Tteikad&l Qetnmgtfa föékxiCU
[in het Ziekenhuis der Bloembollen te Lisse.
IE KANG-HE VAAS.
bie Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 12 Februari 1930
Derde Blad
No. 21445
BOLLENPATIËNTEN VAN DE GANSCHE AARDE!
FEUILLETON.
Moderne en onmisbare instelling voor de kweekers.
RECLAME. 2823
Prof. Dr. van Slogteren, directeur van het Laboratorium, /met zijn staf
"wetenschappelijke medewerkers.
vlammen op. De herbouw kwam eigenlijk
I reeds een jaar ge]eden fcot stand, doch ver
schillende moeilijkheden, als stagnatie in
de volledige stroomlevering etc. waren
oorzaak, dat de directeur de officieele her.
opening uitstelde.
Veel is bij de ramp verloren gegaan.
O.a. een deel van het instrumentarium als
mede bijna de gansc-he collectie gedurende
jaren verzamelde foto's, lantaarnplaatjes,
kleurenfoto's etc.. waarvan het practische
j nut buitengewoon waardevol was. Toch
I heeft de directeur ons met behulp van
1 cenige nieuwe foto's een duidelijk beeld ge
geven van de uitermate gevreesde aaltjes"
ziekte, die de Narcissencultuur een tijd
lang met ondergang bedreigd heeft. Deze
1 ziekte heeft onze grootsche bollenreputatie
j in het buitenland veel schade berokkend,
doch in de z.g. warm waterbehandeling"
werd een afdoend «middel gevonden om een
en ander te bestrijden. Ook de gezonde
bollen werden veelal gekookt", daar de
behandelde meestal een betere oogst waar
borgden.
Dit en nog velex|ei andere gunstige re
sultaten als de uitgifte van talrijke be
langwekkende publicaties, de behandeling
der bollen, hebben het Laboratorium, waar
een onderzoek kan plaats vinden in het
centrum der cultuur, een buitengewoon
gunstige reputatie bezorgd.
Uit alle deelen der wereld komon infor
maties en monsterbollen ter onderzoek
binnen en bijna steeds slaagt men er in
deze afdoend te behandelen. Ook in geval
len, waar de schuld onwetend lag bij de
Nederlandeche kweekers, kan de directeur
dezen bewegen de fout te erkennen, het
geen het contact met het buitenland niet
dan ten goede kan komen.
In de laatste jaren bepaalde men zich
hoofdzakelijk tot het onderzoek van het
beruchte geelziek der tulpen, dat men in
de toekomst- geheel onder den duim hoopt
te kunnen houden. Voorts maken zwam- en
bacterieziekten, alsmede de grondsterilicx-
tie, waarmee de z.g. „kwade grond" die
tulpen, veroorzaakt door „Sclerotium tu-
lypnrum", een groot deel van de onder
zoekingen uit. Aan de steeds hv<?gere
eischen van het buitenland hoopt men vol
komen te kunnen voldoen. Helaas waren
de narcissenziekten oorzaak dat de invoer
van deze bloemen naar Amerika verboden
werd: moge de reputatie der bollen weer
spoedig zoodanig zijn, dat volledige vrij
heid van invoer, overal opengesteld wordt.
Helaas is de 100 pCfc. garantie voor vrijheid
van ziekten gebaseerd op de bestrijdings-
methoden van het laboratorium, door Ame
rika nog niet aanvaard
De kweekeis zei ven hebben hunne er
kentelijkheid voor het werk van de kundige
theoretici meermalen door het schenken van
subsidie's ten bate der onderzoekingen ge
toond. Niet alleen het a.g. „2 cents per
Roe" fonds werkt in dezen gunstig, doch ook
de giften verstrekt door bemiddeling van
het Centraal Bloembollen-Comité (voorzitter
ce heer Krelage) mogen gememoreerd wor
den. Zoo kwam de ceDeninstallatie ter be-
In Je werkkamer van den directeur: Prof. Dr. van Slogteren aan zijn schrijftafel. Op
den achtergrond de prachtige boekenkast, hem als bewijs van erkentelijkheid door
eenige kweekers geschonken.
striding van het geelziek door middel ran
beete lucht, alsmede de bouw der kassen I
en het warenhuis tot stand met behulp van
f.30000 ran de practici, terwtfl het Rijk
een bedrag ran 10.000,leverde!.
Een rondgang door het met de modernste
middelen toegeruste gebouw, waarvan wq
kort geleden reeds -een beschrijving gaven,
bracht ons in kennis met de staf medewer
kers van prof, ran Slogteren. Wij zagen de
kamer» voor het Physiologisoh en Chemisch
voor Morphologisch- en anatomisch onder
zoek, het mycrologisch laboratorium met de
speciale entkamer.
Dr. Beyer en dr. Simon Thomas gaven
hier technische uiteenzettingen. Onder de
microscopen ontmoetten wij het gevaarlijke
ongedierte, waarvan eenige honderden exem
plaren tezamen de lengte van een halve
millimeter bezitten. Met verwondering vraagt
men zich af, hoe dit voor 't bloote oog
onzicbtbare ongure goedje zulke verwoestin
gen kan aanrichten.
In een nevenkamer werd naar de oor
zaak der diabetes (suikerziekte) der tulpen,
die de stengels zwaar doet ombuigen, ge
zocht. Wij kwamen in contact met de
meest verschillende temperaturen, veroor
zaakt door de 16 cellen voor constante
temperatuur, de prachtige installatie, waar
mee het nieuwe gebouw verreikt is. Lucht
vochtigheid zoowel als ventilatie, varieerend
van 50 gr. Celcius tot 60 gr. Celcius onder
nnl, worden hier binnen zeer nauwe grenzen
constant gehouden.
De installatie kwam gereed door de sa
menwerking van de fa. Stieltjes, die de
aanleg der verwarming, bevochtiging en ven
tilatie heeft gemaakt, de fa. Siemens en Halske
(electrische aanleg en registratie), fa.
Sardemann uit Amsterdam (schakelbord-auto
maten).
Wij zullen hier niet verder uitwijden over
de technische détails. Vol bewondering
volgden wjj de verschillende handgrepen van
den heer Bakker, die in zijn vertrek alle
temperaturen evenals de relatieve vochtig
heid der lucht registreerde. Met een enkele
druk of hendelzwaai bracht hjj apparaten
in beweging of tot stilstand, deed lampen
gloeien of schakelde ze o»t: de wanden
schenen hier te leven!
In de broeikassen kwamen ons de heer
lijke genren der bloemen tegemoet: wjj waar
den ons reeds midden in 't voorjaar! Tal van
planten vormden een tooverachtig hof: ver
schillende liefhebberij-onderzoekingen van
den directeur worden hier volbracht.
Ook in het privé-laboratorium van pref.
van Slogteren stonden de resultaten van
proefnemingen opgesteld: o.a. een uitzon
derlijke collectie preparaten van diverse wpjn-
schimmels.
In de rostige directeurskamer trof ons
een fraaie boekenkast, den directeur ge
schonken door eenige kweekers, a'.s dank
voor zijn voortreffelijk werk.
Morgen zal dam dit schoonc gebouw,
waarin gestaag den ganschen dag met groote
ernst en nauwkeurigheid gearbeid wordt, om
de roem der Hollandsche bollenppoducten#
te bestendigen en zoo mogelijk omhoog te
stuwen, officieel geopend worden. De belang,
stelling van de zijde der kweekers die, naar
de grootte van het door hen met bollen be
plantte oppervlak, bijdragen in de kosten
van het werk dat hier verricht wordt, zat
zeker enorm zijn. Theorie en practijk ar
beiden hier op prijzenswaardige wijze samen
De gansche Nederlandsche bloembollencul
tuur, waarvan de export meer dan
f. ■40.000.000 per jaar bedraagt profiteert van
deze heilzame samenwerking en indirect het
geheele land.
In dc klare breinen van de hier met noeste
vlijt arbeidende doctoren ligt de kennis be
sloten, die een ontzaglijke macht beteekent
omdat zij de meest waardevolle stem ver
tegenwoordigt. die de kweeker zich voor zijn
practisch werk denken kan.
Wij danken tenslotte den wereldvermaar
den phytopatho'.oog der Bloembollenstreek
Prof. van Slogteren voor de gelegenheid ons
geboden een blik te slaan in het veelomvat
tende en voor heel Nederland belangrijkon
werk. dal hier in geconcentreerde rust vol
bracht wordt! De prestaties van hem en zijn
staf verdienen groote erkentelijkheid!
De leek beseft nauwelijks hoeveel moeite
en zorg aan het tot stand komen van dit
felgelinte schilderij voorafgaat. Niet alleen dc
mensch en dier zijn aan velerlei en vreemd
soortige ziekten blootgesteld. Ook de plan
ten, inzonderheid de bloembollen, hebben
den dokter noodig. Steeds doemen nieuwe j
kwaleD op, die als griep, alastrim of papa-
gaaienziekte bestudeerd moeten worden, fn
deze practisch ontworpen en artistiek uitge
voerde ruimten huizen de bollendoktoren. Zij
onderzoeken niet slechts het proces van de
zieke bol, doch bestudeeren tevens de gan
sche cultuur. Zij kennen het kranke gewas
evengoed als het gezonde! Vandaar dat het
Laboratorium op voorstel van den directeur,
prof. dr. van Slogteren den naam ontving
van „Laboratorium voor Bloembollenonder-
zoek", in plaats van „voor Bloembollenziek-
len" zooals aanvankelijk in de bedoeling lag.
Het laboratorium vormt een onderafdeeling
van de Landbouwhoogeschool te Wagenin-
gen en behoort feitelijk tot het Instituut voor
Phytopathologie, waartoe behooren drie 'a-
boratoria n.l. het Laboratorium voor Myco
logie en aardappelonderzoek, waarvan direc
teur is prof. Quanjer. het Laboratorium voor
Entomologie, prof. Roepke. en het Laborato
rium te Lisse.
„Komt binnen 1 mijne heeren", sprak een
der witgejaste bollendoktoren, die zich als
de technische ambtenaar de heer Bakker
voorstelde. Hij geleidde ons naar de college
zaal, waar prof. van Slogteren wachtte om
met groote welwillendheid een klare uiteen
zetting te geven van inrichting en werk
plan van het laboratorium.
Wij zaten weldra geschaard rond de tafel,
het zwarte scherm sloot ons af van het hel
dere licht van een stralenden achtemamid-'
dag. Slechts het schijnsel der projectie
lantaarn en de roode punten onzer branden
de sigaren verlichtten af en toe de duis
ternis.
Men weet, hoe het Laboratorium op 17
Februari 1928 dood- een groote ramp getrof
fen werdhet gebouw ging in de vurige
RECLAME.
(Tui onzen specialen verslaggever).
een krachtig bolgewas rijst het Labo
voor Bloembollenonderzoek op, uit
nog grauwe velden. De frissche roode en
kleuren van hel decoratieve gebouw
nu nog een contrast met de omge-
maar wanneer de bollenstreek weer
in levendige kleurenrijkdom, zal bet
omen harmonieus in opgenomen wor-
oven in de bus langs de kweekers
en de velden, waar voor mil-
in den grond geborgen ligt, waar
een tulpen-, narcissen- en hya-
to-weelde het oog verblinden zal.
namaak en let er op dat op elke
tiet woord .BAYER* jtaat. Prljj 75 ct»
3316
lot op de huid. -
en alweer ver
kouden, Een
geluk, dat Ik
Aspirin-Ta bietten
huis heb.
1 bet Engelsch door J. S. FL1TSCHEK
Geautoriseerde vertaling door v. d. W.
.En laten we nu eeps gaan hooren of
raenschen iels gehoord of gezien heb
ban Krevin."
Wij
&ngen naar de boot op het strand.
der bewakers was vast in slaap; de
£re rookie een pijp. Hij had niemand ge-
gehoord; hij staarde Pepila en mij
verhang aan. Dat deed ook de sla-
e toen hij wakker werd. Onze man nam
>rekD r Z^e en k^011 een duisterend ge-
r 'i »?greeP waarover zij het hadden,
inn dat we bij die menschen veilig
,pi ,e.n ,ziiQ. Ben?" vroeg Pepita. „Ik meen
,!™lBee anderen.
.begreep wat zij bedoelde. De twee
Ware" beslist schilderachtig en
i zou* besI>st een ongunstig uiterlijk,
tor 'e k Zeer Ze^er z'jn geweest
An. !en pandeling met water en zeep en
baaid -eZ°ek ^en barbier want haar
ftji ,Yaren 'n langen tijd niet geknipt,
'ajj n *'eeren betreft zagen zij er uit of zij
ir. •0(tnaan^en zonder naald en draad op
farht'r n 'n ^en oceaan ha<Men door
deel deelde ik Pepita's fluisterend
'vers °le* dat eT uitzagen a^s zee"
a's..sc^iphreukelingen, vind ik. Hoe
Wli moeten een kansje wagen. Als
wij maar op den vasten wal kunnen
komen
De drie mannen kwamen naar ons toe;
onze vriend hielp ons in de boot en wij gin
gen op weg naar het schip.
„Het is in orde", fluisterde de kapitein.
„Dat is een goed idee van je geweest om mij
te vertellen van dat goedje, dat in de zakken
van Getch zat! In zoo'n beetje geld zit heel
wat overredingskracht, jongeheer, en het is
een geluk voor je geweest, dat Getch goed
gespekt uit zijn huis ging. En wees jullie
maar niet bang of je aan boord goed behan
deld zult worden
Hij hield zijn woord wat dat betreft Toen
wij aan boord kwamen en de stoomboot
koers zette naar het Zuiden, gaf hij ons
thee mei verschillende lekkernijen, zooals
jam en ven bijzonder goede' plumcake, die,
zooals hij zeide, bij zijn mannen zeer in den
smaak viel Voor ons maal was afgeloopen.
was Pepila reeds ingedommeld, uitgeput
door de vermoeienissen en inspanning van
den da? Ik maakte een rustbed voor haar
in do schaduw van een dekhut van kussens
en reisdekens, en eenige minuten later was
zij in diepen slaap Ik zat bij haar besloten
om wakker te blijven hoewel ik zelf ook
doodop was en naast mij zat de weekhartige
zeeman, bij wien door hel aanschouwen van
Pepita sentimenteele gevoelens werden od-
gpwekt
„Een buitengewoon lief jong meisje is dat
jongenheer!" mompelde hij. terwijl hij met
de steel van zijn pijp naar Pepita wees „lk
heb zelf een meisje van dien leeftijd en dat
is zeker, ik had haar niet graag in de knel
gezien zooals jullie vanmiddag, hoewel ik
natuurlijk niet weet hoe jullie daar kwa
men."
In aanmerking genomen wat hij voor ons
deed, vertelde ik hem zooveel als ik goed
vond; waarom wij gevangen genomen wa
ren en hij luisterde aandachtig en aan het
eind van mijn verhaal 9chudde hij het hoofd.
„Geboren en getogen in deze streken, ver
moed ik?" vroeg hij. „Nu, dan zul je wel ge
hoord hebben dat hier nog wel eens vrij
handel wordt gedreven?"
„U meent smokkelhandel?" vroeg ik.
„Die naam kun je evengoed gebruiken als
de andere Wat steekt er in een naam? Heb
je daar wel eens van gehoord?"
„Ik heb wel eens hooren zeggen, dat er
hier nog wel gesmokkeld wordt. Niet zooais
vroeger natuurlijk'"
„Neen. Ze hebben hier vroeger een besten
lijd gehad, dat is zeker
Dat is alles voorbij, zooals zoovele andere
goede dingen 1 Toch gebeurt er nog wel eens
zoo iets en Getch en Krevin weten daar
alles van!"
Ik knikte en luisterde nieuwsgierig verder.
„Krevin!" ging hij peinzend verder. „Ik
ken Krevin al lang! Hij was een slecht
mensch. Zoo iemand, begrijp je, die zaakjes
op touw zette.. en zich dan achterbaks
hield Hij werkte hier niet veel voorna
melijk oo de oostkust daar in de moe
rassen van Essex, zoo nu en dan kwam hij
in Dorset Een tijd lang was hij heelemaal
niet in Engeland hij was toen in Indië
en Birma en in China geweest, die man
En naar mijn idee jongenheer, was hij het
die het voor Getch klaar speelde om de her
berg te Wreddlesham te krijgen Getch.
die is uit Cornwallis van geboorte. Die twee,
denk ik. wilden hier handel gaan drijven
en nu is dat natuurlijk afgeloopen. Voor
Getch zeker I"
Ik bewaarde het stilzwijgen; daarna stelde
ik hem een vraag. Want ik wa9 zeker dat hij
meer wist dan hij wilde loslaten en ik
hoopte dat ik hem aan de praat zou krijgen.
„Wie denkt u, dat Getch vermoordde?"
Hij keek mij rustig aan en dempte zijn
stem.
„Onder on9 gezegd, ik geloof vrij zeker,
dat Getch vermoord werd door Krevin. En je
kunt ook wel aannemen, dat Getch en Kre
vin samen die Cousins om zeep brachten.
Ik keek hem verbaasd aan, en dat viel
hem op. Hij ging verder.
„In de laatste haven waar ik was gis
teravond, las ik in alle kranten die ik te
pakken kon krijgen, over die Gallowslree-
zaak. Ik houd het er voor, dat Krevin, die
een slimme kerel is, begrijp dat goed, alles
bedisselde om die. Chineèsche prullen van
die dame in handen te krijgen, omdat hij
wel wist, dat die dingen kostbaar zijn, een
hoop geld waard, en hij overlegde dat met
Gétch en zij haalden Cousins over om die
dingen te stelen. Waarom? Cousins was een
buitengewoon handig inbreker Hij
„Kende u hem?" vroeg ik. „Persoonlijk?"
„Ik heb hem een paar maal gesproken.
Dikwijls gezien. Ik hoorde hem tot vijf jaar
veroordeelen door de rechtbank te Exeter.
Dat i9 al lang geleden hij is na dien
lijd nog meer dan eens opgeborgen Ik weet,
dat hij door Krevin voor verschillende zaak
jes gebruikt werd En. zooals ik al gezegd
heb, ik houd het er voor. dat Krevin en
Getch hem hebben afgemaakt toen hij dat
karweitje achter den rug had. en nu heeft
Krevin dien Getch afgemaakt En Krevin
wordt natuurlijk ook vermoord als die
Hindoe, waarover je sprak dat al niet ge
daan heeft! En dat doet mij er aan den
ken Als jij en het juffie veilig aan wal
zijn. moet je de politie zeggen dat Krevin op
het eiland zit en verder alles wat je weet."
„Dat doe ik zeker!" antwoordde ik, niet
juist wetend wat hij wildo dat ik zou ver
tellen.
„Ik heb er niets op tegen, jongenheer.
Vertel alles, alleen sla ik er op, dal je niet
meer van mij vertelt, dan dat ik een vrien
delijk man was, die met zijn schip het eiland
voorbijvoer van Chalport naar Boulogne en
dat ik jullie seinen zag, 9tople en jullie mee
nam, je goed verzorgde en aan land zette...
dat is genoeg, geloof ik?"
„Dat is zeker genoeg, dal zal ik vertellen.
Ik rep er geen woord over, dat u daar kwam
om Getch en Krevin te halen."
„Neen. dat zou ik zeker niet doenf"
merkte hij op „Dat zou tot niets dienen En
ik wil je nu wel zeggen, dat ik wel zaken
met hen had willen doen. maar ik zou ze
nooit aan boord hebben genomen. Ik ging
aan wal met mijn geweer over den arm, om
hun te vertellen waar het op stond, als dat
noodig geweest was Zoo'n beetje zaken
doen, al is het vrijhandel, dat vind ik best.
Maar als het doodslag en zoo.
Hij schudde zijn hoofd en liet mij alleen.
Het liep nu tegen den avond en wij waren
ren heel eind m zee en daar bleven wij
langzaam heen en weer varen tot de-duis
ternis in viel en de kust verflauwde. Wij
zetten toen koers op de landtong van Sum-
merstead waarbij ik lood9diensten verricht
te ik was daar meermalen geweest met
vischers uit Middlesbourne en ik kende het
vaarwater Even voor tienen op welk
oogenblik. het ongeveer acht en veertig uren
geleden was. dat Pepita en ik naar het eiland
werden gebracht zetten wij voet aan wal,
fluisterden een haastig vaarwel tot onze tij
delijke metgezellen en liepen zoo vlug moge
lijk naai het nabijgelegen dorp.
(Wordt vervolgd).