Wat de vrouw draagt.
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 21 December 1929
Zesde Blad
No. 21403
VOOR DE HUISVROUW.
FEUILLETON.
VOOR HET MIDDAG-BEZOEK.
Bet i9 eigenaardig en niet weinig interes-
mi hoe er zelfs in kleine gezelschappen
ader de dames een wedijver bestaat om de
wiste japon en het is een feit, dat hot
Ir.jite-toilet, een onderdeel van de garde-
p is, welke men het meest noodig heeft.
t moet zorgvuldig afgewerkt zijn en goed
keeden door zijn eenvoud en elegance. Elke
rerdaad moot ten strengste vermeden wor-
Opvallend is de tendenz tot het steeds-
mger-worden van de visitejaponnen; va-
deze in het voorseizoen nog alle half-
thans zien wo dat hierin de avond-
xle gevolgd wordt. De modellen reiken tot
ber de kuit en ingezette punten en
Beugels vallen zelfs tot op de enkel.
Daar het middagtoilet steeds afhankelijk
1 van een bijzondere kritiek en dit hel
*n moet door de details en niet als een
B'spon op afstand, is mon heel voorzichtig
Tito keuze der stoffen, kleur enz. en wordt
nis naar iets „werkelijk moois" gezocht.
De verschillende modeweefsels, die alle
üUmewoon doelmatig zijn, komen den
i»p«!te&\ijn zeer ten goede en ook de nieuw*
nwdelinten kunnen zich in een alge-
belangstelling verheugen.
Effecten door gameermg zijn niet erg ge-
"'M net uitzondering van vele mooie
garnituren, die het middagtoilet steeds op
een eigenaardige wijze weten te verleven
digen.
Natuurlijk moet behalve de japon, ook
elk ander detail zorgvuldig gekozen worden.
Vooral hoed en schoenen zijn van veel ge
wicht en deze moeten steeds in overeen
stemming zijn met de betreffende japon.
De hoeden zijn óf héél klein, óf half breed,
in den regel uit fluweel of velourschiffon
vervaardigd, vaak ook gecombineerd met
haaTvilt of velours. Ook hier spelen garnee
ringen bijna geen rol.
Even eenvoudig al9 kleeding en hoeden is
ook het schoeisel, waarbij alleen op het soort
leer gelet zal worden. De elegante pumps
zullen zeer zeker de hoofdtoon blijven voe
ren. Noch altijd overweegt het „slangen-
leer", dat in zijn verschillende kleuren
steeds een waarborg voor elegance zal zijn,
Zooals bekend is kan met hagedissenhuid
ook alles gedaan worden, zoodat men deze
op grond van een bepaalde kleuitechniek hij
elke japon passend kan maken.
Ook zijden schoentjes nemen een voor
name plaats in de nieuwste mode in, het
allemieuwsto zijn echter de fluweelen
schoentjes, in dezelfde kle'ur als de bijpas
sende japon. Ze zijn soepel in olk opzicht
eleganter en prachtischer dan een leeren
schoen, temeer waar men de fluweelen mo
dellen ook 's avonds kan dragen.
Behalve hoed en schoenen is ook de hand
schoen een niet te onderschatten onderdeel
van de garderobe, waardoor men in den laat-
sten tijd op dit gebied veel nieuws tegen
komt. Het voornaamste blijft toch altijd de
japon zelf en daarom hebben wij hier enkele
modellen afgebeeld, die u voor de komende
mode een waardevolle aanwijzing zullen
zijn.
Een donker visite-toilet is altijd het meest
practisch, terwijl het elegant en daarbij neu
traal is. Daardoor kan het onder allerlei om
standigheden gedragen worden. Een lichte
garnituur zorgt voot het vroolijk effect.
Als eerste model ziet u een dergelijke
japon met breede pas die de ceintuur vormt,
klokkende rok en nauwe mouwen. De garni
tuur bestaat uit een op den rug gehechte,
van voren losjes-gedrapeerde kraag en hoogo
witte manchetten met aangezette volant
Een dergelijk- garnituur kan even goed van
wit georgette als crepe-satin gemaakt wor
den; het staat altijd chique. De japon zelf is
in dit geval van satin of marocain gedacht.
Georgette is buitengewoon geschikt voor het
tweede model met de soepel neerhangende
vleugels, waarvoor deze stof favoriet is. Ook
hier zien we weer de breede ceintuur die
te oordeelen naar haar groote verscheiden
heid in de komende mode beslist zal
overheerschen. De vijf-hoekige hals schijnt
wel opgang te maken en biedt naast de
vele V. en U-vormige halzen, eindelijk een
lang-onlbeerde afwisseling.
Zooals men weet heeft do fluweelen japon
zich weer hersteld en voor 's middags is het
ook werkelijk een flattante dracht. Naast
zwart komen hierbij veel modeschakeerin-
gen in aanmerking, hoofdzakelijk bruin,
kardinaallila. priiimenblauw en een fijne'
tint groen. Door een garnituur van paarlen,
die de hals accentueert en boven tien kleine
boogjes vormt, wordt deze japr iels aparts
verleend.
Naast deze weefsels hebben ook de ver
schillende kantstoffen hun plaats weten te
handhaven in de na-middagmode.
Daar deze stof geen enkele gameeTing be
hoeft is ook een gecompliceerd model over
bodig en daarom geniet hel eenvoudige prin
sesmodel met een even-geklokt rokje nog
altijd den voorkeur.
GEBORDUURDE SCHOENEN
gelden als een lichtende noviteit van het
bateeizoen, want werkelijk ze1 brengen iets
nieuws en onderscheiden zich van alles, dat
tot op heden hierin gebracht werd.
De nieuwo avondschoenen worden met
bonte steenen (in enkele gevallen ook wel
met zijde of iets dergelijks") beslikt en het
zijn meestal mooi-geslepen, gekleurde kris
tallen, die als aparte ornamenten worden
aangebracht.
Vaak is het de neu9 of het voorste deel
van den schoen, welke op deze manier ge
garneerd wordt, echter ook vaak het ge
deelte bij den hiel, waardoor de voet-slank en
smal lijkt.
Wanneer men ecfiter e'en avondjapon
draagt van een teer weefsel, dat licht
scheurt moeten de geborduurde deelen van
den schoen door tul Ie beschermd worden,
waardoor de scherpe kanten van da veel
kleurige steenen volkomen onschadelijk ge
maakt worden en de japon geen gevaar meer
loopt geruïneerd te worden. De tulle, die'
gebruikt wordt om het steenenborduursel te
bedekken is natuurlijk heel dun en heeft de
l f— - - - m
kleur v. den bebreffenden schoen, zoodat bij
nauwkeurig onderzoek deze nauwelijks to
onderscheiden te.
MODERNE HALSSIERADEN
worden niet gemaakt van zpo-klein-moge-
lijke steenen, doch van heel groote kristal
achtige ..capuchons" passend bij de betref
fende japon.
Dergelijke exemplaren willen geenerlei
aanspraak op echtheid maken, doch door
hun originaliteit moeten ze het doen. Niet
alleen de steenen maar ook het metaal
waarin ze gezet worden speelt hierbij een
voorname rol en juist door de combinatie
hiervan kunnen schitterende kunstvoorwer
pen geschapen worden.
Op onze teekening loonen wij u links een
uit groote en kleinere vierhoekige steenen
best-Kind collier, rechts een halsketting van
een soort druppels aan rechte kettinkjes en
in 't midden een medaillon in den vorm
van een groote, in metaal gezette kristal.
R. H.
Een lezeres vraagt mij om een patroon
voor een eenvoudig ongeschulpt, gehaakt
kastrandje. Alzoo:
Zet 12 lossen op; draai om en werk op
dio lossen 12 vasten; draai weer om (A),
haak 8 lossen, één kruisstokje, één losse, één
kruisstokje, 10 lossen, vastzetten op de eerste
losse van uw werk, omdraaien en terugkee-
rend vasten haken op de lossenboogjes, op
de kruisstokjes, op de lossen (dus op alle
steken van den vorigen toer) en dan nog
drie vasten om de lossen van het begin.
Van (A) af herhalen; alleen moet het 8
lossen boogje nu bevestigd worden op de 5de
vaste van den vorigen toer.
Een ander kantje: zet op: 10 steken;
teruggaande haakt u daarop 4- vasten, 2
lossen, drie stokjes. Nu omdraaien (A) 5 los
sen, drie stokjes, die alle door 2 lossen ge
scheiden zijn (deze stokjes moeten niet in
maar om de lossen gehaakt worden; dan nog
5 lossen, die aan het einde der toer worden
vastgezet. Omdraaien; het boogje der 5 los
sen met vasten volhakendan 2 lossen 3
stokjes om de lossen van den vorigen toer en.
daarna van (A) herhalen. Het boogje der 5
lossen wordt bij de volgende toeren vóór
het omdraaien tusschen het eer9te en tweede
boogje vastgezet
Naderhand haakt u loodrecht op dit
kantje staande, dus als een er langs loo-
pende rechte rand slechts twee toeren: lsto
toer drie stokjes in het gat der lossen, drie
lossen, drie stokjes enz. uw gansche kantje
langs; tweede toer: afwisselend: 1 losse, 1
stokje enz.
Nog een aardig waaierkantje: opzetten
8 steken; deze afsluiten tot een ringetje;
(A) vier lossen, die dienst doen al9 stokje, 9
stokjes in het ringetje, 9 lossen; omdraaien;
2de toer twee door 3 lossen gescheiden
stokjes tusschen het 5de en 6de der 9 stokjes
van den vorigen toer; weer omdraaien en
van af (A) sleods blijven herhalen. Langs
de zijde van den kant, waarde lossen boogje9
zich bevinden, haakt men voor eerste toer:
2 vasten in de boogjes, 6 lossen2de toer 7
vasten om de lossen van den vorigen toer;
hierdoor wordt het kantje afgemaakt.
Nu kan het zijn, dat u dit randje t© smal
voor uw kastrandje9 vindt; dan moet u een
bijparsend entredeux haken en dit later aan
het kantje vastnaaien.
Dit enlredeux wordt opgezet met een
rijtje lossen! Eerste toer: 1 stokje, 3 lossen;
2 door 2 lossen gescheiden stokjes in één
steek; 3 lossen, 2 stokjes; omdraaien;
tweede toer: drie lossen (in de plaats van
van een stokje), 1 stokje, 2 lossen; 2 maal
vier door 2 lossen gescheiden stokjes (dus
vier stokjes, 2 lossen, 4 stokjes) om de 2
lossen tusschen de stokjes v. d. vorigen toer-.
2 lossen, 2 slokjes; omdraaien; derde toer
3 lossen (vervangen 1 stokje) enz.
Tot besluit een fijn pnntje; zet 10 steken
op; maak één stokje in de eerste losse; drie
lossen als stokje; 5 stokjes om do lossen;
vijf lossen tegen het beginstokje; aanslui
ten; (A) om de lossen 5 vasten, 4 lossen, 5
vasten en 2 vasten op de eerste 2 stokjes,
vijf lossen, 1 stokje in de 3 lossen van het
begin; omdraaien drie lossen, 5 stokjes, 5
lossen aan de drie vasten vasthechten; dit
van (A) af blijven herhalen.
Een jong meisje vraagt of ik een aardig
tarchje voor haar weet om zelf te maken.
Zeer zeker. Neem een stukje kleermakers-
linnen van 15 bij 26 c.M., een lapje zilver
grijze zijde van 18 bij 28 c.M. en dan nog
51/4 M. zilverbrocaatlint van 11/2 c.M.
breedte. Steek het kleermakerslinnen op
een stuk carton vast met stevige spelden;
knip 15 stukken ter lengte van 17 c.M. van
het brocaat lint en span die dwars over het
linnen; aan iedere kant moet lc.M. lint
overstekeu; als u het goed gedaan heeft,
moeten de 15 reepen de 26 c.M. lengte van
het linnen net bedekken; knip nu 9 stuk
ken lint van 28 c.M. lengte. Haal dit lint
als bij matjes-vlechten: één op, één neer
door het dwarsgespannen lint; ook nu moet
het lint weer aan beide zijden 1 c.M. over
steken; is dit klaar en zit het mooi gelijk
gevlochten, dan wordt het lint op het uit
einde van 't linnen vastgezet. Daarna haalt
men de spelden er uit, zoodat het linnen
van het karton loslaat; de uitstekende eind
jes lint worden omgebogen en vastgehecht;'
het vlechtwerk van links wordt met do
grijze' zijde gevoerd; de nu verkregen recht
hoek vouwt men vervolgens in drieën zoo
dat het vlechtwerk bovenop komt te liggen.
Twee deelen worden overhands langs do
zijkanten aan elkaar gehecht en u heeft
een practisch, mooi en goedkoop taschjo
klaaT. Moei het voor een jong meisje dienen,
dan is het ook leuk om in plaats van het
zilverbrocaat lint, lint in rose en blauw te
nemen en dat dooreen te vlechten-, wil men
het echter bij een zwarte japon dragen,
neem dan liever zilvergrijs en zwart lint.
Iemand, die wat smaak heeft, bedenkt
hiervoor zelf de beste kleur; ik gaf het dan
ook vooral op om 't idéé voor zoo'n taschje.,
Van verschillende zijden krijg ik klach
ten over mieren. Er zijn vele methoden
tegen; doch in één opzicht stemmen alle
overeen: u moet het nest opzoeken, het punt,
waarlangs zij in uw kamer, kelder of kast
binnenkomen; dat is niet moeilijk; de mie
ren hebben twee groote deugden: zij zijrs
vlijtig en huiselijk; wanneer u ze dus even
in hun gewone doen gadeslaat, zult u ze
alle steeds heen en weer zien loopen tus
schen hun nest en het terrein van hun
arbeid; giet dan in het gat, waar zij door
binnenkomen, water, waarin visch werd
schoongemaakt en u zult ze niet meer zien!
Ook voor do lucht van teer slaan zij
op de vlucht; 9teek dus een versch
geteerd stokje in het gat, waar zij door lie
pen en zij verdwijnen voor goed; terpen
tijn, ammonia, aluinpoeder zijn ook nog
huismiddeltjes, die hen verdrijven en dan de
thans zoo algemeen gebruikte flitl
De vorige week vond ik mijn jonge gast
vrouw in tranen. Zij wildo mij inmaak-
gr een ta geven, heelemaal eigen inmaak,
doch do flesch wou niet open, hoe zij ook
wrong en trok! Toen bedacht haar man een
truc: met een smal leeren riempje maakts
hij een lus om de hate der flesch en trok dit
riempje snel heen en weer. Door dat de
hals dan warm loopt, gaat de stop er spoe
dig af. Het bekende middel om dit warm-
trekken met een touw te doen is minder
praktisch, want het touw glijdt mee en
maakt de flesch dus niet gauw warm.
valoriseerde vertaling uil het Engelsch
van Mevrouw Belloc Lowndes,
door Oswaldi.
|K)
- Allen teken naar haar. Zij was zulk een
l8-» zachtaardig persoontje, de mannen
latten haar veel liever dan Nora Norwich.
I .Heel gaarne, mevrouw Howard. Wij
Ij*'™ uw meening hoog op prijs," zei
l "ij-Mobpur op aanmoedigenden loon.
I Als het niet buiten de orde is", be-
Ij® zij met bevende stem „zou ik u iets
I J™ mededeelen, uit mijn eigen ervaring
l®tat mogelijk kan staven, wat de vorige
IWtktr heeft gezegd. Zeer lang geleden,
I j™, veertig gebeurde er iets ontzettends
I mijn lamilie, mijne hecren. Ik bad een
Itar' ?e'rouwe zuster, die een allerliefst
I jjMje had. Zij en mijn zwager waren onge-
I voor hen in goeden doen, en hiel-
kinderjuffrouw en bovendien een
j®«rmeisje, ongeveer vijftien jaar oud.
ij, "^erjuffrouw bleek later een mensch te
LtUl ,c.en opvliegend karakter. Op een
ta een heof'oopende ruzie met het
I ir!^er.me'sïe- E" dat meisje, mijnheer de
I om zich op de kinderjuffrouw :e
li' want zij had niets gehad met
I --
o jongetje en evenmin met mijn
worgde dat kind".
1,3 L«°y-Motspur antwoordde vlug
fejj&Wlik hij streefde er steeds naar,
IW'i le8ens dames te zijn, zelfs al ver-
f haar onzinnig gepraat hem soms gru
welijk. „Een treurige, ja ontzettende ge
schiedenis, mevrouw Howard; maar ik moet
bekennen, dat ik het verband niet begrijp,
met de zaak welke wij nu behandelen".
Tot zijn verwondering hoorde hij ver
scheidene stemmen van verzet opgaan.
„Hm, hm, ik wil zeggen, dat de droeve
geschiedenis die u ons daareven verteld
heeft niel bijzonder ter zake dienende is.
Met geen woord, zelfs niet indirect, is er in
de laatste vier dagen getuigenis afgelegd dat
eenig verband legt tusschen dien jongen
Amos Purcell en den dood van Birtlev Ray-
don. Voor zooveel is komen vast te staan
was Puree!! thuis, bij zijn ouders, op den
avond die vooraf ging aan den heer Ray-
don's dood."
Toen voor het eerst liet juffrouw Nora
Norwich zich hooren. Blijkbaar geheel zeker
van haar zaak, sprak zij :„Ik geloof, mijn
heer de voorzitter, dat u op een dwaalspoor
bent. Er is met geen enkel woord getuigenis
afgelegd, dat" zij bootste onwillekeurig
een weinig zijn gewichtige toon na „aan
toonde, dat de jonge Purcell dien avond van
den vierden September thuis was. Integen
deel, Purcell's vader verklaarde, dat alhoe
wel de jongen dikwijls thuis bleef, hij even
dikwijls uitging na hel avondeierHet
huisje van zijn ouders slaat heel dicht bij
The Mill House. Ik heb me er van verze
kerd, dat Amos Purcell niet meer dan vtjf
minuten noodig zou hebben gehad, om de
deur van zijn woning stilletjes uit te gaan.
door het ijzeren hek te sluipen, het pad af
te loopen waarop dat staal vast dien
avond voetstappen werden gehoord, de hall
van The Mill House binnen te gaan een
zekere hoeveelheid arsenicum in de gember-
limonade te doen, die voor mijnheer Raydon
klaar stond: de tuinkamer in te glipjaen en
over het grasveld naar huis terug te loopen.
Ik voor mij acht deze mogelijkheid van zoo
groot gewicht, dat niets mij kan bewegen,
als mijn gevoelen Ic verklaren, dat be
klaagde ontwijfelbaar schuldig zou zijn".
Er ontstond een opschudding om de tafsi.
De onbewimpelde woorden van Nora Nor
wich hadden den doorslag gegeven aan het
oordeel van vier leden der jury, inbegrepen
mevrouw Howard, Wat do andere acht be
trof, daarvan waren vier, waaronder ook
de voorzitter, overtuigd van Eva's Ray-
don's schuld.
De zwaarwichtige, bedrukkende verhan
delingen en besprekingen gaan slaag voort,
nu eens zus, dan z66. vooruit, achteruit.
Inderdaad voeren maar twee of drie man
nen het woord, waartusschen nu en dan de
voorzitter; maar drie Jury-leden zeggen in
het geheel niets. Eén van hen is mijnheer
Walberton, de man die op een of andere
wijze vroeger met het gerecht in verbinding
moet hebben gestaan, hoewel niet in die
mate, om hem te rangschikken onder de wei
nige gelukkigen die zijn uitgesloten van de
taak eener Jury.
Intusschen is het feil. dat hij in vroeger
jaren te doen had gehad met de admini
stratie van het gerecht, voor velen, (hans :n
de Jury-kamer verzameld, voldoende om
zijn oordeel bijzonder hoog aan te slaan. En
daaraan komt het den aanwezigen vreemd
voor, dat hij juist een der mannen is, die lot
dusver het slilzwijgen hebben bewaard.
Ten slotte vraagt mijnheer Leroy-Motspur
kordaat: „Mogen wij mijnheer Walberton
vriendelijk verzoeken, ons zijn oordeel te
zeggen?"
De aangesprokene knikt driemaal met hot
hoofd en geeft, met hooge, schrale stem al
dus uiting aan zijn gevoelens:
„tiet doet mij leed, te moeten zeggen,
mijnheer de voorzitter, dat volgens mijn
meening mevrouw Eva Raydon haar echt
genoot heeft vergiftigd. Hij schijnt, als ik
het zoo mag noemen, een alleronaange
naamst heerschap gewecsl te zijn. Voor Je
meeste dames, vooraldames zooals me
vrouw Raydon, jonge, mooie, verwende da
mes. is gierigheid een onuitstaanbare on
deugd. Nu is het duidelijk, dat mijnheer
Raydon een uiterst zuinig man was, en dat
hij zijn vrouw allerlei prulletjes misgunde,
waarop een vrouw, een bekoorlijke vrouw,
meent, dat zij recht heeft. Ofschoon mevrouw
Raydon. naar wij weten, persoonlijk een in
komen had van vijftienhonderd pond jaar
lijks, stond mijnheer Raydon haar niet meer
dan vijfhonderd pond toe, om per jaar uit
te geven, niettegenstaande hij zelf rijk was.
Do man die, naar ik vrees, ongetwijfeld haar
minnaar was.
Hier begint mevrouw Howard goed hoor
baar te hoesten en ongedurig op haar stoel
heen en weer te schuiven. Zij heeft dien dag
nog maar één keer dat voor haar gevoel af
schuwelijke woord gehooid.
.Ik bedoel, kolonel Mintlaw was niet
alleen een zeer rijk, maar ook een zeer gul
en goedhartig man, U zult zich herinneren,
dames en hoeren, hoe hij in de getuigenbank
heeft verklaard, dat zijn grootste wensch zou
zijn. nu nog mevrouw Eva Raydon lot zijn
vrouw le maken. Niemand die eenige kennis
van vrouwen heeft, kan hel in twijfel trek
ken. dat deze wereldsche, tevens zeer aan
trekkelijke jonge dame, maar ai ie goed zijn
gevoelens voor haar kende en dat zij er
zeker van was. dat, eenmaal haar echtge
noot uit den weg geruimd, zij mevrouw
Mintlaw kon worden met zooveel geld als
zij dagelijks verkoos te vertegen."
Mijnheer Walberton houdt een oogenblik
op. waarvan de voorzitter gebruik maakt,
door uit te roepen: „Ik dank u voor uw dui
delijke, waardevolle mededeelingen, zij heb
ben mijn inzicht versterkt, dat.
Mijnheer Walberton heil de hand op: „ik
ben nog niet klaar", zegt hij krachtig. „Ik
wilde nog even zeggen, dat ik belangrijk
meer gewicht hechl dan u schijnt te doen,
mijnheer de voorzitter, aan de omstandig
heid, die ik zou willen noemen „de geheim
zinnige voetstappen", welke wal laat ter
sprake zijn gebracht, als ook aan de heftige
woordenwisseling, ie tusschen mijnheer
Raydon en den tuinmansjongen, 4\mos Pur
cell heeft plaats gehad. Naar mijn gevoelen
vormen deze twee feiten, welke in verband
met elkaar moeten worden gebracht, samen
een grond van twijfel, die wij aan de hand
der door den rechter aangegeven gedrags
lijn, naar mijn overtuiging hoogst ernstig in
overweging behooren to nemen, waar in
deze het leven van een medemensch op het
spel staat. Als de tijd het toeliet, zou ik het
droevige verhaal van een onzer medejury
leden kunnen aanvullen met verscheidene
gevallen, even verschrikkelijk en weerzin
wekkend, want de jeugd is vaak een onge
breideld tijdperk van het leven
Verscheiden der luisterende mannen knik
ten onwillekeurig toestemmend, en mijnheer
Walberton gaat voort.
„Ik betreur het als een allernoodlottigste
omstandigheid dat de jonge Purcell er niet
meer is, om zelf verslag le geven van z'jn
handelingen op den vierdpn September
laatstleden. Waren wij in Schotland, ik zou
er sterk op aandringen, om ons te houden
aan de wijze uitspraak: „Niel bewezen."
(Wordt vervolgd.)