Bouwkunstig Schoon. VITRAGES EN ALLOVERS GENEESKUNDIGE BRIEVEN. IVaai LAND- EN TUINBOUW. VOOR ONZE POSTZEGEL VERZAMELAARS. JtX/JJJLV /m/ KINDERVERLAMMING. De mooie en accurate teekening, welke hierboven is gereproduceerd, is weer van de hand van architect J. H. Jesse. Gaarne maak ik ze weer tot uitgangspunt van één mijner wekelijksohe beschouwingen, die door zulke prachtige illustraties, wanneer men ze ten minste al lezende goed bekijkt, slechts aan waarde kunnen winnen. De teekening geelt den toestand weet zooals die was na den bouw in de eerste helft der 17de eeuw, wij vermoeden, niet later dan 1630. Het is, zooals u ziet het woonhuis Bree straat 56 aan den Westkant van de Gehoorzaal. Het was toen een woning voor één gezin met de deur, zonder portiek, in het mid den. Op 't oogenblik is de toestand, zo> als u weet., anders. Waar op de teekening het meisje uit het raam kijkt, is het por tiek gemaakt met twee (leuren, toen de woning in tweeën werd verdeeld. Waar de deur was, is een venster geplaatst. Intus- 'schen schijnt er, volgens de reproductie van een photo uit het midden van de 19de eeuw nog een tusschenstadium te zijn geweest, waarbij de deur niet meer in de midden zat, doch zooveel naar links, dat er juist- nog plaats overbleef voor een derde ven ster geheel links. Daardoor, verviel de kop peling der pijasters welke men op de tee- kening van den heer Jesse ter weerszijden van het venster ziet, waar het meisje voorstaat. Intussohen is, ter wille van de verande ringen in de onderpud en van de vensters in de eerste verdieping de gevel leelijk ver- knoeid beneden de lijn die we ons denken onder de ontlastingsbogen met den zonne wijzer der eerste verdieping. Bekijken we het geraamte van den geve\ dan zien we, hoe uit de vensterdammen pilasters naar voren springen, die ter hoog te der bovendorpels door natuursteenen blokken gekoppeld zijn. Zware natuur steenbanden loopen over de geheele gevet- bTeedte. Op de teekening van architect Jesse kunt u zien, hoe de boven- en bene- dendorpels en het kalf der kruiskozijnen met die banden correspondeeren. Wij kun nen er opnieuw aan opmerken, dat een raam niet een willekeurig verdeelde licht opening wa9, maar een stuk architectuur, dat logisch in het geheel moest sluiten. Een raam was, zoo goed als vroeger bij do Gothiek een stuk architectuur, dat dade lijk in 'f verband van 't geheel werd ge dacht. Men za-1 misschien zeggen: een waarheid als een koe neen, nog veel grooter dan een olifant. Maar dit hoofdbeginsel der architectuur: één gedachte logisch door voeren in een gebouw was men jui9t in de 19de eeuw absoluut vergeten. Door de plaatsing van moderne ramen dan, is de toestand geheel gewijzigd. Men beeft in de eerste plaats de raamopening naar beneden verlengd, waarvoor de zand- steenbanden doorgebroken moesten worden. Op de eerste verdieping hangen de frag menten er van nu zoo'n beetje in de lucht. De waterlijst van de ramen moest lager worden gebracht; daarvoor werden Tudorbogen der grond verdieping opgeof ferd en werden er lage strekken voor aan gebracht-, zoo hoog als de koppelsteenen pilasters. Natuurlijk conrespondeeren de dwarsspö- en van de ramen niet meer met de zaüd- steenbanden. Van de ingenieuze wijze, waarop men de kunst verstond oude schoonheid grondig te verknoeien, kunt a f1 overtuigen, als u bij een wandeling angs de Breestraat, even voor het pand blijft staan Op de teekening van architect Jesse kunt i daarentegen weer opmerken, hoe prach- en tevens, hoe mooi evenredig p i "eheel van den gevel was. 0 ukkig, dat boven de stTaks reeds aan gegeven lijn alles intact is gebleven, met uitzondering van het kruiskozijn in den top. De ontlastingsbogen zijn nog eegment- vormig gesloten met een zwaren, gepro- fileerden sluitsteen in het midden. Boven het middenraam is de oude zonnewijzer bewaard gebleven. De zware geprofileer de kroonlijst is boven den zonnewijzer teo behoeve van het eenige raam in den top gevel doorbroken en strekt zioh forsc-h lang<» de dakrand en eindigt in rolwerk. Vooral de constructie van den topgevel verdient belangstelling. Het muurwerk be- bestaat hier in de eerste plaats uit twee paren gekoppelde pilasters, waartusschen blinde nissen werden gemetseld boven bed rondboog met strekken én forsche sluit steenen afgedekt, waarvan de middelste >u geprofileerd. Dergelijke nissen werden in de renais sance architectuur van Vredeman de Vries en Lieven de Key heel veel toegepast tus- schen pilasters. Zoo noodig konden er beel den in worden geplaatst als bij de mid- denrisaliet van 't Leidsche Raadhuis. Tegen 't midden der 17de eeuw worden ze hier heel veel toegepast in muurvlakken, b.v. de .Lakenhal" (1639), Hofje van Broëcklioven op de Papengracht (1640), Marekerk (16391649). Ook de voormalige Hoogewoerdspoort (1659) had zulke nissen. In genoemde gevallen liggen de nissen niet zoo uitgesproken tusschen de pilas ters als bij onzen gevel. Terzijden van den topgevel en rustend op de kroonlijst, zien we forsche voluten met een ninakeltje naast het rolwerk. De voluten buigen boven naar buiten om in een soort vogelkop. De paren gekoppelde pilasters zijn ver bonden door een grooten gemetselden rond boog met sluitsteenen en in het toogveld daarvan steekt uit ovaal metselwerk met een kruisvorm geplaatste sluitsteenen een Mercuriuskop naar voren. De voluten ter weerszijden van don boog zijn dan weer ge flankeerd door een console met peervormig pinakel. Het geheele geval wordt eindelijk afge dekt door een zwaaT gebogen fronton, waarboven op een console .een leeuw met wapenschild. De geheele gevel is, vooral naar de tee. kening, een symbool van gedrongen kracht-, terwijl toch het- hoogteaccent blijft be houden. Blijven we hopen, dat die forseheid nog eens weer op dc oude wijze zal spreken en men er toe zal komen alles in ouden staat- te herstellen. 't Wil ons toeschijnen dat de gevel van niet lateren datum dan plm. 1630 kan zijn. De geheele opzet van den topgevel doet denken aan een architect uit de school van Vredeman de Vries. Het horizontale van de Italiaansche Renaissance, dat hier na 1630 wordt toege pasts spreekt er nog niet uit. RECLAME. PROFITEERT VAN ONZE GROOTE SORTEERING PRIJZEN van 127» ct. tot f.1.25. Dezen brief zou ik gaarne willen ge bruiken om de aandacht le vestigen op een oproep tot medewerking, door prof. Aldershoff in het Tijdschrift voor sociale hvgiène geplaatst om mijne lezers op te wekken, die medewerking te verleenen. Hoewel slechts weinigen in staat zullen zijn, daadwerkelijk aan het verzoek te vol doen, kunnen zij toch de zaak in gedachten houden, in hun kring bespreken en op die manier, zij het dan indirect, er toe bijdra gen dat door hulp en bemiddeling van^ prof. Aldershoff verschillende patiënten, in hun verder leven voor veel leed bewaard blijven. Het betreft de kinderverlamming een ziekte, waarvan een ieder in zijn omge ving wel de gevolgen heeft kunnen opmer ken. Het proces zelf. voor zoover het eigen lijk „ziek-zijn" betreft, loopt in den regel vrij snel af, maar het meest gevreesd zijn de blijvende verlammingen. Trouwens de ziekte zelf is ook niet te onderschatten. In 1929 kwamen in ons land 500 gevallen voor, waarvan plm. 90 stierven. Zonder twijfel is het een besmettelijko ziekte, of juister gezegd: een infectie-ziekte, die dus veroorzaakt wordt door een in het lichaam geraakte smetstof. Helaas is die. slof tot nu toe volkomen onbekend en om trent den aard ervan kan men niet meer dan vermoedens koesteren. Des te beter ken nen wij de verschijnselen der ziekte Zij begint met hooge koorts. Dit koortsstadium loopt gewoonlijk in enkele dagen af. Maar dan bemerkt men pas dat sommige spieren verlamd zijn als gevolg van verwoesting van bepaalde deelen van het ruggemerg. In het ruggemerg komen alle zenuwve zels van romp en ledematen te zamen in Jiun verder verloop naar de hersenen. Het ruggemerg is dus te beschouwen als een dikke streng bijna uitsluitend uit zenuwdra. den bestaande. Deze draden zijn in bepaalde bundels vereenigd. Zoo verloopen aan den voorkant ter weerszijden twee bundels, die alleen draden bevatten, langs welke de be wegingsimpulsen van het centrale zenuw stelsel (hersenen en ruggemerg") uit naar de spieren worden overgebracht. Wordt dc ge leiding ergens in deze banen gestoord, dan is de beweging dier spieren onmogelijk ge- worden. De gevoelsleiding loopt daarentegen door strengen aan de achterzijde van het ruggemerg. Het belangrijkste verschijnsel van de ziekte is nu een ontsteking van de aan de voorzijde van het ruggemerg gele gen strengen. In lichte graden kan alles nog terecht komen Maar al te dikwijls echler blijft een onherstelbare verwoesting der geleiding achter, wat dan heteekent, dat de bij die verwoeste plekken behooren- de spieren voor goed verlamd zijn. De ziekte wordt het meest waargenomen op jeugdigen leeftijd, en wel beneden 5 jaar. Zij komt evenvtil ook op hoogeren leef tijd voor. Maar Stfftlin de minderheid, dat de naam ..kinderverlamming" alleszins ge rechtvaardigd is. Zooals gezegd, kan alles nog wel terecht komen, als de betreffende deelen wel beschadigd maar niet geheel verwoest zijn Verder hangt het van den zetel van het proces af, welk deel, hetzij een of beide beencn, dan wel armen, hun fflnctie geheel of gedeeltelijk hebben verlo ren. Bij partieele verlamming kan nog eeni. ge verbetering optreden, indien andere spie ren, die overeenkomstig met de getroffene werken, hun werking overnemen en dan op den duur door meerder gebruik krachtiger worden. Soms kan cok de chirurg uitkomst brengen door de pees van de verlamde spier te verbinden met een nog goed wer kende spier, welker werking beter gemist kan worden. Als voorbeeld noem ik ver lamming van de spieren, waardoor de voet wordt opgeheven (gestrekt). Do verlamde voet hangt dan slap naar beneden in paar denvoetstand. Als de buigspieren van den voet nog goed werken wordt een van deze op een strekpees overgeplant en dan kan het aldus gelukken aan den voet althans den normalen stand terug te geven en tevens de mogelijkheid van beweging, wat natuur lijk ook veel waard is, ook al blijft de kracht tegenover de gezonde zijde iets ten achter. Zoekende naar de reden, waarom na de kinderjaren de ziekte zoo weinig voorkomt, denke men onwillekeurig aan hetgeen ik in vroegere brieven schreef over tubercu lose en diphtherie, dat n.l. in de eerste le vensjaren een uiterst lichte infectie op treedt, die weinig verschijnselen geeft en daardoor niet eens wordt opgemerkt, maar niettemin het lichaam in staat stelt de noodige afweerstoffen te vormen, die het tegen een volgende infectie bestand maken. En zoo kom ik als vanzelf tot den oproep van prof Aldershoff. Natuurlijk heeft men er aan gedacht een afwerend serum te ma ken, zooal9 voor andere infectieziekten ge schiedt. b.v. het serüm volgens Van Behring tegen diphterie. Dit wordt gemaakt door in fee lie van paarden. Nu is echter gebleken uit onderzoekingen in deze ridhting, dat het van paarden gewonnen serum onbevredi gende resultaten geeft. Wel is duidelijk ge worden, dat de aap een geschikte leveran cier kan zijn. .Maar de hoeveelheid serum, welke op die manier te verkrijgen is, is te klein voor een doeltreffende behandeling. Als derde mogelijkheid kan men het serum van den mensch noemen, waarmee in Ame rika reeds een gunstige ervaring is opge daan. Het beste is serum van een pas her stelden patiënt aan kinderverlamming, dus kort nadat de erste ziekteverschijnselen, als koorts enz. verdwenen zijn Volgens de bo ven aangestipte theorie dat volwassenen 'n zekere natuurlijke immuniteit zouden ver kregen hebben, moet ook het serum van ieder volwassen mensch een gunstiger in vloed kunnen uitoefeaien. Maar het ligt toch voor de hand, dat het serum van een reconvalescent, die pas de ziekte doorstaan heeft verre te verkiezen is. Om dit middel practisch te kunnen go- bruiken doet prof Aldershoff nu een be roep op het Nederlandsche volk. in dien zin, dat iedere reconvalescent een zekere hoeveelheid bloed afstaat. Dit klinkt mis schien eerst wat bloeddorstig, maar in wer kelijkheid is het heelemaal niet erg. Het is een absoluut onschuldige ingreep. En het verlies van een kleine hoeveelheid bloed is van geen beteekenis. Ik herinner hierbij aan vroeger tijden, teen aderlating aan de orde van den dag was en vele menschen zich niet gelukkig voelden als niet ten min ste ee%s per jaar een flinke aderlating bij lien was geschied Deze gewoonte is welis waar verdwenen, maar in de laatste jaren gaan hoe langer hoe meer stemmen op, die aderlating in bepaalde omstandigheden weer willen toepassen. Wanneer men bedenkt, hoeveel geleden wordt door hen, die tengevolge van de ziek te in hun jeugd gedurende het geheele ver dere leven invalide zijn door een lamme hand of arm of door kreupelheid omdat een been in het geheel niet bewegen kan of, in gunstiger gevallen, maar weinig kracht bezit, dan moet het een prettige gedachte zijn, dat men door een kleine kunstbe werking op zich of op zijn kind te laten toepassen zonder eenig gevaar anderen voor die ellende kan behoeden. Terecht zegt prof. Aldershoff dat zij dan de voldoening sma ken. dat met hun bloed of dat van hun kinderen medemensehen voor groot ver driet kunnen worden gespaard. Laten wij toonen, dat wij in dezen plicht van naasten, liefde zeker niet achterstaan bij de bevol king der Vereenigde Staten, waar de behan deling der kinderen met reconvalescenten- serum in grooten omvang mogelijk blijkt H. A. S. PLUIMVEE. OPGEHOUDEN EN BEDORVEN. Keil enkele maal kan hel gebeuren dat een sladsliethebber bij bet gebruik van zijn eitje bij het ontbijt moet constateereq. dat het niet versch is zooals anders, ja zelfs oneetbaar kan zijn Hij vraagt zich dan af hoe zulks mogelijk kan wezen, daar hij toch. steeds zelf de eieren uit het nest haalt, telkens behoorlijk van een volgnum mer of van een datum voorziet, het daar na lijdelijk op dezelfde gunstige plaats be waart en al spoedig, althans niet later dan na een week consumeert. Het is hem ge woonweg een raadsel. En toch zijn voor dat raadsel wel een of meer oplossingen te vinden, die velen onzer wel eens overkomen zullen zijn. De eerste oplossing is deze, dat een ei in (het legnest was achtergebleven en wel toevallig tijdens een paar heete zomerda gen. Wij laten onze kippen natuurlijk leg- bakken gebruiken, gevuld met hooi, tabaks, stelen of de een of andere vulling, mits geen houtwol, nog minder zeegras. Een eigenaardige liefhebberij van onze kippen is, dat zij, terwijl ze op het nest zitten om te leggen, dat hooi verschikken, zoodat er een ronde nestvorm of nestholte ontstaat. Daarbij vormen zich sier hoeken vrijwel ontdaan van nestmateriaal In zoo'n hoekje blijft heel gemakkelijk een ei ver borgen liggen gedurende een paar dagen, waar het bij heet weer daar al gauw gaat bederven Nu wordt dat verscholen ei door ons zelf gevonden of slaagt de hen er in het netjes op te tillen en in de ronde nestkuil te brengen Bij de daaropvolgende inzameling wordt dat ei als een product van dien dag aangemerkt en geteekend, hoewel het reeds verscheidene dagen oud kan zijn. Bij het gebruik openbaart zich alsdan een onversche toestand. Een andere verklaring is ook deze: als er meerdere legbakken zijn, dan wordt toch meestal één dezer bij voorkeur ge bruikt. Wc kennen toch het helsch lawaat dat er vaak in de kippenwereld gemaakt wordt juist daarom, dat de eene of andere hen wat lang op het nest vertoeft, waar nu speciaal de andere hennen ook in willen. Na een poos kan juist een andere der aanwezige bakken de voorkeur krijgen, omdat de hennen veranderlijk zijn, een eigenschap hun geslacht eigen! Zoo vaak ongemerkt een hen, die met broedsche ge dachten in haar kop rondloopt, urenlang de eieren bebroeden, waarom meerdere malen per dag inzamelen geraden is in den zomer. Bij deze gelegenheid verliest menig ei zijn oorspronkelijke frischheid. Een andere oplossing is van veel ernsti ger aard len minste voor de kip, die het ei gelegd heeft Het kan namelijk voorko men, dat wegens de een of andere, niet altijd verklaarbare oorzaak van ziekelijke!, aard. een ei in de legorganen en dan meest al in de cloaca blijft vertoeven, opgehouden wordt soms dagen lang. De kip kan haar ei niet kwijtraken, bijvoorbeeld door een tijdelijke werkeloosheid der samentrekkende spieren van de cloaca, gepaard met een onvoldoende schaalvorming Nu kunnen zich hoofdzakelijk twee gevallen voordoen. Het ei wordt na 2 of 3 dagen gelegd, maai verkeert door de opgenomen, meestal ver hoogde lichaamswarmte in een begin-sta. 3ium van rotting en blijkt bij opening on aangenaam te rieken, waardoor het dus ongeschikt is niet alleen voor menschelijk gebruik, maar zelfs niet aan een ander huisdier gegeven mag worden. Het behoort thuis in den aschketel. De andere mogelijkheid is dat het be wuste opgehouden ei heelemaal niet gelegd wordt, maar in de cloaca blijft zitten en daar gezelschap krijgt van nog meer eieren die samen daar zich ophoopen tot harde ineengroeisels, tot bruine stukken samen geperst. Dnn is een zware hangbuik het ge volg. die de arme kip zelfs het loopen bn| moeilijkt De hen moet er aan slerven, daar tenslotte het rottings-proces van dien aard is. dat de gevormde giftstoffen in het bloed overgaan Het is meermalen gebeurd dat meerdere van zulke halfvergane eieren uit het lichaam van een naar men meende slechts te vette kip gehaald weiden. Eens zelfs zag ik er tien te voorschijn halen, bruin-groen bijna zwart kaasachtig van substantie, echter zonder kalkschaal. Men kan dan ook veilig de hennen met zoo'n zwaren harden buik opruimen. Aan onzo abonné's verstrekken wij gra-< tis alle gewenschte inlichtingen. Beginne lingen helpen wij met het opzetten van ver zamelingen Speciaal vragen wij de aan dacht voor onze ruilrubriek. Correspondentie zende men: Aan do redactie van het „Leidsch Dagblad" „Postzegel rubriek" Leiden. In de laatste artikelen behandelden wij de verschillende methoden van drukken. Wij Jiebben dit niet heel uitvoerig gedaan, maar toch zoo dat het voor een ieder begrijpelijk was en ik meen te kunnen zeggen dat een ernstig verzamelaar na eenige oefening wel kan zeggen op welke manier eon zegel ge maakt is. Wij gaan dan nu bespreken in de ko mende reeks artikelen het onderwerp: „Waardoor onderscheidt zich het eene postzegel van het andere" In de volgende artikelen zullen wij achter eenvolgens behandelen: a. formaat. b. papiersoort. c. rand. d. watermerk. e. kleur. f. lettersoort der opschriften. g. taal der opschriften. h. uitdrukking der waarde. i. geheime teekens - echtheidskenmerken. j. naamteeken van den graveur. k. gebruikte gomsoort. 1. wafeling. m. ondergrond. n. overdruk, eigenlijke druk. o. overdruk .zoogenaamde opdruk. Zoo gij dus ziet, hebben wij als ernstig verzamelaar veel te weten. Ons volgend ar tikel zal dus handelen over het formaat. CORRESPONDENTIE. C. L., N oord w ij k e r h ou t Ik zal U in den loop der volgende week uw zegels zenden. J. J. T., Oegstgeest U zendt mij uw duplicaten met een lijstje waarop ver meld staat wat U er voor terug wenschl te ontvangen. W. N., Leiden Zie mijn antwoord «hierboven. Indien U verdere vragen stelt over een of ander in het bijzonder, kan ik U antwoorden. Uw schrijven dienaangaande is te vaag. PHILATELIST!SCHE PRIJSVRAAG. Onze prijsvraag is een succes geworden. Eenige tientallen inzendingen kwamen, binnen, van alle kanten o.a. uit Amsterdam. Wat de oplossingen aangaat, deze zijn over het geheel meegevallen. Er waren er geheel zonder fouten of met eene fout, en kele met meer, zelfs een mot 19 fouten, men kan er naar raden ookl De landen die gevraagd werden, waren: 1. Duitschland. 2. Allenstein. 3. Arad. 4. Oostenrijk. Oostenrijk-Hongarije. 6. Baden, Beyeren of Wurlsmberg. 7. België. 8. België. 9. België. 10. Bosnië. 11. Carinthic. 12. Denemarken. 13. Spanje. 14. Estland. 15. Finland. 16. Frankrijk. 17. Frankrijk. 18. Gibraltar - Malta. 19. Hongarije. 20. Italië. 21. Italië. 22. Plunje (Italië). 23. Nederland. 24. Polen. 25. Tsjecho-Slowakije. Bij loting viel de 1ste prijs Dr. H. Bren- dicke's standaardwerk „De Postzegelver zamelaar" ten deel aan P. J. Ooslveen Jr., Voorscholen. 2de prijs Kingma's geïllustreerd maand blad „Postzegelnieuws" aan W. H. D. Briede Jr., Noordwijk aan Zee. 3e prijs, Idem. aan N. Spaargaren, Leiden. Troostprijs aan E. v. d. Burgh, Leiden. Troostprijs aan W Jansen, Voorschoten. Voorts kenden wij nog toe een extra troostprijs aan T. Hinrichs te Amsterdam- Oost zijnde de mooiste inzending n.l. do zegels met den desbetreffenden opdruk ge heel geteekend. De prijzen worden volgende week aan da winnaars fchuisgezonden, behalve de 2de en 3de prijs, deze abonnementen gaan in op 1 Mei a.s het eerst verschijnende nummer ontvangen zij dus begin Mei. Wij wenschen de winnaars van harte geluk, en zij die daar niet bij behooren moed voor een volgende maal. PHILATELIST. Losse nummers van ons Blad zijn behalve aan ons bureau ook verkrijgbaar bii de Firma A. HILLEN, Breestraat 154, Firma A. HILLEN Stationsweg, Firma A. T. H. WIJTENBURG, Haarlemmerstraat 2. W. G. J. VERBURG Sigarenhandel, Heerenstraat 2 Fa. A. SOMERWIL Azn. Hoogew. 24 A. M. VAN ZWICHT^ Kiosk Prinsessekade. en bii JOH. HOGERVORST Haarl.str. 123 en des Zaterdags bii A. H. v. d. VOOREN, H. Rijndijk 74 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 7