BAD ARTIKELEN p H. M. PIERROT TOTALEN UITVERKOOP 71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 6 Juni 1930 Vierde Blad No. 21540 BRIEVEN UIT BERLIJN. enorme keuze de bekende G0EDK00PE PRIJZEN Haarlemmerstraat! AMERIKAANSCHE NOTITIES maarsmansst. 7-14-21 telefoon 630-1293 WEGENS VERKOOP van ons pand MAARSMANSSTEEG 7 MOETEN wij ruimen. Profiteert van onzen LONDENSCHE BRIEVEN. (Van onzen correspondent). Berlijn, 31 Mei. De hoofdstad van het Duitsche rijk zit midden in de „feestweken". Een onverwacht en heerlijk lenteweer heeft voor goede stemming gezorgd. On smakelijke Bchandaalprooessen, die door een deel der pers even onsmakelijk uitge^ buit worden, kunnen die feeststemming evenmin bederven als de nog altijd drei gende economische en sociale situatie. We zijn ons wel bewust, dat binnen Duitsch- land's grenzen drie millioen menschen zon der werk zijn, op kosten van het Rijk leven zich nauwelijks boven water kunnen houden, Maar wat helpt het ons, of we er telkens weer over piekeren? We lezen, dat Duitsehland op het oogen blik 818.7 milliaen Mark zou moeten lee- nen om zijn balans kloppend te maken, lezen ook, dat de vlottende schulden van het Rijk voortdurend grooter worden en dat de belastin gschroef niet verder kan woTden aangedraaid, wil men niet gevaar loopen, dat dan handel en industrie in nog eel grooter mate den weg van het faillis sement opgaan en het aantal werkloozen opnieuw stijgen moet. Ja dat alles weten wë. Het ziet ëf bitter slecht uit met Duitsehland. Maar de groote oorlog heeft al geleerd, j dat de veerkracht der menschen ook de j grootste ellende doorstaan kan. De lust om te leven en van het leven te genieten is bij onze Duitsche buren krachtig genoeg gebleven, alle misère ten spijt. Gewerkt Trordt hier, en genoten niet minder. Het geld zit den Duitschers, die het in baar bezitten of door gevaarlijkverbreide cre- dietstelsels makkelijk krijgen kunnen, nog steeds naar onze nuchter-Hollandsche be grippen, te los in de portemonnaie. Of schoon men nu toch langzamerhand in or ganen van allerlei richting lezen kan, dat sparen, vooral in het openbare leven, op den duur niet onverstandig zou zijn Men mag buitenlandsche toestanden niet met Duitsche vergelijken. Zoo lijkt Italië in geen enkel opzicht op Duitsehland. En toch is het begrijpelijk, dat groote groe pen van menschen, die het goed met hun vaderland meenen, naar een Duitschen Mussolini verlangen, die eens eenige jaren met onbeperkte volmachten behoorde te regeeren om aan verspilzucht, onsolide handelspraktijken, corruptie bij staat en gemeente, en den waanzin van twintig en meer landen met kostbare eigen regeerin- gen en parlementen een einde te maken. Duitsehland gaat onder staatkundig fede- lalisme en particularisme meeT gebukt dan ooit te voTen. En de buitenstaander, die de overgevoeligheid der verschillende Duit sche landen wat him onafhankelijk bestuur ?n het behoud hunner „Eigenart" niet tent, kan nauwelijks begrijpen, dat in een periode van hoogst gevaarlijke crisisver schijnselen op vrijwel alle gebieden, de Beier en de SakB, de Wurtemberger en de Meelde® burger nog altijd aan hun zelfbe stuur vasthouden, dat jaarlijks honderden raillioenen aan d.e volksgemeenschap ont trekt. Maar het blijft er bijal deze zorgen kunnen den mensch niet verhinderen, van zon en lente, van het bloeiende jonge leven te genieten. Berlijn heeft weer z'n feestweken. En de eenige concessie aan de Blechte tijden is, dat dit jaar, dat het zonder subsidies moet doen, niet van een „season" spreekt en dat het feestprogramma bescheidener Af metingen moest aannemen. In de hallen rondom den „Berlijnschen Eifeltoren", den kleinen broeder van het Parijsche wonder, dien we hier „Funk- turm" gedoopt hebben en die dan ook in de eerste plaats als antenne-mast gedacht *as, is weer eens een show geopend, die ditmaal „oud-Berlijn" toont, ofschoon juist deze groote stad niet op bijzonder interes sante historische herinneringen bogen kan. Toch kan ik den lezer, die hierheen komt, den raad geven, er even in te loopen. A.I was het alleen maar om de keurige regie te bewonderen, waarin de Duitschers op dit gebied in de laatste jaren pleegt uit te munten. Maar het heerlijke weër lokt toch meer naar buiten. En wel in de eerste plaats naar onze prachtige meren, die dezer da gen ook de geleerde beeren van het Olym pisch Congres onder wie ook vele gasten uit Nederland den weg naar de onver gelijkelijke omgeving der wereldstad heb ben doen vinden. Berlijn heeft den vreem delingen getoond ,wat het op het gebied Tan de watersport waard is. Ik weet wel, dat Nederland daar ook een woordje kan meesprekenmaar dan toch in hoofdzaak alleen wat de qualiteit betreft. Een stad van 41/2 millioen inwoners slaat op het ge bied der quantiteit natuurlijk elke concur rentie met stukken. We zien in deze darren parades van roei-, zeil- en motorbooten, die waarschijnlijk alles overtreffen, wat de watersport in Europa tot nu toe geboden beeft. Tienduizenden vaartuigen bieden eeD schouwspel, dat zelfs de Engelsche en 'Amerikaansche sportkoningen, die toch ock bet noodige gewend zijn, blijkbaar verbluft beeft. Internationale wedstrijden voor snelle motorbooten lokken geweldige volksma^ii's uaar de omgeving van Berlijn-Potsdam En toch zijn er altijd weer honderddui zenden, die ook bet stadion, de tallooze sportvelden, de uitspanningen en de bos- ■chen in den omtrek door overvolte tijde lijk haast ongenietbaar maken, overge bleven. Een bijzondere dag in die weken van algemeenc volksvreugde is steeds de He melvaartsdag, die voor Berlijn met de his torische gewoonte der „Herrenpartien" ïerbonden is. wWat een „Heirenpartie" is. weet alleen de Berlijner. De kleine middenstand in deze stad oer millioenen is een typisch element in het volksleven, de eenige groep, waarin het echte Berlijn tamelijk onvervalscht be waard is geblevende eenige gToep ook, die zich werkelijk van ouder tot ouder als „Berlijnsch" beschouwen mag, De men schen hebben nog traditie En tot de vel® uitingen dezer traditie behoort de .Her- renpartie." Op Hemelvaartsdag (en de gewoonte wil dan, dat het steeds tegen den avond giet regent) trekken de clubs, de stamtafels, de kegelbroederschappen er op uit. al heel, heel vroeg in den ochtend. Twee voorschrif ten gelden of goldende vrouwen thuis laten en alcohol en scher'tsartikelen mee nemen. De gróóte attractie ligt vooral in de eerste voorwaarde. Want het noodlot schijnt nu eenmaal te willen, dat door de eeuwen heesn de ongelukkige Beriijnsche kleine-middenstanders vrijwel uitsluitend aan echte Xantippe's gesmeed waren. Dat er één dag in het jaar is, waarop de ke tenen verbroken worden, bewust verbro ken; één dag, waarop men „onder ons jon gens" is en naar hartelust klagen kan over' huiselijke onderdrukking; één dag, die slechts jolijt en ten slotte vaak bandeloos heid kent, waarop men een of meer slokjes teveel mag nemen, zijn Zor.dagsche klee- ren bevlekken mag en hardop zingen, des noods ook vechten naar hartelust! Men moet de Beriijnsche „Maulhelden" kennen, om te begrijpen, welk een genot zulk een Herrenpartie" beteekent.. Men wil ,,ins Freie", het groen in, dat voor den Beriijner steeds, een bijzondere attractie beteekend heeft. En liefst huurt men gezamenlijk „Kremsers", een prae- historisch vervoermiddel in deze tijden, dat men het best met, zeer primitieve. „Jan Pleziers" vergelijken kan. In de ver sierde en op de thuisreis door brandende lampions verlichte „KTemser" voelen de pantoffelhelden zich veilig. Ze brullen nog in de bewoonde wijken bij trek- en mond- harmonica-muziek hun krijgsliederen en de cogna-gflesch doet spoedig de eerste ronde. In de „vrije natuur" wordt gevischt en gekegeld, gedronken naar hartelust en in het gevoel der herkregen jongezellenvrij- heid niet zelden een kleine flirt begonnen, die wel eens ernstige gevolgen met zich brengt. De middaguren zijn steeds voor een. dutje in de open lucht gereserveerd, wa-arna- gebaad wordt, om nieuwen moed voor geweldige drinkgelagen in te zame len. En we doen goed, het verder verloop van de „Herrenpartie" dan maar met dco mantel der naastenliefde te bedekken. 's Anderen daags plegen de kranten dan vol te staan met berichten van arrestaties, van vechtpartijen met bloedigen afloop, ook- wel van doodslag en erger. Al blijven zulke onverkwikkelijkheden natuurlijk in de min derheid bij de behouden thuiskomst der meeste jonggezellen-van-één-dag vergeleken, die hoogstens een uiterst onaangenaam bedsermoen nog dagen lang in de herin nering behouden. Het merkwaardige van dezen Hemel vaartsdag nu is geweest, dat het aantal Herrenpartien" opvallend afgenomen is en dat zeer vele huisvaders veel liever met vrouw en kinderen, in paddelbooten en plezierstoomers, te voet of per motorfiets naar buiten getrokken is. De „Herrenpar tie" is blijkbaar aan het uitsterven. De Xantippe ook Men zou het bijna aannemen ROLAND. RECLAME. 2309 HOEK DONKERSTEEG 2-4 G De Roode Haan kraait ook in Amerika. New York, Mei 1930 Toen kolonel Fitzmaurice. die met Köhl en Von Hühnefeldt het eerst den Atlanti- schen Oceaan van Europa naar Amerika overvloog, gevraagd werd, wat hem getrof fen had bij zijn vlucht over het Amerikaan sche vasteland, antwoordde hij: „de kleur van het landschap". De verslaggevers wa ren hierover ten zeerste verbaasd en vroe gen hem zich nader te verklaren. Men zal zich herinneren, dat deze vlucht plaats vond in het vroege voorjaar, zóó vroeg zelfs, dat Moeder Natuur haar wintermantel nog aan had. ,,Bij ons in Ierland." aldus Fitzmaurice. „is het landschap altijd groen, zelfs midden in den winter en hier i9 het roestbruin." Hij had er gerust bij kunnen voegen: in Ierland en de andere Europee- sche landen rond de Noordzee. De natuur heeft hier inderdaad 's winters dat totaal afgestorven uiterlijk, dat wij met onze al tijd groene weiden niet kennen. Het is hier een zuiver landklimaat met een uiterst dro ge atmosfeer en daarenboven droog van bodem. Bij de eerste lenteregens schiet het groen als met zienderoogen naar boven. H gras en daarmee bedoel ik natuurlijk niet de keurig onderhouden grasvelden van villa of buitengoed groeit in dikke pollen en i9 tegen den herfst van een kolossale taaiheid en breeden halm .geworden Daarbij kennen wij hier zooveel verscheidene soorten on kruid, die alle een groote hoogte bereiken, soms wel tol anderhalver; meter toe en dicht opeen staande. Is de lange en prachtige herfst voorbij, dan verdort heel deze wilde weelderige plantengroei in een week tijd tot hooi en 9iroo. Het gras staat soms kniehoog en zou geschikt zijn om er matrassen mee te vuilen; het onkruid doorgaat een serie kleurveran deringen een soori krijgt bloedroode vlekken, een ander droogt vurig paars uit knakt om en valt tol een drogen onontwar- baren hoop in elkaar. Gewoonlijk komen dan gauw de regen- en sneeuwstormen, die het of weken achtereen bedekken of er een natte warmassa van maken En wanneer de sneeuw niet over het land ligt, ziet alles egaal grijs-bruin uit, een kleur, die vanuit een vliegmachine wel moet opvallen aan een Europeaan Einde April begin Mei ver andert in een paar dagen tijds de heele aanblik, omdat het groen dan weer met een overstelpende kracht te voorschijn schiet. Maar vlak vóór dien leven we in het groote gevaar van de „gras. en kreupelhoutbran- den". die dezer dagen zoo geweldig aan het woeden zijn in de staten New-York, Penn sylvania, New-Jersey en Connecticut. In mijn jongenstijd, toen de boeker, van Airnard, Cooper en dergelijke Indianen- beschrijvers dagelijksche en gretig verslon den kost waren, behoorde onder de talrijke raadselachtigheden van het Amerikaansche wildernisleven ook die van den prairiebrand Moesten wij de schrijvers gelooven, dan had den zulke branden niet alleen een kolos salen omvang, maar zij plantten zich zoo sne! voort, dat een man te paard soms niet dan met groote moeite ontkwam of zelfs door hel vuur ingehaald werd, al naar de roman het verkoos. Het wilde er bij ons. jeugdige bewoners van hel polderland, niet in, dat gras zulk een doodsvijand kon zijn en zelfs onze heidebranden legden nooit Apeldoorn of Ede in de asch. Sindsdien heb ik wel anders geleerd, nadat ik bijna zelf zoo'n i brand op mijn geweien had en een paar jaar later mijn hui9 aan twee kanten door de vlammen benaderd werd. Het verdroogde gras en onkruid brandt als een plas petro leum of benzine, wanneer er een lucifer bij gehouden wordt De eerste maal, aal mij de catastrophe bijna overkwam in de „Middelwest" was de oorzaak het wegwaaien van een brandend stuk papier. Ons papier, kranten, winkel zakken, kartonnen doozen e.d. i9 een ware l\uisplaag, omdat het zich eiken 'dag op stapelt en nooit weggehaald wordt De stads reiniging bedankt voor de eer en de Iorren- kooplui die af en toe langs komen, azen alleen op afgedragen kleeren. nog bruikbaar huisraad, autobanden enz en verwaardigen zich som9 ettelijke pakkan kranten mee te nemen, wanneer die keufig Opgevouwen op elkaar liggen en met een touw dichtge bonden zijn. Onze dagelijksche krant als de „Times" of de „World" bevat twee en vijf tig pagina's, dus een weekje kranten loopt aardig op, zooals men begrijpen kan. Elke huisvader, d-ie niet in een huurkazerne in de stad woont, maar meer in de open ruimte, neemt al zijn papieren mee op ongeregelde lijden naar een open plekje en houdt er een vlammetje bij. Voorzichtige lieden doen dat als het windstil is en ver van een brand bare omgeving af, indien het eenige dagen niet geregend heeft. Maar kersversch aan gekomen in dit land besefte ik destijds de gevaren niet, een brandende krant draaide krullend het gras op en meteen vloog de boel gierend in brand. Struiken gaven een vlam v.tweemanshoogle en zelfs het gras kroop in een vurigen cirkel weg, aangeblazen door den stevigen wind! Mijn gelukkig ge sternte wilde dat er een brandweerman een eindje verderop woonde, die vrij van dienst thuis zat en zich als commandant opwierp van de inmiddels toegeschoten buren die allemaal bezems en kolenschoppen zwaaiden Hier in de stad New-York staat mijn huis tegen een berghelling en achter ons is een groot open terrein, dat geregeld elk jaar in brand wordt gesloken door een van de om- woners Dit wordt met opzet gedaan omdat het schoopgebrande terrein ten eerste daar- door grondig van muggen wordt gezuiverd en bovendien 9chiet het gras veel beter op, I wanneer de stengels van het vorige jaar j verdwenen zijn. Tot dat doel wordt gunstig j weer uitgezocht en coöperatief door alle 1 buren gewerkt, want zou het vuur on9 de 1 baas worden en te ver overslaan, dan zou het leed niet te overzien zijn. Natuurlijk vindt de jeugd de verleiding vrijwel onweer staanbaar en zoo stond een paar jaar ge leden onze achterhelling te laaien voordat we het beseften en aangezien ik alleen niets kon uitrichten, belde in de brandweer op, die op mijn mededeeling van een „brush fire" heel gezellig in een open bakauto aan kwam. allemaal met een bezem toegerust In de afgeloopen maanden is er bijzonder weinig regen gevallen, zoodat gra9 en kreu pelhout droog als kurk zijn Wat precies de oorzaken der reusachtige branden, zoo als die op Staten Island en Long Island zijn, weet men niet, het kan de krant van een onvoorzichligen huisvader zijn geweest of een onnadenkend weggeworpen sigaret. Het gevolg is geweest, dat duizenden acres plat gebrand zijn en daarmede honderden huizen waardoor de schade enorm hoog is. Geluk kig zijn nog geen menschenlevens te be treuren en indien de veel verwenschle auto. mobiel ook eens een loftuiting verdient dan is het zeker dat de trouwe famiilde-car fh zulke omstandigheden goud waard is Het verraderlijke vuur. dat met winddraaiingen overal heen jaagt, sluit soms heele dorpen in een der laatste berichten deelde mee, dat een dorp vah vijf duizend menschen practisch gesproken van de buitenwereld was afgesloten Het over de heele wereld bekende vliegveld van Lakefield in New- i Jersey, waar de Zeppelin eenige malen ge- RECLAME. Alles tegen Fabelprijzen. 2807 Van het gewoonste tot het duurste moet tegen eiken prijs weg! land en opgestegen i9, werd evenzoo geïso leerd en dat het kamp ongedeerd bleef kwam omdat een groot terrein er om" heen uit open zand bestaat. De gevaren van dergelijke branden zijn allesbehalve denkbeeldig, wanneer men be denkt hoe tegenwoordig om de paar honderd pas een benzinepomp voor auto's staat, een z.g. „filling station". Met hun ondergrond- sche reservoirs van benzine zijn het kleine vulkanen, wanneer de brand hen nadert, die de blussching er niet makkelijker op maken. Bij zulke branden komt nog ecu overblijfsel uit het oude pioniersleven voor den dag. Ieder, die in de onmiddellijke na bijheid vertoeft, moet helpen blusschen op bevel van de politie. Onverschillig of men er woont of toevallig op een pleziertochtje per auto langs komt, de politie requireert eenvoudig alle menschen, die door onderdoro en lichaamsvaardigheid daarvoor in aan merking komen. Rang, stand nog excuses gelden hier; elk paar armen heeft waarde en moet helpen tot de spieren het van ver moeidheid opgeven. En nog altijd schijnen er menschen te bestaan, die in zichzelf den drang om te helpen missen, maar die ook meenen dat niemand hen dwingen kan en dan in het arrestantenhok kunnen nadenken over hetgeen hen te wachten staat. Want In dergelijke gevallen treden de meeste rechters allesbehalve malsch op. Nog een klein voorbeeld van den omvang van zulke branden. Een brand in de Ocean, en Monmouth-districten van New-Jersey had een front van 65 K.M., 109 woonhuizen en farms waren in vlammen opgegaan en 45.000 acre9 land waren schoon gebrand. (1 Acre is ongeveer 41/2 H.A.). De menschen zijn absoluut uitgeput door het nacht es. dag helpen, terwijl de temperatuur dezen- dagen boven hel normale staat, hier en daar 101 tol 103 graden Fahrenheit; voeg daar nog bij de hitte van fiksch brandende dennenboschen en dikken rook, die oogen en kelen aantast en men kan zich indenken, dal daar een soort ramp voltrokken wordt, die in wezen niet onderdoet voor onze dijk doorbraken. Tragi-komische incidenten doen zich ook in vele gevallen voor; zoo kwamen de vuurbestrijders bij een alleenstaande farm, die door een ouden boer bewoond werd De goede man bad in zijn angst zijn vee stapel in huis gehaald om hen tegen de vlammen te beschermen en zoo stommelde het paard door de keuken en zaten de kippen op zijn sofa. (Van onzen Londenschen Correspondent). Amy Johnson schept een lastig geval. De landing van miss Amy Johnson die ach graag hoort aanspreken als „Johnnie" op het vliegveld van Fanny Bay, Port Darwin, Australië, vormde het einde van een daad, die zeker van de meest wonder baarlijke is, ooit door een vrouw uitge voerd. Het was een Zaterdagmorgen en het, voor Britten wel treffende, toeval wilde dat bet tevens „Empire Day" was, een dag waarop alles wat Brit is in de wereld, zijn gemeenschappelijkheid gedenkt. Na het werk volbracht door dit kleine en jeugdige meisje uit Huil, dat drie weken ge leden nog met de millioenen der bevolking de schaduw der onbekendheid deelde, was de reactie hier en ginds terstond groot. De officieele radio-omroep, waarvoor de pro grammanummers weken tevoren worden voorbereid, had voor „Empire Day" een spe ciale tractatie voor luistervinken. Het was een „voorstelling in geluid" van de uit gestrektheid van The Empire, zijn histo rie, de heldendaden aan zijn ontwikkeling en groei verbonden, zijn afstanden, verbindin gen en van locaal gerucht dat kenschet send is voor Londen, voor Plymouth, voor Quebec, voor Vancouver, voor Kaapstad, voor Singapore, Calcutta enz. Wie kende Amv Johnson toen dit nummer werd ge maakt? Maar den avond van den dag van de tending te Port Darwin was het nummer „up to date" gemaakt met een indrukwek kend woord over hetgeen Miss Johnson voor de „Empire"-verbindingen had gedaan. Toen dit onbekende viieg-vrouwtje nu 3 weken geleden Croydon vërliet om pertwee- dehandsch vliegtoestel de 16800 K.M. naar Australië af te leggen, waren er weinigen die dit plan niet roekeloos noemden en hst niet tot mislukking gedoemd achtten. Zij was alleen. Haar machine had slechts één ntbtor. Haar vliegervaring was gering. Maar terwijl de dagen verliepen en zij onver droten de kilometers verslond over Europa, Klein-Azië, over zeeën en woestijnen, werd het duidelijk dat deze vlieg-boodschap in goede handen was, dat moed. volharding en het vermogen zich te kunnen behelpen in de geestelijke samenstelling van dit we zentje overheerschten. Toen zij het bestaan de record voor een solo-vluoht naar Britsoh- I Indië had verbeterd, was de algemeene be- I langstelling in de verdere avonturen der i vliegster wakker geroepen. En de laatste en hacheljjkste trajecten van haar vlucht zijn niet alleen in Groot-Brittannië, maar waarschijnlijk in de gansche wereld met groote spanning gevolgd. Het feit verdient te meer bewondering, eradat Amy Johnson veel tegenslag heeft ge had. Een zandstorm noodzaakte haar "n de Arabische woestijn te landen. Boven Burma en Siam moest zij lang worstelen tegen tro pische stormen. Voordat zij de kust van Java bereikte, vloog zij lang in den gutsenden tropischen regen, die haar toestel tot '(licht boven de woelige en dreigende gofven bracht. Toen Jij Java achter den rug had, moest zü in de duisternis van een inlandseh oord op Timor landen, waar inlanders van vervaarlijk uiterlijk, maar gelukkig vriendelijken in borst, haar aanvankelijk den schrik op het ljjf joegen. In dit verband moge er ter loops aan worden herinnerd, dat verreweg de levendigste en aantrekkelijkste berichten over haar tocht in Londen aankwamen, ter wijl zij op en boven Nederlandsch-IndisclV gebied was, een treffend bewijs van waak zaamheid en vaardigheid van mijn Indische collega's. Eo tot besluit had zij 800 K.M. zee, met haaien dicht bevolkt, over te steken. Haar opgewektheid en zelfbeheersching verlieten haar geen oogenblik. En dezelde vastbera denheid, die haar een paar maanden gele den haar avontunr deed voorbereiden, met geen geld en geen invloed, heeft haar in staat gesteld het tot een triomfantelijk ein de te brengen. En nu kan Engeland naar hartelust een nieuw vliegwonder eeren. De Eritten gaan er prat op dat zij zoo kalm en zoo „lauw" zijn en dat niets hen warm kan maken. Maar toen de krantenbiljetten Zaterdagochtend in zware drukletters op pleinen en straathoe ken vertelden „She has done it" (niets meer, want iedereen wist wie „She" was), bleek voor de zooveelste maal dat Brftseh' phlegma een ding is van de meest onwe zenlijke fantasie. De gezichten der men schen op straat verrieden de hoogste ver voering. In de huizen werden millioenen tranen van gevoel gestort. De kranten ga ven roerend uitdrukking aan de razende heldinneavereering, waarin het land gevan gen was. Ongeduldig vroeg men om dtfi- eieele erkenning. Miss Amy Johnson, „John nie", had recht op een eere-titeL Maar wel ke? Dat is de vraag, die naar men het voorstelt in alle deelen der wereld waar Eritten wonen, is gesteld. De naam van Engeland en die van het Britsohe ras is door deze vliegdaad aanzienlijk verhoogd. Alcock en de gebroeders Smith en Cobham heeft men tot ridders van het Britsche Rjjk geslagen, omdat zij zulke dappere lucht vaartpioniers waren. Amy Johnson is de eerste groote lucht-pionierster. Helaas kent de Britsche Constitutie geen eeretitel voor vrouwen, die de openbare meening kan bevredigen. De titel „Dame", die correspondeert met „Sir" (voor een Knight of the Britsh Empire") is tot nu toe alleen gegeven aan bejaarde dames, wier eminentie van gansoh afltleren aard is dan die, welke de jonge vliegster heeft ver kregen. Het zou bespottelijk zijn van deze „Johnnie" een „Dame" te maken. En omdat dit niet kan, vindt men Hat de Brit sche constitutie maar geamendeerd moet worden om voor het meisje een mbuwe orde te scheppen. In dezen tijd van vrouwe lijke prestaties op nieuw gebied, waarin de pioniersters door haar bekwaamheid, haar durf in sport, wetenschap en avontuur zichzelve en het land in luister zetten, is het een onduldbaar gebrek van de Consti tutie, dat ze niet voorziet in een passenden eeretitel voor dat doel. Inmiddels zit de regeering met dit lastig geval. En de hoofd mannen in het Kabinet hebben da koppen bereids bij elkaar gestoken om te zien wat kan worden gedaan om aan het verlangen, een onweerstaanbaar verlangen, opgekomen in de gevoelige harten van alle Britten, te kunnen voldoen. Misschien is over de zaak reeds beslist wanneer deze brief on der uw oogen komt. Misschien zal Engeland zijn eerste „Lady of the British Empire" hebben gekregen. Misschien zal men er een Lady Amy Johnson kennen, die haar „Ladyship" niet ontleent aan het feit dat haar vader een Lord of haar echtgenoot een Sir is. Evenals in het Amerikaansche geval Lind- herg, heeft Scandinavië weer een deel van do nationale eer van „Johnnie's" verrichting oDgeëischt Zweden heeft zich indertijd ge haast te laten weten dat Lindbergh van Zweedsche afkomst was. Denemarken heeft niet minder snel verkondigd dat de groot vader van Amv Johnson een Deen is en dat hij nog leeft en meegeniet van de eer, die zjjn kleindochter ten deel is gevallen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13