MEUBELEN UIT HET PARLEMENT. INGEZONDEN. RECHTZAKEN. LAND- EN TUINBOUW. HET H0LLANDSCH GELD IN DE MIDDELEEUWEN. (JVan onzen parlementairen medewerker.) DEN HAiAlG, 23 Mei 1930. De wettelijke regeling der Arbeidsbemid deling - Behandeling der artikelen. In rustige kalmte heeft de Tweede Kamer Ui eden de behandeling van de Arbeidsbemid deling voortgezet. Er was dan ook geen reden om te onderstellen, dat er woeling zou komen in de kalme atmosfeer van een Kamer die weet, dat zij zich niet behoeft te haasten om haar werk af te maken alvorens op recés te gaan. Minister Verschuur heeft zijn gister aan gevangen rede ter beantwoording van de •prekers, die algemeene beschouwingen had den geleverd over het ontwerp, geëindigd. IHij heeft daarbij in het bijzonder in het licht gesteld, dat, al moge het ontwerp niet in een dringende behoefte voorzien, het even goed werk kan opleveren als b.v. de Warenwet en de Pandhuiswet, zij het ook bp ander gebied. Particuliere arbeidsbemid deling blijft geoorloofd, mits geen winst be oogd wordt. Aan ondernemingen met winst bejag worden zoodanige voorwaarden ge steld. dat misbruiken voorkomen worden. Van een arbeidsbemiddeling, waarbij de ar beidsbeurs rekening heeft te houden met een plaatselijke loonstandaard, achtte hij onmogelijk, omdat „plaatselijke loonstan daard" geen vast begrip vertegenwoordigt. Bij stakingen en uitsluitingen dient zijns in ziens een arbeidsbeurs geen bemiddeling «te verschaffen ten einde geen moeilijkheden te veroorzaken. 'Hiermede waren de algemeene beschou wingen ten einde en kon met de behande ling der artikelen een aanvang worden ge maakt. De voorstellers van amendementen hebben daarbij weinig genoegen beleefd van de door hen genomen moeite. De eerste voorsteller was prof. Van der Bilt, die met zijn liberale medeleden een aantal amende menten had ingediend. Zijn amendement om bij stakingen en uitsluitingen wel be middeling te blijven verleenen onder gehou denheid evenwel om aan de werkzoekenden mededeeling te doen van den stand van zaken, werd van verschillende zijden en door den minister bestreden en viel met 53 legen 23 stemmen. Met 47 tegen 21 stemmen onderging een amendement van den heer Kupers (S.D.A.P.) op art. 7 hetzelfde lot. Het wilde in de wet een bepaling doen opnemen geen arbeids bemiddeling te verleenen zoo de aibeids- •voorwaarden ongunstiger mochten zijn dan ter plaatse gebruikelijk is. Dat was dus een bepaling betreffende de handhaving van iden plaatselijken loonstandaard, waartegen de minister zich reeds bij de algemeene be schouwingen had verzet. Dat deed hij nu weder en gevolg was de verwerping er van met 47 tegen 21 stemmen. Bij art 13 kwam mevr. -BakkerNort ^V.-D.) met een bepaling, dat in de com missie van toezicht op de Arbeidsbeurs ten minste één vrouw moest zitten. Zij trok het even/wel na debat weer in, toen 'haar dui delijk was gemaakt, dat een dergelijke be paling zeer onpraktisch zou kunnen werken en bovendien de vrouwen niet uitgesloten zijn van het lidmaatschap van de commis sie. Een amendement van den heer Van der Bilt (Lib.) om de leden te doen benoe men na aanbeveling door de centrale ver- eenigingen van werkgevers en werknemers werd z. h.9t. goedgekeurd, nadat de mi nister het aannemelijk had verklaard. Een amendement van den heer Hiemstra (S.D.A.P.) om ook voor de agentschappen in kleine gemeenten commissies van advies of toezicht verplichtend te stellen, werd door den minister ontraden omdat dit de regeling te omslachtig zou maken en daarop door de Kamer met 38 tegen 22 stemmen ver worpen. Minister Verschuur heeft vervolgens en kele amendementen van den heer Beumer (A.-R.) strekkende om de regelen betreffende het toezicht wat eenvoudiger te maken en onduidelijkheden weg te nemen, overgeno men. Hetzelfde geschiedde met een amende ment van den heer Van der Bilt (Lib.) om voor de benoeming van leden der centrale commissie van bijstand voordrachten te doen geschieden door de centrale organisa ties van werkgevers en arbeiders. Bij art 44 kwam aan de orde de kwestie van de uit winst opgerichte ploatsings- bureaux. De minister had ze ten doode op- geschrevenen tevens hun voorloopig tijde lijk voortbestaan afhankelijk gemaakt van een vergunning van overheidswege. Er waren verschillende amendementen inge- Giend, doch slechts één heeft genade bij de Kamer gevonden. Dat was van den heer Kupers (S.D.A.P.) afkomstig om aan de bureaux, die op 1 Maart 1929 reeds beston den het voortbestaan te veroorloven, mits zij om de vijf jaar vernieuwing van die vergunning aanvragen. Bij het overlijden Van den leider houdt evenwel een dergelijk bureau op te bestaan. In de strafbepalingen is de Kamer blijven steken. De behandeling er van zal Woens dag a.s. worden voortgezet. De dag van Dinsdag blijft vastgelegd voor de interpel latie van den heer Boon over den zendtijd bij de Radiodistributie. RECLAME. van ABR. DREEF Nzn. 8964a 5 BURGSTEEG 5 zijn BETER EN GOEDKOOPERM (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. HET EEiRSTE LEIDSCHE „VACANTIE-KINDERFEEST". Geachte Redactie. Namens de commissie van het Leidsche ..Vacantie-Kinderfeest" ingesteld in 1929 door de afd. Leiden van den „Bond van Ne- derlandsche Onderwijzers", verzoeken on- dergeteekenden voor de tweede maal een plaatsje in uw veelgelezen blad. Bij voor baat onzen dank. De eerste maal, in 1929, deden wij een beroep op de „Vacantiestemming" van de abonné's. Wij ontvingen in totaal f.40. Dit bedrag was te gering om een begin van uitvoering te geven aan onze plannen. Wij willen n.l. een „groote groep" Leid sche kinderen van onze volksscholen, één of meer dagen naar buiten brengen. Wij willen die kinderen uit de muffe stadslucht bren gen in de vrije natuur naar bosch, zee of heide. Daar kunnen zo eens de echte, fris- sche, geurende, gezonde buitenlucht inade men, die in de stad niet is. En wij zullen ze laten genieten van al het schoone en nieuwe, dat zij niet kennen. Wij hopen dit jaar nog, vele kinderhartjes te doen opspringen van vreugde en hen iets mede te geven voor hun verder leven. En a's de kinderen genieten, genieten dan de ouders niet dubbel? Dus dames en heeren als u die kindertjes helpt aan hun V. K. F., bezorgt u meteen een blijden dag aan menige zwoeger(ster), die achter blijft. Welende, dat ondanks onze geringe oogst in 1929, de kindervrienden in onze stad niet ontbreken en gaarne bereid zijn het goede doel te steunen, is onze commissie in 1930 weer met nieuwen moed begonnen. Ditmaal werd er eerst met lijsten ge werkt, wat een flink resultaat heeft opgele verd, Wij koesleren gegronde hoop, dat er dit jaar een Leidsch V. K. F. komt, als de baten nog maar eventjes blijven door vloeien, Ook vonden wij vaak schitterende mede werking. En wij voelen ons dankbaar ge stemd, al zijn we rog niet voldaan. Wij moeten zekerheid hebben van slagen, van daar dit ingezonden stukje. Er zijn nog verschillende lijsten niet weer binnen gekomen; wij verzoeken beleefd deze terug te mogen ontvangen. En verder doen we een beroep op de lezeressen en le zers van dit Ingezonden, die wij nog niet bereikten. Juist zij kunnen het ons mogelijk maken, om de misdeelde stakkers, die nog zoo zelden de vrije natuur buiten mochten aanschouwen, één of meer echt gelukkige dagen te bezorgen. Steunt ons met uw giften en vele kinder harten zullen er u dankbaar voor zijn. Namens de Commissie v. h. Leidsche V.K.F. L. BOERSfÏR'A, Schelpenkade 4ö, voorzitter. D. BOSMA, Heerenstraat 140, penningmeester. (Gironummer 158189) o DE ZENDTITD-VERDEELING. Mijnheer de Redacteur. Eeleefd verzoek ik U mg wat plaatsruim te in Uw blad af te staan, teneinde eeniga dingen recht te zetten in de voorstelling van raken, gegeven in het ingezonden stukje in Uw blad van Woensdag j.l. De bril .waardoor mr. O. B. Server de omroepvraagstukken bekjjkt, bljjkt nogal zwaar te zjjn beslagen door partijdigheid, iets wat in ons lieve landje wei meer voor komt. De opmerkingsgave van dezen Ob server, bljjkt bovendien nog in een vroeg beginstadium te verkeeren, vandaar dat. hij op vermakelijke manier de zaken dooreen- haspelt en zjjn betoogje met een aanvecht bare conclusie besluit. In de eerste plaats is daar de vergelg- kin gitusschen de predikanten, die hun af keuring uitspraken ove rite zendtijd-root en het geringe getal dat, volgens hem, zich beschikbaar stelt om voor de N.C.R.V. de uurtjes voor de rijpere jeugd te verzorgen. Het is hem blijkbaar ontgaan dat eerstge noemde heeren overtuigde Avro-aanhangers zjjn, en laatstgenoemden N.C.R.V.ers, zoo dat zij dus in omroepaangeüegemheden lang niet op één stoel zitten, waarmede eigen lijk de verdere strekking van zjjn stukje al veroordeeld is. Als de geachte inzender het door hem gewraakte artikel in Uw blad goed leest, zal hjj zien dat eerstgenoemde heeren wel allen medewerkers aan de Avro-Morgenwij dingen zjjn, maar dat hun protest niet ge- grond Is op het feit dat het aantal kwar tiertjes dier Morgenwijdingen straks gehal veerd zal moeten worden. Hun protest heeft denzelfden grondslag als van vele honderdduizenden weldenkende Nederlanders, die nog niet door de partij- bacil zoodanig besmet zjjn ,dat zij elke mo gelijkheid olm als volk in één instituut sa men te werken, al bjj voorbaat veroordee- len. Zjj zien in de beslissing van dien R.K. Minister („Hjj is toch een der onzen", zou Pastoor Perquin geruststellend zeggen) geen „zegen" voor ohs volk, zooSIs de A.R. mr. v. d. Deure in zjjn ,,overwinnings"(?) re devoeringen zich uitdrukt. Integendeel, zij zien daarin dé verwording van ons volk, de botviering van splfttzucht op elk maat schappelijk teiTeic door politieke welluste- lingen, die bjj elke gelegenheid klaar staan met de hokjes, waarin een groot deel van ons volk zich door allerlei Schoonschijnende phrasen Iaat drijven. Een instituut als de Avxo, dftt een monu ment is van de vrije, niet door partij-oog merken bezoedelde offervaardigheid en ge negenheid van de luistervinken van diverse pluimage, dat uitzendingen verzorgt die in elk opzicht hoogstaand zijn, is dan ook een doorn in het oog van de leiders der sects- rische omroepen, die heel goed' weten dat duizendtallen Avro-Ieden tot de RX en Ort. Fret. Kerken en S.D.A.P. behoorem en in dit geval geen gehoor geven aan bet gefluit van deze partij-vogelaars. De leiders der staatkundige partijen die politiek aan de bizondere omroepen ver want zijn, hebben lang geaarzeld om tot gedeeltelijke slooping van de Avro te be sluiten, totdat zij ten slotte voor de verlei ding om weer eens de moker naar harte lust te hanteeren, bezweken zijn. En dan spreekt mr. v. II. Deure nog van den „mo- reelen moed" van den bewindsman, die or der gal tot het sloopingswerk ,doch zich gesteund wist dour f/i van de politieke neuzen in het parlement.' Eelachelijk, die qualilioatie, alsoi er moed foe noodig is om iets te doen wat achter de schermen door de huidige politieke la- ken-uitdeelers besloten is! Uw inzender conoludeert dat dominees toch wel zeer lm moeten zijn, want ze werken blijkbaar liever een kwartier dan een uur volgens hem. Afgezien van de scheeve vergelijking die aan zijn stelling ten grondslag ligt, is het toch algemeen bekend dat, als er voor één catagur.e van mensohen een onbeperkten werktijd geldt, dan zjjn het zeker wel onze predikanten, die elk uur van den dag, en dikwijls van den nacht, klaar staan om hun medemenschen zonder aanzien des per- soons van dienst te zjjn. De conclusie van arbeidsschuwheid is dan ook zeer misplaatst en verraadt de menta liteit van den inzender, die blijkbaar tot die catagorie behoort, die door hun luide roepen om werktijdbeperking zelf sterk de verdenking van arbeidsschuwheid op zich laden. De vertaling van „Vara" door Algem. Volksomroep is bepaald grappig. Onder „het volk" verstaat men toch alle lagen van de bevolking en de inzender zal het toch met mij eens zjjn dat de Vara uitsluitend propaganda maakt voor politieke idealen, die slechts bij een gedeelte van ons volk weerklank vinden. Dat de Vara een ledental van 90.000 heeft weten te bereiken, behoeft geen verwondering te baren als men nagaat wel ke propaganda-machines haar in de partij- organisatie der S.D.A.F. ter beschikking staan. De etiketten R.K., Christelijk en So- rialistisoh oefenen op een groot deel van ons volk nu eenmaal zulk een betooverende aantrekkingskracht uit, dat alles geslikt wordt wat zich met die benamingen, te recht of ten onrechte,' tooit. In dit verband springt des te meer het respectabele getal, oDgeveer 130.000 luis tervinken, 200.000 Radiobode-abonnées, der Avro-aanhangers in het oog, daar der Avro geen van de middelen (dikwijls pressie en dwwangmiddelen) der politieke o( religieuse omroepen ten dienste staan. Dat doet de hoop leven voor de toe komst. Het besef dat ons volk een eenheid tehcort te zjjn, begint door te dringen, laten we hopen dat wij daar spoedig meerdere resultaten van te zien krjjgen. Daarom allen op voor de Avro, die reeds een resultaat is van de nieuw? idéé, en niet gerust voor haar weer een waardige plaats in den Nederl Omroep: een volle week, op de beste golf, eigen zender, Ï6 ingeruimd. Mijnheer de Redacteur, dankend voor de verkende plaatsruimte, NEDERLANDER. HAAGSCHE POLITIERECHTER Gezellig samenzijn in Alphen aan den Rijn. Mot ik in die bank gaan zitte Hi hi, ik ken d'r niet inkome. Daar gaat ie dan. Hoep Een dikke gezellige burgerjuffrouw (maar ze was niet zoo gezellig bleek later) m t een stemmig zwart hoedje, dat schuin af zakte van haar bolrond hoofd, heesch zich onder deze amechtig uitgestooten woorden krampachtig zuchtend maar niettemin vriendelijk lachend in het verdachtenbankje De zaal was een en al aandacht. Op de publieke tribune werden de halzen gerekt. Is u getrouwd, informeerde mr. Klomp zakelijk. 'k Geloof van wel, zei de juffrouw grin nikend waarna ze zich omkeerde en on middellijk een grapje ten beste gaf tegen over den dienstdoenden veldwachter. Ja, ik weet dat natuurlijk niet, merkte de Politierechter op, en overigeens moet u flauwe aardigheidjes maar achterwege laten. Na deze ouverture, die terecht veelbe lovend was, kwamen we aan de feiten toe Die waren niet malsch! Op 1 April maar nu was het in 't minst niet een Aprilmop had verdachte op de haar eigen eigenaardige wijze een 36-jarige buurvrouw (inmiddels verhuisd en dus bevrijd) uitgescholden voor heel onfat soenlijke en onprettige dingen, die we hier fatsoenshalve niet kunnen weergeven. De beleedigde juffrouw, die al zooveel grove termen had moeten aanhooren, had een briefje aan den burgemeester geschre ven en hem in kiesche bewoordingen een én ander meegedeeld. En nu zat haar tegenstandster in hert ver- daohtenbankje, zich van geen schuld be wust en zich vroolqk makend over de ver ontwaardiging van haar slachtoffer. Mag ik më mond open doen, edelacht bare f Mag ik alles zeggen, wat ik mag? Zeker, zeker, tot ik op een bepaald moment „stop" zeg, luidde het advies van den Politierechter. Nou die juffrouw, dië inaar niks anders doet as... (hier kwamèn eenige ont boezemingen, die we niet aan het papier kunnen toevertrouwen), hep me nou al drié maanden dwars gezete. En ze hep al 'es tegen me gezegd: daar staat die gek weer. Knap jij maar liever 't ongedierte bij jc op. Juist toen de gezellig dikke verdachte wilde vertellen, dat ze heelemaal niet in het bezit was van bepaalde hinderlijke beestjes, onderbrak mr. Klomp haar. Daar door werden ecnige vertrouwelijke mede* deelingen in den kiem gesmoord. Mag ik nog'es wat zegge Mr. k lompNeel Zooais jij gescholdei hebt, heb ik hier nog nooit gehoord. Je krijgt bepaald den eereprya in het schelden Dan komt verder üe getuige aan Het woord, de juffrouw die van haar eeksege- noote zooveel te v.erduxen heeft gehad. Als zij vertelt van den last, dien ze van ver dachte heeft, staat deze op en roept uiei# luider stemme, héél verontwaardigddat liegt ze. Mr. KlompAls je nu nog één keer on derbreekt, ga je de deur uit.. Toen de beleedigde partij uitgepakt had, was het woord aan de bcleedigende dito. Wij citeeren: „Die juffrouw (getuige) ging altijd over het hek leunen en als ik dan voorbij kwam ik ben nogal dit ziet u -begon ze te zingen: Tante Griet, wat wordt jij mages. En nog heel voel meer 1 Is dat zoo vroeg de Politierechter aan de getuige. Niks van an, meneer. Ze fantaseert maar. Het O.M. vond 't een schande, zooals de juffrouw uit Alphen aan den Rijn zich mis dragen had. Een boete van f. 15 subs. 10 dagen hechtenis was hier volgens den offi cier van Justitie op haar plaats. Dat lijkt naar niets, was het commen taar van verdachte. Die andere juffrouw hep toch ook gescholde! En dan me huis- houe. Dat mot ik toch ook opknappe. Wat heb ik daar nou an. Maar mr. Klomp liet zich niet vermur wen en veroordeelde de deskundige juf frouw op het gebied van scheldwoorden tot f. 15 boete subs. 10 dagen hechtenis. En juffrouw, raadde hij verd. aan, ik zou maar zuiniger zijn met schelden. Dat kost u maar geld. Dat is ook zoo, verzekerde de juffrouw plechtig. Maar u zal 'es kijke, as u zoo de heele dag genegerd wordt. (Vad.) PLUIMVEE. OVER KOPLUIS EN NOG WAT ANDERS. Groote schade wordt soms aan de kuikens toegebracht door kopluis, die juist daarom zoo gevaarlijk is, omdat zij meestal als zoo danig niet herkend wordt. Het optreden de zer schadelijke parasieten wordt grooten- deels veroorzaakt door de nalatigheid en onachtzaamheid van den eigenaar, als hij niet met kracht de uitbreiding te keer gaat. De aanwezigheid van de kopluis wordt soms heelemaal niet opgemerkt, daar zij niet. zoo als de andere vogelluizen, bewegelijk tus- schen de veeren rondgaat, maar zich vol ledig vastzuigt met haar krachtig zuigtoe- stel en het voorste deel van haar lichaam zich inboort in het kopvel der kuikens en dezen het bToed aftapt, zooals de hondeteek het bij de honden doet. Het aangetaste kui ken vertoont weldra de symptomen van zwakte en bloedarmoede. De stofwisseling wordt ernstig gestoord en het weerstands vermogen van het jonge dier gaat zoo goed al? géheel verloren. Zoodra men bemerkt, dat er geen groei in de kuikens zit, dat ze lusteloos en met hangende vleugeltjes (be halve bij sommige krielrassen die hang- vleugeltjes hebben van nature) rondloopen in weerwil van goede zindelijke verzorging, beste kwaliteit voer en zuiver frisch drin- water, dan is het zaak nauwkeurig te on derzoeken of er ook blauwachtige knopvor- mige dingetjes tusschen de kopveeren aan wezig zijn. Zoodra men nu de aanwezigheid van de terecht gevreesde kopluis constateert, dan gaat men dadelijk tot verwijdering er van over, hetgeen gelukkig erg gemakke lijk is. Een enkel druppeltje slaolie is het afdoende middel. Dit druppeltje wrijft men in tusschen de veeren-, de luis laat los en kan gedood worden. Als voorbehoedmiddel zou men zoo nu en dan reeds het kopjfe kunnen inwrijven. Als bij den opfok de kui kens echter steeds waarlijk zindelijk en niet te bekrompen worden gehouden is de kans van besmetting met kopluis gering. Bij beginnere en leeken op bet gebied van kuikenfok komt het maar al te vaak voor. dat na een zeer kort tobberig leven vele diertjes afsterven en soms van een heel broedsel niets overblijft. Op deze kuikens is dan van toepassing een variant op het ge dichtje van onzen Poot: Zij waren pas verschenen, Of gmgen gauw weer henen Allerlei dingen kunnen er de oorzaak van zijn, ieder afzonderlijk of in combinatie. Ten eerste de voedering. Wij moeten nooit ver geten dat de spijsverteringsorganen nog uiterst gevoelig en teer zijn. Onlangs zag ik ergens een heel broedsel gestorven ten gevolge van verkeerd voer. Men had ze na melijk als -eerste voer gegeven in melk ge weekte zemelen! Nu komen wel wat zeme len in opfokvoer voor en doen daarin hun zeer goede werking, maar enkel en alüeen gegeven deugen ze volstrekt niet, blijven veel te lang in de krop, verzuren daar en brengen den dood. Een andere fout is, dat men te vroeg soms dadelijk de zeer jonge kuikens begint te voeren met veel te nat opfokvoer en dan de resten niet dadelijk wegneemt, zoodat deze gaan bederven. Jaarlijks gaan door deze fout honderden kuikens verloren. In de eer ste weken geve men daarom de kuikens al les zoo droog mogelijk, althans zóó weinig bevochtigd, dat het geen naam mag hebben. En dan een koppeltje kuikens dat vóór de eerste zes en dertig uren gevoerd wordt, krijgt allerfei gebreken, waaraan ze wel niet sterven, maar waardoor ze toch sukkels en piepers blijven. En toch gaan er nog veel meer dieren verloren aan een andere fout, namelijk aan onvoldoende, koude, vochtige behuizing. Niets heeft een zich ontwikkelend jong dier meer noodig dan warmte, frissche lucht, be weging in zonnige ruimte. Hebben de dier tjes dat alles niet, dan is hun leven kwij nend en krijgen ze geen kracht om weer stand te bieden aan de talrijke vijanden, die slechts op de gelegenheid wachten hej aan te vallen. Dat zijn vooral de mijten, die in de na. den en kieren der hoenderverblijven zi<A onrustbarend vermenigvuldigen, zood^ men niet streng zich houdt aan het beboo:. lijk reinigen en desinfecteeren. Het opfokken van een broedsel kuikens is een zeer aangenaam en loonend werk, mav men moet er wat voor over hebben. men moet steeds zijn oogen den kost geven ei dadelijk, onmiddellijk ingrijpen als het c:et in de rechte lijn voorwaarts gaat. Door ui» te 9teUen groeit de allerkleinste afwijking aan tot een onherstelbaar gebrek. Vergeel men bijv. een paar uren lang ze van drin>. water te voorzien, dan vallen ze, door dorst gekweld, op elkaar aan, trekken tot bloedens toe aan elkanders veeren, kam en weinig begroeide deelen, takelen elkaar vreeselijk toe, waaruit veerenp?ukkers hm. neu ontstaan. Maar wie slechts laat broeden met lnfe. vrije, zuivere hennen, wie zorgt voor een praktisch, aangenaam kuikenverblijf, ri> niet te vroeg, maar dikwijls voedert, wie re. bruik maakt van de allerbeste opfokvoeders, wie het geven van groenvoer geen da; overslaat, wie de verblijven, de zaad- en drinkbakjes eiken dag reinigt, die zal zijn kuikens binnen weinige maanden zien oo groeien tot produktieve hennen en Moeie hanen, welke zijn hoenderstapel flink zullen versterken, of van meet af doen opbouw Die zal, zooals wij het al zoo vaak onder vonden, elk voorjaar met animo het broeden beginnen en er een groot genoegen in vinden. Bijna alle marktplaatsen in Nederkd bezaten van oudsher het munrecht en re1# tevens het recht van muntslag. Het eerst# bepaalde zich tot het onderzoek van ds zwaarte en het gehalte der muntsoorten die in omloop waren, en ook tot het wh selen van geld; het laatste strekte ach uit tot het geldmunten zelf. Onder de sta den, die beide rechten bezaten, kunnen aj de voornaamste genoemd worden Utrecht Stavoren, Groningen, Nijmegen, Tiel, Dor drecht, Dokkum en Wjjk bij Duurstede. Het geld was, in 't algemeen, nog schaaiech en daarom konden ook goedera in betaling gegeven worden. Deze goe> ren werden' dan tegen één vierde mindï dan de waarde in geld gerekend j£r waren tot de 13de eeuw geen mar ten in ons land in omloqp dan van zilrï en zelden van goud. Zjj werden uit drum platen fijn en zoo zuiver mogelijk raeiad geslagen, gewogen, rondgesneden, vanear z.g. paarlenrand voorzien en omgebogn De buitenlandsche kooplieden brachten Mt zilver in baren of staafjes mede en lie:*» die in de muntgerechtigde stad, waar jj handel wenschten te drijven, munten. het uitbetalem van groote sommen wsi het geld gewogen, om besnoeien te coorto- men, wat echter nog dikwijle werd toe;# past. Karei de Groote zag rich door i vele valsche munters genoodzaakt te te palen, dat alle munt, die niet volkomen p# lijk was aan die, op zijn munt geslapsq tót valsche munt moest worden verklaari De munten waren aan de voorzijde vor men van den beeldenaar, den naam op het wapen van den landsheer, aan de keet- zijde van den naam van de muntgerechtip de stad, ook wel van een kmis en een aar duiding. De munt van Karei den Groot# vertoont zijn naam (Carolus) en de wor den Trajectensas moneta (waarvan ,,tmm werd afgeleid). De munt van graaf Wiils VI vertoont voor de eerste maal den leeuc in den Hollandschen tuin. Het is moeilrji, de waarde van de tallooze soorten om# munten nauwkeurig in tegenwoordige waan de te bepalen, want, ofschoon zij in c® schillende gewesten denzelfden naam co® den, was de waarde verschillend. Gewoonlijk rekende men in Holland rcci zware en lichte „ponden" en „grootooi Twaalf grooten maakten één schelling uit dat is 5 cent in onze tegenwoordige «nn. waarde; twintig schellingen hadden dewasr- de van één licht pond, wat dus ongeveï gelijk stond met onzen gulden. Deze ïo® ponden noemde men kleide of zwarte too- nooisen, in tegenstelling met de zware po» den, die men oude grodte "konings-tourncoi- sen noemde, en die zestienmaal de waant# van de kleine ponden hadden. De ponden sterling, toen mede in.""" land in gebruik, thans nog, zooals be-;trt een Engelsche rekenmunt, hadden, een va#'- de van vier liente ponnen of twintig lingsche schellingen van 20 cent; vijf st® iingsche schellingen; stonden dus gelijk n» één licht pond en het Hpllandsche Pj™ sterling in dien tijd deed dus vier gulocl Een „goede Hollandsche penning" kw® in waarde met twee kleine ponden, d® met twee gulden overeen. Men bediende zich bij het rekenen ook es# marken, die eveneens in zware en 1">M# waren verdeeld. Da Zware mark had onge veer de waarde van een klein ponds toO' noois; de 'lichte de waarde van 10 col Bjj groote sommen, rekende men ook n#j gouden marken, die een waarde van 1- gulden hadden. Verder vindt men o.a. van schilden r wag gemaakt. Men twjjfeJt, of die, ec® als de schelling en de mark. hier te lw® een denkbeeldige of een werkelijke Qn» is geweest. Zij komen in verschillende teekenissen en waarden voor. De keljjkste waren de oude schilden, welke ffl 24 schellingen klein tournools, en g#?®, schilden, welke met 21 schellingen de» munt overeenkwamen. In de 9de eeuw kende men nog de des rie, een munt, die op ongeveer 15 cents t- rekend moet worden. 0 M

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 18