DE KANG-HE VAAS. 70sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 16 Januari 1930 Derde Blad No. 21422 GEMEENTEZAKEN. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. KERK- EN Sn*W M-nnws BINNENLAND. FEUILLETON. PLAATSELIJKE SCHOOLCOMMISSIE. De Plaatselijke Schoolcommissie dient volgende aanbevelingen in voor 5 plaatsen: Vacature-Mej. H. J Doove: 1. Mej. H. J. Doove; 2. Mej. W. P. Wijtenhurg. Vacature-J. M. Mazurel 1. J. M. Mazurel; 2. J. A. W. van K'luyve. Vacature-P. Brouwer: 1. P. Brouwer; 2. A. J. Anes Vacature-H. II. Maas: 1. Dr. G. O E. Lignac; 2. Dr. C. de Jong. Vacature-J. P. Mulder: 1. Lourens Bosch; 2. H. Filippo W.Fzn. VERHURING. B. en W. stellen voor: I. het perceel teelland op het Raamland, kadastraal bekend gemeente Leiden. Sectie M, No. 4321 (ged.) groot 0.77.60 H.A., tegen den prijs van f. 60 in totaal per jaar voor den tijd van 5 jaren, te rekenen met ingang van 1 Januari 1930, te verhuren aan de Vereeniging School- en Werktuinen onder de bestaande, m.m. gewijzigde, voorwaar den II. de perceelen teelland ten Noorden van den l/a-ge-Rijndij'k, kadastraal bekend ge meente Leiden, Sectie N, Nis 203 (ged.), 211 (ged.) en 787 (ged.), te zamen groot 3.14.75 H.A., tegen den prijs van f. 175 per H.A. en per jaar. of f. 550.81 in totaal per jaar, voor den tijd van 3 jaren, te rekenen met ingang van 1 Januari 1930, te verhuren aan de Vereeniging tot aanleg en onderhouden van volkstuinen „Ons Genoegen", onder de hier bij overgelegde voorwaarden; III. het perceel tuinland met bollenschuur en bovenwoning ten Zuiden van den Haag- weg. kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie O. Nis 671, 672 en 738, te zamen groot 3.41.45 H.A tegen den prijs van f. 1707,25 in totaal per jaar, voor den tijd van 3 jaren, te rekenen met ingang van 1 Januari 1930, te verhuren aan de N.V. Sajetfabrieken P. Glos en Leembruggen, onder de bestaande voorwaarden; IV. onder de bestaande, m. m gewijzigde voorwaarden voor den tijd van één jaar, te rekenen met ingang van 1 Januari 1930, te verhuren a. aan J. Meijer, te Leiden, de perceelen weiland in den Maredijkschen polder, ka dastraal bekend gemeente Leiden, sectie P, Nis 1355 en 75 (ged.) te zamen groot pl.m. 419.03 H.A., voor den prijs van f. 180 per H.A. en per jaar, of f. 754,25 in totaal per jaar; b. aan A. van Varik, te Oegstgeest, de perceelen teelland aan den Leidsche-Straat- weg, kadastraal bekend gemeente Oegst- geest, sectie E, No. 2536 (ged.). groot 4.26.23 HA., voor den pri}9 van f.650 in totaal per jaar; c. aan C. L. van Velzen, te Leiden, de perceelen weiland op het Raamland. ka dastraal bekend gemeente Leiden. Sectie M. Xis 4225 en 868. Ie zamen groot 1.62 41 H.A.. voor den prijs van f. 140 per H A. en per jaar. of f. 227,37 in totaal per jaar; d. aan M. Bol. te Leiden, de perceelen weiland in den Stadspolder, kadastraal be kend gemeente Leiden, sectie N. Nis 132. 138 (ged.), 137, 146. 145, 128. 129 en 147. Ie zamen groot pl.m. 6.30.67 H.A voor den prijs van f. 1200 in totaal per jaar; e. aan J. de Graaf Wzn., te Leiderdorp, de perceelen weiland in den Stadspolder. kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie N, Nis 138 (ged.), 139, 144, 143 en 148. te zamen groot pl.m. 4.07.72 H.Avoor den prijs van f. 700 in totaal per jaar; f. aan F. Wervelman, te Leiden, de per ceelen teelland ten Noorden van den La ge- Rijndijk. kadastraal bekend gemeente Lei den, sectie N, Nis 203 (ged.) ,201 en 202, en sectie K, No. 592, te zamen groot pl.m. I.85.000 H.A., voor den prijs van f. 325 in totaal per jaar; g. aan P. Glasbergen, te Rijnsburg. de perceelen teelland ten Noorden van den Lage -Rijndijk, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie N. Nis 209 (ged.) 213 (ged.), 214, 215 (ged.), 216 (ged.) en 218 (ged). Ie zamen groot pl.m. 0.45.00 H.A., voor den prijs van f. 152 88 per H A. en per jaar, of f 68 80 in totaal per jaar; h. aan W. Bink en N. Bink. te Leiden, de perceelen teelland in de Waard, kadastraal bekend gemeente Leiden. Sectie N, Nis 333 tot en met 336. te zamen groot 1.68.44 H.A., voor den prijs van f. 675 in totaal per jaar; i. aan J C. de Graaf, te Leiden, de per ceelen weiland in den Cronesteijnpolder, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie M. Nis 3995 (ged.). 3996 (ged.) en 4003. te zamen groot pl.m. 1.65 20 H.A.. voor den prijs van f 175 per H.A. en per jaar. of f. 289.10 in totaal per jaar; j. aan .T. Roeloffs. te Leiden, de perceelen r weiland in den Stadspolder. kadastraal be kend gein. Leiden. Sectie K. Nis 34 (ged.) en 35 (ged.) te zamen groot pl.m. 2.30 00 H.A., voor den prijs van f. 175 per H A. en per jaar. of f. 402.50 in totaal per jaar; k. aan F. A. M. Dieben. te Leiden, de be weiding van het Schuttersveld, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie L Xis 330 en 338. te zamen groot pl.m 5.12.16 H.A., voor den prijs van f. 250 in totaal per jaar. GEMEENTEREKENING 1928. De Commissie van Financiën deelt mede, dat bij haar geen bezwaar beslaat tegen voorloopige vaststelling van de rekening van ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1928 en geeft mitsdien in over weging daartoe te besluiten. VOORSTELLEN BIJ DE BEGROOTING. Motie van den heer Van Eek. De Raad spreekt dc wenschelijkheid uit, dat voorlaan ook in Leiden het houden van optochten met muziek en banieren op Zon dagnamiddag als regel zal worden toege staan. Voorstel van den heer Van E-ck. De Raad besluit B en W. Ie verzoeken de wenschelijkheid Ie onderzoeken om ook in Leiden in navolging van Amsterdam in te stellen een centralen dienst voor de le vensmiddelenvoorziening. Voorstel van den heer Van Eek. De Raad besluit: le dat artikel I van de Regeling betref fende de tarieven voor de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electricileit aldus worde gewijzigd: De prijs van het gas te Leiden wordt, ter keuze van den verbruiker bepaald naar een der volgende tarieven: tarief a: voor de verbruikers, die het gas over de gewonen meter betrekken, 8 cent per M3.voor de munlgasverbruikers 9 cent per M3; tarief b: le voor iederen verbruikten M3 voor de verbruikers, die het gas over de ge wonen meier betrekken, 6V2 cent, voor de munlgasverbruikers 71/* cent; 2e bovendien een vast recht per maand van f. 0.75; dit recht is ook verschuldigd, indien geen gas wordt verbruikt; tarief c: le voor iederen verbruikten M3 vóór de verbruikers, die het gas over den ge wonen meter betrekken 44/a cent, voor de munlgasverbruikers öVs cent; 2e bovendien een vast recht per maand van f. 3.50. dit recht is ook verschuldigd, in dien geen gas wordt verbruikt. lie dat de in deze regeling vastgestelde tarieven zullen gelden voor het gas verbruikt na de meteropneming over de maand Ja nuari 1930. Voorstel van den heer Van Eek. De Raad besluit het aantal opcenten, dat van de vermogensbelasting wordt geheven, te brengen van 15 op 50. Voorstel van den heer Van Eek. De Raad zich in beginsel uitsprekend voor de invoering van de medezeggenschap voor het gemeentepersoneel. besluit B en W. le verzoeken een onderzoek in te stellen, op welke wijze deze medezeggenschap zou moe ten worden geregeld om hare invoering dienstbaar te maken aan de bevordering van de belangen der gemeente-bedrijven en -diensten.. 177. Eindelijk keerden zij weder naar waar hun komst werd verbeid. Toen Jan Klaasen kwam aangevlogen, was iedereen verblijd. „O, mijn Jan" riep Trijntje juichend, zwaaiende met den klomp van Jan, „eindelijk ben je weer bij me, blij, dat 'k je omhelzen kan." 178. Toen Jan verteld had van zijn tochten, over bergen, in felle kou, zeide Trijntje, die had geluisterd: „dat zij zoo n tocht wel maken wou" En ook d'anéeren wilden mede, zoekend naar een avontuur. En ze gingen verheugd door liet luchtruim, al was hel nog zoo koud en guur. Voorstel van Mevr. BraggaarDe Does. Ondergeteekende stelt voor, de Schoolkin dervoeding ook gedurende de vacanties te verstrekken. Voorstel van Mevr. BraggaarDe Does. Ondergeteekende stelt voor. bij de post Schoolkindervoeding cn -kleeding. schoenen te verstrekken in plaats van klompen, en de daarbij behoorende reparaiie. Voorstel van Mevr. BraggaarDe Does. Ondergeteekende stelt voor, inplaats van een, twee gedelegeerden aan de vereeniging tot verbetering van het lot der blinden toe le voegen, met adviseerende stem. Voorstel van Mevr. BraggaarDe Does en den heer Van Stralen. Gndergeteckenden stellen den Raad voor te besluiten lot oprichting van een gemeen telijk Tehuis voor Ouden van Dagen. Voorstel van den heer Schüller. Ondergeteekende stelt voor. dat de onder houdswerken in den regel in eigen beheer zullen worden uitgevoerd. PREDIKBEURTEN VOOR HEDEN. LIESE. Geref Gem. Nam. 7 uur. leesdienst. VOOR VRIJDAG 17 JANUARI. Ned. Prol. Bond Nam. 8 uur, ds. P. D. Tjclsma van Leiden. LISSE. C.hr Geref. Gem.: Nam 7 uur, ds. W Bij- leveld van Haarlem. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Hillegersberg (2e pred. pl.): H. F. Fortvens le Voorschoten. Te Denekamp: J. Mortier te Zalk (O). Aangenomen (toez) naar Oosterwierum (Fr.) ds. G. Smit te Makkum. GEREF KERKEN. Beroepen- Te Zevenbergen: Chr. W. J Teeuwen. cand. te Leiden. Tweetal: Te Bruinisse: J. W Eggink le Willemstad, en E. H. Woldring te Kolhorn Bedankt voor Leens ds. H. J .Hoek le Gaast. EVANG. LUTH. GEM. Aangenomen naar Harlingen; mr. D. G Hoevers, voorganger afd. Ned. Prot. bond le Beilen. CHR GEREF KERK. Beroepen: Te Rotterdam-Centrum: S. v. d. Molen te Lisse. De Indische begrooting voor 1930. DE VOORBEREIDING IS ONBEVREDIGEND. Hoe zal de richting van het regeerings- beleid zijn? Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de Indische begrooting voor lboO is het volgende ontleend: Vele leden achtten de voorbereiding van de behandeling der Indische begrooting niet bevredigend. Sedert de inwerkingtreding van de tegenwoordige wet op de staatsin richting is de vorm, waarin de begrooting aan de Slaten-Generaal wordt aangeboden, met meer dan een geraamte. In verband hiermede werd o.m. gevraagd, hoe de mi nister denkt over het denkbeeld van de in stelling van een vaste commissie voor kolo niale aangelegenheden uit de Kamer, waar mede de minister geregeld voeling zou kun nen houden en waarmede o.m. door hem zal kunnen worden overlegd hoe het beste die punten betreffende indic, die van alge meen belang worden geacht, onder de aan dacht van de Kamer kunnen worden ge bracht. Verscheidene leden gaven uiting aan hun teleurstelling over het wederoptreden van den minister. Zij meenden, dat Indiü juist op dit tijdstip een andere leiding noo- dig heeft dan van dezen minister kan wor den verwacht. Andere leden verklaarden echter den nieuwen bewindsman met ver trouwen te hebben zien optreden. Het beleid van den gouverneur-generaal kon verscheidene leden niet bevredigen. Het getuigt naar hun meening niet van daadkracht, maar van weifeling en aarze ling op verschillend gebied. De meening werd geuit, dat de G.-G in zijn goede voornemens wordt tegengewerkt door zijn reactionnaire adviseurs, terwijl hij vermoe delijk ook den invloed ondergaat van de uiterste reactionnaire Europeesche pers en gemeente, waarin het optreden van den huidigen minister geen verbetering zal brengen. Andere leden meenden even eens, dat het beleid van den G.-G. te zwak en weifelend is en dat daarin te veel de vaste lijn ontbreekt. Overigens merkten zij op, dat er geen grond is voor de beschuldi ging dat deze G.-G. eenzijdig de belangen van een bepaalde groep of partij zou voor staan. Bij alle verschil van meening omtrent de wenschelijkheid van verschillende maat regelen was men vrij algemeen van gevoe len, dat het ten aanzien van Indië te volgen staatkundig beleid gericht moet zijn op bevordering van de geestelijke en mate- rieele ontwikteling van Ned.-Indië. Men zou echter gaarne een duidelijke uiteenzet ting ontvangen van de politiek, die de re- geenng op economisch cn staatkundig ge bied in de eerstvolgende jaren denkt te olgen. Zal, zoo werd gevraagd, de door de re geering te voeren koloniale politiek in de eerstvolgende jaren gaan in de richting van de denkbeelden door den heer Colijn ont vouwd in zijn bekende publicaties en in zijn onlangs in de Eerste Kamer bij de behandeling van de vorige Indische begroo ting gehouden rede, of zal het regeerings- beleid zich richten naar dc beginselen, welke door prof. Steger werden aangegeven in zijn bij diezelfde gelegenheid gehouden rede? Vele leden waren van oordeel, dat de ontwikkeling van de staatkundige verhou dingen moet leiden tot meer zelfstandig heid van Ned.-Jndië. Groot verschil van meening bestond echter over de vraag op welke wijze deze ontwikkeling zal moeten worden bevorderd en ten aanzien van de vraag of gestreefd moet worden naar een algemeene opheffing- in de toekomst van den staatkundigen band tusschen Neder land en Indië. Gevraagd werd of de minister thans na dere mededeelingen kan doen met betrek king tot de bestuurshervorming in Indië In het bijzonder zou men nader wenschen te worden ingelicht over de indeeling iD ge westen van Sumatra in verband met de bestuurshervorming. Het optreden van de regeering tegenover de inlandsche beweging, gaf uit den aard der zaak aanleiding tot zeer verschillende beschouwingen Verscheidene leden wa ren van oordeel, dat de regeering in Indië aan de volksbeweging en de vakactie ern- slige en ongewenschte belemmeringen in den weg legt. Zij meenen, dat de regeering tegen de inheemsche volksbeweging te streng optreedt en spraken de hoop uit. dat van het voorstellen van bepalingen tot bestrijding van het revolutionnaire gevaar zou worden afgezien, terwijl zij voorts aan drongen op opheffing van het Boven-Digoel- kamp. Van andere zijde Werd daartegen opge merkt, dat de regeering tegen de inheem sche volksbeweging niet te streng optreedt. Met de maatregelen, waartoe de regeering ter verzekering van de orde en rust ge meend heeft te moeten overgaan, konden deze leden zich zeer goed vereenigen. Ver scheidene hunner drongen aan op een kloek en krachtig beleid en merkten op, dat daaraan wel iets scheen te hebben ontbro- I ken. Wat de financieele aangelegenheden be treft. zagen verscheidene leden in deze be grooting de inleiding van een nieuwe pe riode van strenge bezuiniging en verwaar lozing van vitale volksbelangen. Naar i verluidt heeft de minister bij den G.-G. op Uit het Engelsch door J. S. FLITSCHER Geautoriseerde vertaling door v. d. W. 13) Op weg naar huis reden wij door dc dorps straat naar de garage, waar Cherry de auto gehuurd had. Toen wij het huis van Veller voorbijkwamen werden wij door verschillen de stemmen aangeroepen en Veller, gevolgd door Pepita Marigold en Bryce Ellingham kwamen aanhollen, alle drie in hoogst opge wonden toestand. Pepita en Bryce waren niet in staat een woord uit te brengen. „Deze twee", riep Veller uit. daarbij wij zende op Pepita en Bryce, „hebben iets ont dekt. Het kan wat met dit zaakje te maken hebben en misschien ook niet. Zij kwamen direct naar mij toe." „Zeker i9 het een ontdekking van groot gewicht", riep Bryce uit. „Wij zochten u daarom, mijnheer Cherry en daar u er op uit was. zijn wij naar Veller gegaan, omdat in die dingen spoed gewenscht is, niet waar? Kijk nu eens hier als dit nu geen aanwij zing is, zooals jullie dat noemen, dan zou ik wel eens willen weten, wat dan wel een aan wijzing is." Hij hield zijn hand op en loen wij daarop een gouden munt, met een gat er in, waar- aaDvten van Gen was vastge- ken k°n een u^roeP niet onderdruk- „Van oom Joseph", fluisterde ik dicht bij Cherry 9 oor. Noch Bryce, noch Pepita sche nen dat precies te hooren, maar Cherry be greep onmiddellijk wat ik meende en wrist de aandacht daarvan voor een oogenblik af le leiden Hij nam de munt in zijn hand en on derzocht die nauwkeurig. ..Een Amerikaansche lien-dollar stuk", zeide hij. „Hm. een mooie munt ook. En waar heb je dat gevonden'" ..Dat gebeurde zoo; juffrouw Marigold en ik wandelden langs de voet der rotsen daar bij Fliman's End. Er is daar een soort van nis, zoo iets als een kelder. Ik vond die munt daarin tusschen zeewier." „Zag het er naar uit, alsof die munt daar lang gelegen had?" viel Cherry in de rede. „Lag er zand of iets anders op." „Neen ze zag er juist uit zooals nu. Het leek mij of iemand haar pas had laten val len en dat zij gevallen of gerold was tus schen het zeewier. Maar dat is nog niet alles. Er zijn voetstaopen in die nis, dat moet u zeker gaan zien. Ze zijn van een man en van een grooten kerel ook En zij leiden recht over het zand, het is daar vast, wit zand en het zijn daarop dc eenigste sporen. Wij hebben niet gekeken waarheen zij lie pen. Neen, we gingen haastig terug om u te zoeken en daar u er niet meer was zijn we naar Veller gegaan „We zullen met z'n allen daar kijken", zeide Cherry. Hij keek naar Veller en vroeg: „hóe dicht kunnen wij met den wagen ko men bij dat punt?" „Tot het einde van de laan. langs ons huis. kunnen wij rijden", riep ik uit „Stap maar in ik zal den chauffeur den weg wijzen." De vier anderen gingen in den wagen ik zette mij naast den chauffeur Op een ge geven oogenblik boog Cherry zijn hoofd over het lage scherm en vroeg dicht aan mij.n oor: „i9 het zeker, dat die munt van je oom is?" „Zoo zeker als wat. Zij viel mij bijzonder op; zij hing aan zijn horlogeketting." Hij knikte en sprak nog zachter. „Uitste kend! spreek er echter niet over als wij uitstappen", fluisterde hij. y De wagen bracht ons lot op een kwart mijl van Fliman's End. Nadat wij waren uit gestapt liepen wij over een veld en toen wij aan het strand kwamen volgden wij de kust lot bij de rotsen. Er waren verschillende grotten of nissen in die rotsen; de grot waar heen Bryce ons bracht lag op het Westen, uit de opening had men een ruim uitzicht langs de bochtige kust lot Kingshaven ir. de wazige verte. En binnen in die grot lagen verschillende hoopen drijfhout en zeewier, daarin gespoeld door de krachtige winden, die dikwijls van den Atlanlischen Oceaan in het Kanaal bliezen. „Daar heb ik de munt opgeraapt!" riep Bryce uit. wijzende naar een hoop zeewier achter in de grot. „Precies daar! En kijk nu eens naar die voetsporen. Er zijn er een massa hier in de grot en ziet u wel, zij gaan in een rechte lijn <&arheen." Cherry keek rond en scheen een idee fe krijgen „Blijf jullie allen staan, waar je bent", zeide hij „laat mij even rond gaan kijken." Hij keerde terug op den weg, dien wij ge komen waren en ging daarna over een kor ten afstand wepr op zijn schreden terug ver volgens voegde hij zich weer bij Veller en mij. „De voetstappen zijn daar duidelijk ge noeg" zeide hij „Ze zijn van een zwar°n man met groote voelen, die hier is gekomen ongeveer langs denzelfden weg als wij van het einde van de laan over het veld. Dit echter interesseerd mij niet bijzonder wat ik wel gaarne wenschte te weten is, waar zij heen gaan". Hij wees naar de voetstappen, die van af de grot westwaarts liepen en terwijl hij er bij óns allen op aandrong om ter zijde daar van te loopen. begonnen wij met ze zee waarts te volgen, liet zand was wit. droog en vast. zoodat de sporen zeer duidelijk wa ren De man. die ze gemaakt had was blijk baar rechtstreeks met een bepaald doel naar een bepaald punt gegaan „Waar is de hoog-water lijn?" vroeg Cherry plotseling. Veller wees een weinig vooruit. „U zult zien waar die is. zoodra we komen op de plaats, waar het zand een andere kleur krijgt", antwoordde hij. „Op dit oogenblik ongeveer op de helft van het slrand." „Precies en we zullen zien. dat dia sporen hier plotseling eindigen", merkte Cherry op. „De man, die hier langs kwam is meegenomen in een boot, die volgens af spraak op dit punt kwam. Kijk. daar ein digen zij." Hij knikte bevestigend naar een streep op het strand, die kenbaar was door hoopjes wier en allerlei rommel; dat was de hoog water lijn. „Ja. dat is het', merkte Cherry op. ,.Ik be grijp het nu hij kwam hier aan en wachtte hier op de boot nu. lalen wij nog eens in de grot gaan kijken" Wij gingen terug en keken daarin nog eens rond. Plotseling had ik het voorrecht iets le vinden; gelukkig was dat op een oogenblik. dat Bryce, Pepila en Veller aan het eene einde der grot waren en Cherry en ik nan de andere zijde Bij het zeewier en drijfhout dat in de hoeken lag vond ik al lerlei afval mensrhen uit Kingshaven kwamen dikwijls langs de kust. picnickten daar en lieten verschillende dingen, zooals couranten, flesschen en zoo voort, achter. Ik vond daarbij een flesch, die zeker niet kwam uit Kingshaven en liet die aan Cherry zien. „Weer een aanwijzing", riep ik uit. „Dit belioorde ook aan oom Joseph 1" Cherry keek ongeloovig. „De eene flesch heeft veel van een andere, Ben „Het is een gewone flesch. „En kijk eens naar het etiket!" „Dit is de flesch, die oom Joseph in zijn tasch had ik vertelde u, dat ik haar op zijn verzoek daaruit haalde toen hij flauw viel nadat wij hem van den moord verteld hadden. Let oen9 op den eigenaardigen naam op het etiket daardoor herinner ik het mij." „Ik zie het", zeide Cherry. „Zonderlings namen, dat is zeker, Zetterquist en Vander- pant, handelaren in wijn en sterke dranken, St. Georgestreet E. Ja. dat komt hier niet vandaan Wij beginnen nu een beetje op de hoogte te komen van de gelegenheden, die oom Joseph bezocht. Hij heeft iets uit ta staan met Crippe. die handelaar i9 in scheepsartikelen in Old Gravel Lane en hij koopt zijn sterken drank in St. George street, daar dicht bij. Wij zullen daar een onderzoek moeten instellen. Maar intus- schen Hij gaf mij een wenk, stak de flesch in een zak van zijn overjas en zeide, terwijl hij naar de anderen slapte, dat wij terug zouden gaan. Op weg naar den wagen ver maande hij Bryce Ellingham en Pepita te zwijgen over hetgeen gevonden was en be loofde hun, dat als de tijd daar was om dat bekend Ie maken, zij dan de volle eer zou den hebben. Hij zond hen met Veller in den wagen weg; hij en ik wandelden door de laan naar huis. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9