,/LEIDSCh DAGBLAD Donderdag 20 Februari 1930 I Engelse h van E.M. BRYANT. Ie knopt bewerkt door de Lille Hogerwaard. Hoofdstuk III riu een Spook voorkomt. nu reeds ecnigen tijd. in zijn ;eving en kwam altijd inet de i zijn vader bij mevrouw Swa- er haar dan een gedeelte uit 'n vóór het einde plotseling op te ie predikantsvrouw begreep, dat Is waren waarin de ver weg zijn zoon voorhield toch voor zichten zijn best te doen. na wa9 Jaaps vertrouwde, wan- n één of anderen ondeugenden en zij genoot er al evenzeer P zelf. mede-kostjongens kwam het tot een vechtpartij, die dan de cenïgen tijd zuiverde Natuur- l daarna bij den predikant ter ing geroepen en deelde dezt at hij géén gevecht duldde, hem en of andere straf opleggend. bleek buitengewoon vinding- in het bedenken van streken, llend deze ook mochten zijn. kon door den beugel en de aakte menïgen zucht over zijn it jongen :ond vertelde zijn vrouw hem, ekster van haar vreeselijk ge- as op het hooren van allerlei n Het geluid kwam uit den ra bleek het, dat het Jaap was, rerscheurend gilde en voor den rge allerlei wilde dieren na- nt zei nu met een zucht: gedacht hebben, dat één jongen nog wel! zóóveel moeite Het was zoo'n rustig troepje." misschien te rustig. Hans". Swaters nu tegen haar man. 't hun nog geen goed doet!" wilt hem natuurlijk door dik edigenl" merkte de predikant een paar weken ging alles werd niet gevochten en be- wee aanvallen van hevige lui- Jaap zich werkelijk uilste- er altijd op of hij mevrouw an dienst kon zijn, deed aller- pen voor haar en was steeds or haar van boven of uit een te halen. noemden hemmevrouw othondje" en lieten niet na te plagen, maar Jaap gaf zoolang zijn moederlijke met een glimlach of een *>rd beloonde. iet echter niet in een jongens- zeker lag het niet in dio van Jaap zich lang in te houden. Maar al te spoedig zou hij dan ook weer u-it den band springen. Langzamerhand begonnen de dorpelingen, die zooals veie buitenlieden min of meer bijgeloovig waren te fluisteren over vreem de geluiden en verschijningen, welke kort na zonsondergang in de nabijheid der kerk werden waargenomen Zij durfden er den predikant niet over spreken en het duurde geruimen tijd, vóór hij er iels van vernam. Op een avond echter het begon reeds te schemeren kwam domirtee Swaters op weg naar huis plotseling tot de ontdekking aat hij een boek in de consistoriekamer had laten liggen Juist op dit oogenblik kwam er een cate chisant al fluitende aan. ,,0. Willems." zei de predikant, „je kunt mc van dienst zijn. Ga eens even naar do consistorie-kamor en haal daar het boek voor mij dat op de tafel ligt Het heeft een bruinen omslag en je zult het onmiddellijk zien liggen". "Ze zo zullen de kerk sluiten, terwijl ik er in ben, dominee, en hoe moet ik er dan uitkomen?" klonk het met bevende slem. Onzin! Do lichten zijn nog op. Ga maar gauw en breng me dan het boek. Ik heb het vanavond noodig", zei de predikant terwijl hij het hek der pastorie wilde in gaan. Een gesmoorde snik achter hem deed hem echter omkijken. „O, dominee, laat mij alsjeblieft niet dat boek halen! Ik durf niet! Ze zeggen, dat er een geest in de kerk ronddoolt, dat het er spookt!" zei nu de van het hoofd tot de voeten sidderende jongen, die geslingerd werd tusschen angst voor den predikant en vrees voor het spook. ,,Ecn geest!" bulderde dominee Swaters met een stem, die zelfs het spook op de vlucht gejaagd zou hebben. „Wat is dat voor onzin Wacht eens even, dan zullen we samen met het spook afrekenen En terwijl hij de pastorie binnentrad dacht hij „Het is natuurlijk de één of andere dwaze jongen, die voor geest speelt!7' Na een stevigen 9tok uit den paraplu stander ter hand genomen te hebben, ging dominee Swaters opnieuw naar buiten. Van den bevenden jongen was echter in geen velden of wegen meer iets te zien. Hi.i had zich haastig uit de voeten gemaakt. De predikant zou echter niet alleen te genover het gevreesde spook komen to staan, want vlak bij de kerk kwam hij Maarten, den koster tegen Deze verklaar de zich dadelijk bereid met den predikant een tocht tegen alle mogelijke spoken te ondernemen. „Ik geloof, dominee", zei de man op fluisterenden toon, „dat het de één of an dere bengel is. die de menschen verschrikt maakt en het is werkelijk verwonderlijk, hoe bang de meeste menschen zijn. Ze dur ven niet anders dan met hun drieën of vie ren in de kerk komen en vermijdden de 1) Kcrkelcamer. omgeving, zoodra het donker wordt. Zo zouden niet te bewegen zijn er dan langs te loopen, zelfs a-I konden zij er geld mee verdienen „Hm!" kuchte de predikant, terwijl hij zijn rechterhand, waarin hij den stok hield, onheilspellend ophief. Over het smalle paadje liepen zij nu naar den zijkant der kerk. De predikant zorgde er echter wel voor in de schaduw te blijven, opdat zijn lange gestalte hem niet verraden zou. Toen zij bij de kleine zijdeur gekomen waren, hoorden zij duidelijk gekreun, dat nog sterker werd. toen zij de kerk binnen traden. Maarten vilde over al zijn leden. Vol vertrouwen keek hii echter op naar den predikant, terwijl hij dacht r „Een kranig spook, dat hem schrik zou durven aanjagen Het gekreun hield aan en werd nu en dan afgewisseld door het gerammel van een ketting. Dominee Swaters hield zich nog steeds schuil, terwijl Maarten doorliep en een fluisterend gegeven bevel van den predi kant gehoorzaamde door plotseling luid en angstig te gillen. Op dit oogenblik kwam de maan tus schen do wolken door, de wind loeide on stuimig om het kerkgebouw heen en eeTï witte figuur ijlde door het schip deT kerk, terwijl het een angst-aanjagend gekreun liet hooren en een rammelenden ketting voortsleepte. De koster wist op dit oogenblik niets anders te doen dan te vluchten. Of dit uit angst was, of wel met de bedoeling het spook buiten de kerk te lokken, kan nieë met zekerheid uitgemaakt worden, al be weerde hij later zelf. dat het laatste het geval was. Het spook achtervolgde hem onder het slaken van een woesten kreet, terwijl hefi den 9pookachfcigen arm dreigend onhief. In dit oogenblik sprong de predikant- echter te voorschijn en legde hij zijn arm op dien van het vermeende snook. Ziin han den grepen een tastbaar iets en de herig ontstelde koster hoorde nu duidelijk twee slagen op den rug van het vermeende» „spook" neerkomen. Een zeer menschel ij ke' gil was het gevolg hiervan. „Ik geloof Maarten, dat dit spook de dorpelingen niet meer verontrusten zal. Wil je alsjeblieft aan iedereen, die het maar hooren wil, vertellen, dat het spook op de meest afdoende wijze ontmaskerd is V' De predikant liep nu naar buiten, een verwarde lakenmassa meesleepend. „Ons laatste vermaakzei hij, terwijl hij een paar minuten later bij zijn vrouw in do kamer kwam, den witten bundel nog altijd stevig vasthoudend. Mevrouw Swaters keek hoogst verbaasd, toen zij zag. hoe het „spook" zich uit de lakens los worstelde. Het stond daar met beschaamde kaken en wist niet, wat het tot zijn verontschuldiging moest aanvoeren. „Jaap!7' riep mevrouw Swaters uit. „Ben jij het werkelijk, die zoo'n schrik onder de menschen verspreid hebt? Wat vreeselijk ondoordacht van je! Weet jc dan heelemaal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13