Zfe/iAcM Qchimgck
J* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 19 Februari 1930
Derde Blad
No. 21451
HET PARLEMENT.
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
RECHTZAKEN.
GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON.
DE ZWERVER.
[13 onzen parlementairen medewerker.)
DEN HiAAG, 18 Februari 1930.
Indische begiooting - Redevoeringen der
ieersn Joekes, Wijnkoop en Albarda -
Ons doel moet zijn: opleiding
tot zelfbeschikking.
Pe alfemeene beschouwingen over de In
ch* Begrooting zijn heden voortgezet. De
«ie spreker van den middag was de vrij-
Dig-democrali9Che afgevaardigde mr.
»ies, een goed kenner van Indië en be-
[■?j spreker. In een tamelijk uitvoerige
/heeft hij de brandende vraagstukken
'v: koloniale politiek behandeld op een
s^aaam rustige wijze, welke ook den
üéken tegenstander tot luisteren dwong.
verder zal doen. Al stemt hij niet in met de
moties van den heer Cramer, zoo acht hij
toch wijziging van de regeling van de ex-
horbitante rechten gewenscht, maar dan in
modernen geest. Van opheffing kan geen
sprake zijn in verband met de economische
actie.
Daarna hebben we weder een daverrede
genoten van den communistischen volks
vertegenwoordiger Wijnkoop, die nu een
maal ten diepste overtuigd is, dat Neder
land een halen-wal-er-tehalen-valt-politiek
tegenover Indië voert, dat de bevolking van
Indië een natie vormt, door hem „de Indo
nesische natie" gedoopt, dat die natie sinds
en dat die oorlog ongeveer gelijk staat met
en da die oorlog ongeveer gelijk staat met
den tachtig jarigen oorlog, welke de Neder
landers met Spanje voerden. Op die denk
beelden brodeert hij gaarne voort en dat
heeft hij ook heden gedaan, zonder dat er
veel aandacht aan gewijd werd. Zelfs de
Voorzitter luisterde maar met een half oor
naar de fantasieën van den heer Wijnkoop
en liet hem rustig zijn gang gaan. omdat
hij dan ook het eerste van hem af is. Alleen
toen 'hij wat al te erge onvriendelijkheden
aan het adres van den heer Van Kempen
zeide, herinnerde hij den afgevaardigde er
aan. dat de heer Van Kempen een zijner
medeleden is en men niet gewoon is zijn
medeleden op grofheden te onthalen. Aan
het slot kwam de heer Wijnkoop met een
paar moties voor den dag, maar daar deze
door niemand werden ondersteund, kwamen
zij niet in behandeling.
Mr. dr. A. M. Joekes.
spreker begon met zich te kanten
de tegenstelling tusschen consolidatie
liquidatie van ons koloniaal bezit. Daar
geen sprake van zijn; het doel van onze
eiaie politiek moet zijn opleiding tot
•.hikking en dan zullen de omstan-
?ien moeten beslissen, of Nederland
Wié bij elkander zullen blijven dan
iteen kunnen gaan. De bestuursher-
4 is een zaak van internen aard. De
tmenge er zich dus niet in alvorens
M en minister het met elkander
p geworden. Met de pessimistische
wringen van den heer Van Kempen
it den financieelen teostand ging de
'kI accoord, omdat hij ontkent, en dit
kd paar cijfers aangaf, dat de Indische
Rating feitelijk zou drijven op de prijzen
culluurproducten. Dat is met slechts 10
ent het geval. Maar intusschen zou men
'inancieelen toestand nog verstevigen
de winstbelasting te verhoogen en de
i2ire uitgaven, die thans 136 millioen
:en. te besnoeien.
'ft de actie van de Vaderlandsche Club
spr. niet ingenomen zijn. omdat zij
'e zeer op een patriottisch standpunt
en daardoor reactie in het leven
'i Daartegenover had hij ook geen
de met het optreden tegenover de P. N. I.
de P. S 1, daar deze zich steeds binnen
perken der wet hebben gehouden,
ha mag ze dus zeker niet over één kam
teren met de nationalisten en communis-
Wal de huiszoekingen betreft, wan-
er betrouwbare gegevens waren om-
plannen tot verzet, dan zijn zij zeer
fr volkomen gerechtvaardigd, anders
roen het optreden der regeering als
een groote staatkundige fout spreken,
vroeg ten slotte, wat de regeering nu
Ir. J. W. Albarda.
De heer Albarda, de leider der sociaal
democraten in de Tweede Kamer, heeft hier
na in een rede, waarvan de vorm steeds on
berispelijk is en waarin geen onvertogen
woord ooit wordt gehoord, een toelichting
gegeven op de bekende uitspraak van het
jongste sociaal-democratische congres in
zake Indië. Hij zette daarbij uiteen, dat al
erkende de resolutie van het congres het
redht van Indië om zich van Nederland I09
te maken, de verwezenlijking van dit recht
daarom nog niet onmiddellijk behoeft te
geschieden. Intusschen vond hij dat het
lot afscheiding moest komen en sprak in dit
verband ook alweer van onderdrukkings
politiek, waaronder „het nationale deel van
het Indonesische volk" gebukt zou gaan en
drong er op aan de grondwettelijke vrij.-
heden, welke wij kennen, ook aan Indië toe
te kennen.
In verband hiermede behandelde hij ook
de houding der verschillende niet-socialis-
235. Jokko liet hen kunstjes maken. Trijn 9choot voort
durend in 'n lach, toen zij van die leuke dieren, de aardigste
toeren zag. Jokko toonde hun suikerklontjes, vroeg toen, wat
zeg je nou?", de ezels, die van suiker hielden, balkten: „wel
bedankt, juffrouw".
236. Jokko wilde Trijntje verder toonen, hoe, goed ze wa
ren gedresseerd en hoe de man van het circus, hun vele
kunsten had geleerd.
Staande op hun achterpoolen en met uitgestrekten nek,
vingen ze de suikerklontjes, die Jokko wierp naar hun bek.
tische sprekers tegenover dat onderwerp en
wees daarbij inzonderheid op het verschil
in houding tusschen twee katholieken.
Terwijl n.l. in de Eerste Kamer verleden jaar
de heer Steger de mogelijkheid had erkend
van een scheiding tusschen Nederland en
Indië, heeft in de Tweede Kamer de heer
Feber hem Donderdag IA. verloochend, hem
gedisqualificeerd en dit denkbeeld geheel
verworpen. Maar och, ging de spreker voort,
bij de Katholieken is de vaste lijn vaak niet
te vinden, soms is er geen touw aan vast
te knoopen.
Het is niet onmogelijk, dat de leider der
Katholieke fractie, de heer Nolens, dit niet
over zijn kant zal laten gaan, maar voor
een wederwoord heeft hij nog den tijd, er
zijn nog een aantal sprekers vóór hem in
geschreven, zoodat we voorloopig nog niet
af zijn van de Indische begrooting.
Na de rede van den heer Albarda heeft
de Voorzitter de vergadering tot morgen
verdaagd.
VERDUISTERINGEN.
De rechtbank te Arnhem heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen den kantoorbe
diende van de machinefabriek v.h. Thomas
sen te De Steeg, die terecht had gestaan
wegens verduistering van f. 15.000 a f. 20.000
Hij werd veroordeeld tot een jaar gevan
genisstraf met aftrek van de preventieve
hechtenis. De eisch was één jaar en drie
maanden.
Dezelfde rechtbank heeft den gewezen
boekhouder van het gem. electriciteitsbe-
drijf te Zevenaar, die zich had schuldig
gemaakt aan verduistering van f. 2300 en
tegen wien een gevangenisstraf van twee
jaar was geëischt, veroordeeld tot tien
maanden gevangenisstraf met aftrek van
de preventieve hechtenis.
VOORSCHOT BIJZ. ONDERWIJS.
Naar aanleiding van de door de besturen
der in deze gemeente gevestigde bijzondere
scholen ingediende aanvragen om een voor
schot op de vergoeding van de kosten van
instandhouding van hun scholen over het
jaar 1930, deelen B. en W. mede, dat voor
de berekening van het voorschot, overeen
komstig het bepaalde bij artikel 103, derde
lid, der Lager Onderwijswet 1920, tot grond
slag is genomen hetgeen tezelfder zake over
het laatste dienstjaar waarover de gemeente
rekening is gesloten, i. c 1925, voor de open
bare lagere scholen in deze gemeente is uit
gegeven Ook voor de berekening van het
voorschot voor het jaar 1929 gold deze
grondslag.
Uit het praeadvies d.d. 23 Mei van dat
jaar, dat de gemiddelde koeten per leerling
vermeerderd met f. 0 50 voor administra
tiekosten, etc. over 1925 beliepen voor het
gewoon lager onderwijs f 15.12 en voor het
uitgebreid lager onderwijs f. 27.79.
B. en W. deelen voorts mede, dat de ge
meente over 1929 met inbegrip van de te
haren laste gebleven pensioensbijdragen ge
middeld per wekelijksch lesuur heeft uit
gegeven voor het vakonderwijs in de nut
tige handwerken f. 99.26, voor dat in de
lichamelijke oefening f. 135.48 voor gewoon
lager onderwijs en f. 141.62 voor uitgebreid
lager onderwijs en voor dat in handelskennis
f. 162.67.
Uitgekeerd zal worden in totaal f. 94.331.
SUBSIDIE CHR. H. B. S.
Naar aanleiding van het schrijven d.d.
5 November 1929 van het bestuur van de
Vereeniging vöOr Christelijk Middelbaar
Onderwijs alhier, houdende verzoek over het
jaar 1927 eene bijdrage te mogen ontvangen
van f. 2887.29 ten behoeve van zijn hoogere
burgerschool, deelen B en W., voor zooveel
noodig, mede, dat in Vergadering van 29
October 1928 in beginsel werd besloten lot
toekenning van een subsidie over 1926 en
volgende jaren ten behoeve van bedoelde
school gelijk aan 50 van het te kort op dè
zuivere schoolrekening en berekend naar
verhouding van het aantal Leidsche leer
lingen van die school tot het totaal aantal
leerlingen van de school.
Uit de door adressant bij zijn adres over
gelegde berekening blijkt, dat het gevraagde
subsidie op bedoelde basis en met juistheid
is becijferd.
RECLAME.
Zij zegt: „Ik ben mager".
Haar vriendinnen zeggen:
„Zij is vel over been"
Als zij maar wist, dat zij in 30 dagen min
stens 3 pond kon aankomen, zou zij nie.t
langer tobben over haar spits gezicht, inge
vallen borst en ongezond uiterlijk.
Zij heeft geprobeerd levertraan in te
nemen, maar de nare reuk en de afschuwe
lijke smaak van dit goedje brachten haar
maag van streek, zoodat zij zich hierdoor
nog slechter voelde dan vroeger.
Doktoren welen, dat levertraan bijzonder
versterkend is, den eetlust opwekt, het weer
standsvermogen tegen ziekten sterkt en ner
vositeit verdrijft. En toch nemen steeds min
der menschen het in, omdat de doktoren nu
Mac Coy's Levertraan Extract Tabletten
voorschrijven en iedereen inziet, dat hiermee
betere resultaten te bereiken zijn, zoodat de
apothekers en drogisten over het geheele
land er een enorme vraag naaT hebben.
Zoo kwam een vrouw eens 10 pond aan ia
6 weken. Het is een voortreffelijk verster
kend middel ook voor kinderen, vooral na
ziekten. De prijs is slechts f 1.95 per doos.
Eisch t uitsluitend Mac Coy*9 Levertraan
Extract Tabletten, de origineele en eenige
echte Weigert namaak. Wanneer niet direct
verkrijgbaar wendt U dan tot N V Rowntree
Handelsmaatschappij, Keizersgracht 124,
Amsterdam C. 3840
RECLAME.
2823
yóór het dorpslogement, onder het hen-
gouden bladerdak der oude linde,
tod het autotje van den dorpsdokter. De
ster was een halfuur geleden in het dorp
tomen; 't was een kleine, zeer bewege-
1?. zeer vriendelijke man, met kort spits-
tórdje; iedereen kende hem en iedereen
j*tte hem. Een knecht was van den hooi
er getuimeld. De postbode had den
t'er direct gehaald.
Gelukkig had de dokter zijn leeren
met de vele soorten instrumenten
- behoeven te gebruiken. De knecht was
bij volle bewustzijn toen hij kwam.
^dorpsdokter lachte wat, toen hij hem
wzochte, maakte een grap, van de soort
weren graag hebben schreef compTes-
oor en vertrok. Hij was zelf blij, dat
ongeluk nog zoo goed was afgeloopen
de straat staan blijvend, stak hij een
laar op en trad toen het logement bin-
waar hij halt had gehouden. De juf-
achter 't buffet bracht hem koffie en
glas vol jeneverbessen
P koffie smaakte bar naar cichorei,
ar ze verwarmde
®?enover het herbergje lag het arrestan.
°saal. De arts tuurde door de lage.
stoven
ruiten tot een luid gevoerd ge-
*°t hem doordrong. De gemeente-
Tachter liet juist» een der jonge men-
gaan, die deD vorigen nacht en een
dag in het arrestantenlokaal had
u^shten gezeten, totdat de plaatselijke;
r/V? ter(Iege de papieren had onder
PQ de invrijheidstelline wél had over
°?en
- Verveling, een jonge, slanke man in
CrKe2rde Plunje, niet een bijéénge-
*il keltje over zijn schouder, zooals
It2». !e' Armrekkende metselaarsgezellen
dragen, stond ootmoedig vóór den
eQden gemeente-ambtenaar, die er
van genoot, iemand ééns te kunnen schel
den.
De dokter wenkte de vrouw van den lo
gementhouder.
„Wilt u dien jongen daar niet eens hior
binnen roepen V'
„Die daar?"
„Ja. hij ziet er verduiveld hongerig uit."
„Is ook geen wonder, dokter."
„Misschien dat men hem met wat warms
wat goed zou kunnen doen."
„Betaalt dokter dan misschien
„Ja."
De herbergierster veegde zich de handen
af aan haar blauw-katoenen schort, knikte
instemmend, als wilde zij den gast voor zijn
medegevoel prijzen en liep de straat op.
De landlooper keek om zich heen, nieuws
gierig. met klare, rustige oogen, die een
zoo zeldzaam wezen, dat hem wilde uit-
noodigen, eerst eens goed wilde opnemen,
voordat de invitatie aangenomen werd.
De \touw sprak druk met den vreem
deling, waarop deze met een kort knikje
haar volgde.
O, hij was heelemaal niet angstig of
zelfs onderdanig. Voor hem beteekende een
dorpsdokter niets bijzonders. Wie zóó ge
zakt was als hij, had al heel wat andore
waardigheidsbekleeders aanschouwd.
„Ga maar hier bij me zitten en wanneer
je wat warms wilt hebben..."
De jongeman gehoorzaamde. Zijn smalle,
rechterhand streek eenige malen langs de
ongeschoren kin. Het was den vreemde
ling niet behagelijk om zoo verwaarloosd
voor gast te spelen.
„Dwaasheden begaan vroeg de arts.
„Neen. Mijn papieren waren niet- in
orde".
„Zoo, de papieren
De gewichtigheid van het antwoord ont
snapte aan de opmerkzaamheid van den
dokter.
„Van waar kom je dan? van verre?"
„Eenigszins," antwoordde de ander. ,,De
laatste maal van Hamburg."
„En te voet
„Ik heb me nog geen auto kunnen aan
schaffen, dokter."
De arts lachte eveneens.
„En te Hamburg?"
„Heeft men mij opnieuw aan land geze\
Ja, ja, daarginds hebben ze mij niet *oe
willen laten."
De dokter wist nu weer niet direct, wat
„daarginds" beteekende.
„In Amerika, tot Ellis Island, ging 't,
maar daair waren zij verdraaid lastig. Jam.
mer genoeg konden zij mij in 't geheel niet
verstaan. Ik moest weer terug. Vroolijk
reisje, begrijpt u."
De vreemde jongeman bezat humor, wat
den dokter aanstond.
„Maar hoe kan men ook, zonder de ver-
eischte papieren, naar Amerika gaan, mijn
beste!"
Dit klonk iets hoogmoedig.
„Kan men 't helpen, als de papieren
nooit in orde gebracht kunnen worden,
dokter V*
„Ik zou denken..."
„Mij is het nog nooit gelukt."
Even klonk spottende humor om dit op
geven van alle hoop.
„Het 6chijnt je toch niet bepaald aan
genaam geweest te zijn in het arrestanten
hok te hebben gezeten. Waarom Laat je in
je eigen land de pas, of wat je anders noo
dig hebt. niet in orde maken
„Als dat maar zoo eenvoudig was!"
De dokter koesterde de beste bedoeling
den onbewende terwille te zijn, die, uitge
hongerd, de spiegeleieren met ham ver
slond.
„Waar ben je dan geboren
De landlooper veegde zijn mond af en
wilde niet direct antwoord geven.
„Daar heb je 't 'm dokter. Mijn vader
was Zwitser en voer tusschen Mainz en
Holland met goederenaken op den Rijn,
weet u, Hij woonde in Amsterdam. Mijn
moeder was een Vlaamsohe."
„Hij was dus Hollander
„Hij woonde er alleen maar, zooal6 ik
zed."
„Ik begrijp al, nu is het niet duidelijk
of jij Zwitser of Hollander bent."
„Als het dat maar was! Ik ben niet in
Holland geboren, neen, ik ben in Coblenz
ter wereld gekomen op een vrachtboot.
Vader heeft dit in Coblenz aangegeven."
„Dus een Duitsoher?"
„Ook alweer mis. Een schip, dat onder
Nederlandsche vlag vaart, is Nederlandsch
grondgebied, zooals u misschien weet."
„Mijn hemel!"
„En nu moet je een pas hebben, begrijpt
u wel
„Waarom ben je maar niet in Holland
gebleven
„Dat is weder een andere zaak. Ik hield
het er niet uit; ik kon er niet blijven. Als
de zwerflust je te pakken heeft... U kent
dat mogelijk niet. Neen... daar is niets
tegen te doen, ook al bestaan er pasmoei
lijkheden. Daarginds, waar ik naar toe
wilde en waar de vrijheid bestaat, naar
het heet zijn geen passen, maar ze lieten
mij niet binnen. Ik viel niet onder het
kwantum, zooals zij zeiden, van in Duitsch-
land geboren, van Hollander en eerst recht
niet van Zwitser. Dus m.a.w. rechtsom
keert O, het is niet zoo erg, niet te weten
waar men eigenlijk thuis hoort, als de an
deren het maar niet altijd weten wilden.
Hoe dikwijls heb ik getracht den gendarmes
uit te leggen, hoe bij mij de zaken stonden
Maar deze meenen dan steeds, dat men
met hen een grapje wil uithalen en dan
komt men vanzelf in het lokaal. Zestien
maal heb ik van Hamburg tot hier reeds
moeten zitten., maar daarmee spaart men
ook alweer het duur onderkomen uit. Het
heeft ook zijn goede zijde, niet met een
juiste pas te reizen."
U bent me ook een grappenmaker!"
..Mogelijk"
De1 dokter dacht na. Hij voelde het tra-
gisch-komische van dit zeldzame levenslot
en wilde helpen.
„En waarheen richt zich nu het doel van
je reis?"
„Ik bezit nog een grootvader, dokter. Ik
wil trachten daar naar toe te komen. Het
is een kleine, laatste kans en hoe goed, om
efens eindelijk wat uit te kunnen blazen 1"
„Dat begrijp ik, kerel! Luister eens, ik
moet nu naar huis terug en zal je een eind
meenemen, een dertig kilometer".
„O, zeer verplicht. Dat beteekent al weer
heel wat".
De dokter betaalde en verliet met den
landlooper het logement. De herbergierster
knikte beiden toe, ook den zwerveling. En
buiten, vóór de deur van het nog altijd niet
gesloten arrestanten-lokaal, stond de politie
dienaar en nam. in stomme verbazing, de
pijp uit den mond. toen hij den vreemdeling
naast den dokter zae plaats nenaen.
„Wel heb ik van m'n leven.
De dokter chauffeerde rustig en flink. In.
een oogenblik was men buiten het dorp.
„Een beetje geluk is er bij al je tegen-i
spoed nu toch ook", zei hij vriendelijk.
„Niet iederen dag zul je op zoo'n gemakke
lijke manier verder gekomen zijn. En.
ah ha daar komt ook nog de mare
chaussee! Ken je hem? Wat die voor oogen.
opzet! Nu, hij zal je nu niet aan willen
houden, geloof ik"
De landlooper glimlachte en keek ach
terom. totdat de veldwachter in een stofwolk
verdwenen was.
In de verte dook het plaatsje op, waar de
dokter woonachtig was.
„Hier ben ik aan mijn doel, waarde vriend.
Ging het niet heerlijk gauw? Ben je niet een
kostelijk eind opgeschoten?"
De zwerveling glimlachte beleefd en boog
even.
„Helaas, heelemaal niet, dokter U hebt
me juist de tegenovergestelde richting in ge
reden."
Nu bromde de vriendelijke dokter wat in
zijn baard Hij was kriebelig geworden.
..Maar jij bent ook inderdaad niet te
helpen."
„Dat weet ik!" zei de man deemoedig
glimlachend, terwijl hij heenging.