1j&ikac(&6 CbmmOvObcAMA 71,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 14 April 1930 t Derde Blad No. 21497 BINNENLAND. DE VERDEELING VAN DEN RADIO-ZENDTIJD. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. FEUILLETON. DE SNEEUWBAL. MR. VAN DER DEURE VOORSPELT FELLEN STRIJD. Geen beslissing vóór Augustus? Het „Hbld." had een onderhoud mei mr. Van der Deure, den voorzitter van de N. C. R. V. over de verdeeling van den zend tijd. Na te hebben gewezen op de mislukte poging van oud-minister Van der Vegte om een college samen te stellen van mannen, die boven alle kwesties staan, zeide deze, dat het onlangs gepubliceerde adres door de N. C. R. V. niet te aanvaarden is. Wij en ook de andere rechtsche omroepver- eeniging, de K. R. O., kunnen slechts ge noegen nemen elk met één vierde van den zendtijd, dus niet met het voorgestelde per centage. Nemen we aan, dat de minister ons recht doet, dan hebben wij geen reden tot eenigerlei actie. Geeft de minister ons echter niet een vierde gedeelte, dan kan ik u de verzekering geven dat van de zijde van de N.C.R.V. ook in de komende jaren met alle kracht zal worden geijverd voor rechtsgelijkheid in den omroep, zooals er vroeger voor de rechtsgelijkheid op onder wijsgebied gestreden is. Ik spreek niet te bout, als ik zeg, dat het hier een zaak be treft, waar de meest vitale belangen mee gemoeid zijn, een kwestie, waarvoor we zul len vechten tot het uiterste, al zal dan ook de strijd misschien moeilijk en zwaar zijn. Krijgen wij, mede in aanmerking nemen de natuurlijk ons aandeel in eventueele ge zamenlijke programma's, geen 25 procent van den totalen zendtijd en den totalen in vloed in den omroep, dan zal in Nederland een strijd ontketend worden, die vergeleken kan worden met den schoolstrijd P „U zult toch moeten toegeven, dat u op deze wijze nog meer de politiek in den aether haalt, dan thans reeds het geval is," merkten wij op. „De gro'ote fout is," aldus mr. v. d. Deure „dat men verzuimd heeft, het vraagstuk te regelen, toen het nog rn zijn beginstadium verkeerde. Had men het destijds geregeld, dan zou zich nu al die ellende niet hebben voorgedaan. En wat de politiek betreft: men is maar al te dikwijls geneigd het begrip politiek te verwarren met het begrip levens opvatting .levensovertuiging. Onze men- schen vinden in hun eigen omroep hun eigen overtuiging, hun eigen geloof terug. En dat laten, sterker nog, dat kunnen zij zich niet meer laten ontnemen. En daarom moeten wij onzen eisch tot iederen prijs handhavenI Bij alle goede bedoelingen, welke bij de leiders van de A.VJR.O. zullen voorzitten, kunnen wij niet toelaten, dat uit sluitend personen van vrijzinnige levensbe schouwing zullen beDalen en vaststellen, wat als nationaal zal worden uitgezonden. Daardoor zou het vrijzinnige als uitsluiten de norm van het nationale naar voren wor den gebracht. Een werkelijk „nationale" omroep kan slechts door federatieve samen werking van alle volksgroepen tot stand komen, en kan niet van den A.V.R.O. alleen uitgaan. ..Denkt u, dat door een dergelijke rege ling. ieder 1/4, bevrediging gewekt zal wor den? Bevrediging niet alleen van de om- roepvereenigingen, maar van luisterend Nederland?" „Ik ben er van overtuigd," antwoordde de heer van der Deure, „dat zeer velen be vredigd zullen zijn, doch anderen weer niet. En hiertoe reken ik in de eerste plaats de aanhangers van de A.V.R.O. Zij maken echter één groote fout, n.l. deze: zij doen maar al te dikwijls een beroep op „de oudste rechten." Inderdaad, de A.V.R.O heeft oude rechten, doch men vergeet, dat de N.C.R.V. slechts zeven maanden na de toenmalige H.D.O. met den omroep is aangevangen. Dit motief is m.i. niet van de sterkste. Waarbij nog komt, dat door den vorigen Minister van Waterstaat herhaalde malen is beweerd, dat de toenmalige tijdelijke regeling in geen en kel opzicht zou préjudiceeren bij de defini tieve verdeeling van den zendtijd. „Waar de kwestie van den zendtijd nu voor langen tijd geregeld zal worden, mag l men toch aannemen, dat dit niet zal ge- schieden dan na veel wikken en wegen, na zeer veel besprekingen en overleg Aan den minister zal nimmer het verwijt gericht kunnen worden, dat hij hierin te kort is gescholen. Ik voor mij heb den vasten in druk, dal minister. Reymer deze uiterst moeilijke materie met de grootste nauwge zetheid onderzoekt en dat hij zijn beslissing naar zijn beste weten zal geven." „Wat is uw indruk," zoo luidde onze laat ste vraag. „Zal 's ministers beslissing spoe dig verwacht kunnen worden of zal men nog eenigen tijd geduld moeten oefenen?" „Ik kan mij natuurlijk vergissen," zoo besloot de heer Van der Deure dit onder houd, „doch ik heb reden te gelooven, dat invoering van de nieuwe regeling, zooals die in de programma's tot uiting zal komen, niet te verwachten is vóór Augustus of Sep tember." VROUWEN NIET BENOEMBAAR TOT BURGEMEESTER. Minister Buys neemt de betreffende bepaling temg. In het wetsontwerp tot wijziging der Ge meentewet, dat in 1923 onder het minister schap van den heer Ruys de Beerenbrouck werd ingediend, kwam een bepaling voor, waardoor de benoembaarheid van vrouwen tot het ambt van burgemeester en van ge meente-secretaris werd mogelijk gemaakt. Minister Kan handhaafde in zijn gewij zigd ontwerp deze bepaling. Thans zal, naar wij vernemen, minister Ruys bij de Memorie van Antwoord, die spoedig te wachten is. deze bepaling terugnemen. Van het burgemeesterschap meent de mi nister, dat vooral de leiding der gemeente politie, het opperbevel bij brand enz. eischen stellen, waaraan in den regel een vrouw met voldoet. „Tel." AMBTENAREN BIT 's RIJKSBELASTINGEN IN NEDERLAND. In de voortgezette vergadering werd de voorzitter, de heer B. de Boer, mèt op één na algemeene stemmen benoemd tot bezol digd secretaris. Bij de bestuursverkiezing werd- het be stuur als volgt samengesteld: M. M. Cohen, voorzitter; B. de Boer, bezoldigd secretaris- redacteur J. v. d Putte, penningmeester, en G. J. Verdaasdonk, 2de-voorzitter. Tot redacteuren voor het orgaan werden benoemd de heeren de Boer en Kootstra en voor de studie-rubriek de heer U. de Haan. j Het financieel verslag werd goedgekeurd, onder dankzegging aan den penningmeester, den heer v. d. Putte, Na langdurige discus sies over de contributieregeling en het al of niet verleenen met steun aan de kleinere afdeelingen inzake vergaderingbezoek een voorstel-Amersfoort in dezen geest werd verworpen werd de begrooting voor 1930 goedgekeurd. OPBRENGST REMBRANDT- ZEGELS. Blijkens de voorloopige cijfers zijn van de Rembrandtzegels in totaal rond 975.000 stuks verkocht met een bruto-opbrengst boven de gewone frankeerswaarde f. 48.700. 327. Nu waren ze weer vereenigd, ihoog boven hel ker misterrein. Speurden nu naar alle kanten, waar de dieven zouden zijn. Over draaimolens, allerlei kramen, over de tent van den reus, keken ze. En de geur van oliekoeken kwam hen allen in den neus. 328. Voort snorde de vliepiachine, vloog voortdurend in het rond.. De lui in het vliegtuig keken of men ook de dieven vond. Eindelijk na lang zoeken, speuren, zag Trijn een auto op den weg. ,,'k Ben een boon" riep ze ,,'t zijn de dieven, het is waar, wat ik je zeg". SPOORWEGPENSIOENFONDS. Het tekort 1 Juli a.s. ruim 240 miilioen. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot voorziening in het tekort van het Spoorwegpensioenfonds. Ingevolge art. 107 der Pensioenwet voor de Spoorwegambtenaren 1925 is de weten schappelijke balans van het spoorwegpen sioenfonds opgemaakt door den adviseur prof. J. J. A. Muller. Daarin wordt per 1 Oct. 1925 een nadeelig saldo berekend van ruim 190 miilioen, dat bij den aangenomen rentevoet van 4 pCt. op 1 Januari 192S was toegenomen tot ruim 208 miilioen. Dit tekort blijkt in hoofdzaak en voor ongeveer gelijke deelen te moeten worden toegeschre ven aan de fictieve stortingen, veroorloofd door de vroegere pensioenovereenkomsten en aan de vroeger niet voorziene aanmer kelijke verhooging van de bezoldigingen en hetgeen hiermede samenhangt. Nadere berekeningen hebben geleerd, dat op 1 Juli 1930 het fondstekort zal zijn ge stegen tot f. 230.420.711. Dit cijfer maakt voorziening, als bedoeld in het tweede lid van art. 107 der wet, dringend noodig. Dekking van het tekort zal een annuïteit vorderen, welke, bere kend over 60 jaren, naar den aangenomen rentevoet van 4 pCt. zal bedragen plra. f. 9.824.254 of afgerond f. 9.825.000. Jaarlijksche betaling van een zoo aan- zienlijk bedrag over-"ttoo langen termijn uitsluitend vaD de spoorwegmaatschappijen te vergen zou afgescheiden van andere overwegingen, minder billijk en ook weinig wenschelijk zijn Al hebben de ontvangsten in den laatsten tijd zich gunstig ontwik keld, een stijging, die tegen zoo groote ver zwaring van lasten zou opwegen, mag niet verzekerd woTden geacht, zoodat die ver zwaring het bedrijf een langdurig tijdvak van regelmatige tekorten zou dreigen te berokkenen De voorgestelde eenvoudige oplossing luidt aldus, dat het bedrijf van de annuïteit telkens op zich neemt zoo veel als het blijkt te kunnen dragen zonder in tekorten te vervallen, en dat hetgeen mocht blijken boven zijn krachten te gaan, wordt gedragen door den Staat. Daarom wordt in het ontwerp voorge steld, dat de extrabijdrageti aan het fonds zullen beloopen maximaal f. 8.16O.CO0 op I Juli a.s. en f. 9.825.000 van 1 Juli 1931 tot en met 1 Juli 1990. Om grootere bezwaring van de schatkist te kunnen voorkomen, wordt voorts den Staat gelegenheid gegeven 't door hem ver schuldigde in mindering te brengen op het geen hij ingevolge de overeenkomsten 1928 S.S./H.S. moet betalen voor extra-afschrij ving. Het voor deze afschrijving overeen gekomen totaal van ruim 46 miilioen zal dan zooveel later worden bereikt. HET PUBLIEK GAAT VOOR. Een lang verbeide maatregel. De directeur-generaal der P. T. T. heeft volgens de „rel." de volgende dienstorder uitgevaardigd: Naar wordt vernomen, kost het aanbieden van postwissels en giro-stor tingen het publiek herhaaldelijk meer tijd dan strikt noodig is, doordat gewacht moet worden op het optellen van staten en regis ters door de loketambtenaren. De aandachi wordt er op gevestigd, dat deze werkzaam heden in rustige oogenblikken of wel na af loop van den dienst moeten plaats hebben. Nog slechts enkele weken geleden heeft één onzer sUdgenooton in een ingezonden stuk op het nemen van bovenvermelden maatregel aangedrongen. Het stemt tot vol doening dal er thans toe besloten is. Vele klachten van het publiek zullen er door wor den weggenomen. HET KALI-CONTRACT. Burgemeester en Wethouders van Rotter dam hebben reeds eenige dagen geleden be richt ontvangen, dat Gedeputeerde Staten de overeenkomst lusschen de gemeente en de S. C. P. A. hebben goedgekeurd. Het Hbl. van Antwerpen schrijft o.a.: Het is stellig dat de heele kwestie nog niet is opgelost. Maar principieel is ze voor Antwerpen gewonnen. Nu moet echter het contract tus9chen de Société des Potasses en de stad Antwerpen nog worden afgesloten. Want van haren kant moet de stad Antwerpen inrichtingen plaatsen zooals Rotterdam ze had voorzien. Naar het schijnt zouden die op niet minder dan 30 miilioen frank komen. Burgemeester van Cauwelaert heeft weer c-en bezoek aan Parijs gebracht. DE KATH. RADIO OMROEP. 1 Een nieuw ttudiogebonw te Hilversum. 1 Naar „De Maasbode" meldt, is de K.R.O-» slichting in het bezit gekomen van het ge bouw der Katholieke Vereeniging te Hilver sum, gelegen bij de St. Vihiskerk, Emnra- straat 52. Het ligt in de bedoeling in de naaste toe komst alle uitzendingen vandaar te doen geschieden. Directie en kantoor blijven te Amsterdam. Daar er aan het geboipw te Hilversum eenige veranderingen moeten geschieden, zal voorloopig alleen van de groote zaal worden gebruik gemaakt door het volledig orkest onder leiding van den heer Gerritsen. Met deze zaal, welke een oppervlakte wan ongeveer 300 vierkante meter beslaat, hoopt men de volgende weefc gereed te komen. RECLAME. 4740 (Nadrui verboden.) (Een geschiedenis, die iedereen kan overkomen.) Maandag, den ]3den April, ontving Xavier Penseur, chef-in-ruste van een departe ment, met de ochtendpost de volgende briefkaart „Heil en zegen! Het ongeluk moge n ontgaan! Deze groet stamt van gewijden bodem en wie hem ontvangt, moet hem aan andere menschen doorzenden, zonder eigen naam te noemen. Wie dit niet na komt, zal door het ongeluk worden achter- v°lgd. Schrijf dus deze briefkaart negeo maal over en zend de afschriften aan negen verschillende personen, dan blijft ge van *t ongeluk verschoond. Gij moet dit doen, voordat vier-en-twintig uren zijn verstre ken vier-en-twintig malen moet deze ket ting rondom de aarde gaan. Wie haar ech ter verbreekt, wordt door het ongeluk ach tervolgd". De oud-chef Penseur had de briefkaart tweemaal opmerkzaam doorgelezen. Zij was met spitse letterteekens zorgvuldig, bijna angstig geschreven. De moeite om de hand te verdraaien was onmiskenbaar. De spel ing was niet hcelemaal juist, wellicht met bedoeling. MeneeT Penseur liet eeD reeks kennissen in gedachte de revue passeeren, moert weldTa zichzelf echter bekennen, dat hij niet wist wie hem deze poets ge bakken had. Opnieuw las hij voor de derde maal, hoofdschuddend, de kaart door, legde haar toeD op zijn schrijftafel aan rijn linkerhand neer. Hij stak opnieuw deD brand in zijn pijpje en begon, achterover geleund in zijn zwartleeren. met koperen spijkers» beslagen, grootvaderlijken stoel de morgenkrant te lezen. Maar reeds na fconige oogenblikken moest hij geërgerd *ich bekezraen, dat hij met zijn gedachten bij de weggeschoven kaart bleef toeven en van het hoofdartikel tittel noch jota had gesnapt. De chef-in-ruste meneer Penseur, was een consciëntieus man. Pijnlijk precies was de orde op zijn schrijftafel als in het vertrek met de door tabaksrook wat aangeslagen zoldering, dat hij, eiken morgen precies om acht uur, keurig gekleed en geschoren betrad. Vlak vóór hem stond op zijn bureau de op een minuut gereguleerde pendule, rechts van hem lag het schrijfgereedschap in correcte ordelijkheid bijééndaarnaast, in een sierlijk standaardje, hingen een aantal handstempels van verschillende grootte, zooals hij ze deels met volledigen naam en titel en met uitvoerige woonhuis- opgave, deels in beknopteren vorm ge bruikte. maniak als hij was op het punt van stempelen, wat nog dateerde uit den tijd van zijn administratieve loopbaan. Doch niet als anders, in behagelijke ge moedsrust, bleef nu zijn door brilleglae verscherpten blik rusten op de vertrouwde rangschikking van de ^schrijftafel, waar boven een boekenplank was aangebracht. Zijn dwalende blikken werden steeds naar de onopvallende briefkaart getrokken, d'« zijn anders zoo klaren geest met dreigende teekenen besmeurd had. Want wat betee- kende die lastige indringer? Was het een flauwe grap, een noodelooze kwaadaardig heid, afkomstig van de stamtafel uit ,.de Roode Adelaar", of een door een raadsel achtig toeval juist tot hem gekomen mede- deeling, die hem sloot binnen een door on bekenden gesmede ketting Moest hij nu eigenlijk zich gevangen geven Kon hij niet doodeenvoudig de zotte verwachting beschamen Het was toch werkelijk te gek om aan dien eisch als aau een niet te wei geren bevel blind te gehoorzamen. Ja, ja, blind, want als hij hedpn werkelijk negen maal, op aanwijzing der tegenstandige kaart, dien lorrigen inhoud doorgaf verne derde hij toch, tegen elk verstandig inzicht in, zijn wil tot een gedweeën knecht eener onzinnige gril. De ohef-in-ruete van bet departement was sedert eenige weken 's morgens aange naam aan 't werk met het opstellen v«i Herinneringen uit mijn dienstjaren." Te voren werden krant en mogelijke corres pondentie afgedaan. Dit nu was hem van daag vergald. Hij besloot derhalve te be ginnen met de hem voorgeschreven genees kundige behandeling, welke door het zie kenfonds aan staatsambtenaren kosteloos was toegestaan, ter bestrijding van een min of meer pijnlijke gewrichtsrheumatieJc. Men had hem modder-omslagen voorge schreven, een behandeling, die min of racer eenige uren beslag op hem legde. Dus be gaf zich meneer Penseur. in zekeren zm blij in het vooruitzicht van een nuttige af leiding, naar de hem aangewezen badin richting, kwam na omstandige voorberei dingen, waaronder hem eenige afstempelin gen van kaarten de ziel verrukten, als num mer 24 in het hem toegewezen badkamer tje no. 9 en liet zich door den handigen badknecht in het laken, dat met de heete modder-massa was bestreken, inwikkelen met behulp van meerdere dekens tot een onbewegelijke mummie fatsoeneeren. Toen de druk-bezgtte knecht, nadat deze hem nog een wollen handdoek onder kin en nek geschoven had, hem met de opmerking verliet, dat hij met veertig minuten terug zou komen, waagde de weerloos-terneer- liggende, wiën plotseling bangheid bekroop de schuchtere vraag, hoe hij zich in dezen toestand, wanneer hem iets mocht overko men, moest doen hooren, waarop de on beroerde" hem de profetische verzekering gaf, dat er wel niets zou gebeuren en... tegelijk weg draafde. Meneer Penseur begon spoedig belang rijk te transpireeren en toen er klare drop pelen over zijn neus biggelden werd hij, onder hevige hartkloppingen, door een schieliik-aangroeiende doodsangst overmees terd. Hij trachtte zich te kalmeeren, maar opeens schoot hem de kwaadaardig-wach- tende briefkaart te binnen, wat zweet en angst deed vermeerderen. Het ongeluk, dat den snoodaard van de 24 maal om de aarde zich wikkelende kettipg bedreigde, scheea voor hem reeds gekomen, temeer nu hij over de ongunstige omstandigheden na dacht, dat het de hem steeds onsympathie- ke Maandag was van een nieuwe week en daarenboven nog de „dertiende", waarop de ongenoegelijke sneeuwbal in huis was gerold. Ook zijn eigen volgnummer en dat van de badkamer schenen hem, in samen hang met de gevaarlijke ketting, niet vrij van gevaar Woede vervulde hem tegen den miserabelen bewerker zijner zielepijn, ja. hij liet zich meeslepen een dreigenden vloek te slingeren naar de gansche stamtafel van de „Roode Adelaar", waar, onder de aan- zittenden, „hij" zeker, handen-wrijvend, plezier zou hebben over zijn duivelschen inval. Maar hoe, indien nu eens niet die stamtafel, maar in zekeren zin zijn noodlot aldus zich had gemeld? Meneer Penseur voelde de ontzetting door merg en been kruipen. „Meneer heeft aardig gezweet", zei de badknecht, toen hij den ex-chef van 't de partement alles gaat ten slotte voorbij, ook de veertig minuten modder-inpakking eindelijk van zijn doodelijke kwellingen verloste. Meneer Penseur, dankbaar ont roerd, werd bepaald praatlustig en zou den braven map heusch nog over den sneeuw bal gesproken hebben, wanneer die 'fc maar niet druk had gehad. Bij het middagmaal verslikte de aan-de- ongeluks-kctting-24-maal-om-de-aarde-zich- windende stakker zicb nog bij 't een of ander kleinigheidje en werd meteen door een beangstigende voorstelling van een mogelijke blmde-darm-operatie aangegre pen. Hij had zijn stamtafel gemeden en een vreemd restaurant opgezocht en wie weet of mogelijk niet een roestige speld in den stamppot was geraakt. Gevallen van misdadige nonchalance kwamen maar al te dikwijls voor... Door zijn wanhopigen zieletoestand be sloot de ex-chef den namiddag op goed geluk buiten door te brengen. Hij ging met de tram, liet, in onbegrijpelijke verstrooid heid, zooals hij dit van zichzelf wel wou uitleggen, bij het uitstappen zijn aaooien wandelstok staan, snelde tevergeefs naar het depot van verloren goederen, kroop nu in een toestand van zelfmoordenaar, die door verkwisting zijn laatste oogenblikken verdooft, in een huur auto, liet zich naar een armzalig uitspanninkje brengen, waar een reuze-schommel en draaimolen een heidenscb lawaai veroorzaakten en bleef er uitgeput ronddolen, totdat de avond viel en hij naar zijn woning terug toog. Het besluit, de negen afschriften te verzenden, was in hem gerijpt. Al zijn vrienden, van wie geen enkele zich om zijD zorgen bekommerde, zouden boeten voor dezen ellendigen dag. Toen hij zijn lade had opengetrokken, bleek het, dat de anders steeds bijgevulde voorraad briefkaarten tot op vijf was uit geput. Aangezien het postkantoor .reeds lang gesloten was, zag hij zich genoodzaakt de ontbrekende kaarten onder allerlei voor wendselen bij de buren bijéén te bedelen. Het liep naar middernacht toen hij zijn deemoedigeDden arbeid beëindigd had. Om den termijn van 24 uren vooral niet te overschrijden verliet hij, tot bevreemding van den opnieuw door hem wakker geroe pen concierge het huis, stak de kaarten haastig in de hem welbekende brievenbus en liet gedoogen, dat de concierge, die op zijn verzoek even was blijven wachten bij de deur, en dien hij verlegen en overvloe dig beloonde, hem voor stapelgek aanzag. Nu eindelijk, nu de bedreiging van niefc- gehoorzamen aaD de geheimzinnige oj>- dracht, van hem was afgewenteld, durfde hij opademen Reeds lag hij, als geslagen, te bed en wilde juist de kaars uitblazen, zich vóór het inslapen als vergelding in 't vooruit- verdiepen iü de verrassing der negen plot seling overvallenen toen het als een don derslag der vernietiging door hem heen schokte- de heele verzameling briefkaar ten heb ik met mijn eigen volledigen naam stempel aan mijzelf geadresseerd!...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9