Ve/i/uxd&i Jjowge fóeAcAuÜjeó
ZIET HOE
DE KANG-HE VAAS.
70* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 Februari 1930
Derde Blad
No. 21441
BINNENLAND.
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
RECHTZAKEN.
FEUILLETON.
De Rijksbegrooting voor 1930.
Ue Internationale Herstelbank.
In het Voorloopig Verslag der Eerste
iamer over hoofdstuk Vil B (Financiën) we
ien sommige leden op de reeds geruimen
jjiJ beslaande moeilijkheden tusschen het
lepartement en de Algemeene Rekenkamer
drongen aan op het regelen daarvan
loot vastlegging of wijziging der wederzija
rhe bevoegdheden.
Betreffende de Internationale Herstelbank
rerd gevraagd of de eventueel door die
ïstelling te voeren politiek ook op onze
ederlandsche financiën invloed zou kun-
hebben, met name op de disconto-poli-
et van de Nederlandsche Bank.
Bedriegen de teekenen niet, zoo betoogde
oen verder, dan zal het in de praktijk wel
lartoe komen, dat de internationale her-
elbank zich niet beperkt tot financieering
herstelbetaling, doch ook andere alge-
leene financieele operaties zal uitvoeren
een groote markt zal worden voor finan-
eel Europa. Het internationale crediet zal
rmoedelijk voor een niet gering deel van
directie dier bank afhankelijk worden,
vraag zou daarom kunnen rijzen, of de
utrale landen, die niet deel nemen aan
bank, voor zooveel hun crediet betreft,
de toekomst niet in een min of meer af-
wkelijke positie zullen worden gebracht.
Andere leden merkten op. dat er mis-
:bien aanleiding bestond voor de vraag,
bij een krachtig optreden onzer Regee-
|ing, de mogelijkheid, dat ook Nederland
aanmerking zou zijn gekomen voor ves-
ing dezer bank, wel geheel uitgesloten
a zijn geweest.
Wet op de Inkomstenbelasting 1914. hei
lik bepaalt, dat de in een naderen aan-
ig te begrijpen belasting met het viervoud
rvan wordt verhoogd, tenzij blijkt, dat
ihls over één belastingjaar te weinig be
ing is geheven. Gevraagd werd 01 het
:t beier ware aan de raden van beroep
bevoegdheid te verleenen, naar omslan-
rheden te bepalen, of een viervoudige
rhooging al of niet moet worden opgelegd,
orders den belastingschuldige vrij te
Ben van bewijslevering, dat over niet
dan één belastingjaar te weinig be
ing is geheven en den bewijslast, dat
vel hel geval is geweest, aan den ambte
van den fiscus op te leggen.
i leden drongen aan op vervanging
k Tabaksbelasting door een andere
|Een der leden maakte de opmerking, dat
trechtspraak betreffende belastingzaken
i hoe langer hoe meer uitbreidt. Naar
5 meening zou het daarom gewenscht zijn
tor de rechtspraak een tweede instantie in
It leven te roepen.
Terscheiden leden meenden aandrang te
Kten uitoefenen op de Regeering, om de
rcteurs der belastingen te waarschu-
zich bij het vaststellen van aanslagen
i de belastingen voor overdrijving te
len.
Gevraagd werd, waarom voor reizigers,
i het land verlaten, in sommige treinen
rentréle noodig wordt geacht
I Een der leden wenschte te weten, welke
airegelen reeds zijn genomen, of zullen
Men genomen, ter bescherming van
fitsgebouwen tegen zoowel van binnen
.nd, als van buiten aankomend
bndgevaar.
NEDERLAND EN BELGIE.
Tertrouwen in het werk van den tijd.
De correspondent van de „N. R. Crl." te
Brussel meldt dat in de gisteren gehouden
Kamer-vergadering Hijmans. de minister
van buitenlandsche zaken, de hem door het
Vlaamsch-nationale Kamerlid Vos gestelde
vraag betreffende den stand der Neder-
landsch-Belgische betrekkingen heeft beant
woord. De minister verklaarde, dat de Bel
gische regeering den oprechten wensch
koestert tot een overeenkomst met Neder
land te geraken, welke voor beide landen
voordeelig zou zijn. De Nederlandsche re
geering denkt er eveneens a'dus over. Wij
zijn in contact gebleven met Den Haag, maar
tastbare resultaten hebben wij daarbij niet
bereikt. Het ligt voor de hand. dat geen her-
vatling der onderhandelingen mogelijk is,
zoolang er geen nieuwe basis zal zijn ge
vonden, waarop deze onderhandelingen kun
nen steunen. Wij trachten ons. in afwach
ting, zelf te behelpen en zullen dan ook 1e
uilvoering der werken van de directe kanaal-
verbinding AntwerpenLuik bespoedigen.
De minister zeide nog met voldoening te
constateeren, dat de Belgische openbare
opinie eensgezind achter de regeering staat.
Ik heb vertrouwen in het werk van den tijd
en hoop, dat men in Nederland geleidelijk tot
een beter inzicht zal komen, dat tenslotte
een overeenkomst tusschen de beide landen
mogelijk moet maken.
VLIEGERS EN TECHNISCH
PERSONEEL NAAR INDIE.
Vertrek per 1 Mei.
Naar wij vernemen, zullen per 1 Mei een
twintig vliegers en technisch personeel door
de marine naar SoeTabaja worden uitge
zonden om daar bij het militaire vliegwezen
dienst te doen De gehuwden nemen hun
huisgenooten mee en allen zouden een ver-
hintenis aangaan voor vijf jaar.
De betrokkenen, die tot nu toe bij het
vliegwezen (landmacht) hier te lande te
Soesterberg dien9t deden, zijn dezer dagen
overgeplaatst naar Den Helder (De Koov).
In Indië wordt op hnn nieuwe standpoints
met grooten spoed gewerkt aan de door het
gouvernement voor hen beschikbaar te' stel
len woningen.
Wii vernemen voorts, dal er een flink
aantal gegadigden voor Indië beschikbaar
was. zoodat de autoriteiten voor deze uit
zending keus konden maken. (Volkskr.)
215. „Hallo", riep Jan Klaasen snel terug, „we komen
pas van den Noord, wie ik ben? heb je, zeg stuurman, van
Jan Klaasen nooit gehoord Ik heb hier aan boord, mijn
vrouw, Katrijn, en Piero U wel bekend en ook Duimpje is
van de partij, een bovenste beste vent".
216. Hij was niet te houden van de pret, het weerzien
deed hem goed, 'n glimlach ging over zijn apensnu t, nu
hij d'anderen had ontmoet. Hij keek, glimlachte en
schreeuwde weer, nam toen een kloek besluit, hij sprong
al roepende van de boot, kwam veilig in de schuit.
DE KLEINSTE
NEDERL. GEMEENTEN.
Dr. A. J. A. THOMAS f
Gisterenmiddag is tei Baarn overleden na
een kortstondige ongesteldheid dr. A. J. A.
Thomas, in den ouderdom van 73 jaar.
De overledene was jaren lang lid van den
gemeenteraad van Baarn en voorts geruimen
tijd wethouder van onderwijs. Hij was tot
voor kort voorzitter van de Gezondheids
commissie voor Baarn en omstreken; voorts
was hij in 1925 ondervoorzitter van de
Maatschappij tot Bevordering der Genees
kunst, terwijl hij van Juli 1926 tot Juli 1927
voorzitter van deze Maatschappij is geweest
ONDERNEMERSRAAD VOOR
NED.-INDIE.
Het algemeen bestuur van den Onder
nemersraad voor Ned-Indië benoemde in
de vergadering van gisteren tot leden van
bet dagelijksch bestuur den heer C J K.
van Aalst, president van de Nederl Handel-
Mij. en .T A van der Lee. directeur der
Handelsvereeniging Amsterdam.
zoeken, welke gemeenten in ons land
min-
der dan 500 inwoners hebben.
Het zijn in
alphabëtische volgorde:
N.fl.
461
L.
285
Haarzuilens
U.
474
's Heer Abtskerke
Z.
410
c.
211
L.
327
Katwoude -
XII.
228
Kwadijk i.
N.H.
462
Laag Nieuwkoop
U.
477
L.
304
Z.
486
L.
303
Odijk
U.
N.H.
477
482
Z.
357
Z.H.
454
Petten
X H.
349
Z.H.
371
L.
379
G.
392
Z.H.
480
Serooskerke (Schouwen)
Z.
263
Tienhoven
Z.H.
379
Tuller 't Waal
U.
497
u.
377
Z.H.
465
N.H.
493
Z.H.
404
DE PHILIPS' LICENTIES.
De minister van Arbeid. H. en N. had
tegen gisteren achtereenvolgens de gevol
machtigden van de N V. Philips en van
den Nederlandschen Bond van Radiohan
delaren en den Bond van Radio-onderne
mers ter bespreking bij zich genoodigd in
zake de bekende licentie-kwestie.
Nadat beide partijen haar standpunt had.
den toegelicht, is onder leiding van den mi
nister een gemeenschappelijke bespreking
gevolgd Daarna hebben op verzoek van den
minister partijen de bespreking in den na
middag voortgezet
De bespreking zal begin der volgende
week worden voortgezet
DOODEN VAN SCHADELIJK
GEDIERTE.
In het algemeen Politieblad komt een
schrijven voor van den Minister van justitie
aan de Commissarissen der Koningin in
de provinciën, betreffende het dooden van
schadelijk gedierte, door jachtaktehouders.
In dit schrijven wordt als resultaat eener
correspondentie met den Min. van Binn.
Zaken en Landbouw meegedeeld, dat ge
constateerd werd. dat de Jachtwet 1923 a«*n
den jachtaktehouder, voor wat betreft het
dooden van schadelijk gedierte, anders dan
bij het jagen op wild het geval is, geê*:
uitdrukkelijke beperking van schieten vóór
zonsopgang en na zonsondergang oplegt.
Derhalve is een aktehouder, die vóór zons
opgang en na zonsondergang in het veld
schadelijk gedierte doodt, niet strafbaar.
Intusschen kan door het schieten in het
donker de veiligheid in gevaar worden ge
bracht, terwijl een aktehouder, die in de
duisternis met een schietgeweer in het veld
wordt aangetroffen, een gegrond vermoe
den kan vestigen, dat hij zich aan wild-
trekking van de jachtakte. Uiteraard zal
ieder geval op zichzelf zijn te beoordeelen.
UIT NED. OOST-INDIE.
DE HUISZOEKINGEN BIJ DE
P. N. I.
Soekemi op vrije voeten gesield.
BANDOENG, 5 Febr. (Aneta). De op 29
December j.l. tijdens de bij de P.N.I. inge
stelde huiszoekingen, gearresteerde secre
taris van het hoofdbestuur dier vereeni-
ging, Soekemi. is op vrije voeten gesteld.
RECLAME.
RECLAME.
2972
MINISTER VERSCHUUR
NAAR DRENTE.
Naar wij vernemen, aldus de X. R. Crt,
zal de minister van arbeid, handel en nij
verheid, mr. T. .1. VeTSohuur, volgende week
een tweedaagsch bezoek aan Zuid-Oost
Drente brengen, ten einde persoonlijk kennis
te maken met hetgeen daar in het belang
van den cultureelen en economischen op
bouw geschiedt. O.m. zullen de buurthuizen
en de consultatiebureau's bezocht worden,
terwijl ook de volkshuisvesting de aandacht
van mr Verschuur zal hebben De minister
zal vergezeld worden door den directeur-
generaal van de Volksgezondheid, dr. L.
Lietaert PeeTbolte, den inspecteur der Volks
gezondheid te Groningen, dr. J. H. Tuntl.er
en den inspecteur der Volkshuisvesting te»
Leeuwarden, ir. A. H Liebert. De data dezer
excursie' zijn bepaald op 12 en 13 dezer.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij Kon. besluit zijn aangewezen ais
gedelegeerden der Nederlandsche Regeering
op het Eerste Internationale Congres voor
Metaalconstructies te1 Luik in 1930. buiten
bezwaar van '9 Lands schatkist, de heeren:
prof. ir. N. C. Kist, hoogleeraar aan de
Technische Hooge school, hoofd der dele
gatie, ir. J. E. Inckel, directeur van het
Technisch Bureau van het Departement van
Kolcmiën, ir. P. Joosling, hoofdingenieur,
chef van het Bruggenbure'au der Nederland
sche Spoorwegen.
Genius Wondbalsem diep in de huid dringt.
Wrijf het er in dit voedsel voor Uw huid.
Verbaasd zult ge morgen zien hoe zacht en
blank Uw handen geworden zijn. Ja. Genius
Wondbalsem, dat helpt tenminste. 25 en
50 ets. 2967
EEN SCHIETPARTIJ TE
ROTTERDAM.
Qp 18 December van bet vorig jaar heeft
een caféhouder den Linker Maasoever te
Rotterdam in rep en roer gebracht door met
een revolver op agenten te schieten. Eerst
was de caféhouder in een café in de Paul
Krugerstraat gekomen, waar hij per on
geluk een schot loste met een revolver,
die hij in zijn zak dToeg en die hij vaD een
Engelschman in bewaring had gekregen.
Na het incident in het café is hij naar dé
Schildstraat gegaan, waar hij zijn vrouw,
die bij haar moeder intrek had genomen,
wilde terughalen. In de woning van zijn
schoonmoeder heeft de man wederom een
schot gelost. Ditmaal naar hij zelf ver
klaart om angst aan te jagen, maar
geenszins om iemand te treffen.
Op straat gekomen maanden eenige agen
ten hem tot kalmte, maar de caféhouder
riep: „Wanneer je mij arresteert, ga je er
aan." Onmiddellijk daarna loste hij een
schot. De agenten van politie schoten terug
en inmiddels waTen er nog twee agenten
gekomen. Ook deze mannen heeft de café
houder bedreigd. De agenten hebben in to
taal elf schoteD gelost; ten slotte werd de
caféhouder aan zijn voet gewond.
Gisteren heeft de caféhouder zich voor do
Rotterdamsche rechtbank te verantwoorden
gehad. Het O. M.. waargenomen door mr.
E. D. H. Schutter, requireerde een gevan
genisstraf voor den tijd vaD IVq jaar.
De verdediger van den verdachte, mr. C.
C. Arnold, drong op een voorwaardelijke
veroordeeling aan.
Uitspraak 18 Februari.
I' 'et Engelsch door J. S. FLITSCHER
1 Geautoriseerde vertaling door v d. W.
HOOFDSTUK XIX.
Gebroken porcelein.
thpim0es* het wisselen van seinen zijn tus-
bn (i!ernan^ vermoedelijk oom Joseph
Lu: en J"a' en het volk aan boord van hel
en hoewel ik verlangend was om naar
terug te keeren. bleef ik waar ik was,
•rwiriJ?0 het belang vai* deze zaak. fk
Ken L-00m JQsePh op het strand to
hii? was er van overtuigd.
iUrj 1 Was die zijn revolver had afge-
land hij op het punt stond om het
&0Ne6 jV0r'a*en Hij kwam echter niet
bn pv Hindoe was nergens te
[uien ^.lepen vijf tien twintig mi-
v "za"~" pnsschien wel een half uur en
faehtte \t "0beuren van hetgeen ik ver-
Ijl het dennenhout achter mij hoor
nat lf van een houtduif één-, twee-
een ieder dat genoemd
p zeer goed dat daar geen
L "e. was Peüita met haar talent om
gekir
wsig ,van een duif na te bootsen; zij
Anaa, Z0Gr ?oed het gefluit van de me-
üeP terug onder de dennen en daar
zag ik haar mij met smeekende oogen aan
kijken.
,,lk kon niet langer wachten, Benl" fluis
terde zij. „Het was verschrikkelijk om daar
alleen te zijn. En ik ben heel voorzichtig ge
weest op mijn weg hierheen. Waar keek je
naar vanachter dien rots?"
..Hoorde jij dal kanon afvuren, ongeveer
een half uur geleden?" vroeg ik haar. „Dus
je hebt het gehoord! Dat gebeurde van dat
schip daar ik zag de kruitdamp. En dat
was in antwoord op een schot, dat zoo goed
als zeker werd gelost door oom Joseph. Hij
is daar ergens beneden. Ik vermoed dat zij
een boot zullen zenden om den ouden schurk
af te halen. Hij laat ons zitten. Pepita. Hij
moet geweten hebben, dat het schip van
daag kwam en hij heeft er wel voor gezorgd,
dat wij niet mee kunnen gaan. Hij zal ech
ter nog ondervinden, dat hij met den duivel
moet afrekenen, voor hij zelf kan vertrek
ken' Of anders heb ik het glad mis!"
„Waarom Ben?" vroeg zij.
Ik wees naar beneden, naar de plek, waar
ik Mandhu Khan het laatst had gezien.
„Mandhu Khan is daar beneden 1 Ik heb
hem gevolgd en reken er op. dat hij oom
Joseph nog eenige onaangename oogen-
blikken zal bezorgen, als hij hem tegen
komt. Mandhu Khan heeft iets in den zin,
maar wat. dat. kan ik niet gissen Hij heeft
den toren in brand gestoken, zoodat onze
voorraad eet- en drinkwaren verdwenen is.
Dus zijn we zonder voedsel".
„Er is nog iets tp eten in de grot waarin
wij gezeten hebben En zeker zullen ze ons
komen zoeken Ben als wij ons vuur aanste
ken; dat zien ze natuurlijk in Middle-
boume"
„Ja. maar het ellendige is. dat die men-
schen het ook zien", antwoordde ik wijzende
naar het schip „En als dat vrienden zijn van
oom Joseph en Getch, dan zullen ze van ons
niets willen weten! En Mandhu Khan zal
het ook zien. en Mandhu Khan kan zijn
redenen hebben om mij tot zwijgen te bren
gen. even goed als hij Getch tot zwijgen heeft
gebracht; wij zitten in den val."
„Spreek niet zoo", zeide zij wanhopig.
„Wat heb jij gedaan, dat hij.
„Ik weet ook niet wat Getch heeft ge
daan. dat Mandhu Khan hem deed wat
hij deed merkte ik op.
„Het geeft allemaal niets om daarover
onze hersens te brekenl nu is de zaak.
wat gaal daar op het strand gebeuren? Dat
schip is daar en oom Joseph is beneden op
het strand en dichtbij hem in de buurt is de
Hindoe ik zou alles van dichtbij willen
zien.a's dat veilig is te doen."
Wij loerden over den rots met volle aan
dacht. Er ging eenigen tijd voorbij; niet9 ge
beurde Eindelijk slaakte Pepita een kreet
en stootte mij aan.
„Ben!" fluisterde zij „Kijk eens. daar
komt een boot naar het strand". En voor ik
het zag voegde zij er aan toe. „een.
tweedrie menschen er in. Een achterin
aan het roer en twee op de riemen"
Ik had meer aandacht geschonken aan
het land dan aan de zee-, ik wilde uilvor-
schen waar oom Joseph zich ophield en de
rondsluipende Hindoe.
De boot ging rechtstreeks naar het punt,
waar ik het eerste schot had gehoord en
daar stevig aan de riemen getrokken werd
wa9 zij 9poedig bij de kust De mensch-m
sprongpn te water en trokken de boot op het
strand De beidp roeiers gingen op de doften
zitten en staken een pijp op; de derde man.
die een lang. donker voorwerp onder den
arm droeg, keek overal rond.
„Ben. als je oom met de boot vertrekt,
worden wij achtergelaten. En die bruine
kerel zal nog op het eiland zijn. Zou het niet
beter zijn om naar beneden te loopen en te
zorgen dat ze ons meenemen?"
„Zorgen is een mooi woord", antwoordde
ik bedroefd. „Je kunt de menschen niet
laten doen. wat zij besloten hebben óm
niet te doen. Pepita. tenzij je iemand naar
je hand kunt zetten en ik vrees dat ik
dat niet kan. zelfs niet met mijn revol
ver; er zijn daar beneden te veel menschen
om mee af te rekenen. Een feit is. dat dom
Joseph ons heeft laten glippen. ons mis
leid heeft. Vervloekte kerel!. Hij wil niet.
dat wij voorloopig het eiland verlaten. Hij
denkt alleen aan zijn eigen veiligheid en hij
geeft geen cent om de onze! En toch.
„Wat?" vroeg zij, toen ik zweeg, lachend
om het denkbeeld dat bij mij opkwam.
„Waarom lach je?"
„Ik lach bij de gedachte, dat Mandhu
Khan oom Joseph daar tegenhoudt. Je ziet,
hij gaat niet naar de boot Zij wachten daar
nog steeds. Alhoewel oom Joseph een revol
ver bij zich heeft is hij een aartslafaard; hij
zit daar zeker ergens achter de rotsen ver
borgen bevend van angst omdat d* Hindoe
tusschen hem en de boot is. Dat hoop ik hen-
minste
„Een van de menschen gaat het strand
langs" zeide zij.
Dat was de man, die iets onder den arm
droeg De roeiers schenen niemand te ver
wachten althans nu nog niet Een van
hen ging in het zand liggen in de schaduw
van de boot en scheen een dutje te willen
doen De ander kroop achterin. De derde was
niet meer te zien.
De rotsen en het strand beneden waren
tenminste drie kwart mijl van ons verwij
derd en wij wisten, dat elke levende ziel op
het eiland daar beneden was; ik vond, dat
nu het oogenblik was gekomen om weer eens
een kijkje te gaan nemen bij den toren Wij
gingen omzichtig terug Rond den toren za
gen wij rookwolkjes En voordat wij bij den
toegang waren waarvan de nooddeur thans
veidwenen was. begreep ik dal mijn ver
onderstelling. dat Mundhu Khan den brand
stichter was. niet juist kon zijn. Het leek mij
thans, dat dit meer in de lijn lag van mijn
familielid dan in den lijn van den Hindoe;
het was mogelijk dat hij. wdend dat het
schip dien middag zo^i komen alles in brand
had gesloken, zoodat Voor Pepita en mij ge n
voedsel overbleef en dat wij. eer er hulD
was opgedaagd, van gebrek zouden zijn om
gekomen En toen wij binnentraden was k
stellig overtuigd van oom Joseph's laagheid
en vervloekte hem meer dan ooit. Van na
derbij gezien bleek tenslotte dat het vuur
niet alles had verwoest en het was duidelijk,
dat de brand opzettelijk was gesticht. De
verschillende doozen en kisfjes van liqht
hout, die wij hadden meegebracht, waren op
een hoop gegooid; alles wal brandbaar was
lag daar bovenop gestapeld zelfs de planken
van onze nooddeur En alles nagaand^ kwam
ik tol de slotsom, dat toen de Hindoe bij zijn
tweede bezoek in den toren kwam oom Jo
seph daar nog verborgen moet geweest zijn,
verborgen in een spleet of donker hoekje en
dat toen VTanrlhu Khan de trap opging hij
vlug de brand in den stanel stak en maakte
dat hii wegkwam, zonder dat ik het had
kunnen opmerken.
(Wordt vervolgd).