11
BRIEVEN UIT AMERIKA.
=i'iiiimniTmni!iitiinii.'mniiiiimiiimiiniDiiiB:'
NEDERLAND
IV. CENT
VOOR ONZE POSTZEGEL
VERZAMELAARS.
HISTORISCHE FIGUREN
Stamvervlakking.
New York.
Joeno. mijn wijf praat alletaim En gelach,
"is 'n koppel jaar bevoor mij in dit kon-
ie gekomen en gelooft niet meer in 't Hol-
mdsch. Ze is 'n honderd jersent, jennie-
ij'n Amerikaan, ai tol joe. Ik lijk dat En-
elsch getok niet in huis. 't Is allemaal hom-
iok. 0.C of kos. ik moet wel Engelsch tok
en in de peent bisnis. En dan kan ik het
re! hoor! Joebetl Maar in huis! Nosurrie.
kids leeren geen bit van hun moers leng-
rils. Het maakt mij sik" Aldus de bravt
xie Verlak, die in Grand Rapids een goed
luk brood verdient met „peenten. peeper-
icngen dikkereeten", zooais Dirk Nieland
icm ip het zoo juist verschenen boek ,,'N
onnie bisnis", aan ons doet zien. Loe is
heilig van overtuigd, dat hij de taal zij-
r voorvaderen nog vlekkeloos spreekt, ter.
1 hij in werkelijkheid beschaafde Ameri-
nansche of Hollandsche ooren pijnlijk ko-
lisch aandoet met zijn gebrabbel Ik heb
iet door de firma Eerdmans in Grand Ra
nds. Michigan, uitgegeven boek met des te
r?eer plezier gelezen, omdat ik zeli een
jaar inwoner van die stad
geweest en ettelijke Loe Verlaks
intmoet en gesproken heb. In het voorwoord
,n Frederik Ter Hoor wijst deze er terecht
dat de typen van Loe de peen ter, Bik
de boelser en Sikke Pit de teeler lang-
jmerhand zoo ver-Amerik^niseerd worden,
lat zij nu painter, butcher en tailor zijn.
et andere woorden. Dirk Nieland's kos-
lijke beschrijving van de Hollandsche
migranten in het hartje van Noord-Ame-
lika heeft nog net op tijd een der aardigste
zen van het overgangsproces vastgelegd:
taal en het ongemerkte verslappen van
lie banden, die den immigrant nog met den
luwen kontrie" verbinden."
Het geslacht van Loe, die nel grootvader
worden is bestaat voor een groot deel uit
Amerika geborenen, wier ouders in of na
6-'48 ds. van Raalte volgden. Dezen en
in kinderen hébben een halve eeuw ach-
en trots hun vaderlandse he gewoonten
in taal behouden, zonder daarom iets te
irt te doen aan het goed Amerikaan9che
irgerschap. Ik heb in Grand Rapids met
llooze ouden van dagen gesproken, die
oeiend Hollandseh spraken zonder een en.
:1e fout, maar die nooit voor een bezoek
het vaderland waren geweest en die in
lerika geboren waren. En dan bleek mij,
it de allergrootste factoren in het bewaren
in de oude taal de Bijbel en de kerk wa
in geweest. In een van zijn boeken ver
til ds. Arnold Mulder van een oude huis-
tudster, die ook hardnekkig streed tegen
I Engelsch en met vuur protesteerde te-
n een Engelsche preek en godseïienstoefe-
ling, omdat er maar één Hollandsche God
ras. De brave ziel kon het niet over haar
irt verkrijgen den God van Nederland en
anje met „Lord" te hooren aanspreken,
let eerste pioniersgeslacht, dat zuiver Hol-
indsch was en sprak is uitgestorven; zelfs
(n het „Holland Home" voor ouden van da
len in Grand Rapids, waar ik geen woord
fngelsch heb gehoord, is geen der oude
corlrekkers meer te vinden Het tweede ge-
lacht is er nog en wij ondervonden het
orrecht een zijner meest vooraanstaande
rtegenwoordigers in Den Haag als Ame-
ibansch gezant te ontvangen, den 70-ja-
igen John Diekema. Exc. Diekema werd
eboren in Michigan en spreekt de taal van
ijn afkomst als wijzelf Tevens is hij een
'orbeeld van het overgroote deel familie-
imen, die men in de adresboeken van
Irand Rapids Holland. Zeeland Kalama-
Grand Haven e.d. aantreft en die
r hun uitgangen van -ma, -stra, -ga, ge-
rgzaam aanduiden welk een belangrijk
ndeel Friesland en Groningen in deze
>lonies hebben.
Het derde geslacht, Loe's kinderen, ver
ier! in het stadium van wel Hollandsch
verslaan, maar het niet te kunnen of te
'illen spreken niettegenstaande Loe's ge-
d om in hui* geen Engelsch te ..tokken"
'weer voel ik mij sympathie tot Loe aan
trokken. omdat ik dezelfde moeilijkheden
mijn eigen gezin ondervind, al heb ik
meer succes mee. Alleen doe ik dat niet
II traditie of koppigheid, maar omdat eeu
ond. die van jongsaf goed aan twee ta-
gewend raakt, er later des te makke-
'Ser nog eenige bij spreekt en omdat meer
heid een onbetwistbaar voordeel in het
"eldbestaan is. Maar bij Loe's taal houdt
niet op: zijn kinderen voelen, denken
'even anders en doze wrijving, welis-
ar van een gemoedelijke soort, maar
b ietwat tragisch, omdat de jeugd vooi-
wnt en wint, heeft Nieland fijntjes ge
iend. bijv. in „Hainie koopt Funnesjes
,n Taim". Want „furniture on time" meu-
en °P afbetaling te koopen is een moderne
r' die de oudelui hoogst, hoogst ondege-
vmden. vooral wanneer Hainie geen
■fk en dus geen geld heeft voor de ai-
.a''7.E ylak vóór zijn trouwdag en dan
11 zijn medelijdende moeder, dat vader
zal bijspringen Maar dan komt Loe'?
jaderlandsche strengheid naar voren
ai) laat de meubels door den winkel weg-
Jn fn -Dannie en zijn wijf moesten
- els,fa aid wezen met een ook oold bed-
'I flal rk wat gevaanist en opgerobd had".
Loe is niet. volgens den schrijver van
voorwoord, het type van alle Holland-
e emjgranten en dat geloof ik gaarne.
ar "ij vertegenwoordigt zeker wel het
^grootste deel. Het is nog niet zoo heel
l, Seleden, dat naar Indië of Amerika
1 'en in ons land beschouwd werd als
mei-deugende aristocraten en niets-
efs of lieden, die hun handen wilden
ind h 0m^at zij alleen die kunst ver-
"Gt enoigreeren van ontwikkelden
llpend^-" 'a^r flemen en zou nu °ver-
Vandenberg, maar nu begeven hun kinderen
zich in universitaire studie en het verkrijgen
van hooge en good betaalde posities Al
weer beschrijft Nieland de botsing tusschen
Loe en moeder met de kinderen aan den
eenen kant in „Henkie moet 'n Treed
leeren". Maar moeder is tegen het leeren van
een vak of trade, watn „dat kid noos toe
muts toe meek 'n ordenerrie peenter outet
of". De oude worsteling tusschen jong en ou*.
waarvan de eer9te mei een soort minachting
neerziet op het werk van den laatste, of
schoon hij er zijn bestaan aan te danken
heeft! Al dergelijke kleine maar pakkende
slled-aagsch heden heeft Nieland op gevoeli-
gen toon en toch luchtig humoristische ma
nier beschreven.
Ik heb zitten praten met den man, die den
kelder van mijn huis aan de UnionAvenue
cementeerde en die parkwachter op het Loo
was geweest en met den Rotterdamschen
slager, die eens per week met een auto de
kachelsintels kwam ophalen en zooveel an
deren. Hoeveel maal is het mij overkomen,
dat ik na eenige maanden tot de ontdekking
kwam. dat de melkboer of een winkelbe
diende ook van den ouden stam was en
hoe dikwijls heb ik het grapoige incident
meegemaakt, dat hij mijn hoog-Nederlandsch
en ik zijn Friesch of Zeeuwsch mei Ter
stond! En nooit vergeet ik de merkwaardige
ondervinding, dat een Amerikaansche poli
tieagent midden tusschen het woeilige auto
verkeer op Monroe Avenue mijn vrouw en
mij nariep: „zachjes An, hoor"! toen hij
ons achter zijn rug een paar woorden had
hooren wisselen. De groole en onbegrensde
stroom landverhuizers van jaren geleden
staat stil; wat er binnengekomen is. heeft
zich neergezet en vervormt zich naar
's lands gelegenheid. Zoolang Amerika
nog landverhuizers zal toelaten, zullen
er Hollanders naar Michigan trekken en Loe
Verlak's zijn, maar niet in dien getale als
in de afgeloopen jaren. Terwijl het nu nog
makkelijk i9 om zijn type tegen te komen,
zal hij over een halve eeuw schaars te vin
den zijn en daarom is het te hopen, dat
Dirk Nieland in de naaste toekomst nog
meer gelegenheid zal vinden den Hollano-
sehen-Amerikaan op deze wijze aan de
vergetelheid te ontrukken. Niet alleen de
namen Roosevelt, van Buren, VanderBilt
of van Rensselaer zijn in Amerika bekend.
,,'N fonnie bisnis" is geheel fonetisch ge
schreven en dit is een van de groote be
koringen. die voor Hollanders, op de hoogte
met Engelsch, ongemeen amusant zijn.Mocht
het lezen soms moeilijkheden opleveren, dan
heeft de schrijver dit door een uitgebreide
woordenlijst achteraan ondervangen. Boven,
diem. went men er na het lezen van de eerste
paar bladzijden heel gauw aan Ik raad het
lezen ervan daarom met zulk een genoegen
aan omdat men bij ons een alleraardigste^
kijk kan krijgen op het leven van onze
stamgenooten in de Joenait Steets (United
Slates) zooals Loe Amerika noemt. Het ker
kelijke leven bijvoorbeeld met zijn grooter
vereenigingszin die zich uit in gezamen
lijke feestmaaltijden in het onderhuis van
do „9jurts" (Church: kerk), de schitterende
manier, waarop de gemeente gelden ver
zamelt om Dominee een otto (auto) aan te
bieden, zoodat hij niet een beroep in
Aaiewee (Iowa) bij een rijkere gemeente
zal aannemen en hoe Loe voor .dieken
runt" (solliciteert naar een diakenschap)
zal onze vaderlandsche kerkleden doen in
zien, dat ook daar verandering in kwam.
Een Sonnieschoel Pikken ik (Zondagsschool
5 picnic) een zilveren bruiloft of 25 jaar „ge-
merried" laten zien, hoe de oude ïufH tot
samen feesten nog niet veranderd Is ook
al zijn de genietingen ,,'n piese paai" (een
stuk gebak) en een „dis vol aiskrien" (disft
of ice cream: bordje roomijs) geworden en
noemt I/>e de voordrachten en tooneelstukjew
„daaieloks en rezzeteesjes". Ten slotte kan
ik niet nalaten Loe even te laten spreken
als een voorbeeld van velen- „de jong piepel
leffen je raidewee uit en zeggen dat de ouw
kontrie noodig misseneries (zendelingen)
uit Amerika moest hebben om de piepel daar
de aart of liwen te tiesen En dan word
med (kwaad) b^kos ik !i>k de ouw kontrie
toch maar poedigoed (pretty good)"
RECLAME.
H P H. KEERFWEFR
BFGRAFF NI SS FN aèl
AU'O TRANSPORT
laars van enkele stempels, dus die knippen
mei het zegel, het verdere gedeelte van het
stempel af, dit Ipjkt mpj in zeker opzicht prao-
tiieber als geheele stukken, maar het geldt
hier alweer een vraag, waar blijft het eind?
Wij zullen ons bepalen tot het noemen van
enkele afstempelingen.
In het algemeen geldt:
bewaar briefkaarten en enveloppen waar
geen zegels opgeplakt maar opgedrukt zijn.
en die welke verzonden zijn door Rijk of
gemeente en waarop dus geen postzegel zit.
maar waar aangekondigd staal: DIEXST",
en ten plotte bewaar briefkaarten en en
veloppen met bijzondere afstempelingen
Opgedrukte zegels.
Men kent ze allen, de gewone briefkaar
ten, voorzien van een zegelafdruk, 3 cent
voor locaal, cent voor interlocaal verkeer.
Minder bekend zijn de enveloppen, uitge
geven door de posterijen en voorzien van
een zegelafdruk van 6 cent, en die aan de
postkantoren met 1 cent verhooging ver
krijgbaar zijn. Hel is een flink royaal for
maat enveloppe van zeer goede kwaliteit.
Practischer zijn echter de postbladen,
waarvan ik hieronder een verkleinde repro
ductie geef.
PCSTBLAD
3'
i HiiiiHiiinii iiininiiiitiiiinTitiiiiiiiiiiiïiiiiiiiil^
De hierboven staande teekening is die van
een post blad. waarvan het formaat is
13x20 c.M. het ie voorzien van een perfo
ratie rand geheel rondom met blad; deze is
over het geheel gegomd. Door het formaat
zijn ze practischer omdat men er meer op
kan schrijven, dan op een briefkaart, en
ten tweede kan men het sluiten, wait na
tuurlijk met een briefkaart niet gaat Ze
zijn gemaakt in den tijd dat het poettarief
nog 71/* cent bedroeg, thans zijn zij voor
zien van een 6 cents opdru'k in groot
cijfertype, zooals de courseerende 31 op
22Va. Deze postbladen worden zeer veel ge
bruikt door reizigers enz.
Voorts kan men. en hiervan wordt door
groote firma's zeer veel gebruik gemaakt,
enveloppen, reeds voorzien van adressen,
afgeven aan de postkantoren, waar zij dan
automatisch voorzien worden van een
zegelafdruk, tegelijkertijd met het kantoor
stempel. waarvan wij hieronder eenige re
producties geven. Deze afstempelingen be
staan in diverse waarden.
AnlmarHt 16
CREMATIE
4762
Zlin. indien de immigratie-wetten
Gok t ^aar ^een matiging in had-
ïat at n ^an ^^erri^9 tot een
Bi a v ^rand-Rapids veel handenar-
I iw' c"l moeten worden door het eerste
e geslacht Steketee, Joustra en
Corre?pondentie, betrekking hebbende op
deze rubnek, adresseere men aan de reda:ne
or-der motto „postzege'jrubriek".
Poststukken en afstempelingen
in ons vorig artikel hebben wg dus afge
sproken dat wg alle zegels, zouden bewaren,
die wg kunnen krggen, maar dat wjj voor
or.ze verzameling datgene zouden gebruiken,
waarop wij ons gaan specialisetxen. Nu zgn
er nog verzamelaars die ook gebeele bukken
bewaren, dit is ook heel aaraig, maar heeft
ook vele bezwaren. Er zjjn in ons land, even
als in het buitenland, talrijke plaatsen waar
brzendere poststempels worden gebruikt. Ik
schreef hierboven reeds, er zgn bezwaren
aan verbonden ,en dat zijn n.L deze:
Ten eerst'1 krijgt men ze, evenals de zegels,
nooit comi -t, ten tweede nemen zjj zeer
veel plaat ru.mte in. Enkele ,b.v. afstempe
lingen op brieven ver^ond'm. per luchtpost,
of die welke b.v. voor eenige dagen geleden
gebrnikt werden bij de „Herstelconferentie"
in 's-Hage zullen wel eenige waarde krijgen,
maar verder is de waarde van deze geheele
stukken gelb'k aan die, van gewone, goede
gebruikte zegels. Nu zijn er ook verzame-
Briefstnkken zonder zegel of
zegelafdruk.
Warmeer men een brief ontvangt, die
n-mhtelijk verzonden is, dus door het Rijk erf
de Gemeente, zijn deze ongefrankeerd. Op
de enveloppe komt dan echter, benevens het
gewone poststempel, voor een aanduiding:
Dienst, Departement van Rmnenlandsc-he
Zaken en Landbouw.
Bijzondere afstempelingen.
Onder de bijzondere afstempelingen noe
men wij allereerst die. welke zijn verzonden
per luchtpost, b.v. Luchtvaart Amsterdam
Batavia, per Graf Zeppelin en-z.
Maar er zijn ook nog afstempelingen, die
voor speciale gelegenheden worden gebruikt,
b.v. „Bezoekt de Nenyto 26 Mei—15 Sept.
Rotterdam", „Draagt bij! Steunt de leniging
van den watersnood"; „IXe Olympiade Am
sterdam 1928"; „Tegen de tuberculose! Em-
mabloem-collecte in April"; „Koopt thans
weldadigheidezegels voor het kind"; Koopt
hoden Blue Band, versch gekarnd".
Naast al deze bijzondere afstempelingen
zijn er ook vele die men dagelijks ziet, b.v.:
„Voorschoten - lage belasting - aange
naam wonen"; „Gouda - Groote kaas- en
varkensmaikl - Bezoekt Donderdags de
Goudsche markt"; „Bodegraven, markt voor
volvette Gouda-kaas - Markt für volvetten
Gouda Kase": „Postzegels - rechts boren in
dr-n hoék! Vlugger verzending"; „Adressen
volledig met straat en nummer", enz.
Zoo is er verscheidenheid genoeg; wil
men nu deze afstempelingen bewaren, pro
beer dan deze te krijgen op briefkaarten
mot zegelafdruk, die zijn toch waardeloos en
op deze wijze vormen zij een geheel aparte
verzameling. De enveloppe met gewone
poetzegels bewaart gij maar, dan zal ik n
de volgende maal vertellen, hoe wij die
zegels moeten behandelen.
In een volgend artikel hoop ik de tech
nische vervaardiging van postzegels te be
handelen.
Correspondentie.
J. S., Leiden Zendt uw zegels maar op.
met vermelding waf u er voor terug wenscht
te ontvangen
Uw andere vraag vindt u hierboven be
antwoord
PHILATELIST.
RECLAME.
Vf IJNHARDT's
Zenuw-iabletteo 75 ct
Laxeer-iabletteo 60 ct
1 oafd pijn-labletten. 60 ct
Bij \potH. en üroCTisien.
3122
VAN EEN GROOT KAN.
Een uur uit Pasteur's leven.
„Historische figuren" zijn niet altijd vor
sten of vorstinnen, politici of vechtgeneraals.
De historie brengt óók naar den voorgrond
mannen en vrouwen, die in de verborgen
heid werkten aan een taak, die buiten den
troon, de parlementen en het slagveld, werk
ten voor heel de wereld. Hun arbeid, de ge
zegende, stuwt hen, zonder dat zij dit wen-
schen, naar de openbaarheid en de geschie
denis 9chrijft hun namen op de bladzijden,
waar de onsterfelijken eeuwig blijven
leven.
Het was mijn bedoeling om, juist in tegen
stelling met de mannen van den strijd, thans
iets te geven uit het weldoende leven van
een man van den vrede, van den arbeid,
die heelt en zegent: van Pasteur. Niet zijn
loopbaan, niet zijn wetenschappelijke Ver
diensten; ik zou het niet kunnen, maar
een korten blik op den grooten mensch
Pasteur- zou ik den lezers wenschen te geven.
Willen zij, de lezers van Tijperen leeftijd,
met mij hun oude herinneringen nproopen
en zich verplaatsen in de jaren 1880'90?
Toen liep er door de bladen een bericht van
een ontdekking, een groote ontdekking, ge
daan door een Franschen geleerde. een
ontdekking zóó groot, dat, mocht zij in de
gevolgen houden, wat hij er rich van be
loofde. zij voor de door zoovele plagen ge
teisterde menschheid van niet te overschat
ten waarde zou zijn. Het bericht stond in
verhand met het volgende voorval:
Een kleinen Elzaeser jongen was door een
dollen hond aangevallen, versehrikkelijk ge
beten, en dc Parijsche geleerde, Louis
Pasteur, die door zijn scheikundige studiën,
zijn onderzoekingen betreffende organische
verbindingen, ontleding van stoffen, de
ziekte der zijdewormen, de werking der ver
giften, reeds een grooten naam had, zou op
hem een serum tegen hondsdolheid hebben
beproefd en hem hefcben gene2en.
Dergelijke berichten hebben we sedert
18Ö0 over nieuwe uitvindingen herhaaldelijk
kunnen lezen en het ging ons dan als toen:
we vernamen de blijde tijding, hoopten er
het beste van, doch konden niet terstond
het gevolg vermoeden, dat de nieuwo uit
vinding zou hebben.
Zoo geschiedde ook bij de eerste kennis
neming van Pasteur's genezing van den jon
gen Joseph Meistor. Doch al zeer spoedig
nam de groote werkelijkheid met haar rijken
genezingsoogst de algemeene aandacht ge
vangen en nog geen jaar daarna was
Pasteur's genezingsmethode len opzichte
van de gevolgen van besmetting met gif van
dolle honden en wolven een zaak, waarover
iedereen sprak.
Zij had in ons land geen algemeene sym
pathie. Er werd kritiek gehoord ik meen
zelfs in de Tweede Kamer. Dat prikkelde mij
en „ik trok de stoute schoenen aan en be
zocht Pastour in zijn eenvoudige, houlen
barak aan de rue d'Ulm te Parijs. Ik woonde
toen vlak in de buurt van het gebouwtje,
waar hij zijn inspuitingen en observation
deed. Van dat bezoek deed ik verslag in een
Nederlandsch dagblad. Ik heb het artikel
niet meer: wij. dagbladschrijvers, zijn zel
den collectioneurs van eigen werk. Maar uit
oude herinnering kan ik mededeelen, dat ik
den geleerden ontdeker een sympathieke,
rustigen, welwillenden grijsaard rond van
ruim zestig jaar. die met enkele woorden
den loop der geneesmethode verklaarde en
mij toestond getuige te zijn van de behan
deling. die ettelijke personen, waaronder
eenige door dolle wolven gebeten Arabieren,
moesten ondergaan Die Arabieren hadden
mij reeds meermalen geboeid. Zij kwamen
langs vóór het openingsuur der deuren van
het geïmproviseerde hospilaal aan hurkten
neder, steunden het hoofd op één hand en
keken met hun groote, als steenkool glan
zende oogen onafgebroken naar de lucht.
Ze bleven onbeweeglijk, trokken zich niets
aan van wat om hen heen geschiedde, en
hadden ze een zeer langen tijd aldus ge
zeten, dan veranderden zij van hand. waar
op het hoofd rustte en vielen terug in de
onbeweeglijkheid van een oogenblik te
voren.
Pasteur heeft hen niet allen kunnen red
den. Sommigen waren te laat gekomen,
hadden te lang met htt gif in hun bloed
rondgeloopen en stierven een smartelijken
dood. Fk herinner me. dat jn die dagen de
bekende kanselredenaar Père Hvacinthe
(Loyson was zijn burgerlijke naam; in
Frankrijk en ook in Holland, waar hij Lal
van conferenties hield, was hij eigenlijk
alleen bekend als Père Hyacinlhe) een groot
oratorisch effect trok uit het feit, dat een
dier Arabieren in den verschrikkelijken
doodstrijd zich tot de gebedshouding trachtte
te dwingen, bad en daarna zijn gezin den
omstanders aanbeval. Père Hyacinlhe. ver
ontrust door het ongeloof, dat hij in de
Fransche hoofdstad om zich heen ontwaar
de, maakte een vergelijking tusschen den
Parijzenaar en dien Mohamedaan, een
vergelijking, die ten gunste van laatst
genoemde uitviel.
Dat i9 ruim veertig jaar geleden. En zie,
in onze dagen is de naam weer opgeduikeld
van het Elzasser jongetje, van Joseph
Meieter. Want men heeft ontdekt dat zijn
moeder nog leeft evenals de zoon zelf Zijn
moeder, die nu een zeer bejaarde vrouw is
met grijze haren en bij haar dochter te St
Martin in het Weilertal woont, heeft eertijds
een groote daad gedaan, een daad van ge
loofsvertrouwen, geloof en vertrouwen in de
wetenschap van den grooten Pasteur, die,
zij wa9 er van overtuigd haar kind zou ge
nezen Zij. de eerste uit het groote publiek,
deed eeD beroep op de nieuwe uitvinding;
haar zoon was besmet door het vreeselijke
gif der hondsdolheid Welnu. Pasteur moesl
hero behandelen
Dat oude moedertje, dat in het mooie berg
dorpje als madame Meister rustigjes haar
levensavond ziet voorbijgaan, he<jlt nog eens
gesproken van dien ouden tijd. toen zij en
haar man een bakkerij te Steize hadden De
zoon was toen zeven jaar oud en in staat
allerlei kleine diensten te bewijzen aan de
ouders Hij was een te waardeeren hulpje,
in weerwil van zijn leeftijd Zoo moe9t hij
eiken dag voor vader een liter bier halen,
waarvoor hij dan een kan medenam.
Op den dag, dat hij gebeten werd, ont
moette hij onderweg den hond van een
koopman in specerijen, Theodoor Vonney,
Hij kende hot dier heel goed en had er dik
wijls mee gespeeld. Maar dien dag was er
iets niet in den haak met den viervoeter.
Pas had het dier den jongen ontdekt of het
vloog op hem aan, wierp hem omver en
bracht hem veertien bijt-wonden toe Het
dier had alle kenteekenen van dolheid Nie
mand durfde hulp bieden en allen lieten den
kleinen stumper alleen. Gelukkig kwam een
metselaar, die een ijzeren stang droeg, bij
dc plek. waar de hond raasde Hij sloeg het
dier, totdat het het kind losliet. En de kleine
kinderen zijn soms zoo ongelooflijk held
haftig, zonder zich er van bewust te zijn
ging eerst nog zijn liter bier halen dat
was hem immers opgedragen? en sleepte
zich daarna naar huis Vader ging met
•hem naar een dokter, die de wonden uit
wiesen, een bedenkelijk gezicht trok en
sprak over Pasteur's nieuwe uitvinding. De
ouders beraadslaagden samen en den vol
genden morgen toog moeder Meister met den
kleinen Joseph naar Parijs.
„Wij pakten den trein in St. Dié", vertelt
madame Meister. „De metselaar, die den
hond genoodzaakt had. mijn jongen los te
laten, was óók gebeten Hij begeleidde ons.
Aan het station werd veel over de zaak ge
praat en de menschen vertelden ons, dat
Pasteur al heel wat goeds gedaan had in zijn
leven. Dat bemoedigde ons."
Dan komt verder het verhaal der lotge
vallen, waarvan de bijzonderheden haarfijn
worden verteld. Saamgevat komen ze op het
volgende neer:
Na aankomst te Parijs werd eerst een
broer van Madame Meister bezocht. Die was
politie-agent Dan gaat het gezamenlijk
naar een apotheek, want de man van de
politie heeft nooit van Pasteur gehoord Hij
/s voor de orde op straat, niet voor de
wetenschap. Maar de wetenschap zelf schiet
ook te kort. In de apotheek is Pasteur een
onbekende. En hel is steeds hetzelfde in
apotheek na apotheek luidt het eentonig:
„Pasteur? ...Pasteur? connais pasl"
„Pasteur? Niet bekend!"
Maar de man van de politie is daar
voor is hij politie-agent en Parijzenaar
een practisch man. Hij neemt het drietal
mee naar een ziekenhuis en verkrijgt, dat
het onmiddellijk bij den geneesheer-direc
teur wordt toegelaten. Van dezen vernemen
zij, dat Pasteur niet te Parijs was, doch dat
in het Hópital Cochin zijn adres bekend is.
Het hospitaal is ver weg, maar het wordt
bereikt Het blijkt dat Pasteur terug is ge
komen. Zijn adres is rue dTJlm No 14.
Pasteur zat met zijn gezin aan tafel,
nan het „avondeten", zooals Madame
Meister het diner betitelt. Maar hij etaat
dadelijk op, begint met de bezoekers to
praten, ondervraagt; hen nauwkeurig
Dan, opeens:
,,U heeft zeker nog niet gegeten V'
„Neen, we zijn sedert vanmorgen vroeg
op stap."
Dan wordt er in de keuken voor het
viertal gedekt en opgediend. Dadelijk nn
het eten een onderzoek naar den toestand
der twee gebetenen. De wond van den
metselaar beteekent niet veel. Doch de
kleine Meister is er anders aan toe, erger,
bedenkelijk zelfs Onmiddellijk wordt dr.
Roux, Pasteur's assistent, ontboden. De
twee geleerden gaan met de grootste nauw
keurigheid alles na en het eind van het
lied is, dat de Meister's te Parijs zullen
blijven. „Het zal lang duren", zeide Pas
teur, „en ge moet u maar het noodige
voor een verblijf van een paar weken aan
schaffen."
En nu even dit kleine huishoudelijke
toon ©eitje:
De politieagent is weer naar zijn dienst
gegaan. Pasteur en dr. Roux, begeleid
door de Elzassers, gaan samen de straat
op, doen inkoopen, dragen zelf de pakjes;
„met den besten wil der wereld kon ik zo
niet uit hun banden krijgen", vertek Ma
dame Meister. En een uur later zijn ze ge
ïnstalleerd in het laboratorium, dat toen
nog in de rue Vauguelin was. Een afzon
derlijke kameT wordt voor de Meister'p
gereed gemaakt, waar zij veertien dagen
zullen blijvende echte, groote weten
schap toonde zich hier in haar grootschen
eenvoud.
Na die veertien dagen moren zij naar
huis terugkecren. Zii, de moeder, twiifeldo
niet aan de genezing. Zij zag tot Pasteur
op als tot een godheid. En die trodheid
was haar zou nabij: om de twee daeen
kwam er een brW van hom voor den klei-
nen jongen.. Dien kleinen joneen had
Pasteur lief gekregen Hii had hem aan
den dood betwist en behouden. ,.Tk draag"
zoo schrüft de groot© weldoener def
mensrbheid, ,.het beeld van dit lieve kind
in mno hart: gedirrende lange weken was
het voor mii een voorwerp van heel groote
zorg.
Pit Wnd i« nu een mnn en heeft vi"n lot
verbonden aan de stiëhtïne van den ge
leerde. di» zün leven redde Wie het Tn«ti-
tnut-Pastenr te Per fis bezoekt, zei al» nor-
tier eon flinken Flza^eeT zien' Pat is .Tri*
seph Meister. Pasteur's gmote overwinning
in den nanvae? van zijn strijd tegen het
gif der dolheid.
A. J BOTHENIUS BROUWER.