R.H.W. Fruit-Soda Vreest geen Examen 71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 25 Juni 1930 Derde Blad No. 21555 BINNENLAND. 1906 LET OP R. H. W. GEMENGD NIEUWS. De arme man en de omkoop bare rechter. KEURINGEN van UITGEVOERD VEE EN VLEESCH. Ontvangsten en nitgaven over 1928 en 1929. Op vragen ran het Tweede Aamerbd Fleskens: Is de minister bereid opgave te ver strekken 1. van het bedrag der vergoeding van on kosten, ontvangen volgens art. 68 der Vee wet, ft. voor keuring van uitgevoerd vleesch b. voor keuring van uitgevoerd vee, resp. over 1928 en 1929; 2. van het bedrag, 3at resp. Over 1928 en 1929 werd uitgegeven voor de uitvoering yan de onder la en lb bedoelde keuringen 7 Is de minister bereid ter bevordering van den vleesch- en vee-export de hiervóór be doelde keurloonen te verlagen, indien blijkt, dat in de schatkist meer gevloeid is dan tot dekking der onkodten i6 noodig geweest 1 Is de minister niet genegen in overwe ging te nemen, om de bedragen, die sinds dc inwerkingtreding der Veewet in de schatkist gevloeid zijn, verminderd met de gemaakte noodzakelijke kosten, te doen be steden, om den export van vleesch en vee in deze moeilijke tijden zooveel mogelijk te bevorderen! heeft de minister van binnenlandsche zaken en landbouw geantwoord: Vraag 1, le. De vergoedingen dezeT on kosten bedragen: a. voor keuring van uitgevoerd vleesch: 1928 1929 f. 544.958.76 f. 427.894.40; b. voor keuring van uitgevoerd vee: 1928 1929 f. 97.288.90 f. 93.005.45. Vraag 1, 2o. Ten aanzien van de in deze vraag bedoelde gegevens zij opgemerkt, dat verschillende posten slechts geschat kunnen worden, aangezien de kosten, gemaakt ter uitvoering van de keuringen van vee èn vleesch, niet in allen deele nauwkeurig te scheiden zijn van die der overige werkzaam heden van den Veeartsenijkundigen Dienst, inzonderheid voor zooveel salarissen, Teis- en verblijfkosten en vacantiegelden, zoo mede enkele andere kleinere posten betreft. Hetzelfde geldt ook ten aanzien van de afzonderlijke keuringen van vee en van vleesch. RECLAME. FLIT doodt insecten sneller Let op de gele bus met zwarten band. m jr ff X 3605 Niettemin is getracht, een zooveel mo gelijk met de werkelijkheid overeenkomen de opgave te verstrekken. voor keuring van uitgevoerd vleesch 1928 1929 f. 261.760 f. 283.838; b. voor keuring van uitgevoerd vee 1928 1929 f. 108.600 f. 122.840. Vraag 2. Uit de voor 1928 en 1929 ont vangen bedragen aan keurloonen blijkt, dat deze inkomsten voor het Rijk niet toe nemen, maar afnemen. Daartegenover staat een vermeerdering van de uitgaven. Mocht in de toekomst blijken, dat de in komsten de uitgaven blijven overtreffen, dan is ondergeteekende bereid te bevor deren, dat de bedoelde keurloonen woTden verlaagd. Vraag 3. Ten aanzien van deze vraag zij allereerst verwezen naar het antwoord van zijn ambtsvoorganger van 28 Februari 1928 en de daarbij verstrekte inlichtingen f Ge drukte Stukken Zitting 1927—1928, no. 298) op 'de adressen van den bond van Neder landsche Vlecschexporteurs te Rotterdam en van de Vereeniging van Nederlandsche Baconzouters te Nijmegen en het verslag der commissie, in wier handen deze adres sen zijn gesteld, d.d. 27 November 1928 (Ge drukte Stukken. Zitting 19281929, No. 114), zoomede naar het schrijven van den toenmaligen voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, d.d. 14 Febr. 1929, no. 311, waaruit blijkt, dat de Tweede Kamer zich destijds met de conclusie van genoemde commissie heeft vereenigd. Er werd geen voldoende grond aanwezig geacht, om de sinds de inwerkingstelling der Veewet eventueel in de schatkist ge vloeide bedragen, waarmede de ontvang sten voor de keuringen van voor uitvoer bestemd vleesch en vee de hiermede ver band houdende uitgaven overtreffen, weder op de een of andere wijze beschikbaar te stellen. HieTbij zij opgemerkt, dat. geheel los van de in de vraag gestelde gronden, aan de Nederlandsche vereeniging Bacon-Contróle ter uitvoering van de bepalingen der Land- bouwuitvoerwet 1929 een subsidie van f. 60.000 werd verleend. HULDE AAN DE KONINGIN VAN INWONERS VAN SIEGEN EN DILLENBURG. Een reisgezelschap van 62 personen, in- j woners van Siegen en Dillenburg, dat eenige dagen in Nederland heeft vertoefd, heeft de Nieuwe Kerk te Delft bezocht, waar bij de tombe van Wiillem den Zwijger, de museum directeur Kruse, uit Siegen, in een rede de groote daden van den Oranjevorst roemde. Het gezelschap legde een grooten krans mei oranje Linten met opschrift: Ihrem grossen Sohne, die Nassnu-Oranische Heimat, op het praalgraf. s Middags bracht het gezelschap een be'- zoek aan het Oranje-Nassau-museuin in Den Haag. waar het door den secretaris der ver eeniging Oranje-Nassau, dT. Staring, ver welkomd werd. Het gezelschap heeft een adres van hulde gezonden aan Koningin Wilhelminn. o OPLEVING VAN HET LUCHTVERKEER. Men bericht- aan de ,,N. R. Crt." Gedurende den eersten tijd van den zomerdienst van het luchtverkeer, voldeed het passagiersvervoer niet geheel aan de gestelde verwachtingen. Het bleef op som mige lijnen van en naar Nederland t2n achter bij verleden jaar. Sinds de laatste twee weken vertoont zich echter op alle een groeiende toeneming, waardoor de cij fers belangrijk boven die van de overeen komstige periode van het vorige jaar uit komen. De transitodiensten zijn zeer goed bezet en het fraaie zomerweer begunstigt de boeking ten zeerste. ALGEM. NEDERLANDSCHE METAALBEWERKERSBOND. In de vergadering le Rotterdam van den Algem. Nederl. Metaalbewerkers Bond is tot secretaris gekozen de heer C. Oosterhoorn uit Rotterdam. Verder is lot penningmeester gekozen de heer II. J. van der Born te Utrecht, in de plaats van den heer Sikkema, die den zesligjarigen leeftijd bereikt heeft. In de plaats van den heer H. WaMiher uit Arnhem werd gekozen de heer J. Wacht uil Rotterdam. De bestuursleden M. J. Goedee uil Utrecht D. W. van Haltem uit Hengelo, P. van Eek, Amsterdam, F. Salome, Den Haag en P. Danz (Den Haag) voorzitter, werden her kozen. allen bij acclamatie. De heer G. van der Houven, Den Haag, werd in verband met zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer alleen benoemd tot bondsTedacteur. J. WIJMA f. Te Groningen is overleden in den ouder dom van 62 jaar de pikeur J. Wijma, die in binnen- en buitenland een zeer bekende figuur was als pikeur van tuigpaarden RECLAME. BOTSING TUSSCHEN VRACHTAUTO en STOOMTRAM Locomotief eii vier wagens omgeslagen. Gistermiddag circa half vier kwam te Bergen (L.) een zware vrachtauto uit Gen nep, beladen met mais, in botsing met de stoomtram van de Maasbuurt-spoorweg van de lijn VenloNijmegen. De chauffeur wist tijdig uit de auto te springen. De auto werd ruim 100 M. door de tram mee gesleurd. waarna de machine derailleerde en omsloeg. De machinist wist nog tijdig van de machine af te springen. De vier volg wagens van de tram derailleerden even- eens en sloegen geheel in en over elkaar. Zoowel de chauffeur van de vrachtauto als de machinist werden gewond, vermoe delijk niet ernstig. De materieele schade is zeer aanzienlijk. De geheele lijn is versperd. Van Gennep uit is men de lijn aan het vrijmaken met een hulptram. BOTSING TUSSCHEN AUTO EN HOOIWAGEN. Gisteren kwam op den Bussumschen Grintweg te Bussuui een auto, bestuurd door den heer D. M., in botsing met een hooiwagen. De bestuurder W. W. werd van zijn wagen afgeslagen en moest met een paar gebroken ribben naar de St. Gerardus Majellastiehting ter verpleging worden vervoerd. KAN MET HEETE KOFFIE OMVER GEWORPEN. Het 8-jarig dochtertje van den heer K. te Bussum had het ongeluk bij het spelen een koffiekan omver te werpen, waardoor zij de heete koffie over het lichaam kreeg. Met ernstige brandwonden overdekt, werd het meisje naar de St. Gerardus Majella stiehting overgebracht, alwaar het spoedig daarop overleed. DOODELIJK ONGEVAL DOOR VERKEERD UITWIJKEN. Gistermiddag week de 15-jarige R. leer ling der Handelsschool en wonend te Soest verkeerd uit voor een met steenen geladen wagen in de Zonnebloemstraat te Amers foort. Hij werd op slag gedood. IN VOLLE VAART TEGEN EEN AUTO GEREDEN. Gisteravond te omstreeks zeven uur reed de 24-jarige ongehuwde bouwvakarbeider J. Uytendael, wonende te Santpoort, op den rijksstraatweg tusschen Velsen en Sant poort met zijn motor in wolle vaart tegen een vrachtauto aan. De man was onmiddellijk dood. VOERMAN DOOR ZIJN WAGEN OVERREDEN. Gisteren is in het gasthuis te Grave overleden de voerman J. de Bruin uit Bal- goy, die daags tevoreE, toen hij van zijn wagen wilde stappen, onder een der wielen terecht kwam en zwaar verwond moest worden opgenomen. VITRIOOL GEDRONKEN. In een onbewaakt oogenblik was het 4- jarig kindje van den heer van B. uit de Rem brand tstraat te Tilburg in den kelder geslopen en dronk daar uit een fleschje vitriool. Ofsdhoon men den kleine terstond naar het Ziekenhuis overbracht, mocht ge neeskundige hulp niet meer baten. Het kind was na een uur overleden. BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN. Te Stadskanaal is gistermiddag de 21- jarige mej. D. Koops bij het zwemmen in de badinrichting verdronken. De ontboden geneesheer constateerde hartverlamming. SLAAPZIEKTE. Te Nieuw-Schans heeft zidh een geval van slaapziekte voorgedaan bij het zes-ja rig kind van den arbeider J. Bol. Dame: „Ik geef nooit aan de deur". Bedelaar: „Da's niks mefrau. 't Schikt me ook wel, om effe binne te komme". (Humorist). RECLAME. want er is een middel dat kalm houdt en waardoor Uw geest helder blijft. Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden U voor zenuwachtigheid. Ze zijn verkrijgbaar in kokers van 75 ct. bij Apoth. en Drogisten. BUITENLANDSCH GEMENGD. DE „SOUTHERN CROSS" NADERT AMERIKA. Geregeld blijven de berichten over de Southern Cross binnenkomen. Alles is wel aan boord. Het schip kwam in een dichte» mist. Kingsford Smith seinde: Alles gaat best Ik wou, dat we uit dien !>eestachtigen mist- konden komen. Wet voelen er ons zoo in opgesloten. Later volgde regen en mist. Gevlogen werd toen op 80 M. hoogte. De snelheid bedroeg 160 K.M. per uur. Diverse schepen werden gepasseerd. Om 5 uur gistermiddag was de helft vad de'route afgelegd, om 10 uur was het vlieg tuig juist voor de groote zandbanken. Het was daar weer mistig en koud. Om 17 minuten over 12 (Am sterdam ache tijd) werd gemeld, dat het vliegtuig zich' nog steeds in den mist bevond, terwijl de zon onderging. De marconist liet zich verleid*! tot lyri sche ontboezemingen en gaf een beschrij ving van de eigenaardig blauw-lichtende zee, waarin de roode zon onderging. Om 0 uur 32 min. seinde hij. dat het vrij donker begon te worden, terwijl dc lampen' eeD gezellig schijnsel gaven in de cabine. ,,Ik ga nu een sandwich eten", hoordé men hem zeggen. Om 0 uur 43 minuten was hem dit blijk baar goed bekomen„Wel", zeide hij. ,,il£ geloof, dat dit een zeer behoorlijk soup«r was aan boord van dit 6chip." Hij roemdé de hartige sandwich, maar de koffie was hem niet zoo goed bevallen. Uit New-York zijn gisteren draadloos aanwijzingen gezonden aan Kingsford Smith" betreffende de regeling der benzine-voor- ziening. De mededeeling'omvat een beschrij ving van de aanvulling van den benzine voorraad en geeft Smith instructies hoe hij met zijn vliegtuig moet manoeuvreeren om de aanvulling tot stand te brengen. Het vliegtuig, dat hiermede belast is zal ech ter alleen worden uitgezonden als Kingsford Smith er om vraagt. O VEERBOOT IN KOREA OMGESLAGEN. Volgens een bericht uit Foe-San (Korea? is op de rivier Ja-Loe een veerboot ten ge volge van den sterken stroom omgeslagen. Er zijn 23 menschen en vier paarden in het water om het leven gekomen. o SLACHTOFFER VAN DE ZEPPELIN-VLUCHT. Uit Butzow in Mecklenburg wordt gemeld, dat, toen de Zeppelin zich boven Neuen dorf bevond, het paard van den landbouwer Becker, die zich op het veld bevond, door het geronk van de motoren van het lucht schip schichtig werd en op hol sloeg. De landbouwer viel van den wagen en een der wielen ging hem over het hoofd, zoodat hij spoedig daarop overleed. Er waren eens twee breeders; de een was lijk, de andere arm. De arme ha-a zes janaeren, de rgke bezat maar ëén kina. Omdat hg geen ossen bezat, kon de arme niet zijn akker ploegen. Daarom verzocht hg zgn broer hem de ossen te leenen; deze antwoordde echter: „Werk zes dagen voor mg, dan knnt gg den zevenden dag de ossen met een knecht voor uzelf krijgen." De arme broeder werkte zes dagen voor den rgke; den zevenden dag was het echter Zondag en bleef hij thuis. Des Maandags komt hg bg zgn broer: „Nu ga ik voor mij ploegen." „Hebt ge het dan verdiend? Heden is het fle eerste dag." „Maar ik heb toch voor u de heele week gewerkt!" „Dat telt niei Gij hebt uw dag aan onzen Lieven Heer geschonken, omdat ge niet verkoost te ploegen. Indien ge wilt, kunt ge wederom voor mij een week ar- beiden." De arme stakker moest opnieuw een week voor den rijken broer arbeiden, totdat de volgende Zondag aanbrak. De rgke broer gaf hem toen vier ossen en een knecht. Nauwelijks waren ze op den akker aan. beland en hadden amper een ronde, gedaan of daar komt de Dood. „Wat voert gij daar uit? Het is toch Zondag! Wil kiezen: zullen de os9en crepee- ren, of moet uw broer of beter nog, zgn eenigen zoon, sterven?" Toen antwoordde de arme: „Al blgjft mijn akker ook onbeploegd, dan nog is het beter, dat de ossen crepeeren, dan dat mijn broer ol zgn eenige zoon zon sterven." Nauwelijks had hij uitgesproken, of de essen vielen dood ter aarde, alle vier. De mannen namen toen het juk van de ossen af, spanden zich voor de ploeg en sleepten ze naar huis. De broer ziet ze aankomen. „Waar zgn de ossen?" I „De Dood is gekomen en heeft aldus gesproken: Of gij, of nw zoon, of de ossen zullen sterven." „Gg hebt te veel van de beesten ge vergd, daardoor crepeerden ze." „Ik zal u toonen, broeder, dat wij niet eens geheele ronde afgelegd hebben." „Wij gaan naar den rechter, ik kan u dit, broeder, niet vergeven." De arme nam een stuk brood mee om met den broeder naar het gerecht te gaan; de rijke belaadde zich met geld; met fijn brood en pekelvleesch, want hg ging im mers om recht te verkrijgen. Nadat zij ongeveer een mijl hadden af gelegd, hielden zij bij een herberg stil. De waard was een naamgenoot van den rgke. „Welkom, naamgenoot!" riep hij uit. „Geef mg een stevigen borrel!" sprak de rgke. Hg dronk zgn borrel leeg, haalde het pekelvleesch en het brood voor den dag, schoof hij een tafel aan en begon te eten. De arme ging vlak bij de kachel staan, leunend met den rug" tegen een groot scherm, dat warm was. De arme dommelde in, zooals hg stond; vlak bg hem lag, in een wieg, een zuigeling te slapen. Opeens valt hij, slaapdronken, ter zijde, op hel kind, dat op de plaats dood bleef. Meteen zegt de rijke: „Ziet ge wel, naamgenoot, wat voor een moordenaar hg is!" Ü6 waard antwoordt: „Mijn kind geef ik hem niet cadeau; ik ga met u, naamgenoot, naar het gerecht." De herbergier gaat vooruit; de naam- genoot achter hem aan; dan komt de moor denaar. Zij kwamen bjj een breed water, waarover een hooge brug geslagen was. De arme overlegt bij zichzelf wat hem te doen staat. „Krijg ik niet de doodstraf voor de os- sen, dan krijg 'k haar voor het kind. Er blijft rag niets anders over dan van de brng in het water te springen." Onder de brug stond een rgke man te hengelen. Toen de arme het water in sprong, lette hg op niets, sprong den rijken man boven op het hoofd en verrekte diens nek. Meteen greep de visscher hem vast, liet hem echter niet verdrinken. Eenig fcu- muld ontstond, de andere twee kwamen aangeloopen. De rijke hengelaar wilde even min den arme zijn verstuikte nek vergeven. Hij liet inspannen, nam in den wagen plaats en nam den arme mee. De arme is big »a behoeft hij niet te voet te gaan. Aldus kwamen zij voor den rechter. Zg beraadslaagden, hoe zjj getuigen zouden en werden 't er over eens: zij zouden nieit allen tegelijk, maar de een na den ander spreken. Als eerste treedt de arme broe der vóór den rechter. De arme ziet levens dat een baksteen nit den muur naar be neden is gevallen. Hij steekt den baksteen meteen onder zijn arm. „Veroordeeld mij de rechter tot opknoo- pen, dan kan me ook niets meer "schelen en sla ik hem met dezen steen morsdood!" De rechter gelastte hem naderbij te komen. Hij stapt vooruit en duwt den steen wat recht, dat hij niet omlaag kan vallen. De rechter denkt stiekum bij zichzelf, d;at hier zeker van een geschenk sprake is; de rgke immers dlroeg niets onder den arm! De rechter neemt nu de partij van den arme. „Vertel mjj, wat voor een onrecht u aangedaan is," beveelt hij 'den rgke. „Mijn broeder heeft mijn vier ossen ge- dood, nadat hij bij mij twaaH dagen ar. beidde en ik hem den Zondag voor het ploegen afstond." De rechter blaft hem aan: „Hoe? Gij liet hem op Zondag ploegen?" Geen woord nu verder meer, rijke. Ver tel gg mjj arme, hoe kwam het dat gij zgn ossen dooddet?" De arme vertelde wat hij met den broe der was overeengekomen: Zes dagen ar beiden en den zevenden zou hg zelf heb ben om te ploegen. „De zevende dag was Zondag, daarom bleef ik tehuis. Ik kwam den Maandag om voor mij te ploegen, maar daar zegt mijn broeder mg, dat hij niets meer schuldig is. omdat gisteren de zeven de dag was geweest. Ziehier zijn woorden: „Hadt gij, bedelaar, maaT niet thuis ge zeten, maar waart gaan ploegen, nu ik u dc ossen en een knecht wilde geven. Werk nu bij mij opnïSaw een wees en g"g zult opnieuw den zevendag dag voor u Ssbbben." „Dus arbeidde ik, hoogmogend" "Heer, in "ei geneei twaafl aagen. Toen gaf hg mg den tweeden Zondag zijn ossen tfoor het plGegen. Ik begaf mjj met de vier ossen en den knecht naar den akker, mijn broeder echter ging naar de kerk. Wjj begonnen met ploegen, legden geen heele ronde af, of daar verschijnt de Dood in vrouwen, gestalte en zegt: „Waarom ploegt gij hier op Zondag?" „Ik ploeg, omdat ik een airme man ben en slechts dit weinige, na twaalf dagen arbeid, bij mjjn broeder heb verdiend." Daarop vroeg de Dood, wat ik mjjn broedeT toewenschte: moest hjjzelf, of zjjn eenig kind sterven, of moesten zijn ossen crepeeren Ik antwoordde, dat liever de ossen dan maar moesten crepee ren, dat ik meelij had met mijn „Nu ziet gjj, rijke man, hoe trouw nw broeder aan n hangt. Ossen kan men groot breDgen of koopen, een vreemden zoon zult gij echter niet tot uw eigen maken, indien uw zoon ware gestorven. En waart gij zelve gestorven, dan hadt gij noch ossen nodh een zoon gehad. En nu procedeert gij nog met uw broeder! Hoeveel ossen hebt ge thuis?" „Vier." „Die behooren nu uwen broeder; u niet meer." De arme voelde zich opgelucht en liet den sleen wat omlaag glijden. De rechter laat den herbergier vóór ko men, opdat hij vertellen zal, hoe zijn kind werd gedood. „Zij kwamen gezamenlijk de herberg binnen De fatsoenlijke gast schoof aan een tafel om een borrel te drinken; de moor denaar ging bij mijn kachel staan om zich le warmen. Hij werd zoo warm, dat hij in dommelde, omzwaaide en op het kind in de wieg neerkwam en hei dooddrukte." „Welnu wat wilt ge nu?" „Dat kan ik hem niet vergeven." „Zorg voor een ander kind, inplaats van het verslagene." „En waar gij u bezeerdet, vordert gij daarvoor niets?" vroeg hij aan den arme. De arme verklaarde, niets te verlangen. „Meneer de rechter daarover ben ik hef niet met u eens!" zei de waard. „Welnu, geef hem nog een koe. en doet gij het niet in der minne, dan zult gij er nog voor betalen ook, waar hij zich bij den val heeft gewond." De arme sjorde den steen weer wat recht, dal hij niet zou tuimelen. De rechter denkt aldoor, dat hij een geschenk voor hem bij zich heeft. Nu komt de derde voor den rechter. „Welnu, wat is uw verlangen?" „Deze man daar heeft mijn nek verrekt." „Hoezoo?" „Ik stond onder de brug te visschen, op eens springt iemand mij op het hoofd, otndaf hij zich wilde verdrinken.' „Welnu, wat verlangt gij daarvoor?" „Dat vergeef ik hem niet." „Laat hij zich dan nu op uwe plaats op stellen, waar gij stondt, en springt gij van de brug naar beneden." „Odh, neen, Heer, ik spring niet." „Welnu, dan zijn, vriendje, uw paaiden niet meer van u." „Liever geef ik twee paarden dan dat 2d dien sprong waag." Nadat de drie beschuldigers waren afge trokken, bleef de arme alleen achter. „Vriendje wat hebt gij daar?" „Hoogmogend Heer, rechter, een bak steen." „Waartoe hebt gij dien noodig?" „Ik dacht dat er valsch zou worden recht gesproken .en dan had ik u met dezen steen vermorzeld." De rechter dankte God, dat hem was in gegeven een eerlijk vonnis te vellen; hij gaf den arme honderd gulden mei de woor den: „Keer huiswaarts en arbeid getroost." o

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9