DAT IS VREEMD! HOE DE CHINEEZEN AAN HUN STAART KOMEN. ANEKDOTES. OPLOSSINGEN. RAADSELS. iViolen! Koop violen toch! Zoo klinkt het van de straat. Vlug loopt ons Hansje naar het raam. Of hij dat goed verstaat, fiolen! Koop violen toch! Ja hoor maar, heuschl 't is waarl iViolen I hoor, daar roept hij weer! Dat vindt ons Hansje raar. Zijn lieve Pappie speelt viool, Maar dat, dat zijn toch bloemen 1 Hoe kan die domme man op straat, Dat nu violen noemen 1 R. ASSCHER VAN DER MOLEN. In overoude tijden was Mansjoerije on derworpen aan China en nu gebeurde het in die dagen, dat de Vorst van Mansjoerije een afgezant met schatten beladen naar China zond. teneinde den Heerschcr over dit rijk allerlei geschenken aan te bieden. De Chineesche hoogwaardigheidsbeklee- der9 wilden den afgezant uit het naburige land bespotten en scheerden hem het haar af. Hij hield niets over dan een lange, dunne vlecht. Vervolgens trokken zij hem een wijde lange jas met lange mouwen aan, die prachtig geborduurd was. Ten slotte hingen zij hem een ketting om, zetten hem een hoofddeksel met een kwast er aan op en trokken hem zwarte schoenen aan. Toen hij heelemaal klaar was, zeiden zij tegen hem-. „Nu ziet ge er uit, zooals het behoort, De Keizer heeft ons opgedragen u te beloo- nen voor de schoone geschenken, welke gij hem aangeboden hebt". De gezant uit Mansjoerije vond zichzelf nu heel mooi en begreep niet, dat men hem zoo uitgedost had om den draak met hem ie steken. De Chineezen beschouwden de bewoners van Mansjoerije als paarden, waarvan men veel nut trekt en de grappenmakers hadden den gezant daarom als een paard uitgedost. De jas had veel van een geborduurd za del. de ketting stelde de teugels voor, de schoenen deden aan paardenhoeven denken. 'De kwast aan het hoofdeksel geleek op de manen en zijn vlecht bootste den staart van het dief na. Iemand, die zóó aangekleed was en op handen en voeten liep, leek veel op een paard en het was met de bedoeling hem hierop te doen gelijken, dat deze Chineezen den afgezant zoo toetakelden Maar later werden de bordjes verhangen, namelijk toen China onder het bewind van Mansjoerije kwam en alle mandarijnen1) zich op deze wijze moesten kleeden. Natuur lijk mocht de staart daarbij niet weggelaten worden 1 Boontje kwam ook hier om zijn loontje- J) Chineesche ambtenaren. Ingezonden door An je de Gelder. Jantje gaat wandelen met zijn Opa, hij woont buiten en heeft nog nooit een open landauer gezien. Toen hij bij Opa m de stad logeerde en met hem ging wandelen, zag hij vele heeren in open landauers en riep: „O, wat een rare mijn heeren, die rijden zoo maar in kapotte rijtuigen." Ingezonden door Helena Krispijn. ..Waarom huil je zoo, Betty?" ..Willy heeft mijn pop gebroken." „Iloe komt dat?" „Ik sloeg er hem mee op zijn hoofd en toen ging de pop kapot." Ingezonden door Nelly Fernando. Pietje: „Tante, Vader heeft een nieuw stel tanden gekregen". Tante: „Zoo, en wat doet hij nu met dat oude stel? Fietje (terwijl hg bedrukt kgkt naar zgn broek die gemaakt is uit een ouden broek van zijn vader, trekt zgn voorhoofd tot rimpels en zegt zuchtend)Ja> die zullen ze wel weer laten vermaken voor mij". Ingezonden door Willem v. d. Ham. EEN KLEIN SLIMMERDJE. Tante: „En wat voor pop wil je nu het liefste voor je verjaardag hebben V* Ineke (heel gretig)„O als 't u blieft een tweeling. Tante." Ingezonden door Anje de Gelder. iWim: „Vader, mag ik gcstralt worden voor iets wat ik niet heb gedaan 1" Vader: „Weineen jongen, in geen geval." Wim: „Welnu vader ik heb mJjn som men niet gemaakt, en nu krijg ik straf." Ingezonden door Celia Muyzert. Bedelaar belt ergens aan: „Mevrouw, ik ben ziek, de dokter gaf mij dit fleschje me dicijnen, ik heb er niks aan, ik kan het nie<t innemen". Medelijdende dame: „Kom je mg om een lepel of een glas water of zoo vragen? Bedelaar: „Nee mevrouw, dat zou zoo'n bezwaar niet zijn, maar de dokter schreef mg voor dat ik die medicijnen driemaal daags na een maaltijd moet innemen en nu kwam ik u vragen of u mg driemaal aan eau maaltijd kunt helpen". OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. 1. Waar een wil is, is een weg. 2. Ze worden beiden afgehaald. 3. Voor schot en Voorschoten. 4. Scheurkalender, kers, aal, den, scheur. 5. Keulen, peulen. 6. Tuinman. 7. 3 Lampen. 8. Uit ziin mond. RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE KIEZEN, DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3. L Ingezonden door Lena v. d. Lucht. Met m kan men er vruchten in doen, met w beu ik in ieder huis, met t een lichaams. deel, met p geeft men mij bij sommige spet letjes. II. Ingezonden door Ger. en C. Eggink. Welke stad in Duitschland maakt men uil deze 6 letters: g, z, n, d, a, i. III. Ingezonden door Willy Verbrugge. Wat staat er midden in Harderwijk? j IV. Ingezonden door Willy de Neys. Verborgen jongensnamen: We hebben veel van het ijs genoten. We gaan per fiets naar Nieuwe Sohar». Het schip had vlag en wimpel geheschen. De man hield zich arm', maar was het volstrekt niet. De jongen riep iets tot ons, maar wij verstonden het nier V. Ingezonden do >r Karei West. Vier letters een woord Dat va-t velen bekoort. Kan men naar genoegen handelen DaagTjjkj zondt ge er in wand'lem 1, 2, 4 wordt gedragen, 4, 2, 3 is een wagen, en om nog meer te verzinnen, 4, 2, 1 dragen boerinnen. VI. Ingezondo- door N. N. Of gjj mjj leest van links naar reshls Of juist net anders om Ik bljjf dezelfde steeds en 'k weet Dat waar ik ook binnen treed Ik nooit ongelegen kom. VII. Ingezonden door Anje de Gelder. Mjjn geheel is een plaatsje iD 'loord. Brabant van 10 letters. 1, 2, 3 is niet jong, 3, 4, 5 fa een boom, 0, 7, 8, 9, 10 zijn boomen io VIII. Ingezonden door Dina Leenheer. Wie is die snaak Aan wie de 'zak Is aanbevolen Te zorgen dat er niet wordt geetoleo Houdt hij ijj nacht Steeds trouw de wacht? O neen, slechts even doet hij dat. Hjj kijkt eens door het sleutelgat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9