05te Jaargang Donderdag 16 Januari 1930 No. 3
SAAIE SAAI.
OP SCHAATSEN NAAR OMA
Naar het Engelscli van AL WYNNE.
Vrij bewerkt door
G. E. de Lille Hogerwaard.
,,'t Ta een koopje, vrecselijk vervelend!"
•opperde Jaap Vonk. terwijl hij den brief,
ien hij gelezen had. opvouwde en in een
vervollen zak propte ..Verbeeld je. dat ik
Saaie Sam" in de vacantie mee naar hui»
loet brengen I Hij 2al naturlijk onze beele
icantie bederven".
..Saaie Sam?" herhaalde Hans van Meer-
?n ongeloovig. ..Hoe ter wereld komen je
«der» er bij ..Saaie Sam" uit te noodigen?"
Terwijl Jaap een «luk toffee uit zijn aft-
gen zak te voorschijn haalde, legde hij
ijn vriend de zaak uil.
..Dat zit zoo", zei hij ..Sam's ouders wo-
len in Amerika en zijn moeder kent de
«ine heel goed van vroeger Mevrouw Bar
er heeft over haar dierbaar zoontje, dat zijn
acanfie op school zou moeten doorbrengen,
aar huis geschreven en nu vindt mij moe-
er 't niet meer dan een staaltje van haar
licht, dal zfi Sam rnee vraagt Tk ben er
iets 'op gesteld en zou het veel prettiger
inden, als Moeder alleen jou en Tom ge
raagd had. We schieten samen be9t op
n hebben Saaie Sam" niet noodig in de
acantie We zien hem op school al meer
2n genoeg!"
Hans was het hiermede geheel eens,
r.sar wilde toch iets aanvoeren om zijn
rieM fo troosten.
„Ilij is eigenlijk nog zoo kwaad niet",
«on hij. ..maar 't is zoo'n saaie vent Hij
peelt geen cricket en geen voetbal en
chiint er zelfs liefdemaal niet van te hou-
en. Misschien bedankt hij wol voor de in-
ilatie".
„Wie weet!" zei Jaap iets hoopvoller. ,.lb
Al hem niet animeeren en 't zou een uit-
omst zijn. als hij bedankte".
Maar Sam bedankte niet.
De jongens kwamen bem tegen, terwijl
iii van één zijner eenzame zwerftochten
laar school terugkeerde Gretig nam hij
aan's uitnoodising aan en zei:
..Moeder schreef al over je moeder Zij
toren jeugdvriendinnen en ik zal het pret-
ig vinden haar te leeren kennen."
Jaap vond het niet noodig, hierop iets te
tfgen.
„We zullen hem maar zooveel mogelijk
ian zijn lot overlaten," zei hij later tegen
lans. ,,lk ben: tenminste niet van plan mij
>el zoo'n saaien vent bezig te houden Wie
peet. of hij met 't liefst met de meisjes en
un poppen speeft!"
En Jaap schopte nijdig tegen een steentje,
al hem eigenlijk heclemaal niet in den
*g lag.
Maar er was niets aan te doen. Sam had
k uitnood'cing aangenomen en do dag
raarop do jongens naar Bosch oord zoo
teite het buiten der familie Vonk zon
en gaan naderde met rassche schreden.
Zoo brak de morgen aan, waarop de vier
®gens op reis zouden gaan.
In den trein spraken Jaap, Hans en Tom
(de beide laatsten waren broertjes) druk
over cricket, voetbal en tennis. Hoewel Sam
er bij zat, mengde hij zich toch niet in het
gesprek. Hij scheen in het minst niet afge
schrikt door hun gepraat, keek het raampje
uit naar het landschap, dat zij voorbijkwam
men en was tevreden.
Vanaf het eerste ooeenblik. dat de jon
gens oo Boschoord aankwamen stond het
Jaan aWe^behabr» 7;TTI n^oe^er moer
notitie nam van Sam dan van Ha^s en Tom,
die toch zijn vrienden waren. Hij begreep
niet. wat zij in ..Saaie Sam" zag En de
meisies waren al proci-^s hetzelfde en wil
den hem niet saai vinden. Integendeel: ze
schoten best met herti op.
Het was prachtig weer en Jaap. Hans en
Tom speelden naar hartelust cricket en ten-
,nis. Er waren heel waf ionzens in de buurt,
aio ook aan sport deden en Jaap en de
befde andoren waren zóó verdiopE in liet
maken van allerlei plannen voor matches,
dat hol leek alsof zij Sam's bestaan heele-
rnaat vergaten.
Sam scheen zich echter hierover in het
mins! niet te bekommeren. Hij doolde op
zijn eentje door het bosch en over de hei
en genoot van de heerlijke natuur.
Op een middag kwamen de drie sport-
lievende jongens op hun fietsen thuis van
eon match, die in de buurt gehouden was
Plotseling roken zij duidelijk boschbrand.
..Boscbbrand!" riep Jaao verschrikt uit
..Waar zou 't zijn?" 'f Liikt wel of 't van
onzen kant komt! Vier jaar jp'ripn werd
ons huis ook bedreigd. Moeder zal bang zijn
'k Won dat Vad^r en wij niet allemaal uil
waren gegaan.
De jongens stoven nu op bun fietsen naar
huis en kwamen weldra tot de ontdekking,
dat er werkelijk een stuk bosch in brand
slond en de brand zich in de richting van
Boschoord uitbreidde. Zij moesten zelf9 een
eind omrijden om hel huis te bereiken, wil
den zij g<wnar Toonen met de vlammen
in aanraking lo komen
Op ac stoep troffen zij mevrouw Vonk
met de beide meisjes. Ankie en Beppie. aan
Zij hadden duizend angsten uitgestaan, dat
den jongens iets overkomen was of het
vuur hun den weg naar huis afgesneden
had.
„Kunnen we niet helpen mot het Amur te
blusschen?" vroeg Hans en het ontging
hem niet dat de zusjes van zijn vriend hem
bewonderend aankeken Hij was echter blij,
toen mevrouw Vonk zei:
..Wc moeten allemaal naar binnen gaan.
Ik heb de brandweer opgebeld en die kan
elk oogenblik hier zijn"
Mevrouw Vonk sprak rustig, maar Jaap
kende zijn moeder genoeg om te weten hoe
angstig zij was En daartoe was alle redenl
De wind wakkerde de vlammen aan. die
steeds meer het hui« naderden Als ze het
huis bereikten, zou dit onmiddellijk in lich
terlaaie staan.
„Fk wou. dat de brandweer kwam," zucht
te Ankie. ..De dienstboden zijn zoo vrecse
lijk bang. Mina is bezig haar goed tc pak
ken en Coba hcoft het op haar zenuwen ge
kregen
„Gelukkig, dat de jongens thuis zijn," zei
Beppie. „Moeder maakte zich over hen het
meest ongerust
„Waar is Sam?" vroeg Jaap plotseling.
„Ik heb heelemaal niet meer aan hem ge
dacht!"
Dat had niemand. Eigenlijk had mevrouw
Vonk in de veronderstelling verkeerd, dat
hij bij Jaap en de anderen was
Zij was opnieuw ongerust, toen zij hoorde,
dat niemand hem gezien had sinds Jan de
ioncen. die schoenen poetste en allerlei
kleine handreikngen deed, met de ongeluks-
tiidig gekomen was, dat het bosch in brand
stond.
„Maakt u zich maar niet ongerust, me
vrouw!" zei Tom lachend „Hij zal wel
naar zijn kamer gevlucht zijn. misschien
zelfs in den kelder. Zoodra de brand ge-
bluscht is. zal hij wel weer komen ondagen
..Natuurlijk!" stemde faap in. „Net iets
voor hem om in moei!ij*ke oogenblikken
door afwezigheid te schitteren
„Misschien zit hij verdiept in één van
zijn geh'pfde boeken." voegde Hans er aan
toe. ..en heeft hij zelfs niets geroken!"
Allen bchten want zelf* m buis drong
de benauwde brandlucht door zoodat men
begon tc hoesten en met de oogen te knippe
ren.
(Slot volgt).
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Van klipper-de-klip gaan de schaatsen,
We rijden naar Omaatje toe.
Op 't ijs lijkt de weg ons veel korter:
Wo worden van 't Tijden niet moe.
Met ferm-rt-ge? matige streken.
Zoo zwieren we over de gracht.
Ik denk heusch dat Oma voor 't venster
Al staat op den uitkijk en wacht.
Ziezoo! nog een hoek om! We zijn erl
Wc- hebben ons doel nu bereikt
En Omaatje staat al te v ui ven-
Op wie lieve Oma wel lijkt?
De Sneeuwkoningin uit het sprookje.
Met 't spierwitte, sneeuw'ge haar?
Van wie onze naaister vertelde?
Jc weet wel. die goedige Saar.
Nee. Nee! onze Oma is liever:
Haar hart is heel warm. niet van tja!
En Oma lijkt enkel op Oma,
Verwelkomend ons van de reis?