71ste Jaargang Donderdag 12 Juni 1930 No. 24
wijgen is niet altijd Goud.
Naar het Engelsch van May Winnet.
Vrij bewerkt door
C. E. DE LTLLE HOGERWAARD.
Vertel het alsjeblieft niet aan Moeder,"
ei Bep. „O Jaantje, vertel het voor dezen
eer nog niet!"
Niemand kon beter iets vriendelijk vragen,
onneer het een gunst betrof, dan Bep
n zij keek op dit oogenblik al heet smee-
end. Haar moeder had haar reeds zoo dik-
'rjfs verboden met de kinderen van den
ïinman in de buurt van den vijver te
pelen en het gevolg van haar ongehoor-
aamheid was zooals het reeds meer
aden geweest was vuile kousen en
zhoenen en zelfs een vuile jurk! Er zaten
rooto moddervlekken op.
Als Jaantje, het tweede-meisje, «vtrke-
jk aardig was, zou zrj haar geholpen heb-
en door dadelijk de verraderlijke vlekken
it te wisschien, haar kousen to wasschen
n er niets van te vertellen. Maar Jaantja
as blijkbaar niet van plan nu eens voor
éa keer aardig te zijn (zooals Bep het uit
rukte). Arme Jaantje! Haar met sproeten
edekt gezicht was rood van verlegenheid
a zij zuchtte diep. Zjj was pas zestien jaar
- vijf jaar ouder dan Bep en zou in
aar hart-niets liever gewild hebben dan
ep to kannen beloven, dat zij niets zeg
en zou.
Maar Jaantje had streng bevel van haar
ieesteres, dat zij haar vertellen moest,
ls Bep weer zoo vuil thuis kwam en zrj
egreep maar al te goed, dat zij Bep dus
iets beloven kon.
„Ik geef er met om alles schoon te ma-
ea, Bep," zei ze eindelijk. „Ik zou liever
lijn heelen vrijen avond voor je wasschen
an jo in moeilijkheden brengen, maar je
loeder heeft mij gezegd, dat ik het haar
ertellen moest en en ik kan dus kiiet
wijgen."
Eep riep nu boos uit:
„Dan ben je een klikspaan, een iéeiijke
likspaan! En ja ik heb je gisteren nog
ea halven reep chocola gegeven! Je hebt
ooit wat voor mij over en 't is alleen
it luiheid, dat je mijn goed niet wilt
chocnmaken!"
Met haar kin in de lucht liep Bep boos
eg na haar onaardige en onbillijke woor-
en, die Jaantje de tranen in de oogen
«ten krijgen.
Het was hard, dat Bep het zoo verkeerd
itlegde en Bep moest toch weten, dat zij
- Jaantje alles voor haar over had, al
ien moest zij er niet door in botsing komen
iet haar plicht tegenover haar meestere»
n haar geweten.
Eep wist maar al te goed, welke zwaré
traf Moeder haar voor haar ongehoorzaam-
edd zou opleggen. Het was een afschuwa-
jke straf! Ze zon dien middag moeten thuis
dijven in plaats van met Tante Gonnie
n haar aardig, klein autootje, waarin je
ïaar met je tweeën zitten kon, uit te gaan.
'en volgenden dag zou Eep weer naar koet-
ihool gaan (zo woonde heelemaal 'buiten en
er was geen goede school in de buurt). Ze
had zich zóó op het autotochtje verheugd,
dat door allerlei omstandigheden reeds cenige
malen uitgesteld was en nu zou er dus
heelemaal niets van komen!
Dien middag stond Bep vóór het raam.
te kijken naar Tante Gonoie, die met haar
jonger zusje Minnie uitreed, Minnie, die op
haar plaats zat! En zij balde de ruisten
van woede. Ze was boos op Jaantje. die „ge
klikt" had, boos op Moeder, die juist deze
straf uitgevaardigd had en boos op Minnie,
omdat zij op haar plaats zat. En natuur
lijk bad ze alleen maar boos op zichzelf
moeten zijn. Maar dat vergat ze!
„Ik haat Jaantje!" zei ze plotseling hard
op zij kon niet zeggen, dat ze Moeden
haatte, al was ze ook nog zoo boos.
Bep bedierl haar laatsten middag en
avond thuis door haar boosheid en het ergste
van alles was nog, dat niemand tr op scheen
te letten I
Den volgenden morgen ging Tante Gon
nie op reis. Zij vertrok een paar uur eer
der dan Eep. Als Tante Gonnie die al
zeven jaar bij Vader en Moeder inwoonde
uitging, was er altijd een heele drukte.
Gewoonlijk was zij op het laatste oogenblik
iets kwijt. Ditmaal was het Fox, haar hondje,
dat haar altijd vergezelde. Iedereen zocht
hem in huis en fn den tuin, luid roepend:
„Fox! Fox: Fox-je."
Ook Bep hielp Tante zoeken. Zij wilde het
laatste oogenblik gebruiken om Tante te
vragen of ze in de Kerstvacantie een auto
tochtje met haar maken mocht.
„Fox-je!" riep Tante Gonnie. terwijl i.ïj
da deur der zitkamer opendeed. Als ecaig
antwoora klonk er echter een harde siag.
De buitendeur had bljjkbaar opengestaan,
was dichtgeslagen en had iets omgegooid.
„Lieve help, wat een slag!" riep Tante
Gonnie uit, die in haar verlangen om Fox
cp te sporen er niet over nadacht. Het
(irong eigenlijk heelemaal niet tot haar
d:or, dat er een ongeluk gebeurd was en zij
stelde er dus ook geen onderzoek naar in.
Zj ging voort met Fox te zoeken.
Plotseling kwam zrj Minnie tegen, Oie
lachena zei:
„O Tante, Fox is toch zoo slim! Hg is
zeker hang, dat u hem niet meeneemt en
zit al in de auto!"
Allen lachten en Tante Gonnie naai haas
tig afscheid. Zrj was bang te laat te zullen
zjjn door het oponthoud.
Toen Tante vertrokken was, ging Bep
naar boren om te kijken, of alles voor haar
ingepakt en er niets vergeten was.
Zij keek nog lang niet opgewekt. Gedeel
telijk was dit het gevolg van haar booza
bui ran den vorigen dag en gedeeltelijk om
dat de vacantie uit wa3 en zij weer naar
kostschool moest.
In den regel was zjj zoo'n laatsten mor
gen steeds om en by haar moeder, maai"
zelf3 vandaag kon zij Moeder het gebeurde
nog niet heelemaal vergeven en zoo kwam
het, dat zjj even vóór de koffie pas iets
vernam van hetgeen er in buis gaande
was.
Met een ernstig gezichtje vertelde Minnio
haar, dat „Jaantje heel stout" was.
Fep, die bezig was haar zakgeld voor
school te tellen, keek nu heel boos en zei,
toen ze met tellen klaar was:
„Ja, ik weet wel, dat Jaantje stout is. Ik
houd heelemaal niet van haar!"
„Petje is erg boos op haar en Moeder
ock!" ging Minnie vertrouwelijk fluiste
rend tegen haar zusje voort. „Jaantje heeft
de mooie vaas met de vogels in de zitka
mer gebroken en ze wil 't niet bekennet».
Ze beweert, dat zjj er niets van weet en
Eetje zegt, dat zjj het gedaan moet heb
ben, omdat er niemand anders in de kamer
geweest is en we geen poes met een bres-
den rug hebben."
Eep had aandachtig geluisterd naar het
geen haar zusje zei. De vaas in de zit
kamer! O, dat was de slag geweest, toeu
Tante Gonnie de deur opendeed! De buiten
deur was er tegenaan geslagen en had
haar omgegooid! Eep was op het punt dit
te zeggen, toen een heel leelijke gedachte
haar hartje binnendrong.
Jaantje had gisteren van haar gek.ikt,
toen zrj, Bep, haar gevraagd had te zwij
gen. En nu was haar beurt en zou zij
zwijgen, terwijl zij door te spreken aüs
verdenking van Jaantje af had kunnen
wentelen.
Eep had erg zitten mokken tegen Jaantje
en zoo kwam het, dat zij zoo leelijk deed.
Er kwam een onaangename uitdrukking
op haar gezicht en in haar oogen. Zij zou
het Jaantje betaald zetten, dat zij van naar
geklikt had!
Daar ging de bel voor de koffie! Haastig
stak Eep lrnar beurs in haar tascbje. In
het volgend oogenblik rende zjj naar he
neden. Onderweg kwam zij Jaantje lege».
Het meisje had roode oogen, alsof zij ge
huild had. Bep klemde haar lippen op el
kaar en maakte zichzelf wijs, dat het Jaua-
tje's verdiende loon was.
Moeder, die wel merkte, dat er iets aan
haperde, dacht, dat Bep er zoo tegen opzag
neer naar kostschool te gaan en zjj daar
door zoo stil was.
Zrj sprak daarom opgewekt over do
Kerstvacantie en misschien vergat Bep wer
kelijk het onvriendelijke en slechte besluit,
dat zij genomen had. Ze zag Jaantje niet
meer en zei haar ook niet goedendag en
ten slotte was ha2r eigen afscheid "bijna
even roezig als dat van Tante Gonnie. Va
der bracht haar weg en vond haar bijzon
der stil.
Snel volgden de weken op school elkaar,
op en de Kerstvacantie brak aan. O, wa'.
had Bep zich er op verheugd naar hnis ts
gaan! Zij omhelsde Vader, Moeder, Tante
Gonnie en Minnie en liet zich door de laat
ste door het huis en den tuin leiden om
alles in oogenschouw te nemen.
„Waar is Jaantje?" vroeg Bep plotseling
terwijl zij met haar zusje de trap aiging.
Minnie vertelde nu wat er gebeurd was.
„Ze is al een heelen tijd weg", zei ze „Zo
jokte om de mooie vaas in de zitkamer, die
ze gebroken had. Betje zei, dat ze het vast
en .zvxer gedaan had. Er was niemand an
ders in de kamer geweest, maar Jaantje
wilde 't niet bekennen en Moeder heelt