Ve/iAad&i Jjpwge {SeócAuCtjeó
rONGERS
ZIJN LAATSTE WENSCH
71sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 21 Maart 1930
Vierde Blad
No. 21477
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST
FILIAAL
BREESTRAAT 85
FINANCIEN.
LAND- EN TUINBOUW.
KUNST EN LETTEREN.
UIT HET PARLEMENT.
FEUILLETON.
VAN JAN
EN TRIJNTJE
287. De vrouw, naast haar man wegloopend, voor het
dreigende gevaar, voelde dat iemand haar beet had en haar
stevig aan 't haar Zij dacht, in haar angst, dat is de tijger,
die mij naar het leven staat. Ik zal hem met mijn paraplu
toonen, dat het niet gemakkelijk gaat.
288. De directeur kwam aangeloopen, met August aan
zijn zij. „Wees toch kalm dames en heeren. Luister nu eens
naar mij. Het is 'n grap van een onzer artislen, U kent hem
allen wel. Wie zou bang voor Jan Klaasen wezen, gestopt
in 'n tijgervel?"
RECLAME.
Bij het tegenwoordige
2ware en voortdurende
gebruik van Uw rijwiel
ziet het er oud en vuil
uit „voor z'n tijd" en loopt
het wellicht niet meer als
voorheen. Zorg, dat Uw
rijwiel niet geheel waar
deloos wordt Laat ons
er weer een nieuw rijwiel
van maken. Het is Uw
voordeel
5688
„VESTA".
Maatschappij van Levensverzekering N. V.
In do te Arnhem gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders werden de
Balans en Winst- en Verliesrekening over
1929 goedgekeurd.
Hoewel de grootere sterfte, zoowel als het
iets terugloopen van den rentevoet eenigen
invloed deden gelden, mogen wij over de
bereikte resultaten toch zeer tevreden zijn.
De premiereserve nam toe met f. 484.298
(v. j. f. 549.660) en bedroeg op UI to. Decem
ber 1929 f. 6.340.974 (v. j. f. 5.856.676).
De extra reserves bedroegen f. 520.000 Cv.
j. f. 467.000).
Het Pensioenfonds bedroeg f. 50.000 Conv.)
het Bouwfonds f. 70.000 (v. j. f. 40.000).
Het totaal verzekerd bedrag beliep op
31 December 1929 f. 40.322.251 (v. j.
f. 37.634.371).
Aan uitkeeringen en afkoopen werd be
taald f. 721.321.54 (v. j. f. 581.440.48V
Aan premie en rente werd geboekt
f. 1.819.766.56 (v. j. f. 1.674.355.96).
Uit het beschikbare saldo ad f. 169.678.82
wordt na verschillende doteeringen 20 pCt.
dividend uitgekeerd en f. 96 per oprichters-
bewijs.
De aftredende Commissarissen, de Heeren
Mr. H. Smeenge en Mr. Dr. B, Baron Mackay
werden herkozen.
VLEESCHINVOER IN
ENGELAND.
Het invoerverbod blijft gehandhaafd.
Naar Reuter uit Londen meldt, heeft het
Lagerhuislid Tillett den Engelschen minister
van landbouw gevraagd, of deze thans be
reid is, het invoerverbod op Nedcrlandsch
vleesch in te trekken.
Minister Buxton verklaarde nogmaals,
dat hij, na zorgvuldjg onderzoek, handha
ving van het verbod noodzakelijk achtte ter
bescherming van den Engelschen veestapel
tegen ziekte.
o
KAASCONTROLESTATION
ZUID-HOLLAND VOOR
VOLVETTE KAAS.
Algemeene vergadering te Den Haag.
Gisteren heeft het Kaascontrólestation
Zuid-Holland voor volvette kaas, gevestigd
to 's-Gravenhage, te Rotterdam zijn jaar-
lijksc-he algemeene ledenvergadering gehou
den onder leiding van den voorzitter, den
heer J. v. d. Koogh.
Behalve de afgevaardigden van alle afdee.
lingen (Bleskensgraaf. Bodegraven. Gouda,
Leiden. Lekkerkerk en Meerkerk) waren
aanwezig mej. R Spanjaard, directrice van
het KaascontrOlestation |e Utrecht voor vol
vette kaas dr. ir. P. N Boekei. rijkszuivel-
consulent te Utrecbt,7jt,nW. J. Huisman,
rijkszuivelconsulent te Gouda, ir. T. P. Huis
man, secretaris der IIoll Mij van Land
bouw en dr. H E. Th. van Sillevoldt, direc
teur van het Rijkszuivelstation te Leiden.
Vastgesteld werd hel jaarverslag over
1929 van de hand van dr. H van Gulik-
directeur-secrelaris. Het volgende is eraan
ontleend:
Het besluur heeft aan den wnd directeur
generaal van den landbouw bericht dal het
zeer emslige bezwaren heet! tegen het voor
stel van den Bond van coöp zuivelfabrie
ken in Friesland, om de stalionsaanduidin-
gen uil de rijkskaasmerken te doen ver
vallen Het bestuur acht het een eisch van
billijkheid, dat de provincie van bereiding
door bepaalde letters op hel rijksmerk wordt
aangeduid In dit verband memoreert het
bestuur dat, toen na het invoeren van het
rijksmerk voor boler en van de Nederland-
sche botercontrOle werd voorgesteld de
provincieletters van de rijksbotermerken te
doen vervallen, dit voorstel juist van
Friesche zijde uildrukkelijk bestreden werd
op grond van de bijzondere plaats, welke
Friesland op het punt van de boterberciding
innam Verandering op dit punt is in de
rijksbotermerken dan ook niel aangebracht.
Voor deelneming aan groote tentoonstel
lingen in het buitenland werd een propa-
gandafonds gevormd waarin voor 1929
f. 8000 gestort is.
Het ledental kwam m 1929 van 3297 op
3346: er bedankten 155 leden (waarvan 91
wegens melkveTkoop 46 wegens beëindiging
van het kaasbedrijf, 11 wegens verhuizing
en de overigen om andere redenen), terwijl
204 nieuwe leden toelraden.
Het aantal monsters door de controleurs
genomen, bedroeg 61829 Wegens een vetge
halte in de kaas beneden 46 pCt moesten
339 leden geschorst worden (385) Van het
totale aantal onderzochte monsters had
1.81 pCt, had een vetgehalte lager dan 48
pCt. Hel gemiddelde vetgehalte, berekend
over hel geheele jaar was 49,8 pCt. (v.j.
49.6 pCt.l Het gemiddelde vochtgehalte van
1883 onderzochte boormonstere uit kazen
van 421 dagen oud was 46.0 pCL
Aan de leden werden uitgereikt 2.986.674
Rijkskaasmerken (2 729 610
Uit een aan het verslag toegevoegde label
blijkt, dat de 3346 leden van het station in
1929 hielden 81.842 koeien of gemiddeld
24.5 koe per lid, legen gemiddeld 10,1 koe
in 1920 De gem kaasproductie per lid be
droeg in 1929 6773 K G legen in 1914 7583
K G. en in 1920 4604 K.G.
Uit de rekening blijkt, dat aan contributie
wend ontvangen f. 5627930 aan buiten ge
wonen bijslag (voor producenten 1ste klasse
40 cenls voor idem 2de klasse 20 ccnls per
koe) f. 32 539.40, aan entreegelden f 3373.70
en aan boeten f 1124.87 Uitgegeven werd
aan salarissen f. 56.843.97 aan algemeene
exploitatiekosten f. 5282.32, aan reis. en
verblijfkosten van controleurs f. 7275.62 Do
rekening sluit met een batig slot van
f. 1830.56. dat gevoegd is bij de exploitafie-
overschotten van vorige jaren, welke nu
grool is f. 47 068 31.
De begrooting voor 1930 sluit met een
totaal van f 99.000 De bijslag per koe is
leruggebrachi van 40 cenls tot 30 cents.
Voor propaganda is wederom f. 8000 uitge
trokken
Ook de rekening en de begrooling werden
goedgekeurd.
De heer W. Boer Lzn. te Bodegraven werd
herkozen als onder-voorziller. de heeren mr.
C. P. Zaaijer te 's-Gravenhage en dr. L. T,
C Schey te Hoorn resp. als lid en plaatsv.
lid van den Raad van Beroep.
Ten aanzien van hel verzoek der Vcr-
eeniging van ambtenaren om een zakelijke
basis te geven aan de toezegging van het
bestuur, dal hel de moreele verplichting ge
voelt een toelage voor weduwen en weezen
der ambtenaren te geven werd besloten
hieraan te voldoen in dezen zin. dat bij
event overlijden van een ambtenaar in nor
male omstandigheden aan de weduwe
maximaal driemaal het salaris zal worden
uitgekeerd Deze regeling zal alleen gelden
voor de thans in dienst zijnde ambtenaren
en geldt dus niet voor hen, die nog dienst
zullen nemen bij het Kaascontrftlestalion.
NIEUWE UITGAVEN.
„DE SCHOOLPOST".
„De Schoolposl" wil verband leggen lus-
schen School en Maatschappij.
„Do Schoolpost" wil een kijkje geven in
het leven, haar lezers op de hoogte houden
van het wereldgebeuren en hen voorberei
den voor de courantenlectuur der volwas
senen.
„De Schoolposl" wil opwekken tot actieve
belangstelling in binnen- en builenlandsche
literatuur, tooneel, muziek en beeldende
kunsten.
„De Schoolpost" wil haar lezers de gele
genheid schenken om dalgene, wat zij op
het hart hdbben, te uiten.
In het kort „De Schoolposl" wil het
opkomend geslaoht tot vriend en leidsman
zijn."
Zoo schrijft de redactie de heeren S.
Pregers en A. Saalborn, de eerste leeraar
H.B.S., de tweede leeraar Gymnasium in
de twee nummers, die reeds verschenen zijn.
En zij hebben inslemming van hun colle
ga's, geluige een aanbeveling, onderleekend
door enkelen hunner.
Adres van Redactie en Administratie;
Yaartweg 48, Hilversum.
RECLAME.
5679
(Van onzen parlementairen medewerker).
Den Haan, 20 Maart 1930.
JJe petroleumkachels van Jamin. - De vrije
dag voor toonkunstenaars in café'»
en dergelijke.
Ongeveer vijf jaar geleden verbood een
ambtenaar der Arbeidsinspectie aan de
firma Jamin bet gebruik van petroleum
kachels tot verwarming van haar winkels.
De firma berustte daar niet in en het kwam
tot een rechtszaak, waarbij ten slotte de
Hooge Eaad besliste, dat de Arbeidswet
een dergelijke delegatie van macht aan een
ambtenaar niet toeliet. Dat had in de wet
of in een maatregel van bestuur moeten
zijn opgenomen. Het gevolg van dit arrest
is heden door de Tweede Kamer in
openbare behandeling genomen. De regee
ring had namelijk om aan deze lacune der
wet tegemoet te komen, een wijziging van
de Arbeidswet vooresteld, waardoor het
wel mogelijk werd gemaakt, dat een in
specteur van den arbeid een dergelijk ver
bod geeft. Bovendien had de regeering van
de gelegenheid gebruik gemaakt om een
aantal technische verbeteringen in de Ar
beidswet aan te brengen.
Het ontwerp is nog niet afgehandeld,
zoodat de vergadering van morgen nog wel
voor een belangrijk deel er door in beslag
zal worden genomen. Niet dat de beraad
slagingen van groot gewicht zijn, het tegen
deel kan met grond worden verklaard,
maar er werd, door mr. Boon (Lib.), be
toogd, dat de wetswijziging, waarbij de de
legatie van macht aan een arbeidsinspec
teur werd vastgesteld in strijd met de
Grondwet zou zijn en een dergelijke bewe
ring lokt altijd tot tegenspraak uit. Zoo
is er heden dan ook lang en breed gespro
ken over de vraag der grondwettigheid,
doch toen van alle kanten o.a. door de
heeren Aalberse (R.-K.), Slotemaiker
(C.-H). en Nolens (R.-K.), werd verzekerd,
'dat het met de grondwettigheid volkomen
in den haak was, heeft de heer Boon, zij
het ook nog met tegenzin, zijn bewering
teruggenomen. Intussohen had het debat
aanleiding gegeven tot de opmerking, dat
het toch niet in orde was, dat verzet tegen
teen beslissing van een ambtenaar der in
spectie niet zou behandeld worden buiten
het departement. De minister zag daar een
ernstig bezwaar tegen, maar hij wilde wel,
naar hij beloofde, overwegen de mogelijk
heid om een zelfstandig optredend orgaan
of persoon aan te wijzen, die in hoogste
instantie zal te beslissen hebben. Als we
nu maar een zelfstandige administratieve
rechtspraak hadden I
We meenen onzen lezers een verslag van
9e opmerkingen omtrent de technische ver
beteringen te kunnen besparen. Maar mor-
ken komt er een punt aan de orde, dat
wat meer de aandacht zal trekken. De
heer Drop (S.D.A.P.) heeft n.l. een amen
dement op een der artikelen voorgesteld
ten einde aan de toonkunstenaars in café's
en dergelijke een vrijen Zondag te waar
borgen. De discussie daarover kan wel in
teressant worden, vooral wanneer de vraag
wordt opgeworpen, of de belanghebbenden
zelf wel erg gesteld er op zullen zijn om op
den dag der Beste verdiensten gedwongen
tust te genieten.
Bnitenlandsche Zaken aan de orde
Onze verkonding.tot Belgis.
De Eerste Kamer heeft heden een
aanvang gemaakt met de behandeling van
de begrooting van Buitenlandsche Zaken.
Een vijftal sprekers hebben er voor het
meerendeel uitvoerige redevoeringen aan
gewijd. In het kort resumeerend vermelden
we, dat de eerste spreker, de heer Briët
(A.-R.) gewezen heeft op de groote be tee
kenis van den Volkenbond, waarschuwde
tegen erkenning van Sovjet-Rusland, en
een afkeurend oordeel uitsprak over de
dwaasheid, dat het Nederlandsch paviljoen
op de Antwerpsche tentoonstelling prijkt
raet dc benaming „Pays-Bas,"
De heer Van Lanschot (R.-K.) drong aan
(„Ueber den Tod hinans").
Roman van ANNY VON PANHUYS.
Uit het Duitsch door W. H. C. BOULLAARD.
(Nadruk verboden.)
35)
..Onbeschrijfelijk!" riep Ada uit en een
«Jrnlach van zaligheid vertoonde zich op
Jiaar mooi gelaat. Slechts dit eene woord
tad zij geantwoord, maar een wereld van
gevoelens wist ze daarin te leggen. O, als die
^kke man met zijn zelfgenoegzaam gezicht
eenig begrip had van netgeen zij bij dien uit
toep dacht!
Von Weidon keek met aandacht naar
jda's mooie, zielvolle trekken en onwille
keurig vond hij, dat de natuur, toen zij dit
nieisjo geschapen had, zich zelf eigenlijk een
jtap in het gezicht had gegeven. Ilad bij dit
taofd een welgevormde gestalte behoord.
fJ3n ware Ada de Ruyter de mooiste vrouw
Êeweest die ooit op aarde was.
Arme Ada! moest von Weiden denken en
ten oogenblik rustte zijn blik medelijdend
°P haar.
Ada ving dien blik op en begreep dien.
ten spotachtige glimlach krulde haar lip-
j6®. maar met geweld drong zij de woor-
en- die in haar opkwamen, terug. Die
■^°mpe man. wiens medelijdende blik haar
'na lichamelijk pijn deed. zou haar waar-
zinlijk niet eens begrepen hebben wan-
op een spoedige totstandkoming van een
tractaat met België, maar tevens drukte hij
de regeering op het hart om van haar
thans ingenomen standpunt geen duimbreed
af te wijken en b.v. nooit bereid te zijn
tot het graven van het Moerdijkkanaal.
De heer Koster (Lib.) achtte dat kanaal
ook volkomen overbodig om aan Antwerpen
een verbinding met den Rijn te bezorgen.
,Dat kan veel beter geschieden door het
ontworpen kanaal van Antwerpen naar Luik
te verlengen via Maastricht naaT Duitsch-
land.
Dc heer dr. Savornin Lohman (C.-H.)
heeft een uitvoerige uiteenzetting gegeven
van de noodzakelijkheid, dat de regeering
tegenover België op haar standpunt blijft
staan en tegenover de eischen van dat land
niet. bereid zal zijn tot concessies. België
heeft niets te eischen en zoolang het dat
niettemin doet, zal er van geen nieuw trac
taat sprake kunnen zijn.
De heei Van der Lande (R.-K.) heeft in
een weloverdacht betoog uiteengezet, dat,
als er een commissie van deskundigen werd
benoemd om de verschillende punten van
meeningsverschil tusschen Nederland en
België te onderzoeken, deze spoedig uit
den weg zouden zijn geruimd en dan een
tractaat glad tot stand zou kunnen komen.
Morgen voortzetting.
I neer zij hem had toegeroepen; ik heb je
medelijden niet noodig. want benijden mocsl
je mij, omdat ik een groot geluk tegemoet
gal Een geluk dat zoo groot is, dat jou ver
stand het niet eens zou kunnen bevatten.
Het meisje verloor zich in de toekomst-
droomen en vergat, terwijl haar handen me
chanisch den inhoud der schrijftafel orden
den, volkomen dat zij niet alleen was.
De deur van de aangrenzende kamer ging
zachtjes open en de oude tooneelspeler trad
binnen.
Hij gaf vandaag von Weiden niet zooals
gewoonlijk een hand en scheen de hem toe
gestokene heelemaal niet te zien. De bezoe
ker kreeg slechts een koTten groet en zich
tot zijn dochter wendend zei hij: „Wil je
ons alleen laten, kind, ik heb met mijnheer
von Weiden over zeer gewichtige dingen te
praten."
Met een stillen groet ging Ada de ka
mer uit.
„Wat wilt u nog bij mij?" begon de too
neelspeler op scherpen toon in het Duitsch
en keek von Weiden met donker, gefronst
voorhoofd aan.
„Maar mijnheer de Ruyter", klonk het
mateloos verbaasd, „waarom bent u zoo on
vriendelijk?"
„Dat is toch waarlijk niet moeilijk te ra
den"; toornig bliksemde het in de oogon
van den Nederlander
„Ja toen ik u onlangs bezocht, was u ook
niet erg vriendelijk omdat gij u allerlei din
gen in het hoofd hebt gehaald, die hee:e-
maal niet bestonden" Von Weiden streek
met de hand langs zijn koTtgeknipten baard
„Niet bestonden?" stoof de kleine man op
en deed een paar snelle passen „Durft u
werkelijk zoo iets te beweren? Een arglistig,
gemeen spel hebt u met mij gespeeld, en ik,
oude domkop, liet mij door u aan den lei
band nemen."
„Indien u uit uw humeur bent, mijnheer
de Ruyter. dan ga ik liever heen"; von Wei
den wilde opstaan.
„Blijf zitten", klonk de Ruyter's stem als
het verre Tollen van den donder, „eerst zult
u vernemen, dat ik precies weet. welk een
nette meneer u bent."
Von Weiden sprong op: „Ik verzoek u bs-
leefd
„U hebt niets te verzoeken en moest u
schamen, een oude man als mij als mede
plichtige in een daad, die het daglicht
schuwt, te hebben betrokken." Over zijn
gansche lichaam bevend en zachtjes spre
kende vervolgde hij: „Natuurlijk wist ik niet,
waar het ofn ging; dat is de eenige veront
schuldiging. die ik kan aanvoeren om mijn
geweten, zij het ook slechts ten deele, te
zuiveren. Anders zou het leven mij ondra
gelijk zijn."
Von Weiden stond met samengetrokken
wenkbrauwen en nerveus speelden zijn
handen met zijn baard „Mijn waarde mijn
heer de Ruyter. u bent ziek en weet nipt
wat u zegt; ik begrijp er geen woord van."
Hij haalde de schouders op. „Indien u ech
ter de kleine grap bedoelt" hij trachtte te
glimlachen, maar da! gelukte hem niet, want
de kleine man stoof op hem af en plaatste
zich vlak voor hem terwijl hij hem tos-
siste:
„Een kleine grapt Ja. ja. een allergees
tigst grapje was het. dat u met mijn hu!p
hebt gemaaktHij kneep zijn handen in een
als om zich zelf te beletten von Weiden een
klap in zijn gezicht te geven maar di<*
grap kostte het leven van pen mensch!"
„Zoo?" zeide de ander onverschillig.
„Ja! Professor Berner stierf, nadat de
oude Thomas hem ten tweede male was ver
schenen".
„Louter toevall" klonk spottend het ant
woord. „De professor was al jaren lang
iijdend
„Daarvan hebt u geen woord gezegd, toen
u mij verzocht „de kleine grap*4 te ensce-
necren, anders zoudt u mij daartoe nooit
hebben kunnen overhalen O mijn God, wat
hqb ik gedaan!" De oude man zonk in den
naastbij slaandcn 9toel neer en staarde voor
zich uit, „een moordenaar ben ik in mijn
eigen oogen, een moordenaar."
Von Weiden voelde zich onbehaaglijk te
moede. „U hebt u in de laatste dagen met
pakken zeker te veel vermoeid, uw zenuwen
zijn overspannen, daarom zal ik vergeten
wat u hebt gezegd. Ik vernam reeds van uw
dochter, dat u morgenavond zult vertrek
ken", voegde hij er op cenigszins vragenden
toon aan toe.
De Ruyter keek op. „Ja, morgenavond ver
trekken wij als vluchtelingen gaan wij
heen. want de grond brandt mij hier onder
de voeten waar mij reeds een blik uit het
venster herinnert aan „de kleine „grap". Op
de laatste woorden legde hij den klemtoon.
„Gewelenswroeging drukt me." Plotseling
werd zijn stem heel rustig en beheerscht:
„Ik verzoek u weer te gaan zitten, mijn
heer von Weiden, gaarne zou ik eens her
halen hoe de geheele zaak zich heeft ont
wikkeld."
„Ik heb geen tijd en moei weg."
„Mijnheer von Weiden, wij zien elkaar
vandaag voor de laatste maal; een paar mi
nuten zullen u dus wel onverschillig zijn,"
zei de Ruyter terwijl de ander besluiteloos
bleef staan. „Indien u mij lieveT staande
aanhoort, vind ik dat ook goed. Om u niet
te lang op te houden zal ik kort zijn." Hij
haalde diep adem en begon: „Toen ik hier
uw kleine hui9 betrok, hebt gij u aanvanke
lijk weinig om mij bekommerd totdat u plot
seling belang begon te stellen in uw huur«
der. U kwam dikwijls en langzamerhand
schepto u een kennelijk behagen in den om
gang met ons en u hebt het niet beneden uw
waardigheid geacht, mij op een dag een
plannetje te openbaren, ja, mij daarin do
hoofdrol te laten spelen. Ik moest een ouden,
spokenden baron voorstellen, om zooals
u zeidet een u bekenden heer, professor
Berner, zoo'n klein beetje aan het schrikken
te maken. Alles was maar een grapje."
Von Weiden knikte. „Zeker, maar u be
hoeft die historie toch nu niet op te rakelen."
Zonder zich van de wijs te laten brengen,
vervolgde de ander: „Ik dacht werkelijk,
dat het slechts om een grap ging, ja, ik vond
het zelfs vermakelijk zoo'n beetje voor spook
te spelen. Bij de tweede opvoering van deze
klucht echter kreeg ik angst en wel omdat
ik den slanken man wien de grap trof, in
elkaar zag zakken U sprak van een „on
schadelijke bewusteloosheid" toen ik u den
volgenden dag vroeg wat er eigenlijk was
gebeurd hoewel u op dat oogenblik reed3
wist wat ik eerst later vernam dat de pro
fessor inmiddels was overleden" Wederom
sprong de oude man op „Toen mij dat ter
oore kwam. wilde ik mij aan het gerecht
overleveren en ook uw naam noemen want
wij beiden doodden hem."
„Schreeuw toch zoo niel", von Weiden
was krijtwit geworden.
(Wordt vervolgd).