Wat de vrouw draagt.
71*te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 24 Mei 1930
Vierde Blad
No. 21530
Si
VOOR DE HUISVROUW.
FEUILLETON.
DE VERDWENEN DELORA
nu uit stof of uit zijde vervaardigd zijn
slechts weinig ajours aanbrengen om de
lijn van het model geen afbreuk te doen.
Een baan aan de rokrand, één aan het
manteltje en eventueel nog een derde als
afwerking van de cape zijn absoluut vol
doende om de beste indruk te maken.
DE HANDTASCH MET SPORTEMBLEMEN
1
AJOURS
fkan altijd elegant en geven aan het be
treffende kleedingstuk het bescheiden en
deftige cachet, dat voor de nieuwe mode
[enschetsend is.
Het is een reeds lang bestaand en be-
snd feit, dat men elke garneering, die niet
organisch uit de japon zelf ontstaat, ver
mijdt; dus die welke uit model en mate-
naai gehaald wordt
Een uitzondering zijn alleen de bloem-
Urneeringen, die in ieder opzicht aan den
wensch naar levendigheid en vroolijkheid
voor het mooie hoog-zomerweer beantwoor
den. Daarom maken deze stoffen zoo'n
Kormen opgang.
Dan zijn ook nog veel combinaties aan
Ee orde van den dag, die eiganaardige en
veinig-geziene effecten in 't leven roepen.
Overigens blijft de mode echter zeer be
scheiden en eenvoudig.
Dat onder deze omstandigheden een fijne
a gedistingeerde garneering, zooals de
ajours groot succes zou hebben, is niet te
verwonderen en het moet gezegd worden
dat deze mode in betrekkelijk korten tijd
veel aanhang verwierf en direct al van het
begin af aan in de groote mode-ateliers
tothousiaste bewonderaarsters mocht vin
den,
De aard van deze ajours kan natuurlijk
leer verschillend zijn want behalve de een
voudige „staafjes-ajours" zijn er vele an
dere, rijk aan phantasie. Verder zijn ook (in
de ajours) kleurcontrasten zeer gezocht, wat
aldus te verstaan is dat men b.v. op lichte
toiletten donker-gestikte ajours aantreft en
ook omgekeerd; donkere toiletten met lichte
ajours. Hierbij komen alleererst de thans
heerschende kleuren-combinaties in aan
merking en wel de combinatie zwart-rose,
zwart-wit, blauw-rose en blauw-wit. Ajours
borden op elk denkbaar materiaal aange
dacht en steeds met even goed succes, zoo
dat een groote uitbreiding van deze bor-
duur-techniek er het gevolg van is. Dit
fferk kan n.l. evengoed op stof als op zijde
*oiden aangebracht, doch ook de moderne
fcasehjurken, die op het oogenblik zoo'n
°P?ang maken (vooral de grof linnen) zul
len van deze garneering een nuttig ge
bruik maken.
Het is bijgevolg licht verklaarbaar dat
ajours zoowel op deze „kleine toiletten" in
huis, voor den tuin en voor de ochtend
wandeling al9 op mantelcostuums, de pro
ducten der nieuwe methode te zien zullen
zijn. Ook de eenvoudige wandelmantel zal
deze ajours brengen en daardoor een bui
tengewone elegance verkrijgen.
Ook kan men de ajours combineeren met
allerlei stiksels en zoompjes, waardoor
effecten verkregen worden, die zeker allen,
die van eenvoud houden, zullen „begeiste-
ren".
Als eerste afbeelding brengen wij een
wandelmantel met fijne ajours gecombi
neerd en afgewisseld met zoompjes, welke
naar boven toe geleidelijk in aantal afne
men. Een dergelijk toilet is evengoed van
stof als van zijde te maken, waarvoor
zwart wel de dankbaarste kleur is, daar je
het dan kunt dragen over een bont-ge
kleurde impriméjapon, die door de fijne
ajours van den mantel zichtbaar wordt en
waardoor je het effect van een complet
krijgt.
In plaats van een gewone kraag heeft
deze mantel een rechte shawl van het
zelfde materiaal, welks einden door een
ajourzoom zijn afgewerkt.
Een dergelijke mantel en dan van zijde
kan natuurlijk heel goede diensten bewijzen
bij een eenvoudig avondtoilet en zal verder
bij gebrek aan een uitgesproken avondman
tel voor hoog-zomerweer in dit euvel hel
pen voorzien.
Het beste doen de ajours het toch op een
voudige japonnetjes, die tegenwoordig
vooral gemaakt worden van pastelkleurige
shantung en linnen en die buitengewoon
jeugdig en sportief staan. Hier worden de
ajours in de breedte gewerkt, daar dit veel
kleedzamer is dan lengtebanen, en dit te
meer, daar men het er over eens werd, dat
diegenen, die maar steeds beweerden dat
„breedtebanen onder alle omstandigheden
dik maken," het heelemaal mis hebben.
Natuurlijk is het mogelijk dat door een
slechts aangebrachte breedtelijn het figuur
benadeeld wordt en daardoor ongunstig
uitkomt. Breedtebanen echter, die precies
gewerkt worden en zooals de middelste af
beelding laat zien, het geheele bovenstuk
vormen, doen het figuur juist uitermate
gunstig uitkomen. Aan het verlengde bo
venstuk is de plooirok juist wijd genoeg om
ook voor sport, b.v. tennis dienst te kun
nen doen.
Op het moderne kostuum zal men, of ze
ïs buitengewoon elegant juist door haar
eenvoud. In het algemeen worden deze niet
van leer, doch van de stof, waaruit het
toilet waarbij deze tasch gedragen wordt,
gemaakt is, vervaardigd, of hiermede in
overeenstemming gebracht. Voor een boot
reis zal b.v. een platte, blauwe portefeuille-
tasch met witte strepen en een met wol
geborduurd anker of applique van witte
stof (schets) alleraardigst zijn, terwijl men
om naar het tennisveld te gaan een kleine
hand tasch kiest waarop een racket (wit,
zooals de tennisjurk) is geborduurd. De
tasch heeft een schelle kleur (hard, rood,
groen enz.) en ook wel is deze vervaardigd
uit de stof waar het bonte manteltje, dat
over de jurk gedragen wordt, gemaakt is.
Overal zoekt men tegenwoordig naar
nieuwe en bijzondere effecten en ook voor
het strandtoilet ziet men tasschen met bij
passende emblemen.
PANAMAHOEDEN.
Hoe lang lijkt het al wel niet geleden,
dat de panamahoed tot een onderdeel der
garderobe behoorde en de typische „rei
zende Engelsche" de panamahoed met het
Schotsche lint droeg?
Sedert dien zijn deze modellen heelemaal
in het vergeetboek geraakt en wij de
nieuwe generatie die ze eigenlijk alleen
nog maar kennen van foto's en van hoo-
ren-zeggen, voor ons beteekent de terugge
keerde panamahoed dus een noviteit, die
ons zeker best zal bevallen, daar deze
modellen elegance en sportieve doelmatig
heid in zich vereenigd hebben en bij ieder
zomer-toilet, van het eenvoudigste tot het
meest gekleede, gedragen kunnen worden.
Het panama-vlechtwerk is bovendien
buitengewoon sterk en wanneer het noodig
is kan men een dergelijke hoed oprollen en
in de zak steken zonder dat de vorm, die
behalve een smal tweekleurig lintje volko
men ongegarneerd blijft, er eenig nadeelig
gevolg van ondervindt.
R. H.
AgME N.
Een moeder wil voor de vliegende Hol
lander van haar zoontje wollen pelukspopjes
maken en vraagt mij hoe dat moet. Wel dat
is kinderlijk eenvoudigl Met een paar dra
den frisch gekleurde wol: lichtblauw en
goudgeel, of lila en r09e, groen en rood enz.
komt u al een heel eind. Neem een smal
stukje carton van 7 ii c.M. lengte en wind
daar een wollen draadje ongeveer 30 maal
omheen; bindt met den doorloopenden draad
de lussen af en laat ongeveer 1 c.M. van
boven vrij voor de kop en 11/2 c.M. van
onderen voor de beenen. Om de armen te
maken neemt u een reepje karton van 6
c.M. en wind daar een wollen draadje van
de zelfde kleur om heen, 1/2 c.M. vrij latend
voor de handjes en daarachter afbindend.
Deze armen worden dan tussdhen de draden
van het lichaam doorgeschoven. Wanneer
u het lijfje direct onder de armen afbindt,
verhindert u, dat deze zakken. Van onderen
worden de draadlussen doorgeknipt en in
precies gelijke helften verdeeld voor de bee
nen. Dan worden deze ook scherp omwik
keld: laat een klein pluimpje voor de voeten
vrij. Met een andere kleur van wol kunt u
nu een jasje, manteltje, ceintuur of mutsje
baken, al naar gelang u het popje kleeden
wilt Oogen, neus, mond en oortjes geeft
u met een paar zwarte steken aan.
Een leuk resultaat krijgt u ook met neger
popjes, geheel van zwarte wol met witte of
roode oogen en mond en een dito rokje of
jurkje. De kleeren moeten geheel in stokjes
worden gehaakt. Negers hebben een kroes
kop; die maakt u van zwarte knoopsteekjes.
Hoe meer fantasie u bij deze popjes toepast,
des te grooter zal het succes zijnl En de
kleine baas zal héél trotsoh op zijn „amu-
letje" wezen! Noem dat popje maar Rin-
tintin!
Een andere lezeres schrijft mij, dat zij er
zoo'n last mee heeft, dat haar schoencréme
hard wordt. Heeft u er wel goede zorg voor
om het doosje altijd flink af te sluiten, zóó,
dat er geen lucht bij komen kan? Als de
crème eenmaal hard is, bestaat er wel een
middel om haar weer week te maken: giet
er een heel klein beetje terpentijn op, beter
te weinig dan te veel. Is er bij ongeluk toch
een te groote scheut op gevallen, wacht dam
tot den volgenden dag en roer de crème
eens goed met de terpentijn dooreen.
Wat moet ik doen tegen vliegen vuilvlek-
ken, vraagt me een lezeres, die er de eerste
sporen al weer van op haar kussens, lampe-
kappen en gordijnen ontdekte. Ongekleurd
katoen en linnen en witte vitrages b.v.,
reinigt u het best in zeepsop, waarna ze
RECLAME.
H. P. H. KEEREWEEF*
BEGRAFENISSEN Tel. 861
AUTO-TRANSPORT
Aalmarkt 16. CREMATIE
4762
moeten nableeken ïn bleekwafer. Spoel ze
vervolgens terdege met schoon water uit.
Gekleurde stoffen, wel, zijde e.d. mogen,
natuurlijk niet bleekon. Daar haalt u de
vliegenvlekken uit door ze even in sterk
verdunde ammonia te zetten; wees voor
zichtig en doe het niet te lang, want anders
tast de ammonia de kleurstof aan. Ook hier
weer flink naspoelen, opdat er geen spoortje
ammonia zitten blijft. Glas (b.v. spiegels) en
metaal moet u even opwrijven met een in
ammonia gedrenkt doekje; dan verdwijnen
de vliegen sporen direct Doch ook hier weer
geldt het: beter voorkomen dan genezen!
Houd de vliegen uit uw kamerl De meeste
menschen hebben een tegenzin van de be-
lijmde vliegenvangers, en ik moet toegeven
dat bet geen smakelijke vertooning boven
een koffie- of eettafel is al die zieltogende,
vastgekleefde insecten I Sla ze met een
vliegenklapper dood of verjaag ze met de
Flitspuit dat is zeer afdoendel En het be
spaart u een kleine schoonmaakherhaling!
Een geestigen brief kreeg ik van een
jeugdig moedertje vaneen drieling!
Haar trio ontwikkelt een meer dan buiten
gewone handigheid in het omgooien van de
melkkroezenl Tja, waarom schopte u er nu
ook op eens drie tegelijk op de wereld I Daar
doet een ander mensch minstens 6 jaar
overl Enfin preeken geeft hier niets; de
melkvlekken moeten verdonkeremaand wor
den. Als de vlek in het vloerkleed zit, moeB
u dit goed afwrijven met een natte spons
en deze spons telkens weer in schoon water
uitspoelen, anders wrijft u er het vuil aldoor
wéér in. Als het water bij het uitspoelen!
helder blijft, en geen spoortje wit meer
vertoont, dan is het tapijt goed schoon.
Is er melk op leer gemorst, wees er dan
spoedig bij: de vlek mag niet indrogend
wrijf ook .dit met een vochtig doekje af en
laat het daarna goed drogen. Het is meestal
noodig deze behandeling eenige malen te
herhalen. Oude vlekken moet u eerst met
den nagel afkrabben en daarna nat behan
delen. Het leer moet, als het droog is, met
leerwas worden geboend.
Uft stoffen: katoen, linnen, wol en rijde,
spoelt u de melkvlek met lauw water uit.
Wanneer de stof geheel droog is en er is dan
nog een vettige vlek achtergebleven, dan
kunt u deze wegmaken met een in tetra of
benzine gedoopt doekje; wees voorzichtig
met vuur en licht en wrijf de plek goed
droog, want anders blijft er een kring
aohter.
RECLAME.
BIJ MAAG- EN DARMKWALEN, tegenzin
in eten, tragen stoelgang, opgeblazenheid,
maagbranden, oprispen, benauwdheden pijn
in 't voorhoofd, neiging tot braken, bewerken
12 glazen natuurlijk „Fran*-Josei"-bitter-
water grondige reiniging van het spijsver
teringskanaal. Attesten van ziekenhuizen
verklaren, dat het „Franz-Joief-water zelfs
door bedlegerige patiënten gaarne wordt
ingenomen en hun zeer goed bekomt. 1288
Door E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
(Nadruk verboden.)
33)
.ffeet u iets van zijn nichtje af?"
..Niets anders dan dat zij een zeer bekoor
lijke jonge dame schijnt te zijn en een der
Z'jkste erfgenamen belooft te worden."
•■Weet u iets van vijanden, die hij mis
schien mocht hebben? Staat bijvoorbeeld
e Ongelegenheid van hem in verband met
of andere zaak, welke hem in contact
komen met menschen als die Louis en
aJn makkers?"
u opöDhartig bekennen", ant-
«rade de jongeman, „dat ik absoluut niet
W, welke zaken hij hier heeft te doen. En,
onoerHjt genoeg, mijn chef weet het ook
,^a<^ enkel de opdracht hem af te ha-
nu 6w'lem e'ken dag te bezoeken. U kunt
eordeelen, hoe ik daarin geslaagd
-{leeft n de politie er al in gekend?"
een". antwoordde Lamartine. „Wij.
- oen alles naar Brazilië geschreven, met
lm, 'erv0e'! ons telegrafisch te antwoorden,
vtmi k IDD1 I1'! een beetje aarzelend
n ei i u bel in den afgeloopen nacht
dien °!!en- dat juffrouw Delora het met
Ca> ?r' Tan een Louis eens was en mee-
an heeft aan dien aanslag op mij?"
aar geloof ik niets van!"
Met een ietwat cynisch lachje merkte de
jongeman op:
„Toch zou het nog al natuurlijk zijnl"
„U zou toch niet in ernst willen beweren,
dat een jonge dame van den stand van juf
frouw Delora zich zou verlagen om met een
oberkellner samen te zweren."
„Kapitein Rotherby". antwoordde mijn
nieuwe kennis, „ik weet van niets en ik be
grijp niets. Ik weet alleen, dat de geschiede
nis van Delora mij niet minder dan mijn
chef in groote verlegenheid brengt. Wij heb
ben belangrijke mededeelingen voor den
heer Delora en hij is onvindbaar."
„Maar het i9 toch niet mogelijk, dat in
Londen een mensch verdwijnt I"
„Een mensch kan overal zoek raken",
antwoordde Lamartine droogjes, „als men
schen als Louis daar belang bij hebben. In-
tusschen is het toch niet verstandig van ons
onze wederzijdsche bevindingen met elkaar
te vergelijken, wanneer wij geen van beiden
iets met zekerheid weten. Mocht ik iels Ie
weten komen omtrent hel verblijf van den
heer Delora.
Ik reikte hem ijlings mijn kaartje over. er
bijvoegende:
„Laten wij elkander op de hoogte houden.
Ik ben daartoe gaarne bereid."
Hij boog en met een vriendelijk handge
baar nam hij afscheid van mij.
HOOFDSTUK XXII.
Ik zag van het plan af om mij reeds in
den ochtend aan het hotel Milan te vervoe
gen. doch omstreeks vijf uur in den namid
dag stapte ik er binnen en gaf aan den ho
telportier mijn kaartje voor juffrouw Delora
af. Hij keek mij een beetje verbaasd aan,
maai: ik vertelde hem, dat ik door omstan
digheden gedwongen was mijn bezoek een
paar dagen uit te stellen.
„Vanmorgen heeft juffrouw Delora twee
maal naar u laten vragen, mijnheer, en ik
heb uw adres buiten de stad opgegeven."
„Dat is in orde", antwoordde ik. „Maar is
intusschen de heer Delora al geschikt om
bezoek te ontvangen?"
„Nog niet. mijnheer, 't Is intusschen een
rare geschiedenis met diens terugkeerl Geen
sterveling heeft hem gezien."
Ik knikte, doch ging daar niet verder op
in. Kort daarop kwam de jongen, die mijn
kaartje had bovengebracht, terug met de
boodschap, dat het juffrouw Delora zeer aan
genaam zou zijn als ik boven kwam. Ik volg
de hem naar kamer 157 en vond daar Felicia
alleen. Zij slond van de sofa op, toen ik bin
nentrad. en wachtte tot de jongen weer ver
dwenen was. Daarop strekte zij haar beide
banden uit en er lag iets in haar blik, waar
aan ik geen weerstand vermocht te bieden.
Ik schaamde mij plotseling om al mijn booze
verdenkingen.
„Dus u is toch maar teruggekomen?"
zeide zij vriendelijk. „Ik vind dat zeer aar
dig van u. kapitein. Ik heb het eenzaam, ja
heusch, zeer eenzaam. Ik gevoel mij zenuw
achtig en niet op mijn gemak", ging zij voort,
naast mij staand en tot mij opziende. „U
kunt rich dat wel voorstellen, kapiteia Ik
had mij al zoovele jaren verheugd op deze
reis naar Londen, en nu is alles in de war
gestuurd en gevoel ik mij diep ongelukkig."
„En uw oom?"
„Och. men heelt mij voorgelogenI" riep zij
uit. „Hij is niet terug Ik ben geheel alleen.
Hij komt niet hier en men staat mij niet toe
naar hem toe te gaan. Maar wilt u niet gaan
zitten, kapitein? heeft toch geen haast? U
gaat toch niet direct weer weg?" i
„Wel neen, vooral nu niet!" stelde ik haar
gerust. ,Jtk heb weer eens ervaren, dat de
wereld toch geweldig klein is. De kom hier
een formeele visite maken namens mijn
broeder, die invalide is."
Zij keek mij met stomme verbazing aan
en verklaarde mij niet te begrijpen. Ik ver
telde baar van den brief van mijn broeder
uit Zuid-Amerika en zij luisterde met be
langstelling, waar lusschen zich ook een
weinig vrees mengde.
„Toch wel wonderlijk, maar intusschen
ook wel aardig, verklaarde zij, toen ik ge
ëindigd was. „Maar vertel me eens, heeft
uw broeder in rijn brief het over oom Mau
rice of over oom Ferdinand?"
„Hij heeft geen van beide voornamen ge
noemd. heeft alleen verklaard, dat een der
heeren Delora met zijn nichtje een bezoek
aan Londen zou brengen en hij verzocht ons
al wat in zijn vermogen lag te doen om hun
het verblijf zoo aangenaam mogelijk te ma
ken. Maar toen ik hierheen giug, is bij mij
onderweg een idee opgekomen."
„En dat is?"
„Waarom zou u niet met mij medegaan
naar Norfolk, naar mijn tante? Als ik haar
inlicht, zal zij dadelijk een telegram aan u
zenden en dan zouden wij allen tezamen op
Feitham. in het huis van mijn brogder in
Norfolk, eenigen tijd kunnen doorbrengen.
Hier gevoelt u zich niet op uw gemak en
verveelt u zich doodelijk. Waarbij dan nog
komt", liet ik er met nadruk op volgen, „dat
u hier in aanraking komt met menschen.
waarmee u liefst niets moest te maken heb
ben."
„Als het me maar mogelijk wast" zeide zij
met een zucht, „als het me maar mogelijk
was!"
Waarom niet? De heer Delora brengt aan
Londen een bezoek met een introductie,
welke bij voorbaat voor mij een verbod in
houdt om critiek uit te oefenen op zijn vrien
den en kennissen hoe wonderlijk die kring
ook moge zijn. Eén ding staat voor mij vast
en dat is, dat u hier niet alleen mag blijven,
om op het compas te zeilen van een ober
kellner, om feitelijk naar de pijpen te dan
sen van menschen, van wier bestaan u zich
zelfs niet bewust mocht zijn. Kom, wees
flink en ga met mij medel"
Een blosje kleurde haar wangen en haar
oogen glinsterden van opwinding,
„Ik ben hier tot niets nutl" riep ze uit.
„Waarom zou ik niet? En gaat u dan ook
mede, kapitein Rothertry?"
„Ik zou u daarheen brengen en ik zou
mijn beste beentje voorzetten om u het
leven zoo prettig mogelijk te doen zijn."
„Nu, dan vraag ik, of ik magl Vanavond
nogl"
„Aan wien? Aan Louis?"
,Noen," antwoordde rij hoofdschuddend.
„Aan mijn oom."
„Ziet u hem dan?"
„Hij zal telefoneeren, hij heeft Het be
loofd."
Ik boog mij naar haar toe en omvatte haar
beide handen.
„Felicia", zeide ik boudweg, ,,fk ben een
vriend van u. De brief, waarover ik met u
heb besproken, levert daarvoor het bewijs.
Ik wil alleen het goede voor je. Deel mij
toch mede, welke reden uw oom kan heb
ben om zich op deze allerwonderlijkste wijze
te gedragen en zich ook maar één oogenblik
al te geven met menschen van het allooi van
Louis en zijn vrienden."
(Wordt vervolgd),