JOH. H. GERRITSEN
70* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 21 Februari 1930
Vierde Blad
No. 21453
DE MOLEN „DE VALK".
HISTORISCHE FIGUREN
RECHTZAKEN.
KUNST EN LETTEREN.
KERK- EN SCH00LNIEUWS.
PROBEERT ONZE
Bismarckpunten
20 CENT PER STUK.
Iedere bewoner van Leiden heeft natuur
lijk vroeger op de „Groote Pers" van het
Toormalige Stadhuis, hetzij in „De Laken
hal" of ergens anders in een openbaar
gebouw wel eens voor de groote kaart ge
staan, welke in de 17e eeuw van de stad
*erd vervaardigd. Men weet, dat aan die
kwrt nog is toegevoegd een gravure van
Leiden in vogelvlucht. Wij voor ons mogen
gaarne bedoelde kaart en gravure als er
gelegenheid voor is, nog eens bekijken om
bet stadsbeeld van den ouden tijd voor
iet oog der verbeelding te doen herrijzon.
En dan treft ons altijd het aantal sier
lijke molens, welgeteld 19, dat op de bas-
fions der vestingwerken troonde, we zouden
bast zeggenals wachters op de muren.
Van die 19 molens zijn helaas sleohts
twee behouden. Al de anderen verdwenen.
Zonder diep op de oorzaken hiervan in te
laan, willen we er dit van zeggen.
Leiden was vóór het midden van de 17de
tenv na Amsterdam de volkrijkste stad
tan Holland. Maar in de tweede helft van
de 17de en in de 18de eeuw ging de stad
belangrijk in zielental achteruit, zoodat b.v.
let aantal korenmolens voor de stad to
poot werd en de molenaars in hun bedrijf
pen voldoende bestaan meervonden, Werd
to korenmolen in dien tijd door brand
ipcest of wegens bouwvalligheid afgs-
Iken, dan werd hij meestal niet her»
fcwd. Zelfs heeft het molenaarsgildo in
s tijden bij de Vroedschap op verminde-
3? van hot aantal aangedrongen.
Verder zijn even na het midden der 19dö
tow toen hier in de stad groote malaise
eersohte, verschillende molens aan de al-
praeono afbraakwoede, waarin ook de
jforten en andere historische gebouwen
dtflden, ten offer gevallen. En zelfs nog
is 1904, dus pas 26 jaar geleden is ,,Do
Oranjeboom" met den grond gelijk ge-
liukt!.,.
Pit alles is achterna beschouwd, heel
jammer. Het steedsaspect heeft er zonder
twijfel onder geleden. Wo kunnen ons dat
bed goed voorstellen, als we nu in de verte
tot silhouet van de stad tegen den horizon
lien Tusschen de koepels od torens maken
'if beide overgebleven molens een levea-
üijren indruk. Die levendierheid zou aan
merkelijk worden verhoogd, wanneer in
plaats van twee, een tienta- molens de wal-
tor sierden die dan ook nog werden ge
bruikt!
De plaatsing van de molens op de bas»
lions der veste was bijna altijd van deco
ratieve waarde De bastions, op zich zelf
*1 boog. ten overvloede bezoomd met een
booge dichte heg van meidoorn, zooals nti
illeen nog maar bij de molen ,,D'e Valk"
i» overgebleven, staken in het water voor
uit, terwijl het mbïenlichaam zoo hoog was
^getrokken dat de wieke® over de boo-
Iton heen den vrijen windvang hadden,
^ton kan nu nog op verschillende punten
r«fn, hoe ,,De Valk" het stadsaspect af
fuit of een mooi accent geeft Komt men
tsd den kant van het Rapenburg over de
Pnncessekade, dan is geen prachtiger ai-
uiting denkbaa-r.
Denk u dien molen eens weg en er komt
toe ledig! Slechts moest men er toe kunnen
tomen, hek leelijke marktkantoortje. dat
too ontsierend werkt, op een andere plaats
leer te zetten. Teder herinnert zich welk j
ton feeërieken indruk de verlichte molen
taakte in de feestweek van 1925 bij het
todenken van het 350-jarig bestaan der
toidsche hoogeschooL
^ie als vreemdeling van het station
tornt, moet onmiddellijk getroffen worden
toor de fraaie buiging van den Rijnsbur»
persingel met het uitzicht op ,,De Valk".
Jïn den kant der voormalige Mar «poort is
tot aspect ook heel levendig. Wien heeft
;*t nooit getroffen, als hij over den Rijns-
J' rgevsingel wandelde, hoe prachtig de rao-
'er- boven het geboomte uitrijst. Niet alleen
?VeTdag, maar ook in den avondstond als
zilveren maanlicht de couluuren spre
ad en tevens ietwat geheimzinnig uit
?°et komen tegen de ijle lucht. Jarenlang
j mij dit avondlijke stadsbeeld opgeval-
vooral als men loopt ter hoogte van
to „Landbouw".
Zou het dan niet diep te betreuren zijn,
..De Valk" door de economische over
wicht van het motorbedrijf aan verval
Prijsgegeven en ten slotte den weg
Ta® V voorgangers moest volgen
"et wat ernst en "goeden wil en de mede
ding van allen die prijs stellen op het
'jioud van ons stedenschoon is dc molen
e Valk" evenals zijn collega „De Stier"
*el V00r ondergang te bewaren -
Wvoor hot nageslacht ons zeer dankbaar
^jn.
Zij ons vergund een en ander uit de
ftniedems van het slanke bouwwerk j
'to te deelen. De voornaamste gegevens
hiertoe zijn ontleend aan het artikel van
den heer Helbers in 't Leidsch Jaarboekje
1926.
In 1610 werd Leiden voor de vierde
maal uitgelegd. Een lange strook benoor
den den Ouden Singel werd begrensd door
Oude Heerengracht, Marepingel, Rijn;v
fourgersingel en Morschsingol. Langs den
grond van het voormalige klooster Lopsen,
waar thans de nieuwe beestenmarkt is, ver
rees het Valkenburgerbolwerk, bij verkor
ting Valkenbolwerk.
Reeds in 1611 bouwden Huych Lyclaes
'en Jeroen Aelbrephtszn. hier een houten
molep, die in bet artikel van den heer
Helbers als StaJidaardmolen wordt gede
termineerd. Zoo op de oude teekening van
Gerstekoren gelijkt het meer op een wip
molen.Wipmolens vindt men nu nog aan den
Maredijk tegenover het z.g. Posthof-laantje
en aan de Haarlemmervaart vlak bij Poel
geest.
Even brengen we in herinnering, dat bij
een molen van het. Standaardtype het ge-
heele molenhuis draait om een zware ver
ticale spil, den standaard. Deze standaard
rust op een zwaar kruisvormig balkgestch
Is dit balkgestcl open, dan spreekt men
van een open standaardmolen. Is het be-
timmerd, dan is het een gesloten standaard
molen.
Ter vergelijking laat ik hier een plaatje
reproduceeren van een open standaardmo
len te Onefcwedde.
RECLAME.
3978
OA//A/C£ /V
Vopr zoover mij bekend is, bezit men in
de zeeprovinciën geen standaardmolens
meer, wel daarentegen in^t Oosten en Zui-
den des lands,
In 1667 was ,,De Valek" bouwvallig ge- i
worden en werd vervangen door een nieu
wen, achtkanten molen met balk of stelling
en een woonhuis in het benedengedeelte.
De nieuwe molen was een bovenkruier, dus
een bouwwerk, waarbij nagenoeg het gc-
heele molenliohaam vaststaat, terwijl a]- j
leen de kap met de wieken gekruid, d.i, j
gedraaid kan worden.
In verband met een en ander mogen we
zeker nog wel even opmerkzaam maken op
het prachtige Molenalbum" van de firma
Tieleman en Dros, dat betrekkelijk ge
makkelijk in ieders bezit kan komen. Men
vindt er een duidelijke beschrijving in van
de verschillende molentypen, benevens een
50-tal plaatjes naar fraaie aquarellen.
En verder verwijs ik naar de beide boe
ken: „Onze Hollandsche Molen", uitgave
van „De Spiegel" te Arasterdam.
RECLAME.
Ruwe Huid
Ruwe Handen PIJ ROL
Ruwe Lippen
3961
HUISVREDEBREUK.
Het gerechtshof te' Leeuwarden heeft het
communistisch raadslid te Hoogkerk we
gens huisvredebreuk in het gemeentehuis
aldaar, lijdens een raadsvergadering ver
oordeeld tot twee maanden gevangenisstraf
De rechtbank te Groningen had hem vier
maanden opgelegd.
BOUTENS 6o JAAR.
Aan den feestmaallijd ter eere van don
60en verjaardag van den dichter dr. P. C.
Boutens te den Haag hehben 90 personen
aangezeten. Velen hebben het woord ge
voerd.
D
NIEUWE UITGAVEN.
Cor Brnijn en N. Tj. Swieratra. Langs Op-
waartsche wegen. De geschiedenis van het
Nedorlandsche volk voor de hoogste klassen
an de lagere school Derde deeltje Uit de
ontwikkelingsgeschiedenis van den staat,
met 56 plaatjes en Kaartjes. Vragenboekje
bij het derde deeltje. Vierde deeltje In
verre gewesten. Godsdienst en berk. Wor
stelen en ovenvinnen, Oorlog of vrede? met
66 plaatjes en kaartjes.
Vragenboekje bij het vierde deeltje
G M W Margadant en J L an Over-
beeke, Eindexamens H.B S. A Verzameling
van schriftelijke opgaven vap de Iaa'ste
jaren.
EEN DIPLOMATIEK DUEL.
III.
Xa de Gramonl; Bismarck. Dat is een an
dere figuur. Over hem is veel geschreven.
Demhurg, Friedrich Dernburg, heeft veel
met hem gesproken en zoo komt het, dat wjj
bij hem veel terugvinden, wat Bismarck's
„Gedanken und Erinnerungen" ook bevatten.
Den Bismarck, dien we kennen uit de vorigo
artikelen, zien we ook te voorschijn treden
uit het werk van den Duitschen geschied
schrijver. De „mémoires" van den „ijzeren
kanselier" laten trouwens aan duidelijkheid
weinig te wenschen over. We voe'.en, hoe
de loop der zaken vóór de wijziging der veel
besproken „Emser Depesehe" hem ergert
„Mijn eerste gedachte", schrijft Bismarck,
„was: uit den dienst (den Staatsdienst n.l.)
te gaan, mijn post er aan te geven, omdat
ik na alle beleedigende provocaties in dit
toegeven aan Frankrijk's eischen een ver
nedering van Duitsch'.and zag, die ik niet
met mijne ambtelijke verantwoordelijkheid
wilde dekken. Ik hield deze vernedering, die
we ons tegenover Frankrijk en zjjn luid
ruchtig" betoogingen lieten welgevallen, voor
erger dan die van Oimiitz. (1).
Ik begreep, dat Frankrijk het terugtreden
van den prins als een bevestigend gevolg van
zijn woorden zou beschouwen en van me»,
ning zijn, dat een krygszuchtige bedreiging,
orik al geschiedde die in den vorm eener
inl er nationale boleediging en van internatio
nalen smaad, voldoende was om Pruisen ook
in een rechtvaardige zaak tot achteruitkrab-
beien te dwingen".
De lezer weet nu reeds, hoe Bismarck
door de wijziging van de „Emser Depeehe"
zich zelf en zijn vrienden von Roon en von
Moltke lucht verschafte. Die gewijzigde tekst
vloog do wereld in en de oorlogsvlam sloeg
in beide landen hoog ten hemel. Oorspronke
lijk was die „Depesehe" bedoeld als niet
meer dan een bericht voor de dagbladen.
In zijn gewjjzigden vorm en door het feit,
dat het telegram aan gezanten èn pers was
medegedeeld, kreeg het grooter beteekems.
De Gramoat begreep er uit, dat Bismarck
zelf in het strijdperk was getreden en dat
hem, De Gramoat, de terugtocht werd af
gesneden. Het telegram is het eenige cou
rantenbericht gebleven, waarop de door
Frankrijk gedane oorlogsverklaring zich ba
seerde. Volgens Dernburg heeft de hertog
de Gramont de Franscho Kamer om den tuin
geleid, toen hy beweerde in het bezit te zijn
van „een otficieel document" in den zin van
het telegram. Er was een persbericht, dat
ook aan de diplomaten was medegedeeld;
er was geen diplomatieke nota, geen „offi
cieel document". En zoo was naar de letter
volkomen waar wat de koning van Pruisan
aan zijne vrouw schreef:
„Men verklaart mij den oorlog op grond
van een een nota, die niet eens bestaat".
De Fransche geschiedschrijver Welschin-
ger slelt eveneens deze ongeloofelijke licht
zinnigheid van Gramont in het puiste licht.
Maar hij belicht levens en zeer scherp Bis
marck's daad Hij noemt die „de verval-
sehing der Emser Depeehe". Z.i. is dit een
afschuwelijke perfide daad. Voor de recht
bank der historie zal die verandering van
den lekst. welke van de „Schamade" een
„Fanfare" maakle, wel beschouwd moeien
worden als een krachtige poging van Bis
marck, niet alleen om op Frankrijks aan
matigende houding te antwoorden door een
front maken van Duilschland, maar ook om
lot den oorlog te dwingen. Roon's en Molt
ke's woorden (men herinnert zich die uit
no. XXVI) bewijzen wel, dat zij ook geen
anderen uitweg zagen en wenschten dan
den krijg, wanneer de „Fanfare" zou heb
ben geklonken Dernburg, van zijn Duitsch
standpunt de zaak bekijkende, is van een
ander gevoelen
..In den diplomalieken krijg", zoo schrijft
hij, „die, naar aanleiding van de Spaansche
koningskeuze, in Frankrijk legen Duilsch
land met woede en met vereende krachten
van ministers, parlement, pers en straat
gevoerd is. is het Emser telegram het eenige
schot gebleven, dat Duilschland terugdeed.
Maar dit schot trof raak. Vandaar de niet
eindigende boosheid aan Fransche zijde",
Dernburg wijst jer echter tevens op
en dit verruimt de basis van „de schuld"
dal de ooriog op den duur toch niet te ver
mijden ware geweest De politiek der beide
landen had te zeer uiteenloopende belan
gen. Aan beide zijden was sedert lang die
oorlog naderend geacht. Frankrijk was be
zig onderhandelingen te voeren omtrent 'n
militair verbond met Italië en Oostenrijk.
Pruisen, van zijn kant, trachtte zich den
sleun van Rusland te verzekeren. De oor
log moest komen. Slechts het oogenblik,
waarop hij zou uitbarsten, bleef een open
kwestie Volgens Welschinger den Fran-
schen historicus zou Frankrijk er op los
geslagen hebben, ook al ware het telegram
van Ems niet als een bom uit de tucht ko
men vallen.
Dit lijkt aannemelijk, want.diploma
ten kunnen eenige leiding geven aan stem
mingen, die stemmingen zelf komen dik.
wijls voort uit groote belangen, uit wen-
schen. die sedert jaren onvervuld bleven,
uit behoeften, die geschapen worden niet
door een paar menschen. doch als een ge
volg van economische verwikkelingen. Een
oorlog is meestal het resultaat van een groot
complex van wrijvingen, botsingen, verwus.
kelingen, waarbij zelfs diplomaten tot ma-
rionnetten kunnen worden: de omstandig
heden trekken aan de touwtjes.
Keizerin Eugenie, de mooie vrouw van
Napoleon III, zag waarschijnlijk in den ko
menden oorlog een middel om. bij de on
dermijnde positie van haar keizerlijken ge
maal. de toekomst van haar zoon te ver
zekeren. Aan de overwinning, die FrankrljR
bohalen zou, twijfelde zij niet. Het vraag
stuk der Spaansche troonsopvolging scheen
haar een aangewezen gelegenheid om „den
dans te beginnen". In de beslissende zitting
van den Franschen ministerraad in den
nacht van 14 op 15 Juli 1870 was de zieke
keizer, die nog sleeds bemiddelend wilde
optreden, gedwongen om gedurende een half
uur dc zaal der beraadslagingen (e verlaten.
Toen hij terugkwam, bespeurde hij, dat het
aan den hartstochtelijken drang van keize
rin Eugenie gelukt was. de meerderheid
der ministers voor den oorlog to winnen.
Toen gaf hij toe.
Dit feit wordt door Welschinger gestaald
met het getuigenis van maarschalk Mac
Mahon. Mag men aannemen, dat hiermede
de vraag beslissend beantwoord is, of in
derdaad de oorlog van 1870/71 „de oorlog
van keizerin Eugénie" wast Ik zou het
- vraagteeken niet durven weglaten.
Bij hot spel, dat het Fransche Hof met
den oorlog dreef, treedt nóg een persoon
op den voorgrond. Dat is Emil Ollivier, de
minister-president, do vertrouwde der kei
zerin, aan wien de taak opgedragen was,
tegenover de oorlogzuchtige politiek van
Gramont den „vredeman", den liberalen
politicus, te spelen. Dernburg en Welschin
ger zijn het roerend eens over den persoon
van Ollivior. Welsohinger neemt hem ge
weldig onder handen. Ollivier, zeggen beide
publicisten, liet zich erbarmelijk gebruiken
om een waarschuwend voorbeeld voor mi
nisters te zijn, die niet ter rechter tijd „de
deur kunnen vinden, wanneer zij in de
Kamer niets meer te doen hebben." Bis
marck had eerst na het toegeven van Prui
sen als kanselier willen aftreden en ver
klaarde: „Ich werde meine Ehre nicht der
Politik opfern", .ik offer mijn eer niet
aan de politiek op." Maar Emil Ollivier
was van oordeel, dat hij, toen ziin schijn
bare politiek van vrede en bemiddeling tot
7-ijde geschoven werd en buiten hem ou>
en tegen zijn officicolen wil do oorlog
verklaard werd. heel good dat offer aan de
staatkunde kon brengen. En zoo verloor hp
in eor in ambt: het een in het ander.
Aan het eind van zijn studie zopt Dern
burg cn ik wil dit niet verjwiigen, na
wat ik zeide over den hetrekkeUiken in
vloed der diplomalen op het uithrekon van
den oorlog dat het gewicht der diploma
tie in het leven der volkeren even dik
wijls overschat als onderschat wordt. „Dat"
aldus zijn zijn woorden, „in het gewone
diplomatieke bedrijf een zeer kleine waar
devolle kern omhuld is door een dikke laag
van decoratieve onbenulligheid, is zoo lang
zamerhand een feit van algemeene bekend,
heid geworden Diplomaten zijn volstrekt
niet altijd volslagen heksenmeesters? deze
gedachte dringt zich op aan ieder, die wol
oens met dit internationale gezelschap in
contact gekomen is. De vóórgeschiedenis
van den Fransch-Duitsehen oorlog leert
echter, dat een staatsmanskunst, die het
oog op de toekomst gericht boude, de con
stellatie berekent en inleidt, welke de ko-
mendo gebeurtenissen met grootere zeker
heid tegemoet doet zien Zoo had Bismarck
i zijn taak opgevat. Gelijktijdig was hij on-
uitputteliik in zijn hoop ten opzichte van
de ijdelheid en de onbelangrijkheid van
vele zijner diplomatieke ambtgenooten, het
zij ze dan Beuat of Gortsehakow of Gra
mont heetten. De hertog de Gramont is
en blijft een model van den humbug, waar
mede onder den naam diplomatie de oogen
der volkeren zoo dikwijls verblind worden.
En het is te vreezen. dat er ook nog heden
ten dage genoeg Gramonts zijn. Of er ook
i vele Bismarcken gevonden worden, is ech
ter zeer de vraag."
Met deze overdenking van Dernburg
moge ik de bespreking van het „diploma
tiek duel" eindigen. Een andere figuur
trekt nu de aandacht: keizer Napoleon III.
A. J. BOTHEXTUS BROUWER.
(1) Bismarck zinspeelt op de zoöge
naarade „Olmützer Punktationen" van 29
November 1850, ook wel door Pruisen „de
smaad vau Olmfitz" genoemd. Bij die
„Punktationen" gaf Pruisen aan Oosten-
rijk's eischen toe om Beieren en Oosten
rijk de vrije hand te laten in Kurhessen
en laste zijn mobilisatie af. Dit gebeurde
na een ultimatum door Oostenrijk gesteld
(25 November) en bij een bespreking tus
schen von Manteuffel (Pruisen) en von
Schwarzenberg (Oostenrijk), in bijzijn van
don Russisehen gezant von Meyendorff
Bismarck was vóór de „Punktationen",
omdat hij van den Pruisischen minister van
Oorlog, von Stockhausen, vernomen had
dat het Pruisisohe leger niet gereed was
voor den krijg Von Moltke zeide later dan
ook, dat „Olmütz een uitredding" was.
(2) Prins Louis Napoleon, geb. 16 Maart
1856, gest. 1 Juni 1879, in Afrika bii een
Engelsche expeditie tegen dc Zoeloes. Deze
prins, „het kind van Frankrük", is het
meest bekend onder den naam Loulou.
PREDIKBEURTEN.
VCOR ZONDAG 23 FEBRUARI.
BENTHUIZEN.
Ntd. Herv. Kerk: Voorrn. halftien en
nam 6 uur, ds. Haring.
BODEGRAVEN.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. halftien en
nam. 6 uur. ds. C. J. W. Kruishoop.
Geref. Kerk: Voorm. haiftien en nanr.
6 uur, ds. Dam.
Evang. Luth. Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
de Meijere van Haarlem.
Geref. Gem.: Voorm. halftien en nam.
6 uur, leeadionat,
BOSKOOP.
Ncd Hen- Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
Glas.
Rem. Geref. Gem.: Voorm. ha'felf, ds.
E. L. Nauta van Leiden.
Geref. Kerk: Voorm. 10 en nam. 6 uur,
ds. Petersen.
Chr. Geref. Kerk: Voorm. halftien en
nam. 6 uur, leesdienst.
Evangelisatie: Voorm. halftien en rianr.
6 uur, de heer Barneveld van Delft.
Salvatori: Voorm. halftien en nam, S
uur, as. Bosman van Maassluis.
DE KAAG.
Nad. Herv, Kerk: Voorm. halftien, ds.
Touw.
KATWIJK AAN ZEE.
Goref. Kerk: Voorm. 10 en nam. 6 uur,
ds. Ingwarsen.
KOUDEKERK.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. halftien cn
nam. halfzeven, ds. J. de Vries van Schip
luiden,
Geref. Kerk: Voorm. halftien en nanr.
halfzeven, ds. Haspers.
LEIDERDORP.
Ned, Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en
nam. halfzeven, ds. Mondt,
Geref. Kerk: Voorm. halftien en nam.
halfzeven, ds. Drjk.
NOORDWLIKERHOUT.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, da.
Hofstede.
OEGSTGEEST.
Ned. Herv. Gem. (Groene Kerkje): V.mt
10 uur (jeugddienst), ds. Hennemann.
Irene: Voorm. 10 uur, ds. Jansen Schoon
hoven; nam. 5 uur, ds. Hennemann.
OUDE- EN NIEUWE-WETERING.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. halftien, da.
Rroeyer.
SASSEN HEIM.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 en nam.
5 uur, ds. Krjjkamp.
Geref, Kerk: Voorm. halftien en nam.
5 uur, ds. Kuiper.
Ned. Prot. Bond: Voorm. halfelf, da. F.
Font van Haarlem.
VALKENBURG.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en
nam. halfzeven, ds. Hermanides.
WADDINXVEEN.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. halftien, lees-
dit-nat; nam. 6 uur, da. P. de Looze.
Gered. Kerk: Voorm. 10 uur, bevesti
ging van ds. Smidt door ds. J. J. Wie'.en-
ga van A'.blasserdam; nam. 6 uur, Intree
rede van ds. Smidt.
Chr. Afg. Gem.: Voorm. halflien en nam.
6 uur, ds. Grisnigt.
WASSENAAR.
Ned. Prot, Bond: Voorm. halfelf, ds. J,
W. K, Hoevers van Den Haag.
ZOETERWOUDE.
Ned. Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, da.
Epman.
o
NED. HERV. KERK.
Eeroepen: Te Goïngarjjp, M. W. N.
Smit, te Emmen.
Eed an kt: Voor Bumiik. jhr. J. L.
Martens van Sevenhoven te Utrecht.
GEREF. KERKEN.
Eeroepen: Te K!aa waalNumansdorp,
M. den Boer, hulpprediker te Haarlem
Te Mijdrecht, Joh. Merjnen, te Zalk Te
Amersfoort (vac. F. A. den Boeft), W. H.
v. d. Vegt te Bergum (Fr.).
CHR. GEREF. KERK.
Peroepen: Te Vlissingen, J. W1. v.
Ree te Berendrecht.
Aangenomen: Naar Rotterdam-Zuid:
W. Hendriksen. te Ede.
Bedankt: Voor Har'ingen, W. Hen-
driksen te Ede.
RECLAME.
BANKETBAKKERIJ
Haarl.straat 49 - Telef. 1314
4019