiletten te kunnen dragen. Onontbeerlijke begeleidsters der elegante vrouw zijn de snoezige „poeder-mascottes" geworden, wier aardige samenstelling van talisman en gebruiksvoorwerp oorzaak zijn dat ze zich in de gunst der mondaine vrouw mogen verheugen. Meestal zijn het doosjes in den vorm van een of ander modehondje, zooals een (Pekingeesje, Schnauzer, Terrier of Griffon) een aapje enz. of een fantasiefiguur (Felix, de Kater, film „Micky" en dergelijke; bovendien be- hooren deze doosjes nog een bepaalde talis man uit te beelden (een spin. kikvorsch enz.) De doozen zijn van binnen zoo in gericht dat ze elk formaat vaste poeder kunnen bergen en bovendien nog een spie gel en poederkwast bevatten. Deze doos is op reis dus wel heel practisch en elke vrouw zal het een voorrecht vinden een dergelijk grappig exemplaar haar eigendom te mogen noemen, (in 't midden links.) Ook schoenen moeten met zorg en ver stand gekozen worden; tot de voetbeklee- ding. welke door de haast bij het afreizen vergeten wordt, behoort een chique-een voudige tennisschoen, welke tegelijkertijd ook veel aan het strand gedragen wordt, verder een practisch linnen schoentje en tenslotte de nauwsluitende badschoentjes, in overeenstemming met het badpak waar ze bij gedragen worden (links onder.) Tot de verdere details die een verblijf aan zee veraangenamen behoort ongetwijfeld een waterbal, waar je ontzaglijk veel pret mee kunt hebben en die gemakkelijk mee gevoerd wordt. Met een klein luchtpompje blaas je hem op. Een ketting bestaande uit gummipaarlen en een parasol van geolied papier vol tooien het geheel. W. U. VIER PAAR HANDSCHOENEN heeft de moderne elegante vrouw noodig, wil ze tenminste met de mode meedoen. Langen tijd werd de handschoen als een ondergeschikt iets beschouwd, doch haar herstel is volkomen en men beschouwt dit kleedingstuk thans al9 éen „conditio sine qua non". De handschoenen worden, voorzoover dit mogelijk is, in kleur en maaksel in overeen stemming gebracht met het toilcv, waarbij deze gedragen worden. Terwijl het er hierbij dus wel op een goede keuze aankomt, is het allerbelang rijkste toch wel een goed model en onbe rispelijke afwerking en wanneer deze twee factoren aanwezig zijn laat men elke gar neering gaarne achterwege. Bij een sportief jurkje draagt men (zoo als onze eerste afbeelding laat zien) de soepele korte wildleder of nappa-hand- so'hoen, bij 'n zijden toiletje of 't nu effen of gekleurd is de schulpenhandsdhoen bij de mouwlooze capevormige jurk ziet men het half lange model, dat alleen een stukje van den bovenarm vrijlaat, terwijl bij het uitgesproken avondtoilet de lange handschoen behoort, welke buitengewoon elegant staat en waarbij het uitsluitend op de juiste kleur en den goeden pasvorm aan komt. Vrij naar het Engelsch - H. ANTONSEN (Nadruk verboden). 3) Opeens vervulde een heldere, prachtig, trillende toon het vertrek. Meteen was de belangstelling van het meisje gewekt. Daarna ging de toon over in mineur, ver vloeide in trillende nootjes en begon dan b arts toch tel ijk te jammeren. Dick had er slag van. ongetwijfeld. Hij speelde werkelijk heel gevoelig op het eenvoudige en goed- koope instrument en het was Joyce, als zag ze vqor haar geest een armen, dronken stumperd, tegen een lantaarnpaal geleund, huilend \ran wanhoop. Het was in het eerst zoo realistisch, dat ze van ontzetting haar adem inhield. Daar na kreeg het grappige van het geval vat op haar en ze barstte in lachen uit. Toe, Dick, hou op! Hou in hemelsnaam toch op! Dick's plechtige gezicht vertrok zich tot een grijns van plezier, maar in plaats van op te houden, ging hij over in een straat liedje van weemoedige liefde, dat door ieaei straatorgel in dien tijd werd afgezaagd'. De dronkenlap verdween uit Joyces' gedachten en in zijn plaats verscheen een café in een smerige, natgeregende straat. Er voor stond een vrouw in lompen met piekerige haren, die liedjes zong voor een paar centen. Joyce keek hem met groote oogen aan. Waar heb je dAt spelen geleerd? En waar haal je die ontroerende melodieën vandaan Ontroerend? Och, het zijn gewone volksdeuntjes, maar ik speel ze nu eenmaal op mijn mander. Joyce huiverde. Dan moest jij er uitvoeringen van geven op jouw manier. De mensdhen zouden er van rillen van ontroering. Dick lachte hartelijk. Drommels, dat is een goed idee! Als alles me mislukt,, wie weet! Kom, laten we hier den boel eerst een beetje opruimen, dan ga ik den ouden heer een pootje geven. Ze maakten volstrekt geen haast. Als het lawaai, dat ze door het slepen met bagage langs de trap hadden gemaakt, hun vader niet in zijn werk gestoord had, dan was er alle kans, dat hij het niet eens bemerkt had, dat Dick was thuisgekomen. Toen Dick klaar was met het wegbergen van zijn kleeren en al zijn verdere spullen wat op orde gebracht had, bleef hij midden in de kamer staan, knorde van tevredenheid en verschikte hier en daar nog wat. Hij zette het bed een beetje schuiner en verhing een schilderijtje, dat geen goed licht had. Eindelijk was de kamer volkomen naar zijn zin, ofschoon de veranderingen, die hij aan gebracht had. zeer gering waren geweest. Vlak tegen de zoldering had hij een roei riem opgehangen, zoo. dat de namen en cijfers, die op 'tblad geschilderd waren, van onderen af leesbaar waren. Er waren twee zilveren beker?, die elk op een hoek van den schoorsteen stonden. Die links stond zat vol golfballen. Rondom de wanden hin gen foto's van jonge mannen in roei- costuum, die zelfbewust stonden te lachen. Dick stond op elk dezer foto's. Ze vorm den een soort geschiedenis van zijn college- tijd. Op de oudste stond of zat hij ergens bescheiden in een hoekje achter de anderen, maar hoe jonger de groepen werden, hoe meer hij in 't midden stond, totdat hij op de laatste als captain op de eereplaats zat. De boekenplank, boven het bed tegen den wand, scheen hoofdzakelijk werk van Kip ling te bevatten. Overal verspreid lagen rookartikelen, een tabakspot met het wapen van het college er op, een sigarettendoos, pijpen en allerlei dingen en op tafel stond een groote vaas bloemen, die getuigenis af legden van Joyce's blijdschap over z'n thuis komst. Dick snoof er met welbehagen aan. Wat staat zoo'n vaas bloemen toch gezellig. Ik hoop maar, dat ze die goede ge woonte volhoudt. Daarop ging hij naar de badkamer, nam een koude douche, kleedde zich in een wit flanellen broek en een trui en ging met ee/i pijp in den mond fluitend de trap af. Hij stak zijn hoofd om den hoek der eet kamer Joyce keek glimlachend op. Dick bleef grinnekend om de deur staan kijken. Ik wed, dat de oudfe heer vandaag geen steek meer uitvoert! Is de thee bijna klaar? Over tien minuten. Dick deed de deur weer dicht en liep op zijn rubberzolen de gang door, tot aan de deur van zijn vaders kamer. Even stond hij stil alvorens te kloppen. Dat was altijd zoo zijn gewoonte ge weest. Als kleine jongen was hij die kamer nooit binnengegaan, als er niet een of andere streek uitgehaald was, waarvoor hij een standje ging halen. De stemming van die kamer met haar hooge boekenkasten, Het elegantst voor 's avonds is de pastel- kleurige handschoen, doch ook zwarte zijn zeer gezocht, daar deze het meest practisch zijn en bovendien het voordeel hebben bij elke kleur japon gedragen te kunnen wor den (zelfs bij een lichte japon staan zwarte handschoenen en schoenen uitstekend.) W. U. ANTIEK GESTILEERDE KRAGEN. zijn voor de nieuwe mode zeker karakte ristiek en daarom de aandacht wel waard. Het zijn geen bepaalde, naar voorgeschre ven modellen gemaakte kragen, doch er zijn modellen die veel overeenkomst met de Spaansche vertoonen (in 't midden) verder veel maaksels, die ons weer terugvoeren naar den Biedermeiertijd wat vooral tot uitdrukking komt in de geplisseerde re vers. (laatste schets). Tenslotte spelen de verschillende Berthen-modellen (welker naam ontleend is aan de modellen, die overeenkomst vertoonen met de kragen die aan het hof van „Koningin Berthe" ge dragen werden) een tamelijk belangrijke rol. W. U. Zie dAt was nou eens een verrassing: iusscihen het stapeltje brieven van huis vrouwen met winkelhaken in haar goed, vlekken in haar tafellakens, overvloed van groente en een tekort aan inmaakkennis, van moeders of a.s. dito's, die graag nuttige handwerken willen fabriceeren en van lieve oude dametjes, die iets speciaals willen in elkander zetten voor de kinderen in de Oost, lag er nu opeens een epistel van een mAn; ja heusch van een MAN en wAt voor man: een, met verstand van motten! Is het niet schitterend? Heeft u ooit zoo iets ge zien? En deze mijnheer is zoo vriendelijk mijn lezers en mij nog iets te vertellen van het onze-zomerrast-en - zomergenoegen - beder vende gespuis, dat zoo geweldig vraatzuch tig is. De motten zegt hij, hebben de keratine noodig, dat is een bestanddeel van wol, haren, veeren enz. De keratine heeft een bepaalde reuk, waarop de motten afkomen om in die keratine-bevattende stoffen hun eieren te leggen. Wanneer wij, die niets op motten gesteld zijn, dit gedierte dus op een afstand willen houden moet de keratinereuk geneutrali seerd worden. Dit kan geschieden door kamfer, naphtaline, terpentijn, ammonia en dergelijke. Hierdoor wordt het verschijnsel verklaard, dat motten in een flesoh met kamfer lustig blijven leven. Kamfer en naphtaline verdelgen de motten niet, dodh wanneer zij op plaatsen komen, waar kamfer gestrooid is, dan ruiken zij daardoor de keratine niet en leggen er dus geen eieren. De>ze man met het motten-verstand doet mij meteen een middel aan de hand om b.v. crapauds van mot of motlarven te zuiveren. Bij ondervinding weet hij, dat zij bij lage temperatuur gedood worden. Hij heeft n.l. eens een fauteuil, waarin de mot zich voor goed gevestigd scheen te bebfoen 11* dagen •bij een temperatuur 8 gr. Celsius be waard; toen bleek het kwaad geheel over wonnen te wezen. Trouwens, men weet dat met vreemde, beduimelde boeken, met het stoffige, gerafelde karpet, en met het eene olieverfportret van een streng uitziend man in ouderwetsche kleederdracht, was somber en streng. Het venster, dat uitzicht gaf op het gras veld en de wuivende hoornen was omgeven door zware donkere gordijnen. De stoelen waren oud en ongemakkelijk. In de geheele kamer was geen enkel vriendelijk plekje. Op zijn bedaarde kloppen kreeg Dick geen ant woord; hij klopte dus nog eens, nu iets har der. Toen ontstond er binnen een zenuw achtig geschuifel en een knorrige stem riep: Binnen. Dick trad binnen en sloot de deur achter zich dicht. Terwijl hij dit deed, had hij het gevoel, alsof hij ineenkromp en weer een kleine jongen was. Zoover hij zich kon her inneren, had hij altijd precies hetzelfde ge zien, als hij door die deur heen de kamer binnenkeek: den rug van zijn vader gebogen over zijn schrijftafel, groote, dikke boeken opengeslagen rondom hem heen en den groo ten, glazen inktkoker naast zijn schrijfmap. Het krassen van zijn veeren pen was het eenige geluid. Enkele oogenblikken stond hij in de deur stil. Dan haalde hij diep adem en stopte zijn pijp in zijn zak weg. Zoo, vader! zei hij opgewekt, liep de kamer door en kwam naast den lessenaar staan. Hoe gaat het er mee? De veeren pen hield op met krassen. Ver wonderd keek zijn vader op. Wat is er? vroeg hij verwonderd. Wat is er? Zijn gezicht 9tond echt vermoeid en zijn huid was droog en rimpelig door gebrek aan frissche lucht. Zijn haar wa9 peper en zout kleurig en zijn lippen waren heel dun. Zijn RECLAME. tengevolge van de zomerwarmte, overwint men spoedig door het gebruik van een paar Hijnhardt'i Zenuwtabletten. Bui9je 75 ct. 4370 dit ook de methode is voor het bewaren van bontjassen e.d. Zaken ,die zich daarop toeleggen, helhben speciaal hiervoor ge bouwde kluizen of kelders, waar het bont bij zeer lage temperaturen opgeborgen wordt. En zoowaar weer een breiverzoek! Een a s. grootmoeder wil een soort slobkousjes maken om het kindje, dat in het najaar geboren zal worden, van den winter warme beentjes te bezorgen, fk heb een leuk patroon van een combinatie van sokjes en kousen, die gemakkelijk te breien is. Schaf u aan 42 gram Baldwin en Wal ker's 3 draads Scotch Fingering, drie brei naalden No. 10 en 183 c.M. smal lint. Begin met losjes 52 steken Op te zetten en brei dan 18 toeren het ribbetje: 3 recht 2 averecht; 19e toer; A 1 recht omslaan, 2 te zamen; vanaf A herhalen tot het einde van den toer. Dit figuur vormt de gaatjes om later het lintje door te rijgen; 20ste toer: averecht; 31ste toer: recht; 22sle averecht? dan beginnen we aan de knie. lste toer 46 recht, omkeeren; 3de: 40 averecht, omkeeren; 3de; 38 recht, om keeren; 4de 36 averecht, omkeeren; 5de: 34 recht, omkeeren en zoo doorgaan, telkens de eerste steek afhalen en 2 steken minder breien tot er nog maar 16 steken in het midden over zijn; daarna omkeeren en recht tot het einde van de naald. Dan is de knie af. Voor het been moet de volgende toer averecht gebreid worden. Daarna over een lengte van 12'/> c.M. het ribbetje 3 recht, 1 averecht breien; dan 5 c.M. een ribbetje 2 recht, 2 averecht. Nu moeien er weer gaatjes gemaakt worden voor het lintje: A 1 recht, omslaan, 2 te zamen breien en van A at herhalen tot 'het einde van den toer, net als hier boven. Daarna drie toeren het ribbetje 2 recht, 2 averecht en dan is u aan den voet toe. Brei 18 steken recht en op de volgende 16 steken recht heen en recht terug over een lengte van 26 toeren. Breek nu de wol af en hecht haar weer aan op de plaats waar 18 steken waren blijven staan. Neem 13 steken op langs den kant van de wreef en 8 steken over de teen. Nu een andere naald nemen en de overblijvende 8 teen- steken breien. 13 steken opnemen langs de andere zijde van de wreef en ook de 18 overige steken van den enkel. Brei 10 toeren op deze twee naalden: recht heen en recht terug, dan 5 toeren aan het begin en het eind van elke naald 1 steek minderen. Daarna de steken te zamen breien en af kanten of aanmazen. 'De andere kous wordt precies op dezelfde manier gebreid. Rijg ten slotte vier lintjes door de gaatjes aan de knieën en aan de enkels, dan zijn de kousjes klaar. En dan vroeg iemand mij wat een halve gedraaide is en hoe die gemaakt moet wor den. Een halve gedraaide is een soort restan ten-schotel. Hier volgt het recept: 100 gr. koud vleesch, 4 koude aardappelen, 2 hard gekookte eieren, wat ingemaakte biet, uitjes en augurken, 1 eetlepel sla-olie 1 eetlepel azijn, 1 theelepeltje soja, een beetje mos terd en wat peper. Hak vleesch. aardappelen, één hardge kookt ei, wat uitjes en augurken samen fijn; vermeng het tot een samenhangend geheel met de olie, de azijn en de soja; maak het naar 9maak af met wat mosterd, peper en zout. Schik het geTecht eenigszins kussenvor- mdg op een schaaltje. Garneer het langs den rand met de in vieren gesneden bietenplak jes, het in partjes gesneden 3dc ei en wat frissche krulpieterselie en strooi over het middengedeelte nog wat gehakte uitjes en augurkjes. Het is een geschikt gerecht voor de koffietafel of het avondeten. oogen stonden peinzend. Ze schenen naar iets in de verte te staren. Hij was mager en smal in de schouders en vulde den grooten stoel maar voot een klein gedeelte. Hij wa3 het type van een drogen kamergeleerde, wiens levenswerk bestond in het overschrij ven in één boek, wat er aan wijsheid in hon derd andere boeken te vinden was. Na den dood van zijn vrouw had hij zich geheel te- rtiggetrokken in zijn studeerkamer, waar bij te midden van zijn Grieksche boeken en dikke lexicons verdoken den ganschen dag doorbracht Alleen de dood scheen in staat te zullen wezen, hem er tusschen uit te halen. Dick slak hem de hand toe. Het spijt mij, dat ik u gestoord KeB, zei hij. Maar ik ben net thuisgekomen en wilde u toch graag even goeden dag zeggen. Zijn vader legde met weerzin de pen neder en nam de hem toegestoken hand aan, met een pijnlijke trekking om den harden greep van zijn zoon. Ben je terug, Richard, vroeg hij ver-, slrooid. Laat eens zien, den hoeveelsten heb"- ben we vandaag? Hij wendde zich om naar den kalender. Dick begon te lachen. Nee, dat geeft u niets. Ik ben daarna nog naar Henley ge weest en we hebben gewonnen I Hij zei het met den echten trots van een captain, die zijn ploeg ter overwinning gevoerd heeft. Zijn vader voelde er niets voor. De dagen, dat hij zelf eludenl geweest was, waren al zoo lang voorbij en lagen begraven onder een hoop woordenboeken en stoffige folianten. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13