Wat de vrouw draagt
ZIJN LAATSTE WENSCH
71,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 29 Maart 1939
Vijfde Blad
No. 21484
VOOR DE HUISVROUW.
FEUILLETON.
BIJ HET TENNISSEN.
Zoodra de eerste warme zonnestralen ons
weer komen koesleren en de gang naar hel
sportveld een ware vreugde en een heer
lijke ontspanning na den arbeid biedt,
wanneer men zoo intens kan genieten vao
bet frissche pas-onlloken groen dan is de
tijd aangebroken dat wij ook een deel onzer
interesse aan den tennissport gaan wijden.
Vroeger was deze tak van sport al'een
weggelegd voor de „upper ten", een spel
dat alleen op eigen banen beoefend werd;
pas veel later begon men met het oprichten
van openbare tennisbanen en clubs, doch
het bleef altijd nog een dure liefhebberij.
Pas in de allerlaatste jaren kwam de alge
heel© ommekeer De sport slaagde erin het
stnndenverschil te doen verdwijnen en h'er
door komt het dat ook tennis één der po
pulairste takken van sport geworden is
Van het grootste belang is het natuurlijk
biervoor de geschikte kleeding te vinden pn
juist het tennisfoilet was iets waarmee men
zich gaarne bezig houdt en hoe eenvoudig
het ook lijkt, het is lang niet zoo gemak
kelijk, want de tenn-iskleed-ing moet aan
velerlei voorwaarden voldoen.
Hel voornaamste i9 wel dat de draagster
vr'komen vrij is in haar bewegingen en
dat de chic.van zoo'n jurk geen inbreuk
maakt op het practische ervan Verder moet
men er wel op letten goed waschbare slof
fen te nemen Weliswaar zijn de meeste
iennisjurken wit of in lichte tinten gehou
den. maar toch komt het nog dikwijls voor
dat het wasschen moeiliikheden oplevert;
ook krimnen is een gevreesd iet», daar hier
door de jurken vaak nadat ze eenmaal ge-
wasschen zijn. ondraagbaar worden Daar
om is het verstandig je allereerst te over
tuigen dat de stoffen goed te wasschen en
makkelijk te verwerken zijn. kortom kies
stoffen die tegen een stootje kiinnen Veel
al ook worden ten nis jurken met een levpn-
dige kleur gegarneerd bv in den vorm
van een kraag een ceintuur, borduursel of
een vlotte applikatip. Om teleurslellineen
te voorkomen, verdient het aanbeveling
vosruit de kleurechtheid van het te verwer
ken materiaal te onderzoeken.
Voor de tennisiurk komen de meest ver
schillende weefsels in aanmerking, waarbij
men eigenlnk alleen min of meer rekening
houdt met het heerschende seizoen.
Voor den altereerden tijd zal men zich
hoofdzakelijk houden aan lichte wollen
stoffen (crêpe's. panama's en wol georgette)
die op het oogenblik nog niet te zwaar zijn
Voor de warmere dagen zijn linnen, het
z.g. overhemden-zijde en ook waschzijde
uitstekende weefsels daar ze altijd keurig
slaan, makkelijk te wasschen zijn en zich
in 't dragen zeer goed houden
Bij een tennisjurk hoort ook een prak
tisch omhulsel en als je niet genoeg hebt
aan den sportmantel. waar je bet onder
geen omstandigheden zonder kunt stellen,
daar deze voor duizenden gelegenheden
dienst kan doen. kiest men graag een van
die aardige korte jakjes, die zonder mate-
rieele offers te vervaardigen zijn en snoezig
staan-, zoo'n jasje mag in geen enkele gar
derobe ontbreken, en later kan het op den
zomerreis ook nog goede dienst doen.
Buitengewoon elegant zijn de klein©
bonte jasjes en vooral de gestippelde mode-
weefsels zijn voor dit doel geschikter dan
alle andere, daar ze vlot staan en overal bij
gf-dragen kunnen worden. Zulke jakje? zijn
heelemaal recht, eventueel met ingeknipte
zakken maar dan toch verder heelemaal on-
gegarneerd Van he'zelfde material ziet men
ook (zooals de schets aanduidt) de band
die hel haar tezamen houd! en kleedzamer
en hygiënischer is dan de ..Pullman-kap" die
men verleden jaar voor hetzelfde doel ge
bruikte.
De tennisjurk. die onder dit jasje gedra-
gen word! heeft die vanzelfsprekende een-
I voud, die altijd bevalt; deze is zooals vele
sportmodel'en van het nieuwe seizoen in
..rok en blouse" gedeeld en voorzien van
de z g. ..fietsceintuur" De blouse wordt in
het midden geknoopt, terwijl de rok de
voor de tennissport onontbeerlijke ingelegde
p'ooien heeft
Een iets ingewikkelder, uiterlijk echter
ook zeer eenvoudig model ziel u als No.
2 De wijdte van den rok wordt hier be
reikt door in klokken uiteenloopende banen,
die bovenaan beginnen. Een doekachtige
9haw! in een mooie pasteltint passend bij de
„Zonneklep" (die de oogen beschermt tegen
de zon en tegelijkertijd door zijn gummi
band het haar bij elkaar houdt), vormt een
vrooliike gameering.
Een chique zijden jurk met een van boven
in punten opgezette band en een plooirok
welke van boven vastgestikt is ziet U als
op-één-na-de-laatste figuur Hierbij wordt
ook een gekleurd ziiden jasje of een klein
bonfflanellen omhulsel gedragen, dal voor
dit doel zeer geschikt is Ook de eenvoudige
linnen jurk met gkleurd leeren ceintuur
(zonals op de leekpning nog net te zien is)
zal men heel vepl zien
Camelia's zijn modern.
Ditmaal eens ter .afwisseling een 9tijve
modebloem een gestileerd bouquetje. beide
voorwerpen die op 't eerste gezicht ons hart
wel niet zullen veroveren zooals dit hel ge
val was met de veldbloemen die vroeger
algemeen gedragen en al heel vlug popu
lair werden En toch is de camelia een
bloem, welke men poëtisch zou noemen
en die als geen andere bij de nieuwste
mode-creaties past Zij vereenict realiteit
met illusie, strengheid met vlotte soepel
heid op zoo'n volmaakte wijze dat ze steeds
een lust voor de oogen zal zijn. Als regel
zal men zien twee in kleui contrasteerende
bloemen Zwart-wit, rose met donkerblauw
enz. Ook echter fijne schakeeringen, bv 2
tinten der nieuwe rose kleur, die als
„camelia-rose" een ware triomph zal wor
den-, ook twee bij elkaar passende kleuren
b.v. beige-bruin, en dergelijke meer. De
camelia staal altijd goed. of deze nu aan
gebracht wordt in de taille, als garneering
op mantel, japon of hoed. in den vorm van
een fijne applikalie of op de weelderige rok
van het nieuwe avondtoilet.
Mijn kinderpakjes vielen in zóó'n goede
aarde, dat ik u nog maar wat patronen
geven wil.
Hier heelt u het model voor een kleine
klenter-kruippakje, zeer geschikt om op de
verraderlijke Aprildagen te gebruiken als
uw jongske mee gaat wandelen en soms als
maar prefereert stil te staan en zóó de won
dere wereld te bekijken 1
Als tot nieuw leven gekomen miniaturen
werken de nieuwe modellen, en hel blijkt J
dat de toonaangevende huizen als voorbeeld
voor hun nieuwe creaties de voorloopers
uil dvn empire-lijd gekozen hcblien.
Hel is natuurlijk een bevallige soepele
uiterst „vrouwelijke" lijn. die men te zien
zal krijgen Daarvoor materiaal in zachte
kleuren, hoofdzakelijk in fijne pasteltinten.
Rekening gehouden met de nieuwe stijl
wordt aan soepele golvende weefsels de
voorkeur gegeven, waaronder de gaas-chif
fons. effen en met bonte patronen een eer
ste plaats innemen. Ook de inprimé's zijn
soepel en luchtig
De japonnen zijn tamelijk lang om het
figuur slanker te doen lijken en de hoog-
aangebrachte ceintuur zal de taille sterk
accenlueeren.
Dal capes en met het effect hiervan ge
üjkstaande voorwerpen nauw verwant zijn
aan deze mode ligt voor de hand Ook ban
den. rusehes. bloemen, e.d. worden veel in
toe passing gebracht
De groate hoed die weer herinnert aan
de eerlang populaire „Florentijnsche" ver»
leent het geheel dikwijls de omlijsting; te
genwoordig is deze van vilt. exotisch slroo,
en wat heel modern is. van paardehaar,
vervaardigd De groote hoed zal reeds nu
bij den aanvang der lente gezien wordpn,
want de toonaangevende ateliers hebben
groote collecties breedgerande modellen in
voorraad en het resultaat hiervan zal zeker
niet uitblijven W. U.
U heeft noodig voor een manteltje 140
gram Beehive of Paton's Super Scotch
Fingering wol, 4-draads-, verder twee brei
pennen. no. 8; 8 groote en 2 kleine paarl-
moeren knoopen.
Van hel patroon, dat ik u hier geef is de
lengte van den bovenkant van den schou
der tot onderaan 35 1/2 c.M.; de wijdte, ge
meten onder de armen 63 c.M. en de mouw-
lengte vanaf het kruisgat (met ópgeslagen
manchet) ruim 16 c.M.
U moet zóó werken-, dat er 13 steken
recht-breiwerk op de 5 c.M. komen. Wilt u
dus een andere maal van manteltje dan kunt
u dat naar mijn patroon berekenen.
Voor het manteltje zet u 82 steken op; dat
wordt de rug. Brei tien toeren recht. Ga
dan door: A. lsle toer recht, 2de L recht,
averecht tol de taaiste steek, 1 recht, her
haal deze 2 toeren driemaal; 9de toer B; 2
recht 2 averecht; herhaal vanaf B tot de
2 laatste steken-. dan 2 recht; 10de toer als
de 9de Nu vanaf A tol hiertoe herhalen, één
maal minderende aan elk eind van de naald
in den volgenden toer en verder in eiken
tienden loer, net zoolang tot er 70 steken
overblijven. Nu zonder minderen doorgaan
tot de rug een lengte heeft van ruim 25 c.M.
eindigende met een averechten toer Twee
steken afkanlen aan hel begin van elk van
de volgende twee toeren Éénmaal minderen
aan het eind van de naald in den volgenden
toer en verder om den anderen toer tot er
68 9leken overblijven Dan zonder minderen
doorgaan tot hel werk een lengte heeft van
86 1/2 c.M., gemeten vanaf het begin-afkan-
ten.
Voor het linkervoorpand: 58 9teken op
zetten. 10 toeren recht breien; dan door
gaan: A: 1ste toer recht; 2de toer 6 recht,
averecht tot den laatsten steek, 1 recht.
Deze 2 toeren driemaal herhalen-, 9de toer
B: 27. 2 averecht vanaf B herhalen tot de
laatste 6 steken; recht. 10de toer 6 recht;
C: 2 averecht, 2 recht; vanaf C herhalen tot
het einde, vat» den toer. Nu alles vanaf A
herhalen, éénmaal minderende aan het be
gin van de naald in den volgenden toer en
verder in eiken lOden loer, tot er nog 52
steken overblijven Nu zonder minderen
doorgaan tol het pand ruim 25 c.M. lang is.
eindigende met een averechten toer Twee
steken afkanten aan het begin van d»*n vol
genden toer. Éénmaal minderen aan het be
gin van de naald, in eiken tweeden toer tot
er 46 steken overblijven Zonder minderen
doorgaan tot het werk 34 c.M lang is, ge
nieten van het begin af en eindigende met
een rechten toer; 23 steken afkanten aan
het begin van den volgenden toer. Éénmaal
minderen, aan de halszijde, in eiken vol
genden toer. tot er 20 steken overblijven.
Zonder minderen doorgaan tot het werk
86 1/2 c.M. lang is, gemeten van het begin
af. arkanten.
Rechter-roorpand: 68 steken opzetten en
tegenovergesteld aan het linkervoorpand
werken; de minderingen en het afkanten
van de steken aan den anderen kant van
de naald.
De Mouwen: 42 steken opzetten. In het
patroon werken. 4 steken opzettende aan het
einde van eiken toer tol er 68 steken op de
naald staan. Eenmaal minderen aan elk
einde van de naald in den 7den en eiken
volgenden 6den loer tot er 40 steken over
blijven. Zonder minderen doorgaan tot
het werk een lengte heeft van 17 1/2 c U.;
dan 6 c.M. recht breien en dan afkanten.
De tweede mouw gaat nét zoo. Voor het
kraagje 78 steken opzetten; ongeveer 9 c.M.
lechl breien Afkanten
Voor het afwerken moet het jasje met een
warm ijzer en een vochtigen doek zorgvul
dig opgeperst worden. Naai nu de zijnaden,
schoudernaden en die van de mouwen
dicht. Zet de mouwen er in: naad op naad.
Naai hel kraagje aan den mantel vast: elke
einde in het midden van den hals vastzet
ten. Maar vier lussen als knoopsgaten op
gelijken afstand langs het linkervoorpand;
één kleine in het midden van den hals en
één aan den bovenkant van het rechlcr-
voorpand Zet groote knoopen tegenover de
lussen op het rechtervoorpand en ook op het
linkervoorpand, alsof hei een breede over
slag is. Plaats de kleine knoopen tegenover
de lusjes aan de hals en aan de binnenzijde
van het linkervoorpand en de mantel is ge
reed.
Hierbij past een slobbroekje, waarvoor
noodig is 112 gram van dezelfde wol, zelfde
breinaalden en een eind elastiek.
De voornaad wordt pl.m 24 c.M. do
lengte van de naad van het been 31 1/2 c.M.
Rechlerpijp; 72 steken opzetten; lsle toer
A 2 r„ 2 a., vanaf A herhalen tol de laatste
4 steken 4 r. Deze toeren driemaal herhalen
6de loer: 2 r B 2 a omslaan 2 tezamen
breien; vanaf B herhalen tot de laatste twee
steken; 2 r.. Den eerslen toer 11 maal her
halen Dan doorgaan lsle t 44 rom-
keeren2de: 43 a 1 r.; 3de: 36 r. omk.; 4de
35 a.. 1 r.; 5de 28 r., omk.; 6de 27 a., 1 r.;
7de 20 r, omk.. 8ste 19 a., 1 r.dan door
gaan- A. 1ste toer: 2 r.. B 2 a., 2 r., vanaf
B. herhalen tol de 2 laatste st. 1 a., 1 r.;
2de toer: 1 r, 1 a.; B 2 r2 a., vanaf B.
herhalen tol de 2 laatste st 2 r.; 3de toer:
recht; 4de toer: 1 raverecht tot de laalste
steek-, 1 r. Deze 2 toeren driemaal herhalen.
Alles vanaf A herhalen en zoo doorgaan,
éénmaal meerderende aan de lange zijde
van hel werk in eiken volgenden derden
toer, terwijl er tegelijkertijd aan de korte
zijde van hel werk gemeerderd wordt in
den derden en eiken volgenden vierden topr,
tol er 88 steken op dP naald staan Nu steeds
aan de lange zijde van het werk in eiken
derden toer meerderen en aan de korte
zijde in eiken tweeden toer tot er 105 steken
op de#naald staan Aan elk einde van de
naald in eiken recht gebreiden toer minde
ren tot er nog 63 steken overblijven.
Zonder minderen doorgaan tot er 13 pa
tronen gebreid zijn vanaf het bpgin Aan
elk einde van de naald éénmaal minderen
in den volgenden en eiken volgenden vier
den toer, lot er nog 47 steken overblijven,
Zonder minderen doorgaan tot er 15 patro
nen gebreid zijn eindigende met den 9den
toer-, op de volgende manier doorgaan 1ste
toer 18 r11 a18 r.; 2e t 18 r1 a. twee
maal (2 r2 a.). 2 r 18 r.; 3de t.: 18 r.,
tweemaal (2 r 2 a.) 2 r., 1 a 18 r.-. 4de L
recht; 5de als de lsle; 6de recht, 7de 14 st.
afkanten. 4 r 11 a 18 r.-, 8ste 14 st. afk.?
recht tot het eind van den toer; 9de: 4 r.,
11 a.. 4 r.; 10de: recht; 11de 4 r.. 11 a 4 r.;
12de 4 r. 1 a.; tweemaal (2 r. 2 a.), 6 r.;!
13de 6 r tweemaal (2 a 2 r), 1 a 4 r.
Den lOden en llden toer viermaal her
halen-, dan den lOden toer éénmaal Met
recht breiwerk doorgaanéénmaal minde
rende aan elk einde van de naald in eiken
tweeden toer. tot er nog 13 st overblijven
dan afkanten. Voor het afwerken: oppersen
al9 het manteltje-, vóór- en achternand
dichtnaaien: door de gaatjes aan het middel
elastiek rijgen; elastiek vast naaien aan
de rozetten.
De linkerpijp werkt u aldus: zet 72 steken
op. Brei het ribbetje nel als dal van do
rechlerpijp Ga dan door als volgt: 1ste loer
1 recht. 43 averecht, omkeeren. 2de loer 44
recht. 3de toer 1 r 35 averecht, omkeeren;
4de toer 36 recht; 5de toer 1 recht. 27 aver.,
omkeeren-. 6de toer 28 recht; 7de toer 1
recht, 19 averecht, omkeeren. 8ste loer 20
recht. 9de toer. 1 recht, averecht tot den
laatsten steek, 1 recht.
Nu weer het patroon gaan breien, heele
maal gelijk aan dat van den rechlerpijp en
afkanlen
Voor het afwerken: oppersen met een
warm ijzer over een vochtigen doek Voor-
en achternaad dichtnaaien Door de gaatjes
aan hel middel hel elastiek rijgen En
kleine elastiekjes bevestigen aan de wr. ef.
De volgende maal beschrijf ik u een bij-
behoorend mutsje.
(„Ueber den Tod hinans").
Roman van ANNY VON PANHUYS.
Uit het Duitsch door W H. C. BOULLAARD.
(Nadruk verboden.)
32)
Maar de Ruyter plaatste zich tusschen
hem en de deur: „Erbarm u. mijnheer, ik
verzoek het u, ik smeek "u er om" hij ver
gat Ada's aanwezigheid in de aangrenzende
kamer geheel „indien u aan uw voorne
men gevolg geeft.zijn stem begaf hem
en hij was een flauwte nabij.
„Ik doe slechts mijn plicht." Walter legde
2ijn hand op de deurknop
„Wat hebt u er aan mij en mijn kind on
gelukkig le makenI' riep de opgewonden
man uit en zijn beide handen omklemdan
Walter's arm
Op dit oogenblik vloog de deur van de
aangrenzende kamer open en Ada trad bin
nen De bonte zijden sjaal die zij zoo graag
droeg, omhulde haar bovenlijf en de indruk,
die het meisjeshoofd boven dat mengel
moes van kleuren maakte, was zoo vreemd,
zoo verbluffend en overweldigend mooi. dat
Waller's hand langzaam den deurknop los
liet. Als betooverd door het verrukkelijk
schoone gelaat staarde de jonge man als
naar een wonder.
Geen der drie menschen sprak een woord
Walter had nu kunnen gaan, want de
oude man had hem losgelaten en stond ge
bogen naast hem volkomen buiten staat zijn
dochter den toestand te verklaren
„Om Godswil vader, wat is er gebeurd?"
kwam bevend de angstige vraag over Ada'9
lippen
De vader volhardde in zijn doffe zwijgen.
Zijn hoofd was plotseling leeg en niet het
kleinste noodleugentje kon hij verzinnen.
De oogen van het meisje dwaalden tus
schen de beide mannen heen en weer, vroe
gen en vorschten en daar geen hunner haar
groote verlangen naar antwoord scheen te
begrijpen, kwam ze met vlugge passen naar
haar vader toe en hem omarmend riep ze
luide uit* „Ik bezweer u, vader, zeg mij wat
deze heer van u wil
„Mij bij het gerecht aanklagen", kwam er
toonloos uit en het was hem alsof een ander
en niet hij zelf dit zei.
„Dal kan ik niet gelooven", zei ze met
krachtig geluid ,.U. het beste, het edelste
wezen op aarde, kunt niel9 gedaan hebben
dat het daglicht zou moeten schuwen
Hartstochtelijk riep ze het uit en er laaide
haal in haar mooie oogen op. waarmede zij
nu strak in het gelaat van den vreemde
ling keek
Ada bediende zich van haar moedertaal,
die Walter eenigszins verstond, zoodat hij
ongeveer had begrepen wat ze zei Hel spe^t
hem dat hij zoo lang met heengaan had ge
draakl want hij begon een gevoel van onbe
haaglijkheid te krijgen onder den hl ik der
groote sprekende meisjesoogen en tevens
een geviel alsof hij hei meisje een onrecht
had willen aandoen Wat hij zooeven nog
als zijn plicht had beschouwd, 9cheen hem
thans overdreven gestrengheid toe en hij be
greep niet waarom er onder den blik dier
vragende, heerlijke oogen een gevoel van
schaamte in hem opkwam. Als een op he*-,
terdaad betrapte dief stond hij bij de deur
en hoewel wetende dat niet9 of niemand
hem zou kunnen beletten de kamer te verla
ten. kwamen zijn voelen niet van hun plaats
en steeg hem onder den vlammenden blik
van het jonge meisje een bloedgolf naar het
hoofd.
Toen de ongenoode gast geen aanstalten
maakte heen te gaan kreeg de Ruyter eenige
hoop terwijl in zijn bleek, ongelukkig ge
zicht weer een weinig kleur kwam.
Ada bemerkte dit dadelijk en opgewekter
sprak ze- „Kom vader ga eens zitlen", en
den ouden man, die vermoeid liep. met alle
zorg naar den leunstoel geleidend, vervolgde
zij „En vertel nu eens wat er is gebeurd".
Walter scheen voor haar niet meer le
bestaan
Het viel den jongen man op, hoe liefdevd
de wijze was waarop zij hem steunde on
met hem sprak Heeft iemand ter wereld wel
het recht vroeg hij zich zelf af. zich sto
rend tusschen die twee menschen le drin
gen. mag iemand wel het reine beeld van
den een bij d°n ander verduisteren? En zoo
even was hij zelf van nlan dit te doen
Neen. duizendmaal neen. daartoe had
hij niet hel recht en geheel onder den in
druk van deze op hem aanstormende ge
dachte sprak hij zich tot Ada wendend, m
gebroken Nederlandsch: Uw vader heeft u
niets hpelemaal niets te vertellen, juffrouw
de Ruyter en om hel misverstand, waar
onder tui lijdt uit dc«i te ruimen, xon
ik hem graag nog een oogenblik alleen wi'-
len spreken
Ada wisselde een snellen blik met haar
vader, wiens oogen haar vriendelijk beduid
den de kamer te verlaten
Toen ging ze zonder een woord.
In spanning zat daar de tooneelspeler en
nerveus omklemden zijn magere vingers «Ja
beide armleuningen van den stoel. Hij zat
lichl voorover gebogen, aandachtig luisterend
en met een gezicht als kon hij niet gauw
genoeg vernemen wat de ander hem nog
bad te zeggen.
„Mijnheer de Ruyter", sprak Walter op
gedempten toon. „vertrek ru9tig naar Neder
land, niemand zal trachten u te weer
houden."
„Meent u dat?" Een glans van geluk trok
over zijn gelaat. „Ik had een voorgevoel, dat
u mij dit zou zeggen en hoopte er op. omdat
ik bemerkte hoe besluiteloos u na het bin
nenkomen van mijn dochter werd."
De ingenieur knikte ,Uw dochter heeft u
oneindig lief en hel werd mij duidelijk niets
te mogen ondernemen dat u tegenover uw
kind in diserediet zou kunnen brengen
Peinzend keek hij voor zich heen en ver
volgde:
„Professor Berner had een zeer ernstige
hartkwaal en vroeg of laat zou de een >>f
andere groote schrik dezelfde uilwerking
gehad hebben als thans hel geval is ge
weest hij is dood en ik zal niemand h*»t
genoegen gunnen dal de zaak openhaar
wordt" en hij dacht in stille daarbij, dat lij
in mevrouw Rerner's oogen nu wel voor al
tijd de zondebok zou blijven.
„Duizendmaal dank", «n de oude mMt
stak hem de hand toe terwijl zijn gezicht
een jeugdiger uitdrukking kreeg
„U zult uw dochler de een of andere aan
nemelijke verklaring moeten geven want u
hebt haar gezegd, dat ik u bij het gerecht
zou aanklagen
De Ruyter glimlachte: „Een oude kome
diant, die zoo dikwijls vanaf de planken een
gansche menigte van alles heeft wijsge
maakt, zal met één toehoorster daarin ooki
wel slagen", en ernstiger vervolgde hij:
„Wees er van overtuigd mijnheer, onge
straft ga ik niet uit de herinnering aan het
gebeurde zal mij nog dikwijls kwellen en
pijnigen, daar kom ik nooit overheen maar
ik kan nu ten minste in de oogen van mijn
kind dezelfde blijven die ik altijd was."
Hij kwam dichter bij Walter staan en
voegde er op fluisterenden toon, waarin
zich angst mengde aan toe: .Nu moogt u
natuurlijk tegen mijnheer von Weiden ook
niets ondernemen want anders zou ik er
toch nog in betrokken worden
„Ik heb u immers gezegd mijnheer dn
Ruyter. dat er niets, openbaar zal worden;
het gerecht laat ik er buiten" en met een.
dreigend lichten in zijn oogen besloot hij.
„maar wel za' ik mijnheer von Weiden een
zeer. zeer ernstige 'es toedienen
De tnonecJspetpr maakte een beweging
van instemming Hel wa? hem op een? zoo
lichl en gelukkig om hel hnrl en geen spnrr
van den vreesolijken martelenden ang-l d:o
daar zoneven al? een ijzeren band om hem
heen lag. pleef achter.
(Wordt vervolgd.)