R.H.W. Fruit-Soda
Vreest geen Examen
71ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 25 Juni 1930
Derde Blad
No. 21555
BINNENLAND.
1906 LET OP R. H. W.
GEMENGD NIEUWS.
De arme man en de omkoop
bare rechter.
KEURINGEN van UITGEVOERD
VEE EN VLEESCH.
Ontvangsten en nitgaven over 1928 en 1929.
Op vragen ran het Tweede Aamerbd
Fleskens:
Is de minister bereid opgave te ver
strekken
1. van het bedrag der vergoeding van on
kosten, ontvangen volgens art. 68 der Vee
wet, ft. voor keuring van uitgevoerd vleesch
b. voor keuring van uitgevoerd vee, resp.
over 1928 en 1929;
2. van het bedrag, 3at resp. Over 1928
en 1929 werd uitgegeven voor de uitvoering
yan de onder la en lb bedoelde keuringen 7
Is de minister bereid ter bevordering van
den vleesch- en vee-export de hiervóór be
doelde keurloonen te verlagen, indien
blijkt, dat in de schatkist meer gevloeid
is dan tot dekking der onkodten i6 noodig
geweest 1
Is de minister niet genegen in overwe
ging te nemen, om de bedragen, die sinds
dc inwerkingtreding der Veewet in de
schatkist gevloeid zijn, verminderd met de
gemaakte noodzakelijke kosten, te doen be
steden, om den export van vleesch en vee
in deze moeilijke tijden zooveel mogelijk
te bevorderen!
heeft de minister van binnenlandsche
zaken en landbouw geantwoord:
Vraag 1, le. De vergoedingen dezeT on
kosten bedragen:
a. voor keuring van uitgevoerd vleesch:
1928 1929
f. 544.958.76 f. 427.894.40;
b. voor keuring van uitgevoerd vee:
1928 1929
f. 97.288.90 f. 93.005.45.
Vraag 1, 2o. Ten aanzien van de in deze
vraag bedoelde gegevens zij opgemerkt, dat
verschillende posten slechts geschat kunnen
worden, aangezien de kosten, gemaakt ter
uitvoering van de keuringen van vee èn
vleesch, niet in allen deele nauwkeurig te
scheiden zijn van die der overige werkzaam
heden van den Veeartsenijkundigen Dienst,
inzonderheid voor zooveel salarissen, Teis-
en verblijfkosten en vacantiegelden, zoo
mede enkele andere kleinere posten betreft.
Hetzelfde geldt ook ten aanzien van de
afzonderlijke keuringen van vee en van
vleesch.
RECLAME.
FLIT doodt insecten sneller
Let op de gele bus met zwarten band.
m jr ff X
3605
Niettemin is getracht, een zooveel mo
gelijk met de werkelijkheid overeenkomen
de opgave te verstrekken.
voor keuring van uitgevoerd vleesch
1928 1929
f. 261.760 f. 283.838;
b. voor keuring van uitgevoerd vee
1928 1929
f. 108.600 f. 122.840.
Vraag 2. Uit de voor 1928 en 1929 ont
vangen bedragen aan keurloonen blijkt,
dat deze inkomsten voor het Rijk niet toe
nemen, maar afnemen. Daartegenover staat
een vermeerdering van de uitgaven.
Mocht in de toekomst blijken, dat de in
komsten de uitgaven blijven overtreffen,
dan is ondergeteekende bereid te bevor
deren, dat de bedoelde keurloonen woTden
verlaagd.
Vraag 3. Ten aanzien van deze vraag zij
allereerst verwezen naar het antwoord van
zijn ambtsvoorganger van 28 Februari 1928
en de daarbij verstrekte inlichtingen f Ge
drukte Stukken Zitting 1927—1928, no. 298)
op 'de adressen van den bond van Neder
landsche Vlecschexporteurs te Rotterdam
en van de Vereeniging van Nederlandsche
Baconzouters te Nijmegen en het verslag
der commissie, in wier handen deze adres
sen zijn gesteld, d.d. 27 November 1928 (Ge
drukte Stukken. Zitting 19281929, No.
114), zoomede naar het schrijven van den
toenmaligen voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, d.d. 14 Febr.
1929, no. 311, waaruit blijkt, dat de Tweede
Kamer zich destijds met de conclusie van
genoemde commissie heeft vereenigd.
Er werd geen voldoende grond aanwezig
geacht, om de sinds de inwerkingstelling
der Veewet eventueel in de schatkist ge
vloeide bedragen, waarmede de ontvang
sten voor de keuringen van voor uitvoer
bestemd vleesch en vee de hiermede ver
band houdende uitgaven overtreffen, weder
op de een of andere wijze beschikbaar te
stellen.
HieTbij zij opgemerkt, dat. geheel los van
de in de vraag gestelde gronden, aan de
Nederlandsche vereeniging Bacon-Contróle
ter uitvoering van de bepalingen der Land-
bouwuitvoerwet 1929 een subsidie van
f. 60.000 werd verleend.
HULDE AAN DE KONINGIN
VAN INWONERS VAN SIEGEN
EN DILLENBURG.
Een reisgezelschap van 62 personen, in-
j woners van Siegen en Dillenburg, dat eenige
dagen in Nederland heeft vertoefd, heeft de
Nieuwe Kerk te Delft bezocht, waar bij de
tombe van Wiillem den Zwijger, de museum
directeur Kruse, uit Siegen, in een rede de
groote daden van den Oranjevorst roemde.
Het gezelschap legde een grooten krans mei
oranje Linten met opschrift: Ihrem grossen
Sohne, die Nassnu-Oranische Heimat, op
het praalgraf.
s Middags bracht het gezelschap een be'-
zoek aan het Oranje-Nassau-museuin in Den
Haag. waar het door den secretaris der ver
eeniging Oranje-Nassau, dT. Staring, ver
welkomd werd.
Het gezelschap heeft een adres van hulde
gezonden aan Koningin Wilhelminn.
o
OPLEVING VAN HET
LUCHTVERKEER.
Men bericht- aan de ,,N. R. Crt."
Gedurende den eersten tijd van den
zomerdienst van het luchtverkeer, voldeed
het passagiersvervoer niet geheel aan de
gestelde verwachtingen. Het bleef op som
mige lijnen van en naar Nederland t2n
achter bij verleden jaar. Sinds de laatste
twee weken vertoont zich echter op alle
een groeiende toeneming, waardoor de cij
fers belangrijk boven die van de overeen
komstige periode van het vorige jaar uit
komen. De transitodiensten zijn zeer goed
bezet en het fraaie zomerweer begunstigt
de boeking ten zeerste.
ALGEM. NEDERLANDSCHE
METAALBEWERKERSBOND.
In de vergadering le Rotterdam van den
Algem. Nederl. Metaalbewerkers Bond is tot
secretaris gekozen de heer C. Oosterhoorn
uit Rotterdam. Verder is lot penningmeester
gekozen de heer II. J. van der Born te
Utrecht, in de plaats van den heer Sikkema,
die den zesligjarigen leeftijd bereikt heeft.
In de plaats van den heer H. WaMiher uit
Arnhem werd gekozen de heer J. Wacht uil
Rotterdam.
De bestuursleden M. J. Goedee uil Utrecht
D. W. van Haltem uit Hengelo, P. van Eek,
Amsterdam, F. Salome, Den Haag en P.
Danz (Den Haag) voorzitter, werden her
kozen. allen bij acclamatie.
De heer G. van der Houven, Den Haag,
werd in verband met zijn lidmaatschap van
de Tweede Kamer alleen benoemd tot
bondsTedacteur.
J. WIJMA f.
Te Groningen is overleden in den ouder
dom van 62 jaar de pikeur J. Wijma, die in
binnen- en buitenland een zeer bekende
figuur was als pikeur van tuigpaarden
RECLAME.
BOTSING TUSSCHEN
VRACHTAUTO en STOOMTRAM
Locomotief eii vier wagens omgeslagen.
Gistermiddag circa half vier kwam te
Bergen (L.) een zware vrachtauto uit Gen
nep, beladen met mais, in botsing met de
stoomtram van de Maasbuurt-spoorweg
van de lijn VenloNijmegen. De chauffeur
wist tijdig uit de auto te springen. De
auto werd ruim 100 M. door de tram mee
gesleurd. waarna de machine derailleerde
en omsloeg. De machinist wist nog tijdig
van de machine af te springen. De vier
volg wagens van de tram derailleerden even-
eens en sloegen geheel in en over elkaar.
Zoowel de chauffeur van de vrachtauto
als de machinist werden gewond, vermoe
delijk niet ernstig.
De materieele schade is zeer aanzienlijk.
De geheele lijn is versperd. Van Gennep
uit is men de lijn aan het vrijmaken met
een hulptram.
BOTSING TUSSCHEN AUTO EN
HOOIWAGEN.
Gisteren kwam op den Bussumschen
Grintweg te Bussuui een auto, bestuurd
door den heer D. M., in botsing met een
hooiwagen. De bestuurder W. W. werd van
zijn wagen afgeslagen en moest met een
paar gebroken ribben naar de St. Gerardus
Majellastiehting ter verpleging worden
vervoerd.
KAN MET HEETE KOFFIE
OMVER GEWORPEN.
Het 8-jarig dochtertje van den heer K.
te Bussum had het ongeluk bij het spelen
een koffiekan omver te werpen, waardoor
zij de heete koffie over het lichaam kreeg.
Met ernstige brandwonden overdekt, werd
het meisje naar de St. Gerardus Majella
stiehting overgebracht, alwaar het spoedig
daarop overleed.
DOODELIJK ONGEVAL DOOR
VERKEERD UITWIJKEN.
Gistermiddag week de 15-jarige R. leer
ling der Handelsschool en wonend te Soest
verkeerd uit voor een met steenen geladen
wagen in de Zonnebloemstraat te Amers
foort. Hij werd op slag gedood.
IN VOLLE VAART TEGEN EEN
AUTO GEREDEN.
Gisteravond te omstreeks zeven uur reed
de 24-jarige ongehuwde bouwvakarbeider
J. Uytendael, wonende te Santpoort, op
den rijksstraatweg tusschen Velsen en Sant
poort met zijn motor in wolle vaart tegen
een vrachtauto aan.
De man was onmiddellijk dood.
VOERMAN DOOR ZIJN WAGEN
OVERREDEN.
Gisteren is in het gasthuis te Grave
overleden de voerman J. de Bruin uit Bal-
goy, die daags tevoreE, toen hij van zijn
wagen wilde stappen, onder een der wielen
terecht kwam en zwaar verwond moest
worden opgenomen.
VITRIOOL GEDRONKEN.
In een onbewaakt oogenblik was het 4-
jarig kindje van den heer van B. uit de
Rem brand tstraat te Tilburg in den kelder
geslopen en dronk daar uit een fleschje
vitriool. Ofsdhoon men den kleine terstond
naar het Ziekenhuis overbracht, mocht ge
neeskundige hulp niet meer baten. Het
kind was na een uur overleden.
BIJ HET ZWEMMEN
VERDRONKEN.
Te Stadskanaal is gistermiddag de 21-
jarige mej. D. Koops bij het zwemmen in
de badinrichting verdronken. De ontboden
geneesheer constateerde hartverlamming.
SLAAPZIEKTE.
Te Nieuw-Schans heeft zidh een geval
van slaapziekte voorgedaan bij het zes-ja
rig kind van den arbeider J. Bol.
Dame: „Ik geef nooit aan de deur".
Bedelaar: „Da's niks mefrau. 't Schikt me
ook wel, om effe binne te komme".
(Humorist).
RECLAME.
want er is een middel dat kalm houdt
en waardoor Uw geest helder blijft.
Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden U voor
zenuwachtigheid. Ze zijn verkrijgbaar in
kokers van 75 ct. bij Apoth. en Drogisten.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
DE „SOUTHERN CROSS"
NADERT AMERIKA.
Geregeld blijven de berichten over de
Southern Cross binnenkomen. Alles is wel
aan boord. Het schip kwam in een dichte»
mist. Kingsford Smith seinde:
Alles gaat best Ik wou, dat we uit dien
!>eestachtigen mist- konden komen. Wet
voelen er ons zoo in opgesloten.
Later volgde regen en mist. Gevlogen
werd toen op 80 M. hoogte. De snelheid
bedroeg 160 K.M. per uur.
Diverse schepen werden gepasseerd.
Om 5 uur gistermiddag was de helft vad
de'route afgelegd, om 10 uur was het vlieg
tuig juist voor de groote zandbanken. Het
was daar weer mistig en koud.
Om 17 minuten over 12 (Am sterdam ache
tijd) werd gemeld, dat het vliegtuig zich'
nog steeds in den mist bevond, terwijl de
zon onderging.
De marconist liet zich verleid*! tot lyri
sche ontboezemingen en gaf een beschrij
ving van de eigenaardig blauw-lichtende
zee, waarin de roode zon onderging.
Om 0 uur 32 min. seinde hij. dat het vrij
donker begon te worden, terwijl dc lampen'
eeD gezellig schijnsel gaven in de cabine.
,,Ik ga nu een sandwich eten", hoordé
men hem zeggen.
Om 0 uur 43 minuten was hem dit blijk
baar goed bekomen„Wel", zeide hij. ,,il£
geloof, dat dit een zeer behoorlijk soup«r
was aan boord van dit 6chip." Hij roemdé
de hartige sandwich, maar de koffie was
hem niet zoo goed bevallen.
Uit New-York zijn gisteren draadloos
aanwijzingen gezonden aan Kingsford Smith"
betreffende de regeling der benzine-voor-
ziening. De mededeeling'omvat een beschrij
ving van de aanvulling van den benzine
voorraad en geeft Smith instructies hoe hij
met zijn vliegtuig moet manoeuvreeren om
de aanvulling tot stand te brengen. Het
vliegtuig, dat hiermede belast is zal ech
ter alleen worden uitgezonden als Kingsford
Smith er om vraagt.
O
VEERBOOT IN KOREA
OMGESLAGEN.
Volgens een bericht uit Foe-San (Korea?
is op de rivier Ja-Loe een veerboot ten ge
volge van den sterken stroom omgeslagen.
Er zijn 23 menschen en vier paarden in
het water om het leven gekomen.
o
SLACHTOFFER VAN DE
ZEPPELIN-VLUCHT.
Uit Butzow in Mecklenburg wordt gemeld,
dat, toen de Zeppelin zich boven Neuen
dorf bevond, het paard van den landbouwer
Becker, die zich op het veld bevond, door
het geronk van de motoren van het lucht
schip schichtig werd en op hol sloeg.
De landbouwer viel van den wagen en
een der wielen ging hem over het hoofd,
zoodat hij spoedig daarop overleed.
Er waren eens twee breeders; de een
was lijk, de andere arm. De arme ha-a zes
janaeren, de rgke bezat maar ëén kina.
Omdat hg geen ossen bezat, kon de arme
niet zijn akker ploegen. Daarom verzocht
hg zgn broer hem de ossen te leenen; deze
antwoordde echter: „Werk zes dagen voor
mg, dan knnt gg den zevenden dag de
ossen met een knecht voor uzelf krijgen."
De arme broeder werkte zes dagen voor
den rgke; den zevenden dag was het echter
Zondag en bleef hij thuis. Des Maandags
komt hg bg zgn broer:
„Nu ga ik voor mij ploegen."
„Hebt ge het dan verdiend? Heden is
het fle eerste dag."
„Maar ik heb toch voor u de heele
week gewerkt!"
„Dat telt niei Gij hebt uw dag aan
onzen Lieven Heer geschonken, omdat ge
niet verkoost te ploegen. Indien ge wilt,
kunt ge wederom voor mij een week ar-
beiden."
De arme stakker moest opnieuw een week
voor den rijken broer arbeiden, totdat de
volgende Zondag aanbrak. De rgke broer
gaf hem toen vier ossen en een knecht.
Nauwelijks waren ze op den akker aan.
beland en hadden amper een ronde, gedaan
of daar komt de Dood.
„Wat voert gij daar uit? Het is toch
Zondag! Wil kiezen: zullen de os9en crepee-
ren, of moet uw broer of beter nog, zgn
eenigen zoon, sterven?"
Toen antwoordde de arme:
„Al blgjft mijn akker ook onbeploegd, dan
nog is het beter, dat de ossen crepeeren,
dan dat mijn broer ol zgn eenige zoon
zon sterven."
Nauwelijks had hij uitgesproken, of de
essen vielen dood ter aarde, alle vier. De
mannen namen toen het juk van de ossen
af, spanden zich voor de ploeg en sleepten
ze naar huis. De broer ziet ze aankomen.
„Waar zgn de ossen?"
I „De Dood is gekomen en heeft aldus
gesproken: Of gij, of nw zoon, of de ossen
zullen sterven."
„Gg hebt te veel van de beesten ge
vergd, daardoor crepeerden ze."
„Ik zal u toonen, broeder, dat wij niet
eens geheele ronde afgelegd hebben."
„Wij gaan naar den rechter, ik kan u
dit, broeder, niet vergeven."
De arme nam een stuk brood mee om
met den broeder naar het gerecht te gaan;
de rijke belaadde zich met geld; met fijn
brood en pekelvleesch, want hg ging im
mers om recht te verkrijgen.
Nadat zij ongeveer een mijl hadden af
gelegd, hielden zij bij een herberg stil.
De waard was een naamgenoot van den
rgke.
„Welkom, naamgenoot!" riep hij uit.
„Geef mg een stevigen borrel!" sprak
de rgke.
Hg dronk zgn borrel leeg, haalde het
pekelvleesch en het brood voor den dag,
schoof hij een tafel aan en begon te eten.
De arme ging vlak bij de kachel staan,
leunend met den rug" tegen een groot
scherm, dat warm was. De arme dommelde
in, zooals hg stond; vlak bg hem lag, in
een wieg, een zuigeling te slapen.
Opeens valt hij, slaapdronken, ter zijde,
op hel kind, dat op de plaats dood bleef.
Meteen zegt de rijke:
„Ziet ge wel, naamgenoot, wat voor een
moordenaar hg is!"
Ü6 waard antwoordt:
„Mijn kind geef ik hem niet cadeau; ik
ga met u, naamgenoot, naar het gerecht."
De herbergier gaat vooruit; de naam-
genoot achter hem aan; dan komt de moor
denaar. Zij kwamen bjj een breed water,
waarover een hooge brug geslagen was.
De arme overlegt bij zichzelf wat hem
te doen staat.
„Krijg ik niet de doodstraf voor de os-
sen, dan krijg 'k haar voor het kind. Er
blijft rag niets anders over dan van de
brng in het water te springen."
Onder de brug stond een rgke man te
hengelen. Toen de arme het water in
sprong, lette hg op niets, sprong den rijken
man boven op het hoofd en verrekte diens
nek. Meteen greep de visscher hem vast,
liet hem echter niet verdrinken. Eenig fcu-
muld ontstond, de andere twee kwamen
aangeloopen. De rijke hengelaar wilde even
min den arme zijn verstuikte nek vergeven.
Hij liet inspannen, nam in den wagen
plaats en nam den arme mee. De arme
is big »a behoeft hij niet te voet te
gaan.
Aldus kwamen zij voor den rechter. Zg
beraadslaagden, hoe zjj getuigen zouden en
werden 't er over eens: zij zouden nieit
allen tegelijk, maar de een na den ander
spreken. Als eerste treedt de arme broe
der vóór den rechter. De arme ziet levens
dat een baksteen nit den muur naar be
neden is gevallen. Hij steekt den baksteen
meteen onder zijn arm.
„Veroordeeld mij de rechter tot opknoo-
pen, dan kan me ook niets meer "schelen
en sla ik hem met dezen steen morsdood!"
De rechter gelastte hem naderbij te
komen. Hij stapt vooruit en duwt den steen
wat recht, dat hij niet omlaag kan vallen.
De rechter denkt stiekum bij zichzelf, d;at
hier zeker van een geschenk sprake is;
de rgke immers dlroeg niets onder den
arm! De rechter neemt nu de partij van
den arme.
„Vertel mjj, wat voor een onrecht u
aangedaan is," beveelt hij 'den rgke.
„Mijn broeder heeft mijn vier ossen ge-
dood, nadat hij bij mij twaaH dagen ar.
beidde en ik hem den Zondag voor het
ploegen afstond."
De rechter blaft hem aan:
„Hoe? Gij liet hem op Zondag ploegen?"
Geen woord nu verder meer, rijke. Ver
tel gg mjj arme, hoe kwam het dat gij
zgn ossen dooddet?"
De arme vertelde wat hij met den broe
der was overeengekomen: Zes dagen ar
beiden en den zevenden zou hg zelf heb
ben om te ploegen. „De zevende dag was
Zondag, daarom bleef ik tehuis. Ik kwam
den Maandag om voor mij te ploegen, maar
daar zegt mijn broeder mg, dat hij niets
meer schuldig is. omdat gisteren de zeven
de dag was geweest. Ziehier zijn woorden:
„Hadt gij, bedelaar, maaT niet thuis ge
zeten, maar waart gaan ploegen, nu ik
u dc ossen en een knecht wilde geven.
Werk nu bij mij opnïSaw een wees en g"g
zult opnieuw den zevendag dag voor u
Ssbbben."
„Dus arbeidde ik, hoogmogend" "Heer, in
"ei geneei twaafl aagen. Toen gaf hg mg
den tweeden Zondag zijn ossen tfoor het
plGegen. Ik begaf mjj met de vier ossen
en den knecht naar den akker, mijn broeder
echter ging naar de kerk. Wjj begonnen
met ploegen, legden geen heele ronde af,
of daar verschijnt de Dood in vrouwen,
gestalte en zegt:
„Waarom ploegt gij hier op Zondag?"
„Ik ploeg, omdat ik een airme man ben
en slechts dit weinige, na twaalf dagen
arbeid, bij mjjn broeder heb verdiend."
Daarop vroeg de Dood, wat ik mjjn
broedeT toewenschte: moest hjjzelf, of zjjn
eenig kind sterven, of moesten zijn ossen
crepeeren Ik antwoordde, dat liever de
ossen dan maar moesten crepee
ren, dat ik meelij had met mijn
„Nu ziet gjj, rijke man, hoe trouw nw
broeder aan n hangt. Ossen kan men groot
breDgen of koopen, een vreemden zoon
zult gij echter niet tot uw eigen maken,
indien uw zoon ware gestorven. En waart
gij zelve gestorven, dan hadt gij noch ossen
nodh een zoon gehad. En nu procedeert gij
nog met uw broeder! Hoeveel ossen hebt ge
thuis?"
„Vier."
„Die behooren nu uwen broeder; u niet
meer."
De arme voelde zich opgelucht en liet
den sleen wat omlaag glijden.
De rechter laat den herbergier vóór ko
men, opdat hij vertellen zal, hoe zijn kind
werd gedood.
„Zij kwamen gezamenlijk de herberg
binnen De fatsoenlijke gast schoof aan een
tafel om een borrel te drinken; de moor
denaar ging bij mijn kachel staan om zich
le warmen. Hij werd zoo warm, dat hij in
dommelde, omzwaaide en op het kind in
de wieg neerkwam en hei dooddrukte."
„Welnu wat wilt ge nu?"
„Dat kan ik hem niet vergeven."
„Zorg voor een ander kind, inplaats van
het verslagene."
„En waar gij u bezeerdet, vordert gij
daarvoor niets?" vroeg hij aan den arme.
De arme verklaarde, niets te verlangen.
„Meneer de rechter daarover ben ik hef
niet met u eens!" zei de waard.
„Welnu, geef hem nog een koe. en doet
gij het niet in der minne, dan zult gij er
nog voor betalen ook, waar hij zich bij den
val heeft gewond."
De arme sjorde den steen weer wat recht,
dal hij niet zou tuimelen. De rechter denkt
aldoor, dat hij een geschenk voor hem bij
zich heeft.
Nu komt de derde voor den rechter.
„Welnu, wat is uw verlangen?"
„Deze man daar heeft mijn nek verrekt."
„Hoezoo?"
„Ik stond onder de brug te visschen, op
eens springt iemand mij op het hoofd, otndaf
hij zich wilde verdrinken.'
„Welnu, wat verlangt gij daarvoor?"
„Dat vergeef ik hem niet."
„Laat hij zich dan nu op uwe plaats op
stellen, waar gij stondt, en springt gij van
de brug naar beneden."
„Odh, neen, Heer, ik spring niet."
„Welnu, dan zijn, vriendje, uw paaiden
niet meer van u."
„Liever geef ik twee paarden dan dat 2d
dien sprong waag."
Nadat de drie beschuldigers waren afge
trokken, bleef de arme alleen achter.
„Vriendje wat hebt gij daar?"
„Hoogmogend Heer, rechter, een bak
steen."
„Waartoe hebt gij dien noodig?"
„Ik dacht dat er valsch zou worden recht
gesproken .en dan had ik u met dezen steen
vermorzeld."
De rechter dankte God, dat hem was in
gegeven een eerlijk vonnis te vellen; hij
gaf den arme honderd gulden mei de woor
den:
„Keer huiswaarts en arbeid getroost."
o