IE KANG-HE VAAS. §0* Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 6 Februari 1930 Derde Blad No. 21440 BINNENLAND. DE VLUCHT UIT DE P OPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. FINANCIEN. FEUILLETON. de utrechtsche documenten-kwestie. ,,aoi Heine schrijft ingezonden stukken. Iljit Brussel wordt gemeld: I tan het Brusselsche Katholiek-conserva- -e dagblad La libre Belgique. dat naar aan- ntr ran de interpellatie over de documen- het Kamerlid Ward Hermans een C2eplichtige ran den falsaris FrankHeine" renoemd, is door Albert Frank, alias rank Heine, een ingezonden stuk gezonden, dete zegt: requisitoir ran het parket, dragend? la"daton 6 Maart 1929. aan hetwelk ik id invrijheidstelling te danken heb, rer- jrt uitdrukkelijk dat ik rerre van den iepücbtige van Hermans te zjjn, gehoor- ,eno aan de bevelen van mijn chef, hem ara ware medeplichtigen wilde ontmas ten. Van Maart 1925 tot Juli 1927 was ik i particuliere politieke „informateur" van si der hoogste ambtenaren van de Eelgische jtitie, die rnjj, nadat hij op pensioen ge- id was, daar dank voor betuigde in een iet door mij gepubliceerd in Les nouveaux ran 1 Januari 1928. Van April 1928 Maart 1929 was ik regelmatig in dienst de süreté militaire op een maandsalaris 500 francs, hetwelk in November 1928 800 francs werd gebracht, omdat mijn lts zeer tevreden waren over mijn vlijt 6n -wijding. |Aan mjjn oversten,, den toenma'jgen leider de Belgische contra-spionnage inbegr?- heb ik mjjn invrijheidstelling op 6 Maart te danken. Zij hebben namelijk bij het (rechtelijk onderzoek verklaard, dat ik sds en in alles naar hnn bevelen neb ge meld. Indien u trouwens eenigszins op de ,gte was van deze zaak, zou het n bekend (en minste vier personen, waaronder hoogere officieren, aan de samenstelling valsche stukken hebben medegewerkt. den eenigen falsaris te heeten u sprak den falsaris is de rechtvaardigheid neer als de waarheid onrecht aandoen", sociaaldemocratische Peuple teekent dit schrijven van Albert Frank het volgen san: Bet blijkt dus uit dit schrijven: 1. dat het stuk gefabriceerd werd in het de filement van den heer De Brocqueville, iets I men reeds wist; 2. dat vier personen, sionder twee hoogere officieren, er aan idegewerkt hebben en er dus vier falsaris- waren, de twee hooger bedoelde officie- a inbegrepen, en 3. dat Frank Heine spion betaald door het Departement van (skerdediging en belast door zijn chefs S medewerking aan de samenstelling van kwlsche stukken. ONZE LUCHTHAVENS. hiphol, de luchthaven van Amsterdam. |ri gedurende de maand Januari 1930 door 218 vliegtuigen van het kelmatig burger-luchtverkeer en door 230 plilaire vliegtuigen van Leger en Marine, wijl 21 extra vliegtuigen aankwamen en ken Tevens hadden er 50 vluchten als met vliegtuigen van de N.V. Neder- Vliegtuigenfabriek en 25 lesvluch- t met Pander vliegtuigen van de Nationale ichtvaartschool. Het aantal bezoekers bedroeg 756. waar- 1112 deelnemers aan de rondleidingen. |!Vaalhaven, de luchthaven van Rotter- m, werd gedurende die maand aangedaan kr 111 verkeersvliegtuigen en door -iö jilitaire, terwijl 9 proefvluchten met K.L.M. phines plaats hadden Jovendien werd Waalhaven aangedaan (w6 particuliere vliegtuigen, terwijl met 3 der-vhegtuigen der Nationale Lucht- jarlschool een groot aantal korte vluchten |fri uitgevoerd. Het aantal bezoekers bedroeg 820. DE ZOMERTIJD. Van 15 Mei5 October. Bij K. B. is bepaald, dat de vervroeging jet een uur van den wetlelijken tijd zal krengen op 15 Mei en zal eindigen op lOct. 1930. DE PAPEGAAIEN-ZIEKTE. Voorzichtigheid geboden. De voorzitter van den Gezondheidsraad meldt ons: Het tegelijkertijd voorkomen van gevallen van een ziekte, genaamd Psittacosis, die van papegaaien op den mensch kan worden overgebracht, in Engeland. Duitschland en elders, heeft overal de aandacht getrokken, ofschoon er reeds vroeger enkele kleine epidemieën bekend gemaakt werden, zoo in 1892 in Frankrijk en in 1897 in Italië. No bij den mensch het aantal ziektege vallen in hel buitenland grooter schijnt te worden, is het geraden een waarschuwing tot het publiek te richten at zijn wij in Nederland nog gespaard gebleven. Voor noodelooze ongerustheid is er geen reden, maar toch dient er op gewezen te worden, dat het raadzaam is voorzichtig te zijn. De ziekte doet zich bij papegaaien voor in hoofdzaak als een darmaandoening. Bij den mensch zijn het vooral de luchtwegen die aangetast worden en dit vaak op ern stige wijze. Besmettelijk zijn in hoofdzaak de uit werpselen van den papegaai, zoodat de kie men van de ziekte in de kooien aanwezig zijn, maar ook op het lichaam van het dier, vooral op zijn veeren en zijn pooten, dit als gevolg van verontreiniging. Het feit. dat de ziekte in den eersten tijd niet werd herkend, zal er zeker veel toe bij gedragen hebben om de verspreiding der besmetting te bevorderen. De aandoening heerscht op het oogenblik onder de papegaaien in Zuid-Amerikaan- sche landen, vooral in Brazilië en Argenti nië. De epidemie schijnt in het midden van 1929 in 't laatstgenoemd land ontstaan te zijn. Zij kan zich van dier op dier ver spreiden. Wat nu het gevaar betreft, hel is een voudig zich tegen besmetting te bescher men. Het in nauwe aanraking komen met huis dieren, zooals dit al te vaak de gewoonte is, moet te allen tijde ernstig afgeraden wor den ,niet alleen omdat het niet zindelijk is, maar vooral omdat tal van ziekten, waar onder ook de ziekte, die hier bedoeld wordt, op deze wijze op den mensch kunnen wor den overgebracht Velen hebben de ge woonte de papegaaien op hun hand te ne men, of hun suiker of nootjes uit den mond te laten pikken. Vooral dit laatste moet meer nog dan onder gewone omstandigheden na gelaten worden. Onnoodig te zeggen, dat zij, die pape gaaien sinds eenigen tijd hebben, niet be vreesd behoeven te zijn, dat die dieren ziek zouden wezen, althans niet als zij nimmer met andere kort geleden ingevoerde in aan raking zijn geweest. Hoe het ook zij. het is met klem aan te raden op het oogenblik geen papegaaien aan te schaffen of als geschenk aan te ne men. Dit geldt op het oogenblik voorname lijk voor Zuid-Amerikaansche papegaaien. Men zij dus op zijn hoede. COLLECTIEF CONTRACT IN HET HARINGPAKKERS- EN KUIPERSBEDRIJF. De vereeniging van haringhandelaren te Vlaardingen en den cerctralen bond van transportarbeiders en de r-k. bond van transportarbeiders ,,St. Bonifacius" en de christelijke bond van houtbewerkers hebben overeenstemming bereikt inzake het afslui ten van een nieuwe loon- en arbeidsover eenkomst in het haringpakkers- en kuipers- bedrijf. Behoudens enkele wijzigingen en verbeteringen kwam deze overeenkomst tot stand op een basis van doorbetaling der algemeen erkende christelijke feestdagen ad i gulden per dag en een vacantieregeling van twee dagen vacantie per jaar ad vier gulden per dag. Deze overeenkomst werd voor twee jaar aangegaan met den Ned. Bond van christelijke kuipers, enz. Te Vlaardingen werd door genoemde vereeni ging eenzelfde overeenkomst aangegaan met uitzondering van den duur der over eenkomst Met de laatste groep werknemers werd een contract aangegaan voor drie jaar. Het derde jaar zal een vacantieregeling in gaan van drie dagen ad vijf gulden per dag. 213. Terwijl de boot langs hen voer, klonk er een slem zeer luid: „Zeg, waarheen gaan jullie toch, vanwaar kwam jullie schuit. „Hallo moeten jullie nog ver, en hoe heet jullie land", zoo riep de stuurman op den boeg en wuifde met zijn hand. 214. Doch nauwelijks had hij het gezegd van de schuit, die zijwaarts lag, of een groote aap te voorschijn kwam en nieuwsgierig naar hen zag. „Dag Jan, dag Trijn. dag Duim, Piero, kennen jullie mij niet meer? 'k Ben Jokko uit de poppenkast, wat heerlijk 'k zie je weer". DE POSTVLUCHTEN NAAR INDIE. Nog geen Britsche beslissing. In hert Engélsche Lagerhuis heeft ae Staatssecretaris voor Indië, naar aanleiding van een vraag of er al een beslissing geno men was betreffende het verzoek van den Nederlandschen gezant voor faciliteiten voor verdere proefvluchten via Britsch-Indië,me degedeeld. dat er nog geen beslissing geval len was. TELEFOONVERKEER MET NED.-INDIE. Gedurende Januari 1930 werden in (het radiotelefoon verkeer NederlandNed. In-dië 344 gesprekken gevoerd, waarvan er 130 in Nederland en 214 in Indië werden aange vraagd. Van de uitgaande gesprekken handelden er 59 over zaken en 71 over familie-aange- Iegen'heden; voor de inkomende gesprekken waren deze aantallen resp 51 en 263. Bovendien werden in Januari nog 190 Kerst- en Nieuwjaarsgesprekken afgewikkeld waarvan 39 in Nederland en 151 in Indië werden aangevraagd. ALG. NED. DROGISTENBOND. In de alg. vergadering van bovengenoem- den bond werd met algemeene stemmen be sloten het contract met de vereeniging ter beh. van pharmaceutische handelsbelangen goed te keuren, welk contract beoogt den handel in pharmaceutische artikelen in goede banen te leiden. In verband met het belang, dat de volks gezondheid heeft bij het niet zonder recept verkoopen van sterkwerkende, narcotische en abortieve middelen, besloot de vergade ring de bepaling te handhaven, dat deze middelen niet door drogisten verkocht zullen worden (evenals dit reeds een drietal jaren geschiedt) doch met de bepaling, dat be doelde middelen door apotheken dan ook niet anders verkocht zullen mogen worden dan op recept. De vergaderden achtten het niet wensohe- lijk, dat sterkwerkende geneesmiddelen, waaronder verschillende verpakte speciali- té's wel door den apotheker vrij over den toonbank verkocht kunnen worden, terwijl de drogisten in het belang van de volksge zondheid. zich van dien verkoop onthouden. Het jaarverslag vermeldt, dat op twaalf plaatsen in Nederland op 22 cursussen vak onderwijs aan de drogisten verstrekt wordt, welke cursussen onder leiding staan van apothekers, doktoren in de scheikunde e.a. GENERALE COMMISSIE Z UI DERZEE-STEUN WET. B\i Kon. besl. zjjn in de Generale Commis sie, bedoeld in art. 3 der Zuiderzeesteunwet 1925, herbenoemd: tot lid en voorzatter: mr. G. Vissering te Amsterdam tot lid en ondervoorzitter: H. B. Defoer, te Amsterdam; tot lid: ir. V. J. P. de Blocq van Kuffeler, te 's-Gravenhage; A. B. Brouwer, te A'dam; mr. A. van Doorninck te 's-Gravenhage; L. F. Dnymaer van Twist, te 's-Gravenhage; Ant. Folmer, te 's-Gravenhage; H. J. ae Groot, te 's-GrgvenhageF. K. J. Heringa, te 's-Gravenhage; C. Kes, te Volendam; Th. C. P. M. Kolfschoten, te Edam; W. Nieuwboer Wzn., te Spakenburg; H. Pollema, te Lem mer; P. Visser Jzn., te Marken; mr. J. West- hol f, te 's-Gravenhage. VERSPREIDE BERICHTEN: Dc Nederlandsche Vereeniging van vischhandelaren komt in een adres aan den minister van binnenlandsc'he zaken op tegen directe gemeentelijke bemoeiing met het be drijfsleven, speciaal den détaillhandel in allerlei waren. De vereenig-ing „Nederland in den Vreemde" heeft gisteravond in restaurant „Anjema" te 's-Gravenhage aan den Ame- rikaanschen gezant, den heer G. J. Diekema. een maaltijd aangeboden, waaraan ruim 50 personen deelnamen. Tot de genoodigden behoorden de eerste secretaris van het Amerikaansche gezantschap, de heer Hallett Johnson, de marine-attaché de heer Corwin, de toegevoegde handelsattaché de heer Quinn en de voorzitter van den Nederland schen Journalistenkring, de heer D. Hans. Deze laatste was door ongesteldheid verhin derd aan de uitnoodiging gevolg te geven. In Den Haag is overleden. 49 jaar oud, de heer rm\ J. H. van Hasselt, voorzitter van den Bond van eigenaren van Neder- landsoh-Indische suikerondernemingen. Bjj Kon .bes'uit zijn benoemd, bij het wapen der cavalerie: Ie. tot kolonel de luitenant-kolonel E. P. M. Clavareau, commandant van het Ilde reg. huzaren 2e. tot commandant van het Lste reg. huzaren de luitenant-kolonel H. A. C. Fabius van den staf der cavalerie. De Amsterdamsche Scheepswerf van de firma G. de Vries Lentsch Jr. aan den Eaverweg (Noord) bestaat IB1/» jaar. Het merkwaardige feit doet zich voor dat tege lijkertijd op de werf het duizendste schip op stapel is gezet. HAAR BETALINGEN GESTAAKT. De Algemeene Commissiehandel te Rotterdam failliet. Grooie sensatie is gisteren op de Rotler- damsche beurs veroorzaakt door de tijding dat de Algemeene Commissiehandel te Rot terdam haar betalingen geslaakt had. Het ge rucht wilde, dat er een tekort is van f. 2.000.000. Deze Algemeene Commissiehandel, die on der directie staat van den heer G. Lehmann, is nauw verbonden aan de N.V. Oliezaden Importmaatschappij, de Graan -en Controle- Maatschappij „Graanco", het Algemeen Op- slagbedrijf en enkele kleinere zaken, die al le in de panden Cool sin gel 73—77 zijn ge vestigd. Over deze zaken loopt ook reeds het gerucht, dat zij hun betalingen zullen staken ofschoon dit op de beurs van gistermiddag nog tegengesproken werd. Dp Algemeene Commissiehandel is in Sep tember 1920 opgericht door den heer Leh mann, die in den oorlogstijd uit België naar Holland kwam. Het kapitaal bedraagt f 10.000 000, waarvan vier ton is volgestort. In Juli van het vorig jaar heeft de Com missiehandel nog een emisse uitgegeven van zes ton. tegen een koers van 140 pCt. De Maatschappij stond buitengewoon gunstig aangeschreven en behoorde tot de grootste op de Rotterdamsche graanbeurs. Haar achteruitgang schijnt een gevolg te zijn van de sterk© daling der graanprijzen en den zachten winter, die de afzet van granen en peulvruchten heeft belemmerd. Naar in beurskringen verluidt, is er in dezen winter zeer veel kapitaal, geschat op 60 dC{. van het totaal verloren gegaan. Men vermoedt dan ook dat. nu een van de grootste maatschappijen is voorgegaan, verschillende kleinere zullen volgen en tot dit failliet een terugslag op den geheelen Rotterdamschen graanhandel zal hebben. De Commissiehandel, die uitsluitend be heerd werd door den heer Lehmann. was Duitsch georiënteerd en bezat nauwe rela ties met Duitsche meelfabrieken. De slaking van betalingen die wel voor namelijk is geschied op aandringen van de Amsterdamsche liquidatiekas .die een van de bankiers was. is zeer onverwacht geko men er zijn zakenlieden die. voordat het bericht bekend was, zeker voor ettelijke tienduizenden zaken zouden hebben willen doen met den Algemeenen Commissiehandel, zelfs gistermorgen nog. ONZE TELEFOONNUMMERS DIRECTIE en ADMINISTRATIE 2500 (op 2 lijnen") REDACTIE150? P't het Engel9ch door J. S. FLITSCHER 1 Geautoriseerde vertaling door v. d. W. I daardoor waren wij niet te zien, doch zelf M-iüen wij een ruim uitzicht door ver- pulende openingen pndhu Khan stond ver beneden ons op l s^rand met de handen boven de oogen !e naar de zee alsof hij zocht naar een Pip. Hij was niet meer gestoken in de punge kleeding. waarin ik hem voor het perst op Middlebourne Grange zag; nu droeg In1 ü?ere. k'eeren en een rooden tulband, ^middellijk besloot ik hem na te gaan - was aangenamer iemand na te jagen, an ze.f nagejaagd te worden ,e?<Je mijn hand op Pepita's arm en gaf hjetT een waarschuwpnden blik ..Beweeg je v en schreeuw niet!" fluisterde 'k. oi?udt 1© doodstil en kijk naar bene- P'en Hind°0r,,^e open*n"en ^ie ie 1 Zij keek en ondanks haarzelf uitte zij een Q,»ai? onteteltenis. iilV- nep zij uit .Veronderstel eens. pL'iJ ons ziet!" fiiliff™0? 'k g€Gn vrees: ^varen EJ, ver^°r?en Maar wel maakte ik mij frrdh a' Mandhu Khan onze stapel zoude zien. Gelukkig keek hij niet in onze richting. Hij bleef voorldureijd naar zee staren en toen er eindelijk bewe ging in hem kwam. ging hij oostwaarts, niet langs het strand, maar hij nam den weg, die langzaam stijgend naar het binengedeel- te van het eiland voerde En als hij dien weg vervolgde, moest hij len slotte komen bij du ruïnes en den toren, waarin oom Jo seph zich naar alle waarschijnlijkheid r.ug steeds verborgen hield. „Pepital" fluisterde ik. toen de roode tul band tusschen de boomen verdween ..Ik ga kijken waarheen die kerel gaat! Wees eeu f!mk meisje en houdt je hier verborgen je zit hier uitstekend en ik kan hem gemak- klijk nagaan en als het noodig is. ontwij ken. Hij gaat naar den toren, daarvan ben ik zeker en ik wil zien of hij daar bin nen gaat" ..Loop je geen gevaar. Ben?" vroeg zij angstig. „Veronderstel eens dat hij je hoort? Hij moet het geweest zijn. die Getch heeft vermoord en hij is ook in staat om jou te dooden als „Die kans zal hij niet krijgen!" verzekerde ik haar .Ik zal mij niet aan gevaar bloot stellen Door zijn rooden tulband blijft hij steeds van verre te zien en als hij mijn rich ting uitkomt, dan maak ik dat ik wegkom en vlug ookl Jij houdt je hier schuil en ver laat deze plek onder geen voorwaarde Zij vond het niets aangenaam om mij te laten gaan. maar ik was zoo buitengewoon benieuwd om te weten of Maudhu Khan naar den toren ging en of hij binnpn zoude gaan en of oom Joseph op hem zou schieten, dat ik onze schuilplaats verliet en door het kreupelhout in de richting van mijn prooi sloop. Het was niet moeilijk om hem te vol gen, want op den weg. dien hij volgde, wa ren minder boomen en weinig struikgewas. Zijn pad leidde hem nu geheel onbeschermd door brem en varens en daartusschen was zijn slanke, lenige figuur duidelijk zicht baar. Op den heuvelrug, waar ik mij bevond, was een dennenboschje, waar doorheen ik, ongezien van beneden, kon loopen: het was een doeltreffend scherm om mijn gangen 'e verbergen totdat ik aan een punt kwam bo ven de ruïnes en den toren van den toren kon ik alles zien. behalve de zijde waarin de gebarricadeerde deur was En steed9 kon ik het roode hoofddeksel van den Hindoe volgen; ik zag hem ten laatste door 'ie ruïnes gaan naar den toren. Daar verdween hij uit het gezicht rond den hoek van de zijde van den toren dien ik niet kon zien. Ik dacht toen het afvuren van oom Jo seph's revolver te zullen hooren dat hoorde ik echter niet- wel hoorde ik het gekrijsch van de kraaien, die rond den toren vlogen. Spoedig en tot mijn groote verbazing be greep ik waarom Plotseling zag ik boven np den toren den rooden tulband verschijnen. Mandhu Khan moest dus den toegang vrij hebben gevonden, was binnen zegaan. had rondgekeken en daar hij niemand ontmoette, was hij de trap optreklommen En toen zag ik hem du« wepr Hij liet zijn blik over de zee gaan in alle richtingen. Dit alles verbaasde mij meer dan al het geen gedurende dien dag was voorgevallen: meer dan de perste verschijning van Mandhu Khan bij het aanbreken van den dag. veel meer dan hef vinden vaD Getch's lijk Ik he- greep dat de Hindoe zonder tegenstand den toren had kunnen beklimmen. Dal bewees, dat oom Joseph gevlucht was en zijn be trekkelijke veiligheid had prijs gegeven voor een hachelijk rondzwerven. Waar was hij heen? Was het schip, waarover hij had ge sproken aangekomen, onopgemerkt door Pe- pita en mij en was hij ontsnapt? Vanaf mijn plaats onder de dennenboomen kon ik alleen de zee overzien aan de Noordzijde van liet eiland, dus hel vaarwater tusschen Meslie Eiland en het vasteland en daar was geen schip te zien. Zou eT een schip gekomen zijn aan de Kanaalzijde van het eiland? Mandhu Khan bleef in die richting turen De tulband verdween en ik begreep, dat de Hindoe wederom de torentrap was afge daald. Ik wachtte eenigen tijd. omdat ik niet twijfelde, of hij moest weer rond een van de torenhoeken !e voorschijn komen Het was duidelijk, dat hij zich in ons verblijf ophield. Ik stond op het punt terug te gaan naar Pe- pila. die ongetwijfeld hoe langer hoe angsti ger was geworden, toen ik rook uit den toren zag op stijgen De Hindoe had den brand ge stoken in de dingen, die hij daar gevon den had. Eindelijk zag ik hem weggaan naar het Zuiden Om hem te kunnen blijven volgen, moest ik hel dennenbosch verlaten en kwam ik in een open vlakte, waarop fe midden van varens rolsleenen lagen Danrachter verbo"g ik mij nu De Hindoe liep flink door in de richtinz van de zuidkust van het eiland, be snoeid door de wateren van het Fnzeleche Kanaal Tk had slechts belangstelling voor hem en zijn handelingen en zijn vermoede lijk doel Toen ik zeker was da! hij recht toe Terht aan liep. keek ik over hem heen cn zag op ongeveer een mijl uit de kust een schip ten anker liggen in de spiegelgladde zee. Door mijn bekendheid met de kustvaart, zag ik, dat het een vrachtstoomschip was van een klein type met een bemanning, bestaande uit den kapitein, een stuurman en drie of vier matrozen Het had een vlag aan den voortop. doch daar er slechts een flauw briesje waaide hing die vlag slap naar be neden en was dus niet te onderscheiden. Toch vermoedde ik. dat het een scheepje was van vreemde nationaliteit vermoedelijk Fransch. Ik had een paar malen deze soort schepen in Wreddlesham gezien, waar han del werd gedreven met de havens van Noord- Frankrijk Was dit wellicht het schip waar over oom Joseph gesproken had het schip, dat Penita en mij moesl afzetten in een van de Kanaal-havens? En als dit het geval was. wist oom Joseph dan toch wanneer het bij Meslie Eiland moest komen en was hij naar het Zuidelijk strand gegaan om klaar te zijn om te embarkeeren? Nog een vraag kwam in mij op was de oude schurk reeds aan boord en dus veilig voor den Hindoe (die hem zeer zeker achtervolgde) en wachtte het stoomschip op pen sein van hem? Was hij dan nu ergens op het strand verborgen in afwachting van een boot die hem moest kompn halen? Zou de Hindoe hem nog ontmoeten? Ik draaide mij om met de hedoeling naar Pepita terug te gaan toen de stiltp van het eiland werd verbroken door een schot hene den op het strand Een oogenblik la ter volg de het losbranden van een kanon op het dek van den stoomer. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9