C. G. SMIT 7ls'è Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Juni 1930 Vierde Blad No. 21545 Londensch Aanteekenboek. HISTORISCHE FIGUREN UIT DE OMSTREKEN. Van onzen Londenschen Correspondent. Het dilemna van den disch. Met het warme weer heelt ook het dis van het eten weer zijn intrede ge in de Engelsche samenleving. Het is een seizoensverschijnsel. Wanneer de zon schijnt wordt een mensch minder letlustig, maar wil hij gretiger over eten Het ligt dus voor de hand dat een jfkeurende uitspraak van een gezagheb man, dezer dagen in een Londensch verscheen, over de volgorde der van een tamelijk uitgebreid menu, eet- en schotelorde tot een „topic" van pesprek heeft gemaakt. Het ligt ook voor de hand voor hem die weet wat er in omgaat dat men terstond het -ordeel heeft gevraagd van Sir Arbuthnot die voorzitter is van de „New Health een rustend geneesheer is van naam, die zich om dien „rusten- jen" staat niets meer behoeft aan te trek van de decreten van den Britschen geneeskundigen Bond en die als genees medewerker van de kranten nummer in het land is. Hij geeft zijn oordeel hooge hakken, korte rokken en vita in het verband der lichamelijke ge Hij heeft geleidelijk in de pers welbekende maar anonieme medische autoriteit, die in de kranten schuilging d-q aanduiding „well-known Harley specialist" vervangen. „Harley Street" is tot uw voorlichting, lezer fameuze Londensch© straat, waar de kopstukken der Britsche geneeskundige wereld huis aan huis hun spreekkamers hebben. Welnu, Sir Arbuthnot Lane, die een «•are apostel is van wat men uitdagende geneeskunde zou kunnen noemen, heeft zich terstond aan de zijde geplaatst van den eersten gezaghebbenden man, voor- aoemd,die had verklaard dat een mensch het best zonder soep en hors d'oeuvres kan «lellen en dat de overblijvende schotels en pr-rechten genist kunnen worden veranderd m de volgorde om individueele smaken te bevredigen. De lezer zal. met mij, overwegen dat Het sop van zulk dispuut de kool niet waard is, dat 't geen dispuut is omdat millioenen men schen zelden soep en nooit hors d'oeuvres eten, ongeacht de wijsneuzigheid van spe cialisten .die hun oordeel opdringen.Maar indien de kranten spiegels zijn van volks gevoelens dan is men in Engeland zoo nuch ter niet. Deze kwestie moest worden uitge vochten. En wat zeiden de beste koks (die de kortste messen dragen) van do beroein- isic Londonsche restaurants er van'' Die zeiden dat Sir Arbuthnot en zijn medestan ders hadden gesproken als ketters. Het af- pijzen der koks was zoo innig dat zij deze •-zhenders der eet-geboden zeker graag op iiun braadroosters of in hun ovens zouden hebben gelegd. De kok9 protesteerden luide en verklaarde dat de aanvaarde volgorde in perechlen het resultaat was „van eeuwen overleg en studie door de beste koks van de wereld". Het is duidelijk dat de keuken meesters althans geen eerbied hebben voor de dieetische wijsheid van de heeren van Harlev Street. Men is geneigd te veronder stellen dat zij, die het best tot oordeelen be voegd zijn dat zijn de gewone menschen in deze aangelegenheid niet zijn geraad pleegd. Voor die gewone menschen wordt de vraag: Wat zullen wij vandaag eten? beantwoord met die andere -vraag: Wat hebben wij? En wat er is.' is meestal niet zoo omvangrijk en ongelijksoortig dat de verdere vraag: In welke volgorde zullen wij het opdienen? beantwoording eischt. De dure kin. De „chemists" van Engeland houden een tentoonstelling te Londen „Chemists" zijn menschen die in hun zaken het beroep van den apotheker vereenigen met den handel den drogist.,Daarmede is niet alles gezegd. Zij verkoopen ook eieren en camera's en brillen en dat is hun beste „lijn" een ontstellende verscheidenheid van waren en zaken voor de lichamelijke en hygiëni9hce Verzorging van. het menschel ijk lichaam. Die laatste „lijn" is nagenoeg uitsluitend op de tentoonstelling vertegenwoordigd, die dus het karakter heeft gekregen van een groot, scheepsche schoonheidsalon. Uw brief9chrij_ ven is van niets zoo grondig overtuigd als van de ijdelheid der uiterlijke schoonheid. Maar hij zoekt sinds jaar en dag naar mid delen, die voor hem de slavernij van den baard kunnen verlichten. Met dat doel voor oogen bezocht hij de tentoonstelling, met de hoop in het hart dat er een magisch scheer mes zou liggen, dat er een smeersel zou zijn dat stoppels zou doen verdwijnen als sneeuw verdwijnt voor de zon. Hij vond er slechts een scheerkwast, prijs f 600. Voor zooveel geld mag men verwachten dat de kwast alleen, met luttele streken, het stekelig kin- neveld herschept in een gebied van smette- lcoze gladheid. Helaas, de jonge man die dpn kwast te koop had, vond dit een onrede. üjke eisch. Het was een kwast van ivoor en ullraspeciaal dassenhaar (wellicht had elk baar een das het leven gekost). En daarme de was de prijs verklaard. Geen too verkracht ging in de samenstelling schuil. De knaap vertelde mij ook dat een scheerkwast van f. 600 niet zoo bijzonder was. Er waien^ ver scheidene Amerikanen en eenige Indische vorsten, die scheerkwasten bezaten van ten minste f. 300. Waarop ijlings den uit gang van het gebouw zocht, inmiddels over Peinzend dat de man die zich inzeept (of laat inzeepen) met een kwast van f 300 niet zonder geprikkeldheid kan denken aan zijn persoonlijke haar-prikkels, die van zeer ordi naire kwaliteit zijn. De stoppels die met zulk een kostbaar wapen worden aangevallen, zijn tenslotte van precies dezelfde soort als die, welke zoo welig ontspruiten aan de baken van een vagebond. Bij een kwast van f 300 en daarboven passen alleen diamanten stoppels opschietend uit een kin van 24 karaats goud. Hoe oud ia Amy Johnson? De menschen in Engeland, die de waarde verhouding tusschen feiten en verschijn selen kunnen onderkennen en die de vlucht van Miss Amy Johnson met belangstelling en bewondering hebben gevolgd, moeten het gebrek aan goeden smaak hebben betreurd dat een deel der Londensche sensatiepers er toe bracht haar schitterende prestatie te behandelen als een variété-nummer, waarin ook de gansche familie van het meisje op trad. Het is jammer dat die familie niet heeft kunnen inzien hoe onwaardig haar houding was en dat de verschillende leden, moeder en vader voorop, de astrante ver slaggevers niet de deur hebben gewezen. Helaas, zij hadden er geen bezwaar in in het licht te gaan staan dat de dochter had ontstoken. De ondernemende journalisten hebben aan Mr. en Mrs. Johnson allerlei be langrijke vragen gesteld en er de gebrui kelijke banale en voor de hand liggende antwoorden op ontvangen. Wij hebben ge leerd hoe Amy is opgevoed en de moeder heeft niet nagelaten haar deel op te eischen van het succes van haar dochter, door na druk te leggen op het niet erg exceptioneele feit dat zij zelf haar kind had grootgebracht en haar vorming niet had overgelaten aan kinderjuffrouwen en gouvernantes „die toch hoe goed men ze ook zou betalen niet in de plaats kunnen treden van de moeder" Wel wel! Maar geen van die journalisten, die zoo machtig veel vragen van vitaal belang stel den aan de ouders, heeft den moed gehad te vragen wanneer Amy geboren was. En hoewel er nu weinig van het particuliere leven van de luchtheldin is geheim ge bleven weet nog niemand hoe oud zij is. Gedurende de gansche vlucht is zij 22 jaar gebleven. Maar in Australië aangekomen was er een jaar afgegaan. Een paar dagen later lazen wij dat zij den aanvalligen leef tijd van 25 jaar had bereikt. Eergisteren vertelde hetzelfde blad beurtelings en op de zelfde pagina dat zij 22 en 27.was. Gisteren was zij 26. Eén verhaal leidde tot de ge volgtrekking. dat zij op 10-jarigen leeftijd aan de universiteit was gekomen. RECLAME. 2736 STEENSTRAAT 49 - TEL. 4S5 Uw htris v. Fijne Vleeschwaren Gedurende de Zomermaanden steeds Hoofdkaas (zure zult) voorhanden. NAPOLEON. VIII. Het einde. Frankrijk meende gereed te zijn. Emile OHivier aanvaardde de verantwoor delijkheid van den oorlog „met een gerust gemoed", zooals hij zelf verklaarde. Maar schalk Leboeuff, Frankrijk's minister van Oorlog beweerde, dat er geen knoop aan de slobkousen zou ontbreken, al duurde de oor log twee jaren. In de theaters werd weer da „Marseillaise" gezongen en op de boulevards riepen opgewonden benden: „naar Berlijnl naar Berlijnl" Den 15en Juli 1870 ver klaarde toen Frankrijk Duitschland den oor log, zeker niet tegen den zin van Biscarck, Moltke en von Roon, zooals de artikelen over „Een diplomatiek duel" hebben doen vermoeden. Zeker ook niet tegen den zin van het grootste deel der Fransche natie, die zich rustig voegde bij de verzekering, door den minister van Oorlog op een interpellatie in het wetgevend licha#m gegeven: „Wij zijn klaar, vijfvoudig klaar!" Twee dagen later deelt een proclamatie van den keizer mede, dat hij zich met zijn zoon aan het hoofd van het leger zal stellen: „B'ranse hen, „Ik ga mij aan het hoofd stellen van het dappere leger, dat bezield is met de liefde tot zijn plicht en jegens het vaderland. Het weet wat het waard is. want het heeft in de vier werelddeelen de victorie zich aan zijn schreden zien vasthechten. „Ik neem mijn zoon met mij mede, in weerwil van zijn jeugdigen leeftijd. Hij weet, welke de plichten zijn, die zijn naam hem oplegt, en hij is er trotsch op, zijn aandeel te mogen nemen in de gevaren van hen, die voor het vaderland strijden. „God zegene onze pogingen. Een groot volk, dat een rechtvaardige zaak verdedigt, is onoverwinnelijk.'. Napoleon. Dat was het begin van de laatste acte, de laatste, zoo korte acle van zijn regeerings- spel. Den len September, zes weken later, gaf hij bij Sedan zijn degen over aan den koning van Pruisen. Een anecdote in verband met de laatste dagen vóór den oorlog geeft wellicht een blik op den ernst, waarmede hij tóch aan den naderenden krijg dacht, zooals er trou wens meer aanwijzingen zijn, dat eT op den bodem van zijn hart geen zekerheid was ten opzichte van den uitslag der worsteling. Hij had de garde toegestaan onder de vensters van het paleis van Sainfc-Cloud de Marseillaise te spelen. Deze was opzwee- pend lied der Fransche Revolutie in Frankrijk onder het keizerrijk verboden. Toen eenige karaerheeren zich over de nieuwe vrijheid verwonderden, zeide de keizer: „Wij moeten thans niets meer nalaten wat Fransch is, niets wat de harten kan doen kloppen. De „Marseillaise" geeft, te recht of ten onrechte, het volk een mach tige stuwkracht. Daarom sta ik toe, haar te laten hooren". Hij voegde er aan toe: „Zoo de oude kreet der royalisten: „Montjoie et Saint-Denys!" Frankrijk een overwinning kon bezorgen, zou ik mijn troe pen bevelen, hem luide uit te brullen". En hij" herhaalde: „Er zijn omstandigheden, waarin men dient te begrijpen al wat Fransch is". Helaas, voor zijn land wa9 het niet vol doende een volkslied te hebben, dat élan gaf. Het vertrouwen op de „furia francese", dat hier en daar gevoeld werd, rekende wel licht te weinig met de koele werkelijkheid van ijzer en staal aan den overkant van den Rijn. Kort. beslissend, vernietigend was het bëgiTi van den oorlojr voor hem. Binnen eenige weken was zijn lot beslist. 1 September 1870 Sedan. In een kort briefje aan den koning van Pruisen ver klaart keizer Napoleon dat. aangezien het hem niet gelukt is den dood te vinden aan het hoofd zijner troepen, hij zijn degen legt in de handen van Zijne Majesteit. Er is over dat zinnetje wel eens geglimlacht. Toch mogen we aannemen, dat de keizer het ge vaar niet heeft vermeden, misschien het wel heeft gezocht in een uur van moedeloosheid. Er is daaromtrent iets te lezen in Zola's Débétcle. het werk waarin de oorlog van 1870'71 wordt beschreven. Zola's sterke documentatie is bekend. Juist dit boek, dat onder de scherpste kritiek is doorgegaan, heeft herhaaldelijk bewezen, hoe nauwgezet de groote schrijver zijn 9tof verzamelde en hoe angstvallig hij zocht naar juiste inlich ting. Welnu, in La Débicle vindt men een bladzijde over het moorddadige gevecht bij Bazeilles. Sedert vijf uur in den morgen was het gevecht begonnen. De keizer, onmiddel lijk gewaarschuwd, was op het gevechtster rein aangekomen. Een fabriekje bood er een schuilplaats. Aan de andere zijde hagelden de kogels en ploften de granaten neer. Het geheele escorte hield stil. „Sire" mompelde een slem, „het is heusch gevaarlijk om Maar de keizer draaide zich om, ge lastte met een handgebaar zijn staf zich op te stellen langs het nauwe steegje, dat langs het fabriekje liep. Dó Ar zouden menschen en paarden vol komen veilig zijn. „Werkelijk, Sire, het is dwaasheid.... wii smeeken u, Sire...." Hij herhaalde eenvoudig zijn gebaar, als wilde hij zeggen, dat de verschijning van een groep uniformen op dezen open weg zeker de aandacht van de batterijen op den linker oever zou trekken. En, heel alleen, reed hij verder, onder de geweerkogels en de granalen. met de hem eigen doffe en onver schillige allure, zijn noodlot volgend. Hij reed voort, spoorde zijn paard aan in. korten stap. Een honderd meter ver ging hij aldus door. Toen hield hij stil. wachtend op het eind. dat hij was komen zoeken. De kogels floten om hem heen als een wervel wind: een granaat, die ontplofte, bedekte hem met zand. Hij bleef wachten. De haren van zijn paard gingen overeind slaan-, heel de huid van het dïer rilde, instinctief wilde het terug, weg van den dood, die elk oogen- blik voorbijging, nochtans zonder het dier of den man te willen grijpen. Toen, na dat eindelooze wachten, begreep de keizer, dat zijn uur no* niet gekomen was en met zijn berustend fatalisme keerde hij kalm terug, alsof hij slechts de juiste positie der Duit- sche batterijen had willen verkennen. „Sire, wat een moedl Maar in Godsnaam stel u niet weer zoo bloot. Maar, opnieuw met een handgebaar, be duidde hij zijn état-major hem te volgen, zonder dézen thans te sparen, evenmin als hij zich zelf spaarde, en. dwars door de vel den, over de open terreinen van la Rapaille» reed, hij naar boven naar La Moncelle. Den 2en September, om negen uur 's mor gens, reed. na den geweldigen slag. een kales, k la daumont bespannen, door de stralen van Sedan. Met moeite baande bet voertuig zich een weg door de dooden en gewonden en de vernielingen van het ge schut. Keizer Napoleon III ging naar het Duilsche hoofdkwartier om zich over te geven. Dan volgt de krijgsgevangenschap op Wilhelmshöhe en. in Maart 1871, na het ondertcekenen der vredespreliminairen, zijn vertrek naar Engeland, naar Chiselhurst. Zijn openbaar leven is ten einde. Lichame lijk is hij een gebroken man. Den 19en Januari 1873 sterft hij in den vreemde, niet bemind, weinig betreurd, veel gesmaad door zijn volk. dat aan hem de oude uitspraak bevestigt: „naar male ge machtig of ellendig zijt zal men u wit wasschen of verguizen". Inderdaad, zoo gin? het met den eens zoo gevleiden keizer der Franschen. „Wie heden bovendrijft, is morgen de verachtste". Dat is de biltere les van op- en ondergang dergenen, die in hoogheid zetelen. Voor die verguizing is in het leven van Napoleon III menige verontschuldiging te vinden. Zijn leven als openbaar persoon gaf een sluitende vereeniging te zien van, eerzucht en gebrek aan beginselen Aan beide heeft hij zijn land geofferd en de Fransche politiek lusschen 18-18 en 1870 is door die twee gekenmerkt en beheerscht. Het zou echter onbillijk, onrechtvaardig zijn, de mogelijkheid niet te erkennen, dat hij zelf een tijd lang met hart en ziel ge loofde aan 'n toekomst voor zijn dynastie, dat hij overtuigd was van den harts tocht van een groot deel der Fransche natie voor eene Napoleontische regeering. En niet vergeten mag worden, dat velen, die hem van nabij kenden, gesproken hebben over zijn goedheid van hart voor allen, die om hem waren, over zijn begeerte om het goede te doen en over zijn droefheid bij de tegen spoeden en de uitspattingen onder zijn heerschappij. Er zijn door tijdgenooten lal van trekjes bewaard gebleven, die hem doen kennen als een vriendelijk, welwillend, hof felijk man in den omgang. Maar de waarde ▼an Napoleon III, die er zijn eerzucht in. gesteld had, keizer van Frankrijk te zijn, en lange jaren die eerzucht bevredigd zag, is niet gekenschetst met vriendelijke woorden en welwillende daden van den privaat per soon, die Louis Napoleon heette, maar met de daden van den keizer. En dan blijft duidelijk het feit, dat hij zich zelf met slink- 9che streken, met mooie woorden, die door 9lechte daden werden gevolgd, den troon van Frankrijk heeft verzekerd. Ook valt niet le loochenen, dat hij, op het toppunt der macht, de politiek van Frankrijk niet wist te leiden lang9 wegen van vrede, de uitspat tingen, die hij betreurde, niet onderdrukte, de tegenspoeden niet gebruikte om er uit te leeren wat goed was voor zijn land. In uiterlijke praal was zijn hof één glans en schittering. Aan innerlijke sterkte ontbrak het zijn regeering, want moreel stond hij te laag om te domineeren. Aldus vertoonde hij van het beeld van een grooten heerscher slechts de namaak in gips en klatergoud. Men heeft hem „een grooten miskende" genoemd. Wie het politieke leven van Napo leon III van den aanvang af tot het einde toe nagaat, zal deze uitspraak niet onder schrijven. doch veeleer verbaasd staan, dat, niettegenstaande al wat hij zeide en deed, nog zoovelen zich om hem hebben ge schaard De eenige oplossing daarvoor is te vinden in het groote eigen belang, dat die velen najoegen en dat parallel liep met de begeerten van den grooten eerzuchtige, den laatsten keizer van Frankrijk. A. J. BOTHENIUS BROUWER. AALSMEER. B. en W. dezer gemeente hebben liet voornemen, (in verband met de verbreeding van den Oosteinderweg, de Jaap Bollenbrug op te heffen. In een der eerstvolgende raadsvergade ringen wenschen zjj het punt ter sprake te brengen en daarvoor de goedkeuring der vroede vaderen te krijgen. Natuurlijk kunnen er ook nog bewoners van het Oost einde zijn, die bezwaar hebben, dat de brug wordt opgeheven» dus vaarwater wordt afgesloten. En dat weegt in onzei gemeente met haar uitgebreid waterverkeer, nog wel eens héél zwaar. De oude openbare school annex slacht plaats wordt thans van gemeentewege ge sloopt. Op de vrijkomende plaats zal de U. L. O.-school worden gebouwd in de nabije toekomst. Aan de Centrale Veiling (Potplanten- gebouw) worden, te beginnen met deze week drie groenten- en fruitveilingen gehouden, en wel op Maandag-, Woensdag- en Vrij dagmiddag, aanvangende des namiddags 4 u. BENTHUIZEN. Burgerlijke Stand. Ondertrouwd: Adrianus Olie, 21 j. en Jantje Maria Mulder, 20 j. HAARLEMMERMEER. Landbonwwinterschool. De ver. van oud-leerlingen van de chris telijke Landbouwwinlerschool alhier, hield te Hoofddorp haar 7e jaarvergadering. Nadat de vice-voorzitler, de heer Kamper, de bijeenkomst had geopend, werd door den secretaris verslag uitgebracht over het afge- loopen jaar, terwijl de penningmeester de heer Gehrels een finantieel overzicht gaf van het gehouden beheer. Tot leden van het bestuur werden her kozen de heeren M. Kamper en M. Kroon en tot voorzitter bij acclamatie de heer W. Rib Wzn. Na de pauze werd de vergadering door den voorzitter heropend, die een kort openingswoord sprak en de nieuwe leden welkom heette, waarna de heer J. C. Gehrels een rede hield over „Sport en platteland"* Op deze inleiding volgde een uitgebreide en aangename bespreking. Besloten werd nog om bij voldoende deel name een excursie te organiseeren naar Wageningen. Stremming scheepvaart. In de Ringvaart van den Haarlemmer meerpolder is nabij Aalsmeer weder een groote diepgeladen Rijnaak bij de brug aan den grond vastgeloopen. Na lang tobben gelukte het met een sleepboot om het vaar tuig weder vlot te krijgen. Het scheepvaartverkeer, dat juist op dat oogenblik zeer druk was, ondervond veel vertraging. Mond- en Klauwzeor. Ook nabij Aalsmeer in deze gemeente doet zich de besmettelijke veeziekte mond en klauwzeer voor. Deze ziekte, die tot heden op een 20-tal boerderijen werd ge constateerd, heerscht nog steeds in hoofd zaak in het Oostelijk en Noordelijk deel van dezen polder. Op enkele boerderijen is het vee weder van de ziekte hersteld. Af scheidspredikatie. Ds. B. A. Bos, predikant bij de Geref. Kerk aan den Aal&raeerderweg (Oostzijdoï alhier, die het beroep naar Assen heeft aangenomen, hoopt Zondagavond 15 Juni a.s. om halfzeven uur zijn afscheidspredi- katie te houden. Brandstichting? Aan den geniedijk in Haarlemmermeer ia de richting naar Aalsmeer zag men gisteravond een der groote hooihoopen in lichtelaaie staan. De eigenaar werd ge waarschuwd, was spoedig ter plaatse en ontdekte een drietal mannen, die zich ijlings uit de voeten maakten en weldra uit het gezicht waren verdwenen. RECLAME. IN ALLE SOORTEN VOOR ELKE SPORT IN ALLE PRIJZEN 2691 De politie arriveerde ook spoedig op de plaats van het gebeurde en heeft nog ge tracht de mannen, die er van verdacht worden heb hooit te hebben aangestoken, te achterhalen, doch tevergeefs. Ze waren in geen velden of wegen meer ta zien. Burgerlijke stand. Geboren: Anhtonia Dirkje, d. v. C. v. d. Blij en W. Dol. Alida Geertruida, d. v. P. Homan en C. J. P. de Heij. Johanna Catharina, d. v. S. J. Vertegaal en A. M4 de Heij. Franciscus Adrianus, z. v. N, J. v. d. Putte en A. E. Hulsbosch. Ben-» jamin, z. v. J. Troost en L. G. Gijsbers. Elizabeth Anna Jacoba, d. v. H. W. Braun en T. E. Busscher. Adriana, d. v. A. Bakker en W. A. v. Egmond. Willem, z.. v. A. de Koning en P. Rechstein. Jan* z. v. J. van Andel en W. Kaslander. Jacobus Joannes, z. v. J. P. I. Grannetia en A. M. C. Kemp. Pieter en Klaas, r. v. J. de Hartog en C. A. Tas. Ernst Jacobus, z. v. P. J. v. d. Riet en G. Mayen- burg. Hillegonda, d. v. L. G. Faas eö S. Imanse. Antonius, z. v. C. Kamer man en A. v. Zundert. Cornelis, z. v4 M. van Tol en N. Marbus. Johannes, z.- v. W. A\ van Emden en G. v. d. Stelt. Cornelia, d. v. A. den Haan en J. Spelt'* Nicolaas Gerard, z. v. D. M. Knibbe e4 P. Hoogvliet. Lcnndert, z. v. J. Vaal- burg en E. M. van Keulen. Jenneke, d* v. G. J. Cornelisse en T. M. Kersloot. Ondertrouwd: J. v. d. Oord 28 j. en G4 W. Hogenhout, 27 j. P. Schouten 30 j.- en P. Deugd 23 j. W. O. P. Kruger 25 j. en W. Offerman 24 j. G. van Veen 31 j. en K. L. Oosthoek 22 j. D. J. Mid delkoop 26 j. en G. Roos 27 j. P. Lamé- ris 25 j. en M. O. Breure 26 j. Gehuwd: C. E. Nederveld 20 j. en H. J, van Hulzen 20 j. J. Slootweg 25 j. en P. H. de Kok 21 j. P. Zwart 26 j. en M. Kinkel 27 jj. D. Gorter 35 j. en M. Vreugdenhii 28 j. P. L. Cornelissen 30 j. en D. J. Enthoven 36 j. A. van Zan ten 28 j". en J. Mes 23 j. Overleden: Hendrik de Ridder 81 j. geK, met T. van Hert. Hugo Gijsbert Maas kant 16 j. z. van P. Maaskant overl. en J. do Haas. Grietje Cornelia 9 j. d. v. H. van Eftrik en J. Spaargaren. Raadsagenda. Dé Raad dezer gemeente komt in open bare vergadering bijeen op Dinsdag 17 Juni a.s. des namiddags te 2 uur (nieuwe tijdregeling). De volgende punten zullen aan de orde worden gesteld: Beëedigiog en installatie van het nieuw benoemde raadslid den heer J. C. Gehrels tó Vijfhuizen (De heer Gehrels werd be noemd in de vacature Knaap en behoort tob de antirev. partij.) Benoeming van onderwijzend personeel voor de openbare lagere scholen No. 5 te( Nieuwvennep en No. 9 bij Halfweg. Verkiezing van een wethouder in de vaca ture-Knaap. Benoeming van een gedelegeerde in he0 bestuur van de nijverheidsschool te Hoofd dorp en Nieuw-Vennep (vacature-Knaap)/ Antwoord van B. en W. op de vragen' van den heer Van Wij'k betreffende dei verbetering van den Kruisweg te Hoofd dorp. Voorstel tot wijziging van het besluit be treffende het vervoer van zieken en ge wonden. Voorstel tot vaststelling van het verme- nigvuldigingscijfer voor de gemeentelijke inkomstenbelasting voor belastingjaar 1930 —1931. Voorstel tot aankoop van eenige percee- len bouwland langs den Kruisweg te Hoofd dorp. Voorstel tot het aanvragen van voorschot ten aan het Rijk krachtens de Landarbei- derswet. Voorschot is gevTaagd door: j. H. van Saarloos, Kruisweg 397 te Hoofddorp, 2. W. Kilwinger, Kruisweg 395 te Hoofd dorp. 3. T. Benschop, Kruisweg 97, td Hoofddorp. 4. K. G. Noorloos, Sloterweg 246, te Hoofddorp. 5. H. Dekker, Vennc- perweg 9, te Nieuw-Vennep. 6. H. van' Veen, Aalsraeerderweg 275 te Rijk. 7. J. v. Dijk, Spieringweg 427, te N.-Vennep. 8. J, van der Wiel, Sloterweg 369, te Hoofd dorp Zij willen bouwen op een perceel grond van J. C. Biesheuvel langs dert Kruisweg: koopprijs 50 55 ct. per M24 Voorstel inzake de gemeentereiniging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13