Jaargang Donderdag 5 Juni 1930 No. 23 TILLY'S PINKSTERDAGEN. e vinat je i ua, -.lai je vandaag acantie krijgt V' vroeg meneer Post dochtertje, terwijl ze 's morgens ontbijt zaten. natuurlijk", antwoordde Tüly, t is zoo kort, maar vier dagen." maar ik vind 't leuk", zei Broer,, niet op school ging, blij ,,dan kan mij spelen." denk je maaT, baasje. We gaan vef hè Vader? Of mogen we mee jullie fietsen? Dat's nog fijner", |ly. weet ik nog niet", meende Vader, ;a eens kijken, of de post wat ge- ïeeft, die ging net voorbij." st-ond op, liep naar de gang en ven later met een brief in de hand lien ze aan Vader gaf. Tante Els", zei deze dadelijk, toen idres zag. „Er zal toch geen narig- \V* maakte Vader den bTief open en een ernstig gezicht, is ex V' vroeg mevrouw Post nn. Hs woonde samen met Grootvader was in den laatsten tijd niet al te !T is erger", antwoordde haar man „EU vraagt, of we vooral met de dagen komen. Dat heeft Vader txx) In de dokter vindt het ook noodig." zouden we Zaterdagmiddag op re» opperde Moeder, ,,'t is een heele tar Winschoten." gezicht glom opeens van blijd- rootvadeT was wel ziek, maar dat e wel eens meer, gewoonlijk knap- eer gauw op. 't Kon best wezen, alweer opzat, als ze in Winschoten £oo'n zalige, lange treinreis! lijk, hè Broer!" zei Tilly dan ook, ae den kleinen jongen, die naast naar ui, coua aau z u arm schudde. „Vindt je 't leuk in den trein Vy „Maar jullie gaan niet mee", zei Vader óp eens. „Moeder en ik gaan alleen." „En... en...", begon Tilly teleurgesteld, Grootvader vindt 't altiild zoo prettig als we komen." „Ja, maaT nu kan 't niet. 't Is te druk, en Tante Els vraagt uitdrukkelijk om jullie niet mee te brengen." „Maar wat moeten we dan met de kin deren doen V' vroeg Moeder. Ze hadden geen familie in de stad en aangezien ze er nog niet lang woonden, ook niet veel kennissen. De buren gingen zelf uit met de Pink sterdagen, maar plotseling bedacht moeder wat. „We zullen vragen, of jullie bij Tante Cato moogt logeeren." „Hè, nee, niet bij Tante Cato", ti*p Tilly dadelijk uit. „Daar moeten we 2S0o stijf op een stoel geprikt zitten." „Dat's nu niet aardig, Til", voDd Moe der, „Tante To is altijd erg hartelijk voor jullie en nooit komt ze hieT, of ze brengt een verrassing mee. ,,Ja, ik vind bet ook wel prettig, als 7A hier komt, maar bij Tante thuis is alles zoo piekfijn en daar moet je zoo necjr-s zoo voorzichtig wezen", mopperde 't meisje „Dat's heel niet verkeerd voor je", vond Vader. En er werd afgesproken, dat Moeder 's middags even zou gaan naar Tante To, die geen echte tante, doch een goede vrien din was, om te vragen, of de kinderen daar een paar dagen komen mocht-en, van Zater dagmiddag tot Maandagavond. Tilly was teleurgesteld, van wandelen o! fietsen zou natuurlijk niets komen met do Pinksterdagen. Oom hield niet van wande len en Tante had geen fiets. In plaats van gezellig in 't bosch te liggen of te ravotten zouden ze stil voor de ramen zitten kijken, Broer en zij. Ze dacht heel niet aan haar zieken Grootvader, voor wïen het een groot plezier was: zijn zoon en dochter te zien, ze piekerde alleen maar over haar eigen teleurstelling. En op school klaagde ze haar nood aan haar vriendinnetje. Ja, die Bep. had 't nog eens heerlijkDie woonde buiten en kwam eiken dag met de bus naar sohooL Die had nog eens een leventje, die hoetde niet eens te gaan wandelen om buiten te komenZoo peinsde Til en zoo sprak zo ook tegen Bep. „O, vindt je 'i zoo leuk buiten? Je mag gerust eens komen", beloofde Bep „Morgen al tot Maandagavond 11" vroeg Tilly dadelijk. „ïk zal het aan Moeder vragen en 't jtf vanmiddag zeggen", antwoordde Bep. En 's middags bracht 't vriendinnetje de boodschap van huis mee, dat Tilly komen mooht. Bep's VadeT zou haar 's Zaterdags om half èén komen halen, dan kon ze ach terop de fiets mee. Wat was Tiïlv blij! En wat hoorde Moe der er van opZe kende Bep's familie wel van de ouderavonden op school en ze vond 't heel geschikt, dat Tilly eT heen gingi- Het was ook minder druk voor Tante Cato,- die toch al geen kinderen gewend was. Maar Broer was verdrietig, dat hij alleen uit logeeren moest. Doch aan Broer dacht Tilly heelemaal niet, ze was maar aldoor bezig met de Dreties, die haar ie wachtev* stonden. Toen Beps Vader aanbelde stond Tillv al klaar met haar pakje, nam vlug afscheid van Moeder, Vader en Broer en klom ach terop de fiets. Broer werd ook meteen naaf zijn tijdelijk tehuis gebracht en niet lang daarna tramden Vader en Moeder naar hoS station om de lange reis te aanvaarden* Zelf hadden ze ook liever de kinderen mee genomen, maar dat ging nu eenmaal niet! Tilly genoot op Beps buitenhuis Er waren kippen en konijnen en die mocht Tilly voeren. Er liep ook een klem geitje* doch daar was het stadsmeisje een beetjd bang voor, omdat 't beest soms zulke rare sprongen maakte. Ze holden en draafden door den tuin, plukten de eerste rijpe aard beien en haalden uit de weide achter het huis handen vol pinksterbloemen, die thuis in het water zetten. Bep had ook twee aardige broertjes, iets grooter Ac» Broer, die den heelen middag met haar meespeelden. Soms moest ze op eens aan Broer denken en dan was 't net, of ze hem met zijn neus tegen het raam gedrukt zag zitten en of ze de vriendelijk waarschuwen de stem van Tante To hoorde: „Broertje, niet de ramen vuil maken, hoor!" 't Waa of ze Broer hoorde zuchten en van het raam weg zag gaan. Neen, daar wou ze nu niet aan denken! Ze was hier, om pret to maken. En ze maakte plezier, totdat z© 's avonds in bed lag. Beps hartelijke Moe der kwam haar nog eens lekker toedekkert en een -paar vriendelijke woorden zeggen. Toen gingen Tilly's gedachten naar do stad, naar Broer. Hoe zou dit het gehad hebben Zou Moeder hem nog wat speel goed meegegeven hebben Anders tnochü hi; wel met Tante's dominosteenen spelen*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13