CACHET™ Ie strafzaak tegen Salomon Liebermann ynu mi irFAIVRE DE KANG-HE VAAS. 70sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 20 Januari 1930 Derde Blad No. 21425 De behandeling in hooger beroep voortgezet. DRAlSltlA-vANVALKEhBURQ'S*' 9 A m LEVERT Ry DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLA ASEN EN TRIJNTJE HOOFDPIJN ZENUWPIJNEN RHEUMATIEK FEUILLETON. Zaterdag zetten het Amsterdamsche Ge- :htshof de behandeling in hooger beroep foort van de 9trafzaak tegen Salomon Lie- Hermann. Gehooid werd thans allereerst getuige mr j Loonsteyn. die zijn bekende verklaring Jmtrent de onderteekening als commissaris Kan de Yeendammer van het zg. kassiers- jontract aflegde. Mr. L. van Gigch Jrop wiens kantoor hij destijds medewerker waj, leelde hem mede. dat hij betrokken was bij ►en hypotheekbank die gesaneerd moest a-orden. De bedoeling van mr. Comperls en ïem was volgens mr. Van Gigch. om, als Ie bank in orde was als commissaris op te reden, maar dat zij als zoodanig niet naar builen wilden optreden. Hij vroeg hierop of retuige bereid was om tijdelijk als commis saris op te treden. De bedoeling was. dat hij als strooman fungeerde en handelde op aanwijzingen van mr. Van Gich. Getuige heeft hierop nadere inlichtingen verzocht. Mr. Van Gicgh kreeg toen den indruk, dat ij de zaak en règle vond. „Als er schandaal ran zou komen, zou mij dat ook treffen", zei mr. Van Gicgh. Getuige heeft den vol genden dag 15 Juni 1927 in hotel Weimar te Rotterdam het „kassierscontracl" mede geleekend. Er waren daarop een paar renvoyen aangebracht, die hij mede onder tekende. maar de inhoud waarvan hij zich niet herinnert, 't Ging alles zeer gauw in lijn werk. Naar Amsterdam terugkeerend. heeft ge tuige nauwkeurig kennis genomen van den öoor^lag van het „kassierscontract". Hij kreeg toen spijt van zijn onderteekening en maakte den volgenden dag zijn bezwaren aan mr. Van Gicgh kenbaar, zeggende de verantwoordelijkheid niet te kunnen dragen Deze zeide ..Good, we zullen een anderen commissaris benoemen. Liebermann verklaarde desgevraagd het ..kassierscontract" te hebben ontworpen. Mr. Van Gigch goot het in een juridischen vorm. De renvoyen zijn van hem. Liebermann af komstig. Mr. Jolles maakte Liebermann er opmerk, zaam op, dat het een kijk op zijn mentaliteit geeft, dat hij de beide contracten in zijn zak stak, in plaats van het eene contract aan Möhring als directeur van de Veen- dammer ter hand te stellen. Vervolgens werd het verhoor van getuige A, C. Möhring voortgezet. Ter sprake kwam o.a het mogelijke ver band. dat er bestaat tusschen de belooning van f 5000, die hem door Liebermann was toegezegd, en de Veendammer. Getuige Möhring zei, dat er geen enkel verband bestond, laat staan dal er verband bestond tusschen de toegezegde foelooning en het kas9ierscontract President mr. Jolles, tot Liebermann: Waarom beloofde u die f. 5000? Als mr. Duys een opmerking maakt zegt mr. Jolles: Ik vraag het aan Liebermann. Ik kan niet toestaan, dat u telkens tus9chen- beide komt. Beloofde verdachte die f. 5000 aan Möhring voor diensten, die Möhring aan de Veendammer bewees, ja of neen? Liebermann: Alleen als de zaak slaagde. Mr. Jolles: Dus in verband met de over neming van de Veendammer Mr Duys: Moet die f. 5000 welke aan Möhring beloofd werd, gezien worden als eèn belooning voor het ten laste gelegde misdrijf? Getuige Möhring- Er is geen enkel ver- RECLAME. V LEEUWARDEN 15U3 I band tusschen de Veendammer en de f. 5000, laat staan tusschen de onderteeke ning op 15 Juni 1927 van het kassiers contract. Mr. Jolles: Toen u de belooning werd toe gezegd. stond toen al vast. dat u directeur van de Veendammer zou worden? Get. Möhring: Toen de eerste maal over de belooning van f. 5000 werd gesproken, was er geen enkele aanwijzing dat ik di recteur zou worden. Mr Duys verzoekt dit te noluleeren. Mr. Jolles: Maak u niet ongerust, de dingen worden opgeschreven Mr. Duys: Ik maak wij wel degelijk on gerust! A's mr. Duys weer in de advocaten bank plaats genomen heeft en een opmerking maakt tot een achter hem zittend confrère, zegt mr. Jolles: „Als u liever wilt uitschei den. zegt u 't dan. Mr. Duys: Ik heb zeer groote bewondering voor uw serieuse behandeling van de zaak, maar ik ach He uw gevolgtrekking niet juist en merkte op, „ik kan evengoed uit scheiden." Air. Jolles: Al9 u wilt uilscheiden, scheidt u maar uit! Vervolgens werden de overdrachten van de activa der Veendammer door den nieuw- benoemden directeur Möhring behandeld Getuige Möhring verklaarde het geld en de effecten aan Liebermnan te hebben ter hand gesteld om in het belang der Veen dammer zaken te doen Mr. Jolles: Deed u dit op grond van het kassierscontracl? Get. Möhring: Ja. Mr. Jolles: Én u had van het kassiers contract niet eens een exemplaar. Kende u het kassierscontract zoo goed. dat u op uw geheugen kon handelen? Get. Möhring: Er bestond zoo'n groot ver trouwen tusschen on9. Mr. Jolles: Er waren plannen om iets groots van de Veendammer te maken Vono 11 daarin een reden om alles wat de Veen dammer los en vast had aan Liebermann te geven? Ik vind 't verschrikkelijk wat u gedaan hebt. Get. Möhring- Ik stelde zooveel ver trouwen in Liebermann Mr. Jolles: Hebt u wel eens er aan ge dacht, dal er ook pandbriefhouders waren? Get Möhring: Ik beschouwde de be langen van de Veendammer als safe. Getuige J. J. Woilman Jr. zegt dat Lieber mann na afloop van de vergadering van 25 Januari 1927 zei: „Nou komen de centen". Onmiddellijk ging hij toen naast hem, getuige, zitten. Hij wist, zei getuige, wel degelijk wat er gebeurde. Mr. Jolles, tot Liebermann- Direct na de akte hebt u de centen meegenomen! Lieberbann- Ik heb in de advocaten ver trouwd: Mr. Duys, lol getuige Möhring Waren de Atlas-plannen serieus? Get. Möhring: Ongetwijfeld! Mr. Duys- Op grond waarvan? Get. Möhring: Ik had over de Atlas-plan nen reeds zooveel gehoord, lang voor 25 Juni 1927. Reeds in 1919 heb ik een concept prospectus ervan gezien. Mr. Jolles: Wist u iels van hel particulier vermogen van Liebermann? Gel. Möhring: Ik wist, dat hij over een groot kapitaal beschikte, maar hoe groot dit was, was mij niet bekend. Vervolgens werd de aflossing van de hy potheek behandeld De president constateer de dat er door de aflossingen voortdurend kasgeld gemaakt werd. Dit ging dan naar de Disconlobank en hel geld van de Disconto- bank ging weer naar Liebermann. Opge merkt werd'o.a.. dat nog op 1 October 1927, (oen de boel reeds was overgedaan aan Paar denkooper, nog bijna één millioen werd ge stort bij de Disconlobank. Getuige Möhring wees er op, dat dit ge schiedde met medeweten van Paardenkoo- per, terwijl mr. Duys deed uitkomen, dat men partijen in deze niet tegenover elkaar 183. Ook werden de pinguins niet ver-ge ten. op wie men heerlijk had getoerd, ze werden döor den dikken scheeps kok, met stukken zoutevisch gevoerd. „Hiei jongens", zei fideel de scheepskok, „van harte is 't je gegund, ik wed, dat jullie in de Poolstreek nooit zoo iets lekkers vinden kunt." 184, In de kajuit gingen ze zitten, wanner dan boven op het dek. „IH kreeg", zei Trijntje, „van het vliegen, een stevige koude in mijn nek". „Drink een glaasje wijn", zei de stuurman, „dan heb je van de kou geen last „Geef mij maai", zei Trijntje, „als 't er is, een lekker glaasje warme kwast." moet stellen, daar de doelstelling van allen gericht was om te komen tot de verwezen lijking der andere groote plannen. Raadsheer mr. Meilink gaf te verstaan, dat de overeenkomst met Paardenkooper dan ni-et noodig was geweest. Op vragen van mr. Duys antwoordde ge tuige Möhring. da thij van mr. Van Gigch be richt ontving, dat er afgelost moest worden, maar dat hij het vanzelfsprekend vond. dal mr. Van Gigch handelde nam-ens Lieber mann. Bij het stellen van de vragen plaatste mr. Duys de opmerking, dat het hem ge troffen heeft, dat verscheidene quilantics van mr. Van Gigch op den dag van dc af lossing der hypotheken of daags daarna zijn gedateerd. Na de pauze werd als getuige gehoord do heer A. Smits, die in 1925 en 1926 accoun tant der Veendammer was. Hij verklaarde ook thans bezwaren te hebben geopperd te gen de onttrekking van de activa aan de Veendammer zonder dat daartegenover te genwaarde stond. Hij legde zich tenslclte neer bij hel contract waarbij genoegen ge nomen werd met een vordering op de Dis- contobank, en teekende de paraaT. hoewel hij het contract niet had gelezen. Hij ver klaarde dit te hebben gedaan omda! hij zoo'n groot vertrouwen had in de twee ad vocaten mrs. Schürmann en Van Gigch Als honorarium voor zijn bemoeiingen ont ving getuige 25 obligaties Centrale Bank, die hij tegen 70 pet. heeft kunnen verzil veren. Mr. Duys: Was bevriend met mr. Van Gigch? Get. Smits: Neen, wij kenden elkander wel, maar meer niet. Mr. Duys: Ik bedoel hiermede, dal de zaak een heel ander aspect krijgt, wanneer waar is wat de heer Van Gigch schrijft: ik ben zeer bevriend met Smits en Woltman. Dan zouden wij deze figuur krijgen, dat mr, Schürmann en mr. Van Gigch voor beide partijen onderhandelden en u de tusschen- persoon was. Get. Smits: Ik ben met mr. Van Gigch nooit bevriend geweest. Ik heb zelfs op 28 Mei 1927, evenals getuige Woltman. ruzie gehad met mr. Van Gigch en wel zoodanig, dat ik gezegd heb: ik wil niet met mr. Van Gigch confereer'en. Wij groetten elkaar nau welijks als wij elkaar tegenkwamen. Mr. Jolles: Het was een zakenrelatie. Is het niet zoo. dat u de trait d'union was tus schen Woltman en mr. Van Gigch? Get. Smits: Ik zou wel eens willen welen, welken datum de brief draagt. Mr. Duys: 4 Juni 1927 Get. Smits: In Mei 1927 hebben wij groote ruzie gehad. Mr. Duys: Wanneer men bijv. de balans van 1926 van de Veendammer neemt, krijgt men dan een eerlijk, juist beeld van den toe stand der maatschappij? Was de balans eerlijk? Gel. Smits: Zeker 1 Mr Duys: Hoe komt het dan. dal mr. Van Xierop meent, dat. alles geflatteerd is? Dat bijv. het verliessa'ido f. 280.000 was. ter wijl het f. 326.000 had moeten luiden? Gei. Smits: Dat komt. omdat mr. Van iNierop uitgaat hiervan, dat de hypotheek rente betaald moet zijn. Naar aanleiding van verdere verklaringen van getuige Smits citeerde mr. Duys uit een schrijven van mr. Schürmann tc Parijs, dd. 4 November 1929, dat Woltman hem, in bij zijn van getuige Smits, verzekerde, dat de aandeelen van de Veendammer de waarde vertegenwoordigden en goed waren en dat hij, mr. Schürmann, nooit geweten heeft, dat dc Beleggingsmaatschappij Noord-Holland c.-n stroppen-maatschappij was. Adv.-gen. mr. baron van Harinxma thoe Slooten: Het papier is geduldig! Mr. Jolles: Is bij de berekening van den koopprijs der aandeelen wel eens ter sprake gekomen dat er muziek in zat. omdat de pandbrieven zoo laag waren? Get. Smits: Ik herinner het mij niet. Hierna werd als getuige gehoord de heer A. van der Toorn Jr., reeder te Schevenin- gen. De7» getuige werd in 1923 of 1924 aan deelhouder der Disconto-bank, waarvan ver dachte directeur cn de feitelijke leider was; wel is waar besprak verdachte veel met hem, getuige, doch verdachte deed niettemin wat hij wilde Getuige weet, dat Sedeyn onderhandelin gen voerde over het koopen van de aandee len der Veendammer, doch dit geschiedde op verzoek van den verdachte Liebermann, niet op verzoek van hem, getuige. Daarna zijn onderhandelingen gevoerd om de Veendammer door de Discontobank te doen overnemen en onder te brengen in een nieuw op te richten hypotheekbank, de At las. Getuige is daar echter niet in gekend. Hij teekende als borg het „kassiersconlract", na vooraf met Liebermann te hebben afge sproken, dat deze niels zou doen zonder hem te kennen. Vervolgens heeft Liebermann hem mede gedeeld, dat het „Kassierscontract" was ver vallen en dat de Veendammer elders was verkocht. Getuige heeft toen zijn handteeke- ning teruggevraagd en de borgtocht is gean nuleerd. Andere borgtochten heeft getuige volgens zijn verklaring niet geleekend. Als Liebermann zegt. dat hij een garantie teekende, dat hij bereid was. de aandeelen voor eigen rekening te nemen, dan is dat volgens getuige niet zoo. Getuige verklaarde slechts bij één gelegen heid 8 A 9 borgtochten voor 300 aandeelen Scheepsverband te hebben geleekend. Vol gens Liebermann waren het wel 40 stukken, die getuige teekende. Op een vraag van mr. Duys verklaarde getuige Van der Toom, dat hij Liebermann een jaar of tien kende en hem altijd als een eerlijk persoon te hebben beschouwd. De borgtocht waarvan getuiges handteeke- ning werd afgescheurd, was volgens getuige geteekend op 11 Juni 1927. Als mr. Kokosky nader op een tweeden borgtocht dien ge tuige Van der Toorn zou hebben geteekend, ingaat, merkt mr. Jolles op: die borgtocht maakt op mij niet den minsten indruk, want een borgtocht krijgt, pas waarde als hij in handen van de crediteuren komt. maar deze borgtocht is nooit in handen van crediteuren geweest. Op vragen van mr. Duys gaf getuige Van der Toorn niet (oe, dat hij destijds rijk was, terwijl hij ontkende als commissaris van de Disconlobank iets te hebben gedaan, met de goede (rouw in strijd. Morgen wordt de behandeling voortgezet. RECLAME. Lijdt niet langer Bedenkt dat een enkel een oogenblikkelijk geneesmiddel is voor KOORTS OF GRIEP Onschadelijk voor het organisme Doosjes can 12 Cachets In Apotheken en DrogisterijenK 9010 töl het Engelsch door J. S. FLITSCHER Geautoriseerde vertaling door v. d. W. 16) En de overigen nu ik geloof niet, dat roijn keukenmeid, linnenmeid of mijn werk meiden of de knecht of de tuinlieden of mijn chauffeur, een van allen iets zouden begee- r?n, wat volgens hen niets anders is dan een sierpot en een paar kleine steenen Poppetjes ■X weet nooit hoe een eenvoudig iemand van nut kan zijn voor een handigen en ge- "J\relenloozen misdadiger, mevrouw", viel Lherry in de rede. „En er is een ding, waar- Un u in verband met deze zaak zeker kunt zijn. Dit is geen gewone diefstal! Maar hoe ook kunt u mij een aflevering geven van ?es Circle, waarin het artikel en de lotos zijn opgenomen?" Juffrouw Ellingham gaf de aflevering en daarna gingen wij heen. Toen wij hel erf ^erlaten hadden, zag hij hel opschrift in en iachte cynisch. „Ben. Nu zou je op het eerste gezicht den- 'en, dat dit een verstandige vrouw is en ongetwijfeld is zij dat ook naar haar eigen inzicht. Maar zij is buitengewoon onnoozel zeer onnoozel Zij weet dat de Oosterlin- f» vee' waarde hechten aan dat Kang-he k5n. maakt zij haar bezit van een afk ij- hekend zie eens hier, zie die eeldingen! Foto's van de vaas! Foto's van het kaslje met de deur open. zoodal de vaas ie zien is! Een foto van de salon, die nauw keurig de plaats van het bureau aangeeft! Alles pasklaar voor den dief! hij had niet anders te doen. dan zijn handen op het ding te leggen!" Hij verliet mij plotseling aan het einde van de laan en ging naar zijn kamers, steeds mopperend op juffrouw Ellingham. 's Avonds laat. toen Keziah en ik van plan waren om naar bed te gaan, kwam hij plot seling binnen en viel in een stoel neer. „Juffrouw Heckitt!" zeide hij. ,,U mag het mij niet weigeren, want ik zal goed voor hem zorgen. Ik wilde, dat Ben morgenoch tend met mij naar Londen ging." HOOFDSTUK IX. Een mannsje van alles. Ofschoon ik achttien jaren was en mij zelf niet weinig voelde, beschouwde ik toch al tijd mijn zuster als het hoofd van het gezin en toen Cherry zijn voorstel deed. keek ik naar haar als een kleine jongen kijkt naar een strengen schoolmeester, wien plotseling een vrije dag wordt gevraagd Inwendig beefde ik want Keziah's altijd streng gezicht werd buitengewoon somber. „Londen!' riep zij uil. „Hij? En waar voor, mijnheer? Wat een idee!" „Daarvoor zijn redenen, mevrouw Ik wil niet zeggen staatkundige redenen, ofschoon ze bijna van dien aard zijn. Maar rede nen! Politieredenen als u wilt." „Ik wil ni°t, dal Ben wordt beirokken ir. politiezaken ïk heb er niets op tegen, dat hij er eens met u op uit gaat u is in bur- gerkleeren en ziet er uit als een heer en u lijkt mij eeD fatsoenlijk jongmensch. Maar als er sprake is van uniformen „Ben zal niet in contact komen met uni formen, mevrouw. Ik wilde hem gaarne morgen medenemen op een uilstapje en ik zal hem u Zondagavond weer gezond en veilig afleveren. Ik heb hem noodig!" ..En waarvoor toch? Vertel u mij dal eens." „Als u dal wilt weten, hij kan mij van nut zijn om die oom van u, mijnheer Krevin. op te sporen. Hij zou hem kunnen indentificee- ren Laat hem meegaan. Hoe eerder het ge heim van mijnheer Krevin is opgehelderd, hoe beter voor iedereen, u inbegrepen, me vrouw. En het kost u niets." „Laat mij meegaan .Keziah!" pleitte ik. „O, je bent natuurlijk dadelijk klaar orn te gaan. daar ben ik zeker van. Maar als je 9terk genoeg bent om door Londen te slente ren. ben je ook sterk genoeg om te beginnen met de advocalerij bij mijnheer Philbrick dat is beter dan deugnieten als Joseph Kre vin na te loopen. En u waarschuwt zoo wei nig tijd vooraf!" ging zij voort tot Cherry. „Hoe denkt u. dat ik alles voor hem kan klaar krijgen om morgenochtend zoo'n reis te maken?" „Zoo'n reis zestig mijlen! God beware ons, mevrouw! Hij gaat niet naar de Noord pool 1 Klaarmaken? Wal is er voor hem klaar te maken? Niets, zou ik denken!' „Isdat alles, wat u komt zeggen? Ik moet zijn beste kleeren klaar ieggen en ze luch ten hij heeft ze sinds zijn ziekte niet aan gehad. En het is al over tienen en u deed beter met héén te gaan. dan heb ik gelegen heid om alles klaar te maken." „Kom aan hel station om kwart voor ne gen, Ben zeide Cherry „Ik zal go&d voor hem zorgen, juffrouw Heckitt en goeden nacht!" Keziah mompelde een antwoord zij was reeds bezig om de laden open en dicht te schuiven van een kleerenkast. waarin onze beste kleeren in lavendel en kamfer wareD geborgen. Zij hing mijn Zondagsche pak en schoon linnen op een rek bij de kachel, en den volgenden morgen, toen zij haastig afscheid van mijn nam. was ik keu rig uitgedoscht. „En denk er om, dal je niet verdwaalt in de straten van Londen!" riep zij mij achter na. „En als je oom Joseph ziet Voor het eerst van haar leven bleef Keziah in haar woorden steken, zij schudde mis moedig met het hoofd, wuifde met haar hand. ging naar binnen en sloot de deur Het was werkelijk geen ondankbaarheid, dal zij onmiddellijk uit mijn gedachten was. want om de waarheid te zeggen, was ik vervuld van de ons wachtende avonturen. Cherry had een armvol couranten, toen ik hem aan het station ontmoette en hij hield zich gedurende onze reis van twee uren bezig die te lezen; daarna gaf hij ze stuk voor stuk aan mij. Elke courant was vol van onze zaak. en tot mijn verwonde ring zag ik. dat de diefstal van de Kang-he vaas reeds was vermeld. Wel is waar werd daarover niet veel geschreven, des (e meer echter over den moord op Cousins en haar bijzonder griezelig karakter; voorts vele be schouwingen en gissingen Ik merkte op, dal ik niet had verwacht, dal er zooveel over was geschreven en hij lachte. „Het ziin altijd die personen die zich ver diept hebben in een zaak. die er het minst van weten. Ben De buitenstaanders zien veel meer. Dit is een vette hap voor al die couranlenmenschen er zit meters copy voor hen in. En zie nu eens hoe zij daarover theorieën opbouwen, bespiegelingen maken en vermoedens wekken dat helpt alle maal. De pers is een waardevolle assisten tie voor de politie; ik heb gevallen gekend waarbij een slimme, jonge verslaggever beter werk deed dan een geschoolde detective En dat brengt mij in herinnering, dat twee mijner vrienden mij zouden afhalen aan London Bridge, fk moet hen even vertrou welijk spreken maar dat zal niet lang duren." De beide vrienden wachtten ons volgens afspraak De een was een jonge man van Cherry's leeftijd, de ander iemand van mid delbaren leeftijd, beiden zagen er heel ge woon uit. In plaats van het uiterlijk te heb ben van wakkere, pittige, scherp-kijkende personen, zooals ik mij altijd detectives had voorgesteld, leken ze mij opmerkelijk onver schillig onbewogen En toen wij naar do restauraliezaa! wandelden, praatten z:j eenig9zins verveeld over hel weder en oudste merkte op dat. als er niet spoedig r gen kwam, zijn moestuin in Golders Green een mislukking zou worden, hetgeen hij a s de meest noodlottige ramp scheen te be schouwen fn de restaurat ezaa' lie! Cherry mij een glas port geven hij ging met ziin collega's naar een rustig gedeollp van d? bar. Ik sloeg hen nauwkeurig gade en be merkte dal zij vol aandacht naar de mede- deelingen van Cherrv luisterden De twee vrienden gingen daarna heen en keken we der even onbewogen en onverschillig „Een deel der zaken is afgedaan Ben Ga nu mede naar de eetzaal en daarna gaan wij aan het werk welk succes wij ook ma gen hebben!" (Wordt vervolgdV

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9