Wat de vrouw draagt ZIJN LAATSTE WENSCH 71,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 29 Maart 1939 Vijfde Blad No. 21484 VOOR DE HUISVROUW. FEUILLETON. BIJ HET TENNISSEN. Zoodra de eerste warme zonnestralen ons weer komen koesleren en de gang naar hel sportveld een ware vreugde en een heer lijke ontspanning na den arbeid biedt, wanneer men zoo intens kan genieten vao bet frissche pas-onlloken groen dan is de tijd aangebroken dat wij ook een deel onzer interesse aan den tennissport gaan wijden. Vroeger was deze tak van sport al'een weggelegd voor de „upper ten", een spel dat alleen op eigen banen beoefend werd; pas veel later begon men met het oprichten van openbare tennisbanen en clubs, doch het bleef altijd nog een dure liefhebberij. Pas in de allerlaatste jaren kwam de alge heel© ommekeer De sport slaagde erin het stnndenverschil te doen verdwijnen en h'er door komt het dat ook tennis één der po pulairste takken van sport geworden is Van het grootste belang is het natuurlijk biervoor de geschikte kleeding te vinden pn juist het tennisfoilet was iets waarmee men zich gaarne bezig houdt en hoe eenvoudig het ook lijkt, het is lang niet zoo gemak kelijk, want de tenn-iskleed-ing moet aan velerlei voorwaarden voldoen. Hel voornaamste i9 wel dat de draagster vr'komen vrij is in haar bewegingen en dat de chic.van zoo'n jurk geen inbreuk maakt op het practische ervan Verder moet men er wel op letten goed waschbare slof fen te nemen Weliswaar zijn de meeste iennisjurken wit of in lichte tinten gehou den. maar toch komt het nog dikwijls voor dat het wasschen moeiliikheden oplevert; ook krimnen is een gevreesd iet», daar hier door de jurken vaak nadat ze eenmaal ge- wasschen zijn. ondraagbaar worden Daar om is het verstandig je allereerst te over tuigen dat de stoffen goed te wasschen en makkelijk te verwerken zijn. kortom kies stoffen die tegen een stootje kiinnen Veel al ook worden ten nis jurken met een levpn- dige kleur gegarneerd bv in den vorm van een kraag een ceintuur, borduursel of een vlotte applikatip. Om teleurslellineen te voorkomen, verdient het aanbeveling vosruit de kleurechtheid van het te verwer ken materiaal te onderzoeken. Voor de tennisiurk komen de meest ver schillende weefsels in aanmerking, waarbij men eigenlnk alleen min of meer rekening houdt met het heerschende seizoen. Voor den altereerden tijd zal men zich hoofdzakelijk houden aan lichte wollen stoffen (crêpe's. panama's en wol georgette) die op het oogenblik nog niet te zwaar zijn Voor de warmere dagen zijn linnen, het z.g. overhemden-zijde en ook waschzijde uitstekende weefsels daar ze altijd keurig slaan, makkelijk te wasschen zijn en zich in 't dragen zeer goed houden Bij een tennisjurk hoort ook een prak tisch omhulsel en als je niet genoeg hebt aan den sportmantel. waar je bet onder geen omstandigheden zonder kunt stellen, daar deze voor duizenden gelegenheden dienst kan doen. kiest men graag een van die aardige korte jakjes, die zonder mate- rieele offers te vervaardigen zijn en snoezig staan-, zoo'n jasje mag in geen enkele gar derobe ontbreken, en later kan het op den zomerreis ook nog goede dienst doen. Buitengewoon elegant zijn de klein© bonte jasjes en vooral de gestippelde mode- weefsels zijn voor dit doel geschikter dan alle andere, daar ze vlot staan en overal bij gf-dragen kunnen worden. Zulke jakje? zijn heelemaal recht, eventueel met ingeknipte zakken maar dan toch verder heelemaal on- gegarneerd Van he'zelfde material ziet men ook (zooals de schets aanduidt) de band die hel haar tezamen houd! en kleedzamer en hygiënischer is dan de ..Pullman-kap" die men verleden jaar voor hetzelfde doel ge bruikte. De tennisjurk. die onder dit jasje gedra- gen word! heeft die vanzelfsprekende een- I voud, die altijd bevalt; deze is zooals vele sportmodel'en van het nieuwe seizoen in ..rok en blouse" gedeeld en voorzien van de z g. ..fietsceintuur" De blouse wordt in het midden geknoopt, terwijl de rok de voor de tennissport onontbeerlijke ingelegde p'ooien heeft Een iets ingewikkelder, uiterlijk echter ook zeer eenvoudig model ziel u als No. 2 De wijdte van den rok wordt hier be reikt door in klokken uiteenloopende banen, die bovenaan beginnen. Een doekachtige 9haw! in een mooie pasteltint passend bij de „Zonneklep" (die de oogen beschermt tegen de zon en tegelijkertijd door zijn gummi band het haar bij elkaar houdt), vormt een vrooliike gameering. Een chique zijden jurk met een van boven in punten opgezette band en een plooirok welke van boven vastgestikt is ziet U als op-één-na-de-laatste figuur Hierbij wordt ook een gekleurd ziiden jasje of een klein bonfflanellen omhulsel gedragen, dal voor dit doel zeer geschikt is Ook de eenvoudige linnen jurk met gkleurd leeren ceintuur (zonals op de leekpning nog net te zien is) zal men heel vepl zien Camelia's zijn modern. Ditmaal eens ter .afwisseling een 9tijve modebloem een gestileerd bouquetje. beide voorwerpen die op 't eerste gezicht ons hart wel niet zullen veroveren zooals dit hel ge val was met de veldbloemen die vroeger algemeen gedragen en al heel vlug popu lair werden En toch is de camelia een bloem, welke men poëtisch zou noemen en die als geen andere bij de nieuwste mode-creaties past Zij vereenict realiteit met illusie, strengheid met vlotte soepel heid op zoo'n volmaakte wijze dat ze steeds een lust voor de oogen zal zijn. Als regel zal men zien twee in kleui contrasteerende bloemen Zwart-wit, rose met donkerblauw enz. Ook echter fijne schakeeringen, bv 2 tinten der nieuwe rose kleur, die als „camelia-rose" een ware triomph zal wor den-, ook twee bij elkaar passende kleuren b.v. beige-bruin, en dergelijke meer. De camelia staal altijd goed. of deze nu aan gebracht wordt in de taille, als garneering op mantel, japon of hoed. in den vorm van een fijne applikalie of op de weelderige rok van het nieuwe avondtoilet. Mijn kinderpakjes vielen in zóó'n goede aarde, dat ik u nog maar wat patronen geven wil. Hier heelt u het model voor een kleine klenter-kruippakje, zeer geschikt om op de verraderlijke Aprildagen te gebruiken als uw jongske mee gaat wandelen en soms als maar prefereert stil te staan en zóó de won dere wereld te bekijken 1 Als tot nieuw leven gekomen miniaturen werken de nieuwe modellen, en hel blijkt J dat de toonaangevende huizen als voorbeeld voor hun nieuwe creaties de voorloopers uil dvn empire-lijd gekozen hcblien. Hel is natuurlijk een bevallige soepele uiterst „vrouwelijke" lijn. die men te zien zal krijgen Daarvoor materiaal in zachte kleuren, hoofdzakelijk in fijne pasteltinten. Rekening gehouden met de nieuwe stijl wordt aan soepele golvende weefsels de voorkeur gegeven, waaronder de gaas-chif fons. effen en met bonte patronen een eer ste plaats innemen. Ook de inprimé's zijn soepel en luchtig De japonnen zijn tamelijk lang om het figuur slanker te doen lijken en de hoog- aangebrachte ceintuur zal de taille sterk accenlueeren. Dal capes en met het effect hiervan ge üjkstaande voorwerpen nauw verwant zijn aan deze mode ligt voor de hand Ook ban den. rusehes. bloemen, e.d. worden veel in toe passing gebracht De groate hoed die weer herinnert aan de eerlang populaire „Florentijnsche" ver» leent het geheel dikwijls de omlijsting; te genwoordig is deze van vilt. exotisch slroo, en wat heel modern is. van paardehaar, vervaardigd De groote hoed zal reeds nu bij den aanvang der lente gezien wordpn, want de toonaangevende ateliers hebben groote collecties breedgerande modellen in voorraad en het resultaat hiervan zal zeker niet uitblijven W. U. U heeft noodig voor een manteltje 140 gram Beehive of Paton's Super Scotch Fingering wol, 4-draads-, verder twee brei pennen. no. 8; 8 groote en 2 kleine paarl- moeren knoopen. Van hel patroon, dat ik u hier geef is de lengte van den bovenkant van den schou der tot onderaan 35 1/2 c.M.; de wijdte, ge meten onder de armen 63 c.M. en de mouw- lengte vanaf het kruisgat (met ópgeslagen manchet) ruim 16 c.M. U moet zóó werken-, dat er 13 steken recht-breiwerk op de 5 c.M. komen. Wilt u dus een andere maal van manteltje dan kunt u dat naar mijn patroon berekenen. Voor het manteltje zet u 82 steken op; dat wordt de rug. Brei tien toeren recht. Ga dan door: A. lsle toer recht, 2de L recht, averecht tol de taaiste steek, 1 recht, her haal deze 2 toeren driemaal; 9de toer B; 2 recht 2 averecht; herhaal vanaf B tot de 2 laatste steken-. dan 2 recht; 10de toer als de 9de Nu vanaf A tol hiertoe herhalen, één maal minderende aan elk eind van de naald in den volgenden toer en verder in eiken tienden loer, net zoolang tot er 70 steken overblijven. Nu zonder minderen doorgaan tot de rug een lengte heeft van ruim 25 c.M. eindigende met een averechten toer Twee steken afkanlen aan hel begin van elk van de volgende twee toeren Éénmaal minderen aan het eind van de naald in den volgenden toer en verder om den anderen toer tot er 68 9leken overblijven Dan zonder minderen doorgaan tot hel werk een lengte heeft van 86 1/2 c.M., gemeten vanaf het begin-afkan- ten. Voor het linkervoorpand: 58 9teken op zetten. 10 toeren recht breien; dan door gaan: A: 1ste toer recht; 2de toer 6 recht, averecht tot den laatsten steek, 1 recht. Deze 2 toeren driemaal herhalen-, 9de toer B: 27. 2 averecht vanaf B herhalen tot de laatste 6 steken; recht. 10de toer 6 recht; C: 2 averecht, 2 recht; vanaf C herhalen tot het einde, vat» den toer. Nu alles vanaf A herhalen, éénmaal minderende aan het be gin van de naald in den volgenden toer en verder in eiken lOden loer, tot er nog 52 steken overblijven Nu zonder minderen doorgaan tol het pand ruim 25 c.M. lang is. eindigende met een averechten toer Twee steken afkanten aan het begin van d»*n vol genden toer. Éénmaal minderen aan het be gin van de naald, in eiken tweeden toer tot er 46 steken overblijven Zonder minderen doorgaan tot het werk 34 c.M lang is, ge nieten van het begin af en eindigende met een rechten toer; 23 steken afkanten aan het begin van den volgenden toer. Éénmaal minderen, aan de halszijde, in eiken vol genden toer. tot er 20 steken overblijven. Zonder minderen doorgaan tot het werk 86 1/2 c.M. lang is, gemeten van het begin af. arkanten. Rechter-roorpand: 68 steken opzetten en tegenovergesteld aan het linkervoorpand werken; de minderingen en het afkanten van de steken aan den anderen kant van de naald. De Mouwen: 42 steken opzetten. In het patroon werken. 4 steken opzettende aan het einde van eiken toer tol er 68 steken op de naald staan. Eenmaal minderen aan elk einde van de naald in den 7den en eiken volgenden 6den loer tot er 40 steken over blijven. Zonder minderen doorgaan tot het werk een lengte heeft van 17 1/2 c U.; dan 6 c.M. recht breien en dan afkanten. De tweede mouw gaat nét zoo. Voor het kraagje 78 steken opzetten; ongeveer 9 c.M. lechl breien Afkanten Voor het afwerken moet het jasje met een warm ijzer en een vochtigen doek zorgvul dig opgeperst worden. Naai nu de zijnaden, schoudernaden en die van de mouwen dicht. Zet de mouwen er in: naad op naad. Naai hel kraagje aan den mantel vast: elke einde in het midden van den hals vastzet ten. Maar vier lussen als knoopsgaten op gelijken afstand langs het linkervoorpand; één kleine in het midden van den hals en één aan den bovenkant van het rechlcr- voorpand Zet groote knoopen tegenover de lussen op het rechtervoorpand en ook op het linkervoorpand, alsof hei een breede over slag is. Plaats de kleine knoopen tegenover de lusjes aan de hals en aan de binnenzijde van het linkervoorpand en de mantel is ge reed. Hierbij past een slobbroekje, waarvoor noodig is 112 gram van dezelfde wol, zelfde breinaalden en een eind elastiek. De voornaad wordt pl.m 24 c.M. do lengte van de naad van het been 31 1/2 c.M. Rechlerpijp; 72 steken opzetten; lsle toer A 2 r„ 2 a., vanaf A herhalen tol de laatste 4 steken 4 r. Deze toeren driemaal herhalen 6de loer: 2 r B 2 a omslaan 2 tezamen breien; vanaf B herhalen tot de laatste twee steken; 2 r.. Den eerslen toer 11 maal her halen Dan doorgaan lsle t 44 rom- keeren2de: 43 a 1 r.; 3de: 36 r. omk.; 4de 35 a.. 1 r.; 5de 28 r., omk.; 6de 27 a., 1 r.; 7de 20 r, omk.. 8ste 19 a., 1 r.dan door gaan- A. 1ste toer: 2 r.. B 2 a., 2 r., vanaf B. herhalen tol de 2 laatste st. 1 a., 1 r.; 2de toer: 1 r, 1 a.; B 2 r2 a., vanaf B. herhalen tol de 2 laatste st 2 r.; 3de toer: recht; 4de toer: 1 raverecht tot de laalste steek-, 1 r. Deze 2 toeren driemaal herhalen. Alles vanaf A herhalen en zoo doorgaan, éénmaal meerderende aan de lange zijde van hel werk in eiken volgenden derden toer, terwijl er tegelijkertijd aan de korte zijde van hel werk gemeerderd wordt in den derden en eiken volgenden vierden topr, tol er 88 steken op dP naald staan Nu steeds aan de lange zijde van het werk in eiken derden toer meerderen en aan de korte zijde in eiken tweeden toer tot er 105 steken op de#naald staan Aan elk einde van de naald in eiken recht gebreiden toer minde ren tot er nog 63 steken overblijven. Zonder minderen doorgaan tot er 13 pa tronen gebreid zijn vanaf het bpgin Aan elk einde van de naald éénmaal minderen in den volgenden en eiken volgenden vier den toer, lot er nog 47 steken overblijven, Zonder minderen doorgaan tot er 15 patro nen gebreid zijn eindigende met den 9den toer-, op de volgende manier doorgaan 1ste toer 18 r11 a18 r.; 2e t 18 r1 a. twee maal (2 r2 a.). 2 r 18 r.; 3de t.: 18 r., tweemaal (2 r 2 a.) 2 r., 1 a 18 r.-. 4de L recht; 5de als de lsle; 6de recht, 7de 14 st. afkanten. 4 r 11 a 18 r.-, 8ste 14 st. afk.? recht tot het eind van den toer; 9de: 4 r., 11 a.. 4 r.; 10de: recht; 11de 4 r.. 11 a 4 r.; 12de 4 r. 1 a.; tweemaal (2 r. 2 a.), 6 r.;! 13de 6 r tweemaal (2 a 2 r), 1 a 4 r. Den lOden en llden toer viermaal her halen-, dan den lOden toer éénmaal Met recht breiwerk doorgaanéénmaal minde rende aan elk einde van de naald in eiken tweeden toer. tot er nog 13 st overblijven dan afkanten. Voor het afwerken: oppersen al9 het manteltje-, vóór- en achternand dichtnaaien: door de gaatjes aan het middel elastiek rijgen; elastiek vast naaien aan de rozetten. De linkerpijp werkt u aldus: zet 72 steken op. Brei het ribbetje nel als dal van do rechlerpijp Ga dan door als volgt: 1ste loer 1 recht. 43 averecht, omkeeren. 2de loer 44 recht. 3de toer 1 r 35 averecht, omkeeren; 4de toer 36 recht; 5de toer 1 recht. 27 aver., omkeeren-. 6de toer 28 recht; 7de toer 1 recht, 19 averecht, omkeeren. 8ste loer 20 recht. 9de toer. 1 recht, averecht tot den laatsten steek, 1 recht. Nu weer het patroon gaan breien, heele maal gelijk aan dat van den rechlerpijp en afkanlen Voor het afwerken: oppersen met een warm ijzer over een vochtigen doek Voor- en achternaad dichtnaaien Door de gaatjes aan hel middel hel elastiek rijgen En kleine elastiekjes bevestigen aan de wr. ef. De volgende maal beschrijf ik u een bij- behoorend mutsje. („Ueber den Tod hinans"). Roman van ANNY VON PANHUYS. Uit het Duitsch door W H. C. BOULLAARD. (Nadruk verboden.) 32) Maar de Ruyter plaatste zich tusschen hem en de deur: „Erbarm u. mijnheer, ik verzoek het u, ik smeek "u er om" hij ver gat Ada's aanwezigheid in de aangrenzende kamer geheel „indien u aan uw voorne men gevolg geeft.zijn stem begaf hem en hij was een flauwte nabij. „Ik doe slechts mijn plicht." Walter legde 2ijn hand op de deurknop „Wat hebt u er aan mij en mijn kind on gelukkig le makenI' riep de opgewonden man uit en zijn beide handen omklemdan Walter's arm Op dit oogenblik vloog de deur van de aangrenzende kamer open en Ada trad bin nen De bonte zijden sjaal die zij zoo graag droeg, omhulde haar bovenlijf en de indruk, die het meisjeshoofd boven dat mengel moes van kleuren maakte, was zoo vreemd, zoo verbluffend en overweldigend mooi. dat Waller's hand langzaam den deurknop los liet. Als betooverd door het verrukkelijk schoone gelaat staarde de jonge man als naar een wonder. Geen der drie menschen sprak een woord Walter had nu kunnen gaan, want de oude man had hem losgelaten en stond ge bogen naast hem volkomen buiten staat zijn dochter den toestand te verklaren „Om Godswil vader, wat is er gebeurd?" kwam bevend de angstige vraag over Ada'9 lippen De vader volhardde in zijn doffe zwijgen. Zijn hoofd was plotseling leeg en niet het kleinste noodleugentje kon hij verzinnen. De oogen van het meisje dwaalden tus schen de beide mannen heen en weer, vroe gen en vorschten en daar geen hunner haar groote verlangen naar antwoord scheen te begrijpen, kwam ze met vlugge passen naar haar vader toe en hem omarmend riep ze luide uit* „Ik bezweer u, vader, zeg mij wat deze heer van u wil „Mij bij het gerecht aanklagen", kwam er toonloos uit en het was hem alsof een ander en niet hij zelf dit zei. „Dal kan ik niet gelooven", zei ze met krachtig geluid ,.U. het beste, het edelste wezen op aarde, kunt niel9 gedaan hebben dat het daglicht zou moeten schuwen Hartstochtelijk riep ze het uit en er laaide haal in haar mooie oogen op. waarmede zij nu strak in het gelaat van den vreemde ling keek Ada bediende zich van haar moedertaal, die Walter eenigszins verstond, zoodat hij ongeveer had begrepen wat ze zei Hel spe^t hem dat hij zoo lang met heengaan had ge draakl want hij begon een gevoel van onbe haaglijkheid te krijgen onder den hl ik der groote sprekende meisjesoogen en tevens een geviel alsof hij hei meisje een onrecht had willen aandoen Wat hij zooeven nog als zijn plicht had beschouwd, 9cheen hem thans overdreven gestrengheid toe en hij be greep niet waarom er onder den blik dier vragende, heerlijke oogen een gevoel van schaamte in hem opkwam. Als een op he*-, terdaad betrapte dief stond hij bij de deur en hoewel wetende dat niet9 of niemand hem zou kunnen beletten de kamer te verla ten. kwamen zijn voelen niet van hun plaats en steeg hem onder den vlammenden blik van het jonge meisje een bloedgolf naar het hoofd. Toen de ongenoode gast geen aanstalten maakte heen te gaan kreeg de Ruyter eenige hoop terwijl in zijn bleek, ongelukkig ge zicht weer een weinig kleur kwam. Ada bemerkte dit dadelijk en opgewekter sprak ze- „Kom vader ga eens zitlen", en den ouden man, die vermoeid liep. met alle zorg naar den leunstoel geleidend, vervolgde zij „En vertel nu eens wat er is gebeurd". Walter scheen voor haar niet meer le bestaan Het viel den jongen man op, hoe liefdevd de wijze was waarop zij hem steunde on met hem sprak Heeft iemand ter wereld wel het recht vroeg hij zich zelf af. zich sto rend tusschen die twee menschen le drin gen. mag iemand wel het reine beeld van den een bij d°n ander verduisteren? En zoo even was hij zelf van nlan dit te doen Neen. duizendmaal neen. daartoe had hij niet hel recht en geheel onder den in druk van deze op hem aanstormende ge dachte sprak hij zich tot Ada wendend, m gebroken Nederlandsch: Uw vader heeft u niets hpelemaal niets te vertellen, juffrouw de Ruyter en om hel misverstand, waar onder tui lijdt uit dc«i te ruimen, xon ik hem graag nog een oogenblik alleen wi'- len spreken Ada wisselde een snellen blik met haar vader, wiens oogen haar vriendelijk beduid den de kamer te verlaten Toen ging ze zonder een woord. In spanning zat daar de tooneelspeler en nerveus omklemden zijn magere vingers «Ja beide armleuningen van den stoel. Hij zat lichl voorover gebogen, aandachtig luisterend en met een gezicht als kon hij niet gauw genoeg vernemen wat de ander hem nog bad te zeggen. „Mijnheer de Ruyter", sprak Walter op gedempten toon. „vertrek ru9tig naar Neder land, niemand zal trachten u te weer houden." „Meent u dat?" Een glans van geluk trok over zijn gelaat. „Ik had een voorgevoel, dat u mij dit zou zeggen en hoopte er op. omdat ik bemerkte hoe besluiteloos u na het bin nenkomen van mijn dochter werd." De ingenieur knikte ,Uw dochter heeft u oneindig lief en hel werd mij duidelijk niets te mogen ondernemen dat u tegenover uw kind in diserediet zou kunnen brengen Peinzend keek hij voor zich heen en ver volgde: „Professor Berner had een zeer ernstige hartkwaal en vroeg of laat zou de een >>f andere groote schrik dezelfde uilwerking gehad hebben als thans hel geval is ge weest hij is dood en ik zal niemand h*»t genoegen gunnen dal de zaak openhaar wordt" en hij dacht in stille daarbij, dat lij in mevrouw Rerner's oogen nu wel voor al tijd de zondebok zou blijven. „Duizendmaal dank", «n de oude mMt stak hem de hand toe terwijl zijn gezicht een jeugdiger uitdrukking kreeg „U zult uw dochler de een of andere aan nemelijke verklaring moeten geven want u hebt haar gezegd, dat ik u bij het gerecht zou aanklagen De Ruyter glimlachte: „Een oude kome diant, die zoo dikwijls vanaf de planken een gansche menigte van alles heeft wijsge maakt, zal met één toehoorster daarin ooki wel slagen", en ernstiger vervolgde hij: „Wees er van overtuigd mijnheer, onge straft ga ik niet uit de herinnering aan het gebeurde zal mij nog dikwijls kwellen en pijnigen, daar kom ik nooit overheen maar ik kan nu ten minste in de oogen van mijn kind dezelfde blijven die ik altijd was." Hij kwam dichter bij Walter staan en voegde er op fluisterenden toon, waarin zich angst mengde aan toe: .Nu moogt u natuurlijk tegen mijnheer von Weiden ook niets ondernemen want anders zou ik er toch nog in betrokken worden „Ik heb u immers gezegd mijnheer dn Ruyter. dat er niets, openbaar zal worden; het gerecht laat ik er buiten" en met een. dreigend lichten in zijn oogen besloot hij. „maar wel za' ik mijnheer von Weiden een zeer. zeer ernstige 'es toedienen De tnonecJspetpr maakte een beweging van instemming Hel wa? hem op een? zoo lichl en gelukkig om hel hnrl en geen spnrr van den vreesolijken martelenden ang-l d:o daar zoneven al? een ijzeren band om hem heen lag. pleef achter. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 17