MEUBELEN
UIT HET PARLEMENT.
INGEZONDEN.
RECHTZAKEN.
LAND- EN TUINBOUW.
HET H0LLANDSCH GELD IN DE
MIDDELEEUWEN.
(JVan onzen parlementairen medewerker.)
DEN HAiAlG, 23 Mei 1930.
De wettelijke regeling der Arbeidsbemid
deling - Behandeling der artikelen.
In rustige kalmte heeft de Tweede Kamer
Ui eden de behandeling van de Arbeidsbemid
deling voortgezet. Er was dan ook geen
reden om te onderstellen, dat er woeling
zou komen in de kalme atmosfeer van een
Kamer die weet, dat zij zich niet behoeft te
haasten om haar werk af te maken alvorens
op recés te gaan.
Minister Verschuur heeft zijn gister aan
gevangen rede ter beantwoording van de
•prekers, die algemeene beschouwingen had
den geleverd over het ontwerp, geëindigd.
IHij heeft daarbij in het bijzonder in het
licht gesteld, dat, al moge het ontwerp niet
in een dringende behoefte voorzien, het
even goed werk kan opleveren als b.v. de
Warenwet en de Pandhuiswet, zij het ook
bp ander gebied. Particuliere arbeidsbemid
deling blijft geoorloofd, mits geen winst be
oogd wordt. Aan ondernemingen met winst
bejag worden zoodanige voorwaarden ge
steld. dat misbruiken voorkomen worden.
Van een arbeidsbemiddeling, waarbij de ar
beidsbeurs rekening heeft te houden met
een plaatselijke loonstandaard, achtte hij
onmogelijk, omdat „plaatselijke loonstan
daard" geen vast begrip vertegenwoordigt.
Bij stakingen en uitsluitingen dient zijns in
ziens een arbeidsbeurs geen bemiddeling
«te verschaffen ten einde geen moeilijkheden
te veroorzaken.
'Hiermede waren de algemeene beschou
wingen ten einde en kon met de behande
ling der artikelen een aanvang worden ge
maakt. De voorstellers van amendementen
hebben daarbij weinig genoegen beleefd van
de door hen genomen moeite. De eerste
voorsteller was prof. Van der Bilt, die met
zijn liberale medeleden een aantal amende
menten had ingediend. Zijn amendement
om bij stakingen en uitsluitingen wel be
middeling te blijven verleenen onder gehou
denheid evenwel om aan de werkzoekenden
mededeeling te doen van den stand van
zaken, werd van verschillende zijden en
door den minister bestreden en viel met 53
legen 23 stemmen.
Met 47 tegen 21 stemmen onderging een
amendement van den heer Kupers (S.D.A.P.)
op art. 7 hetzelfde lot. Het wilde in de wet
een bepaling doen opnemen geen arbeids
bemiddeling te verleenen zoo de aibeids-
•voorwaarden ongunstiger mochten zijn dan
ter plaatse gebruikelijk is. Dat was dus een
bepaling betreffende de handhaving van
iden plaatselijken loonstandaard, waartegen
de minister zich reeds bij de algemeene be
schouwingen had verzet. Dat deed hij nu
weder en gevolg was de verwerping er van
met 47 tegen 21 stemmen.
Bij art 13 kwam mevr. -BakkerNort
^V.-D.) met een bepaling, dat in de com
missie van toezicht op de Arbeidsbeurs ten
minste één vrouw moest zitten. Zij trok het
even/wel na debat weer in, toen 'haar dui
delijk was gemaakt, dat een dergelijke be
paling zeer onpraktisch zou kunnen werken
en bovendien de vrouwen niet uitgesloten
zijn van het lidmaatschap van de commis
sie. Een amendement van den heer Van
der Bilt (Lib.) om de leden te doen benoe
men na aanbeveling door de centrale ver-
eenigingen van werkgevers en werknemers
werd z. h.9t. goedgekeurd, nadat de mi
nister het aannemelijk had verklaard.
Een amendement van den heer Hiemstra
(S.D.A.P.) om ook voor de agentschappen in
kleine gemeenten commissies van advies of
toezicht verplichtend te stellen, werd door
den minister ontraden omdat dit de regeling
te omslachtig zou maken en daarop door
de Kamer met 38 tegen 22 stemmen ver
worpen.
Minister Verschuur heeft vervolgens en
kele amendementen van den heer Beumer
(A.-R.) strekkende om de regelen betreffende
het toezicht wat eenvoudiger te maken en
onduidelijkheden weg te nemen, overgeno
men. Hetzelfde geschiedde met een amende
ment van den heer Van der Bilt (Lib.) om
voor de benoeming van leden der centrale
commissie van bijstand voordrachten te
doen geschieden door de centrale organisa
ties van werkgevers en arbeiders.
Bij art 44 kwam aan de orde de kwestie
van de uit winst opgerichte ploatsings-
bureaux. De minister had ze ten doode op-
geschrevenen tevens hun voorloopig tijde
lijk voortbestaan afhankelijk gemaakt van
een vergunning van overheidswege. Er
waren verschillende amendementen inge-
Giend, doch slechts één heeft genade bij de
Kamer gevonden. Dat was van den heer
Kupers (S.D.A.P.) afkomstig om aan de
bureaux, die op 1 Maart 1929 reeds beston
den het voortbestaan te veroorloven, mits
zij om de vijf jaar vernieuwing van die
vergunning aanvragen. Bij het overlijden
Van den leider houdt evenwel een dergelijk
bureau op te bestaan.
In de strafbepalingen is de Kamer blijven
steken. De behandeling er van zal Woens
dag a.s. worden voortgezet. De dag van
Dinsdag blijft vastgelegd voor de interpel
latie van den heer Boon over den zendtijd
bij de Radiodistributie.
RECLAME.
van ABR. DREEF Nzn.
8964a 5 BURGSTEEG 5 zijn
BETER EN GOEDKOOPERM
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Copie van al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
HET EEiRSTE LEIDSCHE
„VACANTIE-KINDERFEEST".
Geachte Redactie.
Namens de commissie van het Leidsche
..Vacantie-Kinderfeest" ingesteld in 1929
door de afd. Leiden van den „Bond van Ne-
derlandsche Onderwijzers", verzoeken on-
dergeteekenden voor de tweede maal een
plaatsje in uw veelgelezen blad. Bij voor
baat onzen dank.
De eerste maal, in 1929, deden wij een
beroep op de „Vacantiestemming" van de
abonné's.
Wij ontvingen in totaal f.40. Dit bedrag
was te gering om een begin van uitvoering
te geven aan onze plannen.
Wij willen n.l. een „groote groep" Leid
sche kinderen van onze volksscholen, één of
meer dagen naar buiten brengen. Wij willen
die kinderen uit de muffe stadslucht bren
gen in de vrije natuur naar bosch, zee of
heide. Daar kunnen zo eens de echte, fris-
sche, geurende, gezonde buitenlucht inade
men, die in de stad niet is. En wij zullen ze
laten genieten van al het schoone en
nieuwe, dat zij niet kennen.
Wij hopen dit jaar nog, vele kinderhartjes
te doen opspringen van vreugde en hen iets
mede te geven voor hun verder leven. En a's
de kinderen genieten, genieten dan de ouders
niet dubbel?
Dus dames en heeren als u die kindertjes
helpt aan hun V. K. F., bezorgt u meteen
een blijden dag aan menige zwoeger(ster),
die achter blijft.
Welende, dat ondanks onze geringe oogst
in 1929, de kindervrienden in onze stad
niet ontbreken en gaarne bereid zijn het
goede doel te steunen, is onze commissie in
1930 weer met nieuwen moed begonnen.
Ditmaal werd er eerst met lijsten ge
werkt, wat een flink resultaat heeft opgele
verd, Wij koesleren gegronde hoop, dat er
dit jaar een Leidsch V. K. F. komt, als de
baten nog maar eventjes blijven door
vloeien,
Ook vonden wij vaak schitterende mede
werking. En wij voelen ons dankbaar ge
stemd, al zijn we rog niet voldaan. Wij
moeten zekerheid hebben van slagen, van
daar dit ingezonden stukje.
Er zijn nog verschillende lijsten niet
weer binnen gekomen; wij verzoeken beleefd
deze terug te mogen ontvangen. En verder
doen we een beroep op de lezeressen en le
zers van dit Ingezonden, die wij nog niet
bereikten. Juist zij kunnen het ons mogelijk
maken, om de misdeelde stakkers, die nog
zoo zelden de vrije natuur buiten mochten
aanschouwen, één of meer echt gelukkige
dagen te bezorgen.
Steunt ons met uw giften en vele kinder
harten zullen er u dankbaar voor zijn.
Namens de Commissie v. h. Leidsche V.K.F.
L. BOERSfÏR'A, Schelpenkade 4ö,
voorzitter.
D. BOSMA, Heerenstraat 140,
penningmeester. (Gironummer 158189)
o
DE ZENDTITD-VERDEELING.
Mijnheer de Redacteur.
Eeleefd verzoek ik U mg wat plaatsruim
te in Uw blad af te staan, teneinde eeniga
dingen recht te zetten in de voorstelling
van raken, gegeven in het ingezonden stukje
in Uw blad van Woensdag j.l.
De bril .waardoor mr. O. B. Server de
omroepvraagstukken bekjjkt, bljjkt nogal
zwaar te zjjn beslagen door partijdigheid,
iets wat in ons lieve landje wei meer voor
komt. De opmerkingsgave van dezen Ob
server, bljjkt bovendien nog in een vroeg
beginstadium te verkeeren, vandaar dat. hij
op vermakelijke manier de zaken dooreen-
haspelt en zjjn betoogje met een aanvecht
bare conclusie besluit.
In de eerste plaats is daar de vergelg-
kin gitusschen de predikanten, die hun af
keuring uitspraken ove rite zendtijd-root
en het geringe getal dat, volgens hem, zich
beschikbaar stelt om voor de N.C.R.V. de
uurtjes voor de rijpere jeugd te verzorgen.
Het is hem blijkbaar ontgaan dat eerstge
noemde heeren overtuigde Avro-aanhangers
zjjn, en laatstgenoemden N.C.R.V.ers, zoo
dat zij dus in omroepaangeüegemheden lang
niet op één stoel zitten, waarmede eigen
lijk de verdere strekking van zjjn stukje al
veroordeeld is.
Als de geachte inzender het door hem
gewraakte artikel in Uw blad goed leest,
zal hjj zien dat eerstgenoemde heeren wel
allen medewerkers aan de Avro-Morgenwij
dingen zjjn, maar dat hun protest niet ge-
grond Is op het feit dat het aantal kwar
tiertjes dier Morgenwijdingen straks gehal
veerd zal moeten worden.
Hun protest heeft denzelfden grondslag
als van vele honderdduizenden weldenkende
Nederlanders, die nog niet door de partij-
bacil zoodanig besmet zjjn ,dat zij elke mo
gelijkheid olm als volk in één instituut sa
men te werken, al bjj voorbaat veroordee-
len. Zjj zien in de beslissing van dien R.K.
Minister („Hjj is toch een der onzen", zou
Pastoor Perquin geruststellend zeggen) geen
„zegen" voor ohs volk, zooSIs de A.R. mr.
v. d. Deure in zjjn ,,overwinnings"(?) re
devoeringen zich uitdrukt. Integendeel, zij
zien daarin dé verwording van ons volk,
de botviering van splfttzucht op elk maat
schappelijk teiTeic door politieke welluste-
lingen, die bjj elke gelegenheid klaar staan
met de hokjes, waarin een groot deel van
ons volk zich door allerlei Schoonschijnende
phrasen Iaat drijven.
Een instituut als de Avxo, dftt een monu
ment is van de vrije, niet door partij-oog
merken bezoedelde offervaardigheid en ge
negenheid van de luistervinken van diverse
pluimage, dat uitzendingen verzorgt die in
elk opzicht hoogstaand zijn, is dan ook een
doorn in het oog van de leiders der sects-
rische omroepen, die heel goed' weten dat
duizendtallen Avro-Ieden tot de RX en
Ort. Fret. Kerken en S.D.A.P. behoorem en
in dit geval geen gehoor geven aan bet
gefluit van deze partij-vogelaars.
De leiders der staatkundige partijen die
politiek aan de bizondere omroepen ver
want zijn, hebben lang geaarzeld om tot
gedeeltelijke slooping van de Avro te be
sluiten, totdat zij ten slotte voor de verlei
ding om weer eens de moker naar harte
lust te hanteeren, bezweken zijn. En dan
spreekt mr. v. II. Deure nog van den „mo-
reelen moed" van den bewindsman, die or
der gal tot het sloopingswerk ,doch zich
gesteund wist dour f/i van de politieke
neuzen in het parlement.'
Eelachelijk, die qualilioatie, alsoi er moed
foe noodig is om iets te doen wat achter
de schermen door de huidige politieke la-
ken-uitdeelers besloten is!
Uw inzender conoludeert dat dominees toch
wel zeer lm moeten zijn, want ze werken
blijkbaar liever een kwartier dan een uur
volgens hem.
Afgezien van de scheeve vergelijking die
aan zijn stelling ten grondslag ligt, is het
toch algemeen bekend dat, als er voor één
catagur.e van mensohen een onbeperkten
werktijd geldt, dan zjjn het zeker wel onze
predikanten, die elk uur van den dag, en
dikwijls van den nacht, klaar staan om
hun medemenschen zonder aanzien des per-
soons van dienst te zjjn.
De conclusie van arbeidsschuwheid is dan
ook zeer misplaatst en verraadt de menta
liteit van den inzender, die blijkbaar tot
die catagorie behoort, die door hun luide
roepen om werktijdbeperking zelf sterk de
verdenking van arbeidsschuwheid op zich
laden.
De vertaling van „Vara" door Algem.
Volksomroep is bepaald grappig. Onder
„het volk" verstaat men toch alle lagen van
de bevolking en de inzender zal het toch
met mij eens zjjn dat de Vara uitsluitend
propaganda maakt voor politieke idealen,
die slechts bij een gedeelte van ons volk
weerklank vinden.
Dat de Vara een ledental van 90.000
heeft weten te bereiken, behoeft geen
verwondering te baren als men nagaat wel
ke propaganda-machines haar in de partij-
organisatie der S.D.A.F. ter beschikking
staan. De etiketten R.K., Christelijk en So-
rialistisoh oefenen op een groot deel van
ons volk nu eenmaal zulk een betooverende
aantrekkingskracht uit, dat alles geslikt
wordt wat zich met die benamingen, te
recht of ten onrechte,' tooit.
In dit verband springt des te meer het
respectabele getal, oDgeveer 130.000 luis
tervinken, 200.000 Radiobode-abonnées, der
Avro-aanhangers in het oog, daar der Avro
geen van de middelen (dikwijls pressie en
dwwangmiddelen) der politieke o( religieuse
omroepen ten dienste staan.
Dat doet de hoop leven voor de toe
komst. Het besef dat ons volk een eenheid
tehcort te zjjn, begint door te dringen,
laten we hopen dat wij daar spoedig meerdere
resultaten van te zien krjjgen.
Daarom allen op voor de Avro, die reeds
een resultaat is van de nieuw? idéé, en niet
gerust voor haar weer een waardige plaats
in den Nederl Omroep: een volle week, op
de beste golf, eigen zender, Ï6 ingeruimd.
Mijnheer de Redacteur, dankend voor
de verkende plaatsruimte,
NEDERLANDER.
HAAGSCHE POLITIERECHTER
Gezellig samenzijn in Alphen aan den Rijn.
Mot ik in die bank gaan zitte Hi hi, ik
ken d'r niet inkome. Daar gaat ie dan.
Hoep
Een dikke gezellige burgerjuffrouw (maar
ze was niet zoo gezellig bleek later) m t
een stemmig zwart hoedje, dat schuin af
zakte van haar bolrond hoofd, heesch zich
onder deze amechtig uitgestooten woorden
krampachtig zuchtend maar niettemin
vriendelijk lachend in het verdachtenbankje
De zaal was een en al aandacht. Op de
publieke tribune werden de halzen gerekt.
Is u getrouwd, informeerde mr.
Klomp zakelijk.
'k Geloof van wel, zei de juffrouw grin
nikend waarna ze zich omkeerde en on
middellijk een grapje ten beste gaf tegen
over den dienstdoenden veldwachter.
Ja, ik weet dat natuurlijk niet, merkte
de Politierechter op, en overigeens moet u
flauwe aardigheidjes maar achterwege
laten.
Na deze ouverture, die terecht veelbe
lovend was, kwamen we aan de feiten toe
Die waren niet malsch!
Op 1 April maar nu was het in 't
minst niet een Aprilmop had verdachte
op de haar eigen eigenaardige wijze een
36-jarige buurvrouw (inmiddels verhuisd en
dus bevrijd) uitgescholden voor heel onfat
soenlijke en onprettige dingen, die we hier
fatsoenshalve niet kunnen weergeven.
De beleedigde juffrouw, die al zooveel
grove termen had moeten aanhooren, had
een briefje aan den burgemeester geschre
ven en hem in kiesche bewoordingen een
én ander meegedeeld.
En nu zat haar tegenstandster in hert ver-
daohtenbankje, zich van geen schuld be
wust en zich vroolqk makend over de ver
ontwaardiging van haar slachtoffer.
Mag ik më mond open doen, edelacht
bare f
Mag ik alles zeggen, wat ik mag?
Zeker, zeker, tot ik op een bepaald
moment „stop" zeg, luidde het advies van
den Politierechter.
Nou die juffrouw, dië inaar niks
anders doet as... (hier kwamèn eenige ont
boezemingen, die we niet aan het papier
kunnen toevertrouwen), hep me nou al drié
maanden dwars gezete. En ze hep al 'es
tegen me gezegd: daar staat die gek weer.
Knap jij maar liever 't ongedierte bij jc op.
Juist toen de gezellig dikke verdachte
wilde vertellen, dat ze heelemaal niet in
het bezit was van bepaalde hinderlijke
beestjes, onderbrak mr. Klomp haar. Daar
door werden ecnige vertrouwelijke mede*
deelingen in den kiem gesmoord.
Mag ik nog'es wat zegge
Mr. k lompNeel Zooais jij gescholdei
hebt, heb ik hier nog nooit gehoord. Je
krijgt bepaald den eereprya in het schelden
Dan komt verder üe getuige aan Het
woord, de juffrouw die van haar eeksege-
noote zooveel te v.erduxen heeft gehad. Als
zij vertelt van den last, dien ze van ver
dachte heeft, staat deze op en roept uiei#
luider stemme, héél verontwaardigddat
liegt ze.
Mr. KlompAls je nu nog één keer on
derbreekt, ga je de deur uit..
Toen de beleedigde partij uitgepakt had,
was het woord aan de bcleedigende dito.
Wij citeeren:
„Die juffrouw (getuige) ging altijd over
het hek leunen en als ik dan voorbij kwam
ik ben nogal dit ziet u -begon ze te
zingen: Tante Griet, wat wordt jij mages.
En nog heel voel meer 1
Is dat zoo vroeg de Politierechter
aan de getuige.
Niks van an, meneer. Ze fantaseert
maar.
Het O.M. vond 't een schande, zooals de
juffrouw uit Alphen aan den Rijn zich mis
dragen had. Een boete van f. 15 subs. 10
dagen hechtenis was hier volgens den offi
cier van Justitie op haar plaats.
Dat lijkt naar niets, was het commen
taar van verdachte. Die andere juffrouw
hep toch ook gescholde! En dan me huis-
houe. Dat mot ik toch ook opknappe. Wat
heb ik daar nou an.
Maar mr. Klomp liet zich niet vermur
wen en veroordeelde de deskundige juf
frouw op het gebied van scheldwoorden tot
f. 15 boete subs. 10 dagen hechtenis. En
juffrouw, raadde hij verd. aan, ik zou
maar zuiniger zijn met schelden. Dat kost
u maar geld.
Dat is ook zoo, verzekerde de juffrouw
plechtig. Maar u zal 'es kijke, as u zoo de
heele dag genegerd wordt. (Vad.)
PLUIMVEE.
OVER KOPLUIS EN NOG WAT ANDERS.
Groote schade wordt soms aan de kuikens
toegebracht door kopluis, die juist daarom
zoo gevaarlijk is, omdat zij meestal als zoo
danig niet herkend wordt. Het optreden de
zer schadelijke parasieten wordt grooten-
deels veroorzaakt door de nalatigheid en
onachtzaamheid van den eigenaar, als hij
niet met kracht de uitbreiding te keer gaat.
De aanwezigheid van de kopluis wordt soms
heelemaal niet opgemerkt, daar zij niet. zoo
als de andere vogelluizen, bewegelijk tus-
schen de veeren rondgaat, maar zich vol
ledig vastzuigt met haar krachtig zuigtoe-
stel en het voorste deel van haar lichaam
zich inboort in het kopvel der kuikens en
dezen het bToed aftapt, zooals de hondeteek
het bij de honden doet. Het aangetaste kui
ken vertoont weldra de symptomen van
zwakte en bloedarmoede. De stofwisseling
wordt ernstig gestoord en het weerstands
vermogen van het jonge dier gaat zoo goed
al? géheel verloren. Zoodra men bemerkt,
dat er geen groei in de kuikens zit, dat ze
lusteloos en met hangende vleugeltjes (be
halve bij sommige krielrassen die hang-
vleugeltjes hebben van nature) rondloopen
in weerwil van goede zindelijke verzorging,
beste kwaliteit voer en zuiver frisch drin-
water, dan is het zaak nauwkeurig te on
derzoeken of er ook blauwachtige knopvor-
mige dingetjes tusschen de kopveeren aan
wezig zijn. Zoodra men nu de aanwezigheid
van de terecht gevreesde kopluis constateert,
dan gaat men dadelijk tot verwijdering er
van over, hetgeen gelukkig erg gemakke
lijk is. Een enkel druppeltje slaolie is het
afdoende middel. Dit druppeltje wrijft men
in tusschen de veeren-, de luis laat los en
kan gedood worden. Als voorbehoedmiddel
zou men zoo nu en dan reeds het kopjfe
kunnen inwrijven. Als bij den opfok de kui
kens echter steeds waarlijk zindelijk en
niet te bekrompen worden gehouden is de
kans van besmetting met kopluis gering.
Bij beginnere en leeken op bet gebied van
kuikenfok komt het maar al te vaak voor.
dat na een zeer kort tobberig leven vele
diertjes afsterven en soms van een heel
broedsel niets overblijft. Op deze kuikens is
dan van toepassing een variant op het ge
dichtje van onzen Poot:
Zij waren pas verschenen,
Of gmgen gauw weer henen
Allerlei dingen kunnen er de oorzaak van
zijn, ieder afzonderlijk of in combinatie. Ten
eerste de voedering. Wij moeten nooit ver
geten dat de spijsverteringsorganen nog
uiterst gevoelig en teer zijn. Onlangs zag
ik ergens een heel broedsel gestorven ten
gevolge van verkeerd voer. Men had ze na
melijk als -eerste voer gegeven in melk ge
weekte zemelen! Nu komen wel wat zeme
len in opfokvoer voor en doen daarin hun
zeer goede werking, maar enkel en alüeen
gegeven deugen ze volstrekt niet, blijven
veel te lang in de krop, verzuren daar en
brengen den dood.
Een andere fout is, dat men te vroeg soms
dadelijk de zeer jonge kuikens begint te
voeren met veel te nat opfokvoer en dan de
resten niet dadelijk wegneemt, zoodat deze
gaan bederven. Jaarlijks gaan door deze
fout honderden kuikens verloren. In de eer
ste weken geve men daarom de kuikens al
les zoo droog mogelijk, althans zóó weinig
bevochtigd, dat het geen naam mag hebben.
En dan een koppeltje kuikens dat vóór de
eerste zes en dertig uren gevoerd wordt,
krijgt allerfei gebreken, waaraan ze wel niet
sterven, maar waardoor ze toch sukkels en
piepers blijven.
En toch gaan er nog veel meer dieren
verloren aan een andere fout, namelijk aan
onvoldoende, koude, vochtige behuizing.
Niets heeft een zich ontwikkelend jong dier
meer noodig dan warmte, frissche lucht, be
weging in zonnige ruimte. Hebben de dier
tjes dat alles niet, dan is hun leven kwij
nend en krijgen ze geen kracht om weer
stand te bieden aan de talrijke vijanden,
die slechts op de gelegenheid wachten hej
aan te vallen.
Dat zijn vooral de mijten, die in de na.
den en kieren der hoenderverblijven zi<A
onrustbarend vermenigvuldigen, zood^
men niet streng zich houdt aan het beboo:.
lijk reinigen en desinfecteeren.
Het opfokken van een broedsel kuikens is
een zeer aangenaam en loonend werk, mav
men moet er wat voor over hebben. men
moet steeds zijn oogen den kost geven ei
dadelijk, onmiddellijk ingrijpen als het c:et
in de rechte lijn voorwaarts gaat. Door ui»
te 9teUen groeit de allerkleinste afwijking
aan tot een onherstelbaar gebrek. Vergeel
men bijv. een paar uren lang ze van drin>.
water te voorzien, dan vallen ze, door
dorst gekweld, op elkaar aan, trekken tot
bloedens toe aan elkanders veeren, kam en
weinig begroeide deelen, takelen elkaar
vreeselijk toe, waaruit veerenp?ukkers hm.
neu ontstaan.
Maar wie slechts laat broeden met lnfe.
vrije, zuivere hennen, wie zorgt voor een
praktisch, aangenaam kuikenverblijf, ri>
niet te vroeg, maar dikwijls voedert, wie re.
bruik maakt van de allerbeste opfokvoeders,
wie het geven van groenvoer geen da;
overslaat, wie de verblijven, de zaad- en
drinkbakjes eiken dag reinigt, die zal zijn
kuikens binnen weinige maanden zien oo
groeien tot produktieve hennen en Moeie
hanen, welke zijn hoenderstapel flink zullen
versterken, of van meet af doen opbouw
Die zal, zooals wij het al zoo vaak onder
vonden, elk voorjaar met animo het broeden
beginnen en er een groot genoegen in
vinden.
Bijna alle marktplaatsen in Nederkd
bezaten van oudsher het munrecht en re1#
tevens het recht van muntslag. Het eerst#
bepaalde zich tot het onderzoek van ds
zwaarte en het gehalte der muntsoorten
die in omloop waren, en ook tot het wh
selen van geld; het laatste strekte ach
uit tot het geldmunten zelf. Onder de sta
den, die beide rechten bezaten, kunnen aj
de voornaamste genoemd worden Utrecht
Stavoren, Groningen, Nijmegen, Tiel, Dor
drecht, Dokkum en Wjjk bij Duurstede.
Het geld was, in 't algemeen, nog
schaaiech en daarom konden ook goedera
in betaling gegeven worden. Deze goe>
ren werden' dan tegen één vierde mindï
dan de waarde in geld gerekend
j£r waren tot de 13de eeuw geen mar
ten in ons land in omloqp dan van zilrï
en zelden van goud. Zjj werden uit drum
platen fijn en zoo zuiver mogelijk raeiad
geslagen, gewogen, rondgesneden, vanear
z.g. paarlenrand voorzien en omgebogn
De buitenlandsche kooplieden brachten Mt
zilver in baren of staafjes mede en lie:*»
die in de muntgerechtigde stad, waar jj
handel wenschten te drijven, munten.
het uitbetalem van groote sommen wsi
het geld gewogen, om besnoeien te coorto-
men, wat echter nog dikwijle werd toe;#
past. Karei de Groote zag rich door i
vele valsche munters genoodzaakt te te
palen, dat alle munt, die niet volkomen p#
lijk was aan die, op zijn munt geslapsq
tót valsche munt moest worden verklaari
De munten waren aan de voorzijde vor
men van den beeldenaar, den naam op
het wapen van den landsheer, aan de keet-
zijde van den naam van de muntgerechtip
de stad, ook wel van een kmis en een aar
duiding. De munt van Karei den Groot#
vertoont zijn naam (Carolus) en de wor
den Trajectensas moneta (waarvan ,,tmm
werd afgeleid). De munt van graaf Wiils
VI vertoont voor de eerste maal den leeuc
in den Hollandschen tuin. Het is moeilrji,
de waarde van de tallooze soorten om#
munten nauwkeurig in tegenwoordige waan
de te bepalen, want, ofschoon zij in c®
schillende gewesten denzelfden naam co®
den, was de waarde verschillend.
Gewoonlijk rekende men in Holland rcci
zware en lichte „ponden" en „grootooi
Twaalf grooten maakten één schelling uit
dat is 5 cent in onze tegenwoordige «nn.
waarde; twintig schellingen hadden dewasr-
de van één licht pond, wat dus ongeveï
gelijk stond met onzen gulden. Deze ïo®
ponden noemde men kleide of zwarte too-
nooisen, in tegenstelling met de zware po»
den, die men oude grodte "konings-tourncoi-
sen noemde, en die zestienmaal de waant#
van de kleine ponden hadden.
De ponden sterling, toen mede in."""
land in gebruik, thans nog, zooals be-;trt
een Engelsche rekenmunt, hadden, een va#'-
de van vier liente ponnen of twintig
lingsche schellingen van 20 cent; vijf st®
iingsche schellingen; stonden dus gelijk n»
één licht pond en het Hpllandsche Pj™
sterling in dien tijd deed dus vier gulocl
Een „goede Hollandsche penning" kw®
in waarde met twee kleine ponden, d®
met twee gulden overeen.
Men bediende zich bij het rekenen ook es#
marken, die eveneens in zware en 1">M#
waren verdeeld. Da Zware mark had onge
veer de waarde van een klein ponds toO'
noois; de 'lichte de waarde van 10 col
Bjj groote sommen, rekende men ook n#j
gouden marken, die een waarde van 1-
gulden hadden.
Verder vindt men o.a. van schilden r
wag gemaakt. Men twjjfeJt, of die, ec®
als de schelling en de mark. hier te lw®
een denkbeeldige of een werkelijke Qn»
is geweest. Zij komen in verschillende
teekenissen en waarden voor. De
keljjkste waren de oude schilden, welke ffl
24 schellingen klein tournools, en g#?®,
schilden, welke met 21 schellingen de»
munt overeenkwamen.
In de 9de eeuw kende men nog de des
rie, een munt, die op ongeveer 15 cents t-
rekend moet worden.
0
M