De Gemeente-Begrooting voor 1930. Het Sectieverslag en het antwoord van B. en W. mm Wie een dagelijksch middel wenscKl Ier opwekking en verkwikking, pepermun I niet missen FEUILLETON. DE SPIEGEL. Werkloosheid, steun en werkverschaffing. Een lid vraagt B. en W. meer aandacht te schenken aan de sociale taak en meent, dat, hoewel z.i. werkloosheidsbestrijding in de eerste plaats rijkszorg is, ook de gemeen ten tot taak hebben alles in het werk te stei- len de werkloosheid to doen verminderen. Weliswaar is de werkloosheid afnemende, doch de toestand is nog geenszins roos kleurig. Met betrekking tot de werkverruiming meent dit lid dat, dank zij het feit dat de huidige Wethouder voor Sociale Zaken van een goeden wil blijk geeft, door de gemeente wel iets gedaan is, doch niet genoeg. In dit verband wijst hij op eenige objecten, die voor werkverruiming in aanmerking komen. Zoo de demping Levendaal en Mare. Spre ker weet wel dat beide objecten aan den kapstok „uitbreidingsplan" zijn gehangen. Maar juist daarom wijst hij er op, omdat ook de vaststelling van het uitbreidingsplan te lang duurt. De rioleeringsplannen zijn reeds eenige jaren in uitvoering. Spreker acht het tempo van de uitvoering echter te langzaam. Het kan z. i. veel sneller. Voorts wordt ,,de Leidsche Hout" door hem besproken. Z. i. kunnen veel meer ar beiders aldaar te weik worden gesteld. Het terrein is groot genoeg. Hij wil dan ook van het batig saldo een flink bedrag voor den Leidschen Hout beschikbaar stellen. Ook is door B. en W. in uitzicht gesteld dat de Veemarktplanncn spoedig tegemoet zouden kunnen worden gezien. Hij. heeft tot nu toe niets naders vernomen, hoewel het werk ook naar zijn oordeel urgent is. Over de regularisatie in het schfldeTsbe- drijf zijn de organisaties nog niet geheel te vreden. Ten aanzien van de kasuitkeering aan werkloozen bepleit dit lid de toekenning van een bijslag op die kasuitkeeringen, welke van sommige bonden b.v. van den Landarbeidersbond te laag zijn. Met betrekking lot de werkloozenonder- steuning constateert dit lid. dat hoewel ver hooging gewenscht blijft, de ondersteuning in Leiden geleidelijk aangekomen is tot het peil van andere steden. Er dient z. i. gewaakt te worden tegen elke poging tot verslechte ring. In dit verband wijst hij ten slotte nog 00 de onbillijk werkende wachltijdregeling, die vooral bij de organisaties veel verzet uil- oefent. Een ander lid meende, dat in de eerste plaats moet worden gestreefd naar de vesti ging hier ter stede van nieuwe industrieën, welke, in tegenstelling met werkverschaffing en werkverruiming, lot een blijvende uit breiding van werkgelegenheid leidt; het aan tal weYkloozen en daarmede het bedrag, dat aan steunverleening moet worden besteed, zal daardoor verminderen. B. en W. zeggen, dat zij alles doen om de werkloosheid te verminderen, speciaal door^ werkverruiming. Wij wijzen slechts op de centrale rioleeringsrwerken, waarbij zulk een groot aantal arbeiders werk vond, dat aan aanvragen om grondwerkers door de Ar beidsbeurs niet kon worden voldaan. Bo vendien vonden vele arbeiders werk bij het uitvoeren van slootdempingen, bij riolee- rings- en bestratingswerken op terreinen om en nabij Zuiderzicht. Nieuwbouw bij de Lichlfabrieken verschafte eveneens veel werk. Ook particulieren doden vele groole wer ken uitvoeren, hetgeen, evenals de aanlag van den Leidschen Hout, in belangrijke mate tot vermindering van de werkloosheid in deze gemeente heeft bijgedragen. In de toe komst zullen arbeidskrachten gevorderd worden voor de verbreeding van de Mare- singelgracht bij de Gasfabriek en voor de andere openbare werken, die in voorberei ding zijn. Werkverschaffing wij herhalen het is echter in de gemeente Leiden moeilijk in praktijk te bTengcn; op werkverruiming moet daarom steeds meer het oog gericht zijn. En wat de omvormingscursussen betreft, deze worden opgericht, wanneer de be hoefte zich daaraan doet gevoelen. Op dit gebied is onze gemeente de toonaangevend.-» in Nederland. Aan al degenen, die voor steun in aanmerking komen, is de gemeente ech ter niet in staat arbeid te bieden. Verheugend is intusschen het verschijnsel, dat, niette genstaande de koude wintermaanden, de steun aanmerkelijk is gedaald. Op hetgeen te berde is gebracht met be trekking tot hel bevorderen van de vestiging van de nieuwe industrieën hier ter stede meenen wij thans niet nader te moeten in gaan. nu deze aangelegenheid ingevolge een aangenomen voorstel van den heer Mandeis commissoriaal is gemaakt. De aanleg van den Leidschen Hout heeft gedurende Tuim een jaar aan gemiddeld een 40-tal ongeschoolden werk verschaft. Vooral door deze werkverschaffing is het aantal werkloozen, dat in den zomertijd hoofdzake lijk uit ongeschoolden bestaat, aanmerkelijk teruggeloopen. Het aantal op den Leidschen Hout tewerk gestelde arbeiders wordt geregeld in overleg met den architect der stichting en hangt sa men met de technische eischen van het werk. Onjuist is de bewering, dat meer ar beiders te werk gesteld hadden kunnen wor den. Op de geuite wensehen, om uit de ge meentekas een geldelijke bijdrage aan de stichting uit te koeren, meenen wij thans niet te moeten ingaan. Eerst indien een daartoe strekkend verzoek van het bestuur der stichting mocht inkomen, is voor het gemeentebestuur het oogenblik aangebroken zijne houding in deze te bepalen. Een plan voor de nieuwe veemarkt zal. naar de Directeur der Gemeentewerken heeft toegezegd, ons een dezer dagen bereiken, zoodat wij vertrouwen binnen niet al le langen tijd hieromtrent nadere voorstellen te kunnen doen. De uitwerking van dit omvangrijke plan heeft uiteraard vertraging ondervonden door de Stadhuisbrand, doch bovendien heelt vooral het noodzakelijke overleg met de Nederlandsche Spoorwegen voor wat even tueel^ spooraansluiting enz. betreft, veel tijd gevorderd. De verbetering en verbreeding van den Haarlemmertrekvaartweg tusschen de Trek- vaarlbrug en Greenoord, is bij hel plan voor de nieuwe Veemarkt mede onder oogen ge zien en zal tegelijk daarmede behandeld worden. Over het meest gewen9chte tijdstip van uitvoering van deze wegverbetcring in ver band met de veemarktplannen zullen wij ons nader beTaden. Allereerst dient echter het hoofdriool van de centrale rioleering in dezen weg te worden gelegd, hetgeen in den loop van het volgend jaar (1930) zal kunnen geschieden. Omtrent regularisatie in het schildersbe drijf kunnen wij nog mededeelen, dat thans reeds de verf werken aan gemeentelijke ge bouwen enz. voor het jaar 1930 zijn aanbe steed, zoodat verschillende gedeelten daar van, voor zoover dit met de veieisclite hoe danigheid van het werk strookt, in dezen winter kunnen worden uitgevoerd. Van ons College zijn geen voorstellen te verwachten om op de kasuitkeeringen aan werkloozen een bijslag te verleenen. Werk loosheidsverzekering en steunverleening moeten o.i 9lreng gescheiden blijven. Met betrekking tot het peil, waarop de ondersteuning aan uitgetrokken werkloozen langzamerhand is gekomen, meenen wij er op te mogen wijzen, dal do steunregeling in deze gemeente met die in andere gemeen ten mag wordeïi vergeleken. Tegen verslech tering behoeft niet le worden gewaakt, daar nimmer verslechteringen, doch steeds ver beteringen in de steunregeling zijn aange bracht. De uitbetaling van de steungelden aan uit getrokken werkloozen geschiedt sedert de oprichting van de Crisiscommissie, 1 Jan. 1923, via de organisatiebesturen. Over de wijze, waarop dit geschiedt, zijn bij ons nimmer ernstige klachten ingekomen. Tenslotte kunnen wij niet toegeven, dat de wachltijdregeling voor den sleun in haar geheel onbillijk werkt. Onderwijs. Ten aanzien van dit onderwerp bracht een lid de volgende wensehen naar voren: lo over le gaan tot den bouw van een opleidingsschool voor u.l.o. in het Haagweg- kwartier; ook indien de verbinding tusschen de beide Rijnoevers zal zijn tot stand ge komen acht dit lid den bouw van deze school noodig, omdat de scholen aan de Paul Krugerstraat in verband met in die wijk plaats gehad hebbende bebouwing thans goed bevolkt zijn; 2o. het advies van de Plaatselijke School commissie ook in te winnen in zake het bijzonder onderwijs betreffende; 3o. tot toekenning van medezeggenschap aan de onderwijzersorganisaties betreffende de inrichting van het onderwijs; 4o. over te gaan tot den bouw van meer opleidingsscholen voor u.l.o. aan welk soort van onderwijs bij de ouders thans de grootste behoefte bestaat; 5o. het gymnastiekonderwijs op alle scho len weder aan vakonderwijzers op te dragen 60. te onderzoeken, of niet een tweede centrale school voor het 7de en 8ste leer jaar moet worden gesticht. Een lid zou gaarne zien, dat B. en W. slappen deden om te komen tot oprichting van een Middelbaar Technische School, waaraan in deze gemeente z.i. groote be hoefte is. Waar deze scholen niet veel voor komen en Leiden op onderwijsgebied een naam heeft op te houden, zou hij gaarne zien, dat met medewerking van Rijk, Pro vincie en belanghebbenden een oplossing werd gevonden. In een andere Sectie zou een lid B. en W. willen voorstellen minder royaal te zijn met uitgaven voor de inrichting van schoolge bouwen. doch bij die inrichting meer een voud te betrachten. Daartegenover zou hij meer willen beste den voor het openbaar bewaarschool-onder wijs, b.v. door uitbreiding daarvan. Een ander lid vraagt hoe het staat met de oplossing van het bewaarschoolvraag- stuk. Kunnen wij verwachten dat spoedig definitieve voorstellen ter behandeling wor den ingediend? zoo vraagt hij, en spreekt daarbij den wensch uit, dat tusschen het openbaar en het bijzonder bewaarschool- stelsel financieelc gelijkheid zal worden be tracht. De vraag werd gesteld; Waarom B. en W. nog geen uilvoering hebben gegeven aan 't Raadsbesluit van 20 Juni 1927 in zake den bouw van een openbare bewaarschool in het Kooikwartier? De spreker, hier aan het woord, acht ook in andere wijken oprichting van openbare bewaarscholen noodig; zoo mogelijk door bestaande lagere scholen, die niet meer als zoodanig gebruikt wórden, daarvoor in te richten. Ten slotte bepleit dit lid invoering van gereglementeerde schoolvergaderingen en afschaffing van het ambulantisme der hoofden. Een lid is voorts van meening, dat de ge meente te weinig invloed en toezicht heeft op de wijze, waarop de gemeentelijke subsi dies aan diverse vereenigingen en instellin gen worden besteed. Wordt wel steeds door die lichamen de noodigc zuinigheid be tracht? Hij heeft hier in het bijzonder het oog op de Vereeniging Schoolkindervoeding. Dit lid wenscht meer toezicht door de ge meente en vraagt of B. en W. aan subsi- dieering in 't algemeen zoodanige voorwaar den willen verbinden, dat met betrekking tot de wijze van besteding der subsidie de gemeente meer zeggenschap en controle krijgt. Een ander lid sluit zich 'hierbij aan en meent dat, waar de subsidie aan School- kindervoeding 95 pGt. bedraagt van haar inkomsten, de gemeente ook meer zeggen schap kan doen gelden ten aanzien van de handelingen dezer vereeniging. Ten slotte vraagt een lid: Waarop is de f. 1750 hoogere subsidie-aanvrage gegrond? J3. en W. antwoorden: Naar onze meening behoort thans nog niet te worden overgegaan lot hel stichten van een openbare school m het Haagwegkwar- tier, maar dient te worden afgewacht, wat ten aanzien van de schoolbevolking in de omgeving van den Haag weg en in die van den Morschweg het gevolg zal zijn van de verbinding tusschen die beide Stadskwar tieren. Op de Paul Krugerslraat-scholen is. be halve in de eerste twee leerjaren, in alle klassen nog plaatsruimte voor een betrek kelijk groot aantal leerlingen. Bovendiien is er nog een geheel vrij lokaal. Van een tekort aan plaatsruimrte kan trouwens in het algemeen geen sprake zijn. Mocht er op de opleidingsschool een tekort aan plaatsruimte ontstaan, dan zou aller eerst moeten worden overwogen, of alsdan niet een school voor gewoon lager onder wijs in een opleidingsschool kan worden omgezet. Evenmin bestaat er aanleiding het aantal openbare scholen te vermeerderen door de stichting van een tweede school voor het 7e en 8e leerjaar. Op een eenigszins belangrijke toeneming van het aantal leerlingen voor het 7e en 8e leerjaar mag o.i. thans niet meer worden gerekend en splitsing van de beslaande school in twee scholen achten wij niet in het belang van het onderwijs. Geenszins neemt ons College het stand punt in, dat de Plaatselijke Schoolcommis sie niet behoort te worden gehoord over zaken, het bijzonder onderwijs betreffende. Wij zijn echter van meening, dat het geen zin heeft over zuiver formeele zaken,* onver schillig of zij het bijzonder, dan wel het openbaar onderwijs raken, advies van die Commissie in te winnen. Toekenning van medezeggenschap aan on derwijzers-organisaties in zake de inrichting van het onderwijs zou strijdig zijn met de Wet. Wordt bedoeld den wensch uit te spre ken, dat over voorgenomen veranderingen in de inrichting van het onderwijs door ons advies wordt ingewonnen van die organisa ties, dan antwoorden wij, dat aan ons Col lege behoort te worden overgelaten, om voor ieder geval in het bijzonder te beslissen of, en zoo ja, van welke organisaties advies zal worden gevraagd. Op alle openbare scholen zijn vakonder wijzers in lichamelijke oefening werkzaam. Uitbreiding van het aantal voor die vakon derwijzers thans gegeven lessen, achten wij niet noodig en met het oog op de daarmede gemoeide kosten wegens hoogere salariee- ring en hoogere vergoeding aan het bijzon der onderwijs, dus niet gewenscht. Zuinigheid ook op het terrein' van het onderwijs blijft geboden. Wij zijn ons niet bewust daarmede bij de inrichting van schoolgebouwein niet in voldoende mate rekening te hebben gehouden. Gaarne onderschrijven wij de meening. dat Leiden op onderwijsgebied een naam heeft op te houden. Daaruit vloeit evenwel nog niet voort, dat in onze stad elk type school aanwezig moet zijn. Aangezien ons van een werkelijk bestaande behoefte aan een Middelbaar Technische School tot nu toe niet alleen niete gebleken is, maar wij integendeel juist van oordeel zijn, dat zich voor een M.T.S. alhier geen voldoend aan tal leerlingen zou aanmelden, is ct o.i. geen aanleiding, om pogingen aan te weu- den tot oprichting van een dergelijTce on derwijsinrichting. Middelbaar Technische Scholen zijn o.a. gevestigd te Haarlem, Utrecht en Rotterdam. Wij stellen ons voor de bewaarschoolza ken binnen enkele weken bij de betrekke lijke Commissies aanhangig te maken. Thans komende tot de beantwoording van de opmerkingen in zake de subsidies aan verschillende vereenigingen, deelen wij mede, dat wij niot zullen aarzelen, om de controle en het toezicht op de wijze, waar op de subsidies worden aangewend tc ver scherpen, indien ons ten aanzien van welke vereeniging dan ook zou blijken, dat de subsidies niet op juiste wijze worden be steed, of dat niet de noodige zuinigheid wordt betracht. Zoolang zulks evenwel niet is gebleken en dat is niet het geval bestaat er louter op grond van eenige stij ging van een subsidie geen voldoende aan leiding om in te grijpen» Wat nu in het bijzonder betreft de raming van de subsidie aan de Vereeniging Schoolkirwlervoeding en Schoolkinderkleeding, merken wij op. dat de hoogere raming is gebaseerd op de toe neming van het aantal deelnemers aan de maaltijden tengevolge van de invoering van het verplichte 7e leerjaar. Met oog op de verbetering van den econon schen toestand achten wij het echter ui uitgesloten, dat het geraamde bedrag ni3 geheel benoodigd zal zijn. Tenslotte zijn wij op grond van kmgen met den gedelegeerde van den gJ meenteraad in het bestuur van oordeel, dJ er voldoende toezicht van wege de gemef te kan worden en tot heden ook is uit*d oefend. Armwezen. De Stedelijke Werkinrichting is, volgerj een lid, in den bestaanden toestand ee onding en zou beter kunnen verdwijnen. menschen kunnen zich, ook door het inweJ dige van de inrichting, beschouwen als gd vangenen, te meer omdat geen werk valt L verrichten. Hij bepleit dan voorts een reoij ganisatie der inrichting in dien zin dat oo| werkzoekenden door het Burgerlijk stuur daarin kunnen worden gehuisvesj doch gepaard gaande met ander werk ej onder betere leiding. Indiening van een voorstel bij den Ra in dezen zin wordt door hem toegezegd. Een ander lid vraagt of B. en W. berei| zijn bij de Regenten van het Heilige Gee of Arme Wees- en Kinderhuis stappen doen, welke er toe kunnen leiden, dat voord aan voor opneming van kinderen financier minder bezwarende voorwaarden wordei gesteld, teneinde een grooter aantal kinderej in dat weeshuis te kunneif opnemen. Een 2-tal leden bepleit de behoefte aaj een gemeentelijke inrichting voor zorg ouden van dagen. Wel bestaan er enkell particuliere instellingen in dezen geest, doel velen hebben tegen opname daarin bezwaar! Deze leden achten het zeer gewenscht daf de gemeente de zorg op zich neemt ora ouden van dagen die zorg noodig hebben 0 behoeftig zijn, in een speciaal tehuis ondej te brengen. B. en W. antwoorden: Het Burgerlijk Armbestuur streeft er na) tuurlijk zooveel mogelijk naar werkzaam 1 zijn overeenkomstig de beginselen, die in dl Armenwet zijn neergelegd. In den zomer plegen echter geen werklooze arbeiders dool het Armbestuur gesteund te worden, terwijl het aan het Armbestuur in den winter nie| wel mogelijk is die arbeiders aan werk I helpen. In zake opneming van kinderen in hJ Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder! huis onder financieel minder bezwarend) voorwaarden heeft reeds eene besprekinj met Regenten plaats gehad. Tot een gunstj resultaat hebben die besprekingen nog niej geleid. De behoefte aan een gemeentelijke inricfi! ting voor ouden van dagen, als door een tweetal leden bedoeld, wordt dezerzijds nier gevoeld. In de .bestaande particuliere Oudel liedenhuizen worden deze personen steedf geregeld opgenomen. Van eenig plaatsje) brek is ons nimmer gebleken. Politie. B. cn W. zeggen naar aanleiding van ow merkingen: Op grond van de bestaande bepalingen in het Wetboek van Strafrecht kan tegen hef uilstallen van pornografische lectuur nia krachtiger worden opgetreden, aangeziej deze bepalingen door de rechterlijke machj blijkbaar zeer ruim worden opgevat. ïlet al dan niet in het leven roepenv een commissie voor documentatie der win kelbedrijven en hetgeen verder verban houdt met het op 1 Januari a.s. in werkinj tredende werktijdenbesluit voor winkelperso1 neel zal door ons College onder oogen woi dert gezien bij de voorbereiding van om praeadvies op het ingekomen adres van vef schillende organisaties van winkelpersone^ ter zake. Wijziging van toepassing der Zondagse cn het toelaten van optochten met muziel en banieren, waarom werd gevraagd, kun! nen B. en W. ook nu niet inwilligen. RECLAME. 329 IIPST'1-* r Wor+K o crown (Japansch Sprookje). In een gehucht, Matsuyama genaamd, dat ver verwijderd ligt van de drukke, booze stad, leefde eens een gelukkig echtpaar mtt hun eenig en veelgeliefd dochtertje. Hun leven was van een groote harmonie, totdat de vader plotseling voor een gewichtige zaak naar Tokio moest reizen. Dat betee- kende een verren tocht en het afscheid, dat hij van zijn dierbaren moest nemen, viel hem zeer zwaar. Zij waren nog nimmer verder dan de naastbijgelegen dorpen ge weest en de gedachte, dat het hoofd van het gezin naar de keizerstad moest trekken, maakte allen zeer bedroefd. Maar de vrouw hervond het eerst haar moed. Zij had veel over de pracht van het keizerlijke paleis en over de machtigen des rijks gehoord en zij werd kalm en rustig, toen haar man haar beloofde, mooie geschenken te zullen mee brengen. Vier bange weken verstreken tot eindelijk de dag zijner terugkomst was aangebroken. De bezorgde vtouw sloot hem in haar armen en het dochtertje, dat voor dezen blijden dag zelfs haar blauwen mantel had omgeslagen, die haar zoo goed stond en dien de vader zoo heel mooi vond, wic-'rp zich om zijn hals. Zij klapte vrooiijk in de handen en in zalige verrukking speelde ze later met het vele speelgoed, dat de vader uit de hoofd stad had meegebracht. En hij vertelde in middels over de wonderbare dingen, die hij in Tokio le zien had gekregen en vond nauwelijks zijn einde. „Voor jou, mijn innig-geliefde vrouw," sprak hij, „heb ik ook een kostbaar ge schenk meegebracht. Hier heb je het.. kijk maar eenshet is een spiegel. Ja, een spiegel heet zoo'n ding. Kijk er maar eens in, dan zul je wat zien." Bij deze woorden overhandigde hij haar een kleine, zwart gelakte cn met bloemen versierde doos. die binnenin een metalen plaat bevatte. De buitenste kant was zwart als de nacht, alleen met enkele, gouden hieroglyphen versierd, de binnenkant glansde in effen stilten glans. De vrouw keek erin; een mooi gezichtje met twee ge zonde kersenlippen zag haar aan, en twee groole, sprekende oogen straalden haar be minnelijk tegemoet. „Nu. wat heb je gezien?" vroeg hij stra lend en was gelukkig, dat hij zoo'n wonder baar cadeau had meegebracht. „Ik zie een knappe vrouw met half geopende lippen en groote oogen, zooals ik die heb". „Och, lief, dom vrouwtje", lachte hij terug, ..'t is je eigen uiterlijk. In de hoofd stad heeft iedereen zoo'n spic-'gel, die het gezicht van den mensch en alles, wat aan hem is, terugkaatst. In de keizerstad heeft een ieder een spiegel in hui9. Kleine of groole, in kostbare lijsten, hangen er in alle vertrekken, maar hier, bij ons, kent geen mensch nog zoo'n ding, dat ik jou als ge schenk heb meegebracht". En de jonge vrouw bekeek iederen dag opnieuw met stralende oogen den spiegel, maar daar zij bang was, dat hij door het da- gel ijksch gebruik kon slijten, verborg zij hem in een kist bij de andere kostbaar heden, die zij van haar man had ontvangen* Aldus verliepen er vele gelukkige-jaren; het dochtertje1 was inmiddels tot een bloeiende jonkvrouw opgegroeid en betoo- verde door haar bevalligheid evenals door de beminnelijkheid haar9 harten alle dorps bewoners. De moeder, die het kind zag op bloeien. moest aan haar eigen jeugd terug denken en aan de verleidingen der lieve ijdelheid. En om haar kind voor trots en hoogmoed le vrijwaren, verstopte zij den spiegel, zoodat ook zelfs haar dierbare echt genoot hem niet wist te vinden. Het dochtertje rijpte als de bloesems van kersen, tot betooverende, onvermoeds schoonheid en haar hart was vol jubel. Het was juist kersen-bloeitijd en men maakte zich bereid tot het groote feest, toen de moeder ernstig ziek werd. Daar zij dicht er aan toe was, het rijk der hemelsche goden binnen te gaan. zei ze lot haar kind, dat zij van haar afscheid wilde nemen. ..Mijn geliefd kind, ik zal je nu moeten verlaten. Wanneer ik er niet meer zal zijn, neem dan den spiegel uit zijn verborgen hoek en blik er eiken avond in, vóór het ler-ru9te-gaan. Ook als het lieve licht der zon aan den vroegen morgen opgaat, moet jij altijd mijn beeltenis in dien 9piegel zoe ken: dan zul je weten, dat ik over je waak". Het meisje legde, onder tranen, do gelofte af, dezen laatsten en innigen wensch der moeder te vervullen. Toen slaakte de vrouw een laatsten zucht en haar ziel steeg om hoog. De dochter dacht aan haar gelofte, zag eiken morgen en eiken avond in den spiegel en zag haar gestorven moeder in jeugdige schoonheid met half-geopende, kersroode lip pen en groote, droevige oogen haar tegen- blikken. Het meisje richtte dan roerende woorden van liefde tot dit levende gelaat, ve/trouwde dit de eerste geheimen van het volwassen meisje toe, de eerste vreugden der jonge vrouw. Zpj bemerkte echter spoedig, dat het gezicht, dat haar aankeek, fris* en mooier was dan dat der moeder, op haar sterfdag zoo bleek ale w» uitgezien. Het spiegelbeeld kreeg 11 zoo lief, dat zij er toch telkens opm J kijken moest en toen daarover d<*r vader tot de orde werd geroepen. 1 haar vroeg, wat ze toch deed. antwoo - „ik tuur telkens weer in het getoUUJ^ moeoer, zooals ik het op het VJ beloofd. Ik neem haar in alles tot mu J trouwde en ik wil goed zijn en u j zij over mij tevreden kan zijn. 1 eiken dag opnieuw en ik ben geluk - haa innig bemind gelaat aanschou De vader begon te schreien, j. kinderlijke eenvoud trof hem 1 P. e3 hart. Kooit waagde hij het haar te openbaren, de waarheid bliktej eigen beeld in den spiegel te Deze innige en sterke hefde dcchter eiker, dag meer voornan gelpen. Spoedigf trouwdezg ee Samurai en leeft nog hed'en e ma| tevreden in den kring harer Ka3r zij kijkt nog altijd in deni sp> r. ,e het gelaat harer moeder wan schouwer. 2-3!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 10