70ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 4 Januari 1930 Tweede Blad BINNENLAND. OOK DRESDEN KRIJGT Z UN WOLKENKRABBERS, al zijn ze er dan ook maar in bescheiden afmetingen ver geleken bij de enorme bouw werken in Amerika. Een der Dresden er exemplaren. ZOOALS MEN ZICH HERINNERT, heeft onlangs in het Witte Huis te Washington een felle brand gewoed, waar bij vele documenten een pr ooi der vlammen werden. HOLLANDSCHE VLIEGERS TE PRAAG. De twee K.L.M.-piloten Smirnoff( rechts) en Hondong (tweede van links) waren op hun weg naar Ned. Indië tengevolge van den storm genoodzaakt te Praag te dalen. Ze werden door de Tsjecho Sbowaaksche rucM- vaarder9 hartelijk ontvangen. NA DE ONTPLOFFINGSRAMP TE GRONINGEN. Gevaren voor het publiek op passagiers schepen. In hert; weekblad „De Binnenvaart" wijst de technisch redacteur, de heer Van Duu- ren, naar aanleiding van de ontploffingsramp te Groningen op de gevaren, die het publiek bedreigen. Omdat, zegt hg, het gebruik van ketels zoo buitengewoon gevaarlijk kan zijn, wanneer bet toezicht of de bediening aan on geschoold en achteloos personeel is op gedragen, heeft de wetgever zich met het toezicht op alle stoomtoestellen belast. Dit toezicht dateert reeds van 1824 af. Een staf van zeer bekwame technici, die over zeer groote ervaring beschikken, houden door het gfcheele land toezicht op alle ketels. Wanneer men bedenkt dat in ons tand niet minder da® 15.719 ketels in gebruik zijn, met een totaal verwarmd oppervlak van 163.746 M2., dan is het duidelijk, dat dit toezicht alleen nooit voldoende kan zijn. Ook het personeel, dat met de bediening *n het onderhoud van stoomketels belast is, moet volkomen voor zijn taak berekend zijn. Dat dit niet altijd het geval is, staat wel vast. Aan welke gevaren het publiek bloot staat blijkt we] uit het feit dat er in ons land volgens officieele gegevens 2028 stoomketels tij de binnenvaart in gebruik zijn, waarvan zeker het grootste doel (1800) bediend wordt door niet-gedip1oraeevd personeel. Onder de ve'e honderden -toom- en motor schepen, die zonder gediplomeerd personeel varen, zgn vele, zeer vele passagierssche pen, waarop vooral des zomers duizenden en duizenden menschen hun leven toevertrou wen. Het gevolg van dezen toestand is ge makkelijk in te zien. Men mag nog zoo waak- I zaam zijn, als men onvoldoende vakkennis heeft, dan staat men machteloos tegenover de natuurkrachten, die in ketel, machine en motor werkzaafci zijn. Het doet wel eigenaardig aan, dat dezelfde industrieel, die van zgn kantoorbediende eischt, dat hij een diploma als boekhouder heeft, op een binnenvaartuig, dat dikwijls hondearden passagiers en een heel kostbare lading vervoert, de eerste de beste of de slechtste kan neerzetten. De ramp te Groningen heeft op dezen toestand weer een fel licht geworpen. Men bedenke, dat deze sleepboot ook een binnenvaartuig bad kunnen zijn met "honderden passagiers aan boord. De schrijver besluit met het uitspreken van de hoop, dat de werkgevers en werk nemersorganisaties, allen, die voor do vei ligheid van ons personeel en het publiek te waken hebben en ook de volksvertegenwoor digers het groote gevaar zullen inzien en bij de regeering op verbetering van den toe stand zullen aandringen. Dat kan voor de binnenvaart en de land-machinisten evenals voor de marine-, de koopvaardij- en de loco- mot i efm ach i n- ten h^ diploma verplichtend te stellen. Het Onderwijsfonds voor de Bin nenvaart te Amsterdam heeft reed- den weg gewezen, heeft examens in geste1 d 70or ma chinist en schipper en de regeerng heeft daaraan haar goedkeuring gehecht door deze examen? te deen afnemen onder haar toe zicht. Laat de regeering thans een stap verder gaan en de diplomats verplichtend stellen. Althans voor alle schepen, die pas sagiers vervoeren. DE ZUIDERZEE-STEUNWET. Een wetsontwerp tot wijziging ingediend. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging der Zuiderzeesteimwet. Het beoogt het mogelijk te maken op doelmatige eD afdoende wijze tegemoet te komen in alle gevallen, waarin het aan vaarden van een nieuw bedrijf of werk zou worden belemmerd door moeilijkbeden, welke zich zouden kunnen voordoen, bij de liquidatie van het oude bedrijf, mede in verband met waardevermindering. Het zal mogelijk zijn, aan belangheb benden, die hun op de Zuiderzee gegrond visscherijbedrijf wenschen te hervormen tot een Noordzeevisscher ij bedrijf, toelagen te verieenen voor het geval deze belang hebbenden door middel van ingevolge de Zuiderzeesteimwet te verieenen credieten niet voldoende zouden kunnen worden ge holpen. Wat de nadere regeling van de waarde vermindering betreft, vertrouwt de minis ter, dat de belanghebbenden althans zij, die in staat en bereid zijn elders arbeid of bedrijf ter hand te nemen en die tot nu toe verlangend oaar vergoeding wegens waar vermindering hebben uitgezien, bij kennisneming van dit ontwerp tot de over tuiging zullen komen, dat thans veel doel matiger kan worden tegemoet gokomen dan door een vergoeding van waardeverminde ring, die met zich brengt al de bezwaren verbonden aan de vaststelling van deze waardevermindering. Van de zijde van belanghebbenden is meermalen verzociht de rente ad 5 pCt. te verlagen mede onder verwijzing naar de Landa-rbeiderswet, volgens welke voor- j schotten worden verstrekt tegen een rente van 4 pCt per jaar. Het wordt dan ook wenschelijk geacht, de mogelijkheid te ope nen, om voor 'bepaalde bedrijven, zooals bij voorbeeld landbouwbedrijven, ook inge volge de Zuiderzeesteimwet voorschotten tegen laigere rente dan thans te kunnen verstrekken Bij de vaststelling der bedragen der gel delijke tegemoetkomingen zal rekening worden gehouden met de bijzondere om standigheden van belanghebbenden. ARBEIDSOVEREENKOMST VAN KAPITEIN EN SCHEPELINGEN. De minister verdedigt zijn voorstel. Aan de Memorie van Antwoord op het Voorl. Verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot nieuwe wettelijke rege ling van de arbeidsovereenkomst van kapi- tem en schepelingen, is het volgende ont leend Volgens 6ommige leden der Vaste Com missie voor Privaat- en Strafrecht zou bij de behandeling der stof niet voldoende systematiek zijn betracht. Dit kan de mi nister van Justitie niet toegeven. Een ge heel zelfstandige regeling van de arbeids overeenkomst van schepelingen, in den geest als door sommige leden der Vaste Commissie ter sprake gebracht, is denk baar. De commissie-Molengraaff en met I haar dit ontweip heeft dezen weg echter niet ingeslagen- De methode toch ware niet zonder omslachtigheid geweest. De minister doet toezegging, dat, indien bij het vaststellen van»de maatregelen tot uitvoering van deze wet deskundigen uit het zeevaartbedrijf zullen moeten worden gehoord, daarbij ook aan de kleine vaart za! wordeD gedacht. Het in art. 414 bedoelde recht op vacan- tie wordt gegeven vooral met het oog op de schepelingen in vast verband. Dezelfde motieven, welke er toe leiden schepelingen ia vast verband aan te nemen, zullen te vens weerhouden van een ontslag alleen om geen vacantie te behoeven te geven. De geuite vrees deelt de minister niet. Hij heeft er geen bezwaar tegen, dat de mo gelijkheid wordt geopend om tweemaal vijf vrije dagen te geven in plaats van een maal zeven. Dat wordt in een nota van wijzigingen aangegeven. Art. 433 houdt er rekening mede, dat vaak wordt overeengekomen, dat het schip zal terugkeeren in een Nederlandsche ha ven zonder nadere aanduiding. Met het oog daarop zijn in het artikel Ara sterdam en Rotterdam genoemd. Echter is er gecu bezwaar tegen, in het artikel alsnog ecs voorziening te treffen voor het geval in de overeenkomst de Nederlandsche haven met name is genoemd en voor dat geval te be palen, dat de dienstbetrekking dan kan eindigen ter plaatse van waaruit die met name genoemde haven binnen vier en twin tig uur kan worden bereikt. Het artikel is daartoe gewijzigd. HET RIJK EN DE GEMEENTEN. Ingediend i.s een wetsontwerp, bevattende nadere wettelijke voorziening in verband met het in werking treden van de wet van 15 Juli 1929. Het tot stand komen van de wet tot wij ziging van de financieele verhouding tus- schen het Rijk en de gemeenten heeft d.1. de wenschelijkheid veroorzaakt, eenige for- meele wijzigingen aan te brengen in andere wetten. Ó.m. bevat het ontwerp een op voor stel van de Rijkscommissie voor de Gemean- tefinanciën opgenomen overgang-regeling ten aanzien van de viervoudige verhooging bij navordering van gemeentefonds belasting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 5