f* Jaargang DONDERDAG 5 DECEMBER 1929 No. 21389 ficieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cis. per regel voor adverlentiën uit LeideD en plaatsen waar Jjentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertentiên 35 Cts. per regel Kleine Adverlentiën uitsluitend lij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven |0 Cis porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 portokosten. ƒ018 „0.18 nimmer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. t— vergadering van den gemeenteraad van leiden. cp maandag 9 december 1929, des namiddags te twee uur. (et stedel. museum (lakenhal). rergadering zal, zoo noodig, 's avonds worden voortgezet Te behandelen onderwerpen. Prae-advies op bet verzoek van Mej. i. Scheltema, om eervol ontslag als ces aan de Hoogere Burgerschool voor j». (21-8 Suppletoire begrooling, dienst 1928, Stedelijke Wertonrichting. (215) .Rekemmc. dienst 1928, van de Stede- iWerkinriciiling. (215) Voorstel lot overname in eigendom en mond bij de gemeente van: ■•n strookje grond aan de Pieter de la (traat, Sectie M„ No. 1629 ged.; een strookje grond aan de Haariem- beat. Sectie H. No. 751, ged.; «n strookje grond aan de Dwars- travsteeg. Sectic' G, No. 1651, ged. (216) Voorzetting van de behandeling van rorslel. inzake bet verleenen van op- tot het ontwerpen van plannen voor ,)uw van een niCuw Raadhuis, aan den (V M Dudok, gemeente-architect te (205) hinderwet. smeester en Wethouders van Leiden .1 ter algemeene kennis, dat door hen 1. Marijt gevraagde vergunning tot (richten van een bewaarplaats voor ,-.ve vellen (huiden) in het pakhuis hl No. 11. kadastraal bekend ge- Leiden. Sectie C. Nis. 1012 en 10-13 rsjerd. 7882 A VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRUEN, Secretaris. Itn, 5 December 1929. benoeming lid van den gemeenteraad. Voorzitter van het centraal stem- toot de verkiezing van de leden van bad der gemeente Leiden maakt be- idat vanal heden ter secretarie der ge- voor oen ieder ter inzage is neder- I zijn besluit ter benoeming van een in den gemeenteraad, noodzakelijk den door het overlijden van den heer na. 7883 De Voorzitter voornoemd. A VAN DE SANDE BAKHUYZEN, den. 5 December 1929. AARDEBESTELLING VAN ÏSTOFFELITK OVERSCHOT |VAN PROF. DR. HAZEU. przeer groote belangstelling is heden- I h' op de begraafplaats Rhijnhof ter j P besteld het stoffelijk overschot van i I1-' G. A. J. Hazeu, oud-hoogleeraar der fftiteit. r de aanwezigen merkten wij o.m. P E Briët, curator der Universiteit P- J Idenburg, secretaris van het Tan curatoren, den rector-magni- f prof. dr. N. van Wijk. prof. Huizinga, F van de faculteit der rechtsgeleerd- i Gluren van de vereenigde facul- letteren en rechten en der rechts- van Leidsche studenten, verte- ^niigers van studenten-corporaties Ifeme het collegium van het L. S. C., l*Qüat van den Bond van Leidsche het bestuur der Ver. van Yrouwe- ^toienten en de R.K. Stud Vereen. Augustinus" en zeer vele hoog- ^'oorts mr. F D. E. van Ossen- oud-president van het Hoog Ge- io Ned.-Indië, mr. K. Creutzberg, Jdent van den Raad van Indië, de E Ott de Vries, oud-directeur van l^tement van Burgerlijke Openbare XVNed.-Indië, J. Hardeman, direc ts ^derwijs en Eercdienst. met ver- 'ande, Z. Stokvis, oud-inspecteur L' 0- in Ned.-Indië, dr F. W. Stapel, 'ivan het Kon. Instituut van taal-, ^Jdkenkunde en verder vele stu- ^'/jrnamelijk ook Indonesiërs. kist met het stoffelijk overschot in de groeve was neergelaten, werd alleen het woord gevoerd door prof. dr. C. Snouck Hurgronje, die ongeveer als volgt sprak: De groote eenvoud, die dezen doode sierde brengt vanzelf mede, dat bij zijn graf slechts één afscheidsgroet zal worden uitgesproken, al zullen vele harten getuigen van den wee moed. die ons allen bij dit heengaan ver vult. Die zeldzame eenvoud verbiedt ook elk pogen om hier thans recht te doen weder varen aan de verdiensten van den ontsla pene op zoo velerlei gebied. Ik mag slechts trachten, het beeld van Hazeu in eenige hoofdtrekken, die ieder op zijne wijze zal weten aan te vullen, in uw herinnering op te roepen. Van zijn prilste jeugd af waren plichtge voel en bescheidenheid zijn kenmerkende eigenschappen. Die bescheidenheid ging vaak tot op of over de grens van onder schatting van eigen vermogens, van gebrek aan zelfvertrouwenzij deed hem aarze lend, bij de aanvaarding van iedere nieuwe, hem opgelegde taak, zichzelf af vragen: ben ik daartoe wel bekwaam? Dat plichtgevoel deed hem altijd weer ten slotte over al die bezwaren heenstappen, deed hem opgaan in zijn werk met alge- heele toewijding, deed hem, den idealist, geduldig dragen den hoon en den laster van bekrompen tegenstanders, die hunne belan gen door zijn streven bedreigd waanden. Natuurlijk denk ik, dit zeggende, niet in de eerste plaats aan Hazeu's werkzaamheid op het veld der wetenschap. Daar was al leen waardeering zijn deel, zoo vaak hij, na de voltooiing van zijn hooge verwachtingen wekkende studie aan onze universiteit, de vruchten van zijn angstvallig overwogen onderzoek openbaar maakte. En ook toen hij na jarenlange onderbreking van zijn studieleven door maatschappelijk en staat kundig werk in Indië, zijn krachten hier weer geheel aan wetenschap en onderwijs kwam geven, vond hij in onze faculteit en in onzen senaat een sympathieken kring en harmonische samenwerking. Zijne leerlin gen bezaten en waardeerden in hem een betrouwbaren gids en een hartelijk raads man en vriend. Maar de omstandigheden hebben het gewild, dat hij op de middag hoogte van zijn leven geroepen werd tot hooge ambten in Indië, die al zijn tijd op- eischten voor practischen arbeid. Zijne ge rijpte kennis van land en volk moest toen dienstbaar gemaakt worden aan de bepa ling der richtlijnen van het beleid dor Re- geering ten opzichte der inheemsche bevol king. Daaraan had hij dus al zijne werk kracht te geven in de beste jaren zijns le vens, en dat wel in den aanvang van een nieuw tijdperk vol nieuwe, tot dusver on bekende problemen. Hazeu werd mijn opvolger in die kritieke periode, waarin de inheemsche bevolking van Indië als uit een eeuwenlangen slaap ontwaakte. Tot het begin dezer eeuw scheen zij eene zwijgende massa, die de discussie en de beslissing over hare stoffelijke en geestelijke belangen gelaten overliet aan de Europeanen, zonder zelve daaraan deel te nemen. Toen zij begon mee te spreken, was dit voor verreweg de meeste Europeanen, die zich niet, zooals Hazeu in de studie der inheemsche psyche verdiept hadden, eene verrassing, die tot ontsteltenis, ja in vele kringen tot ergernis aanleiding gaf Alarm kreten gingen op. en de antithese Oosten West nam een steeds scherperen vorm aan. Men vroeg zich af, of synthese hier tot de mogelijkheden behoorde, en of de Wester- sche voogd zich niet zou hebben te bepalen tot krachtige maatregelen om zijnen Ooster- schen pupil weer tot zwijgen te brengen. Hazeu stond onwrikbaar vast in de overtui ging. dat de verhouding van Nederland tot Indië in de eerste en in de laatste plaats eene verhouding was van plichten, die te vervullen waren, ook al moest het soms zware offers kosten Hij begreep, dat zonder een krachtig, doelbewust streven naar asso ciatie de scheur, die zich vertoonde, zich zou gaan ontwikkelen tot een gapenden niet meer te overbruggen afgrond. Al het geen hij deed en zeide, werd door deze over tuiging gedragen, hierin kende hij geen aar zeling. al deed de smaad, dien hij deswege j van landgenooten ondervond, hem soms wanhopen aan den uitslag zijner pogingen. 1 Tegen verguizing had Hazeu overigens weinig weerstandsvermogen- hij was nu eenmaal te teergevoelig om er'niet onder te lijden, en te fijn van geest en te beschei den om heftig of scheip van zich af te spre ken. Zeker is het hem eene troostvolle le niging van de zijn zenuwstelsel ondermij nende pijnen geweest, dat hij bij het ver laten van het terrein van zijn tragischen strijd overstelpt werd met spontane bewij zen van hulde en dankbaarheid uit de in heemsche wereld, maar de ervaringen van toenemend misverstand, waar hij steeds op toenadering aangestuurd had. waren er niet minder teleurstellend om. Eigenlijk was Hazeu reeds een gebroken man. toen hij negen jaar geleden aan zijne oude universi teit hel hoogleeraarsambt kwam aanvaar den, de verdere ontwikkeling der groote antithese, nu voortaan van een afstand door hem gadegeslagen, was allerminst ge schikt om den leerstoel voor hem te maken tot de veilige haven, waaraan zijne consti tutie na de doorstane stormen zoozeer be hoefte had. Zijne vrienden zagen hem worstelen met toenemende zwakheden van lichaam en geest, altijd trachtend het beste te geven wat hij had, steeds even ontevreden met zichzelf. Al waardeerde hij den zegen, die hem geschonken was in zijn gezin, de tee- dere zorg zijner echtgenoote, het voorspoe dige opgroeien van zijn zoon en zijne doch ter tot maatschappelijke zelfstandigheid, de vriendschap van vele ouderen en jongeren, die hem intiem hadden leeren kennen, dit alles kon hem niet verzoenen met den toe- nemenden afstand tusschen zijn willen en zijn kunnen. Aan tragische momenten heeft het in Hazeu's leven voorwaar niet ontbro ken, en zij hebben ongetwijfeld bijgedragen tot de vroegtijdige slooping van zijn lichaamskracht. Toch heeft hij het vaste geloof niet opge geven, dat over de droeve duisternis dezer dagen de machten van het licht zullen triomfeeren. dat ook in Indië Beëlzebub eenmaal zal moeten wijken voor den Hei ligen Geest. Met diepen weemoed zien wij dan terug op dit veelszins schoone leven. Verlenging ervan mochten wij niet meer wenschen. nu het voor Hazeu in verband met zijn phy- sieke lijden alle beteekenis verloren had. Voor ons blijft het de onvergankelijke be teekenis behouden van een heiligen strijd, naar wij vertrouwen niet vergeefs gestre den met onbezweken toewijding en zelf verloochening. Daarin mogen Hazeu's vrouw en kinderen, daarin mogen wij allen troost vinden na dit afscheid. Recjuiescat in pace! Nadat alle aanwezigen versche bloemen in het graf hadden gestrooid, dankte de heer W A. Lamoraal Wichers uit Den Haag na mens de familie voor de betoonde belang stelling De bist ging schuil onder een schat van kransen. NIEUWE GEDENKTEEKENS DER ANTIEKE KUNST. DE STADHUIS-BOUW. Nog een adres. Door de Algemeene R.K. Kunstenaars vereniging is een schrijven gericht aan B. en W. alhier betreffende de voordracht aan den Gemeenteraad, tot wederopbouw van het Leidsche Stadhuis. In dat schrijven heeft adr. betoogd, dat zjj wel met ingenomenheid heeft kennis ge nomen van het besluit om spoedig met de plannen tot herbouw te beginnen en dat daartoe opdracht gegeven is aan architect Dudok, doch dat het haar onjuist voorkomt om zoowel een ontwerp voor een geheelen nieuwbouw als een ontwerp met behoud van den vroegeren gevel aan één architect op te dragen. In haar betoog heeft zij uiteengezet, dat het onmogelijk is, dat een architect met dezelfde ambitie deze heide totaal verschil lende opgaven zal kunnen uitwerken, dit temeer, daar de tijd tot het indienen van de beide ontwerpen relatief kort is De algemeene R.K. Kunstenaarsvereni ging verzoekt daarom aan B en W, alsnog voor de beide zóó verschillende opdrachten, tenminste twee architecten te benoemen. Lezing van prof. dr. A. Hekier nit Budapest. Op uitnoodiging van de Leidsche vere niging voor wetenschappelijke voordrachten heelt prof. dr. A. Hekier uit Budapest gister avond in het groot auditorium der Leidsche Universiteit een lezing tr et lichtbeelden gehouden over: nieuwe gedenkteekens der antieke Kunst. Spr. ving zijn lezing aan met een reeks afbeeldingen te vertoonen van meesterwer ken van antieke plastiek, die zich in den Kunsthandel bevinden, doch die tot heden weinig of in het geheel niet bekend waren. De geschiedkundige en aesthetische be schouwingen, die spr. bij de verschillende afbeeldingen hield, waren als nieuwe bij dragen tot de geschiedenis der antieke Kunst ook voor bredere kringen van het grootste belang. In de eerste plaats werd het probleem van het Grieksche godsideaat aan de hand van een paar voorbeelden besproken, waar van in het bijzonder vermeld dienen te worden een prachtige Zeus-Amonkop uit de vierde eeuw v. Ghr. met dynamische accen ten en een Aphroditekop uit Alexandrië van Praxiteles. De Grieksche van diepe innerlijkheid doordrongen sepulchraalplastiek der vierde eeuw was vertegenwoordigd door een af beelding van een zeer belangwekkend ge- denkteeken, eenigen tijd geleden in het be zit van Budapest gekomen. De overige afbeeldingen hadden voorna melijk betrekking op de antieke beelden kunst. De grootste verrassing daarbij bracht j een wonderfraaie bronzen statuette van Demosthenes uit Athene, die voor het eerst een volkomen gaaf beeld gaf van het in 280 jaar vóór Chr. te Athene opgericht en verloren gegaan meesterwerk van Polyeuk- tos: een karakterbeeld van buitengemeen grootsche uitdrukking. In tegenstelling met de Grieksche uit beeldingskunst, die als het ware steeds de persoonlijkheid van elk individu in hare voorstellingen als voor de eeuwigheid ge wrocht weergeeft, zijn de Romeinsche por- I tretten als op zich zelf staande gevallen opgevat. Ten einde dit onderscheid nader aan te toonen, liet spr. eenige treffende vertegen woordigers van deze Romeinsche portret- tenkunst zien. die een periode van den vroegsten keizertijd tot aan de laat-antie- ken bestreken. Hierbij leerden wij de gistende onrust en het van verbitterde innerlijkheid vervulde menschentype kennen in welks gelaatstrek ken de crisissymptomen der antieke we reldbeschouwing en den drang naar een kosmisch-methaphysische wereldbeschou wing even duidelijk ingegrift schijnen als in de van gelijksoortige onstoffelijkheid en innerlijke tweespalt doordrongen portretten van Van Gogh of E Munch. De laat antieken leveren ons de eerste voorbeelden van de in zich zelf verdeelde menschheid. MILITARIA. Reserve le luitenant P. G C. A. van der Speck Obreen, van het le regiment onbere den artillerie te Gorinchem. wordt 1 Jan. overgeplaatst bij het 6e regiment veld-ar- tillerie alhier. M Kapitein J G. Boodt, van het 6e regim. veld-artillerie alhier wordt 16 dezer over geplaatst bij het 3e regiment van het wa pen te Breda. Kapitein J. J. Yethake van het 4e regi ment infanterie is gedetacheerd bij de in tendance onder de hevelen van den hoofd intendant te 's Gravenhage. De sergeant-majoor-administrateur H. Broek van het 4de reg. infanterie is bevor derd tot adjudant-onderofficier-administra teur. o HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijzigingen: H. Vroom, Morschstraat 25, Leiden. Winkelier in ijzerwaren. Bovengenoemde handelszaak is met in gang van 1 Januari 1929 omgezet in een vennootschap onder firma onder den naam firma H. Vroom Vennooten: H Vroom. Oegstgeest en W. C J. Pera. Leiden (Beperkende Bepalingen). Sociëteit voor Chemische Industrie ..Kat wijk". Prins Hendrikkanaal. Katwijk. Han del in en fabricatie van chemicaliën. Nieuwe procuratie: H. IJssel de Schep per. Katwijk a. d. Rijn (Beperkende Bepa lingen). SINT NICOLAAS IN DE MORSCHPOORTKAZERNE. Op uitnoodiging van de commissie, die nu al meer dan 10 jaren op lofwaardige wijze daarvoor zorgt, bracht Sint Nicolaas met zijn zwarten knecht gisteravond een bezoek aan de Morschpoortkazerne. Zijn komst betrof ditmaal echter niet de aldaar gelegerde militairen maar wel de daar bijeengekomen kinderen van de ge huwde onderofficieren. De fraai versierde ontspanningszaal, voor dat doel welwillend beschikbaar gesteld door den Regimentscommandant, was inge richt om den goeden Sint en de kinderen met hun ouders behoorlijk te kunnen ont vangen Een strijkje zorgde voor de ge- wenschte afwisseling en begeleidde de tal rijke liederen, die ter eere van den beken den weldoener werden gezongen. Het moet voor den Sint en zijn knecht wel een vermoeiende avond zijn geweest want er viel veel uit te deelen; de kleintjes hadden in het afgeloopen jaar zeker goed opgepast, want, uitgezonderd een enkele af keuring, die moest worden gegeven voor kleine vergrijpen en ondeugden, welke den Sint ter oore waren gekomen, had de milde gever over 't algemeen niet over zijn jonge vriendjes en vriendinnetjes te klagen. Het was èn voor de kleinen èn voor hun begeleiders een gezellige feestavond, die, vooral voor de eerstgenoemden, nog jaren lang ook nog wanneer zij reeds te groot geworden zijn voor zulk een uildeeling een aangename herinnering zal blijven Een der ouders bracht aan het einde van den avond een welverdiende hulde aan de commissie, inzonderheid aan den heer W. Geene, die zeer gelukkig telken jare weer bereid gevonden wordt om de argani- satie en de leiding van het feest op zich te nemen. BINNENLAND. Het amendement-Bakker tot het betalen van belasting cp postkantoren is aange nomen. (Uit het Parlement, 2e Blad). Nederlanders in Franschen spionnage- dienst? (Gemengd, 2e Blad). Tal van anto-cngelnkken te Eindhoven. (Gemengd, 2e Blad). Uitspraak in de ?aak van den moord in de Faber van Riemsdijkstraat te Den Haag; verdachte tot 6 maanden gevangenisstraf veroordeeld. (Rechtzaken, 1ste Blad). BUITENLAND. Een motie van den Landraad van het Saargebied. (Buitenl., le Blad). Nederlaag der Engelsche regeering in het Hoogerhnis. (Buitenl., le Blad). Groot ramoer in den Dnitschen Rijksdag. (Buitenl., le Blad). Bezoek van het Italiaansche Koningspaar aan het Vaticaan. (Tel., le Blad). Edison zou het vervaardigen van synthe tische rubber hebben nitgevonden. (Tel., le Blad). CHR. MIDDENSTANDS- VEREENIGING, AFD. LEIDEN. Ledenvergadering. Door de Chr. Middenstandsvereeniging is dezer dagen een ledenvergadering gehou den in een der zalen van het Nutsgebouw, waarvoor als spreker uitgenoodigd was, de heer J. G. van Altena, hoofdbestuurslid. Te ruim half negen uur .opende de voor zitter, de heer H. Buurman deze vergade ring, welke zeer slecht bezocht was. De notulen der vorige vergadering werden on veranderd vastgesteld. Onder de ingekomen stukken was o.a een schrijven van den heer Th. G. F. van Kamp, waarin deze mededeelt, door huiselijke omstandigheden, i de bestuursfunctie niet te kunnen aanvaar- den. Vervolgens werd het woord gegeven aan den heer van Altena, die zou spreken over „Moeilijkheden in het Middenstandsbedrijf'. Op welsprekende wijze brengt spreker deze moeilijkheden naar voren, welke zich in den loop der jaren vergroot hebben. Hoewel de middenstand de ontwikkeling van het grootwinkelbedrijf niet geheel kan tegen houden, is hij toch in staat door samenwer king zeer veel tot stand te brengen Men spreekt zoo vaak van gezamenlijk inkoo- pen, doch waarom ook niet gezamenlijk verkoopen, gezamenlijk reclame maken. Dit zou de bedrijfskosten veel verminderen. Als de winkelier dan nog voor een goede boek houding zorgde waaraan nog steeds bijna alles mankeert, zouden dit factoren zijn, welke hem nog een behoorlijk winstcijfer en bestaan zouden kunnen verschaffen. Nu is het vaak een strijd om het bestaan, waar in velen sneuvelen. Men verkoopt, zonder de bedrijfskosten te kennen. Spreker eindig- digde zijn rede, met te wijzen op het nood zakelijke van Chi> organisatie, ook al is de groep klein. Als voorbeeld bracht spreker den Chr. Typografenbond naar voren. Aan de bespreking namen deel de heeren Roodenburg. Wielinga en Ziegelaar. die door spreker allen beantwoord werden. De voorzitter dankte den spreker voor alles wat hij dezen avond besproken heeft en stelde voor het verdere gedeelte der agenda, om des tijds wille, tot een volgende vergadering uit te stellen. Van de rondvraag werd geen gebruik ge maakt, waarna de voorzitter de vergadering sloot en den heer Wielinga verzocht met dankgebed te willen eindigen. ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd zijn voor het voorbereidend kerkelijk examen de heer A. G H Blok (Delft) en voor het doctoraal examen ge schiedenis mejuffr. J. H. Harders (Den Haag). VOOR DE RAADSELTEUGD. Abusievelijk is in de bij dit Blad gevoegde kinderkrant verzuimd te vermelden, dat de gewonnen boekwerken aan ons Bureau kun nen worden afgehaald a s. Woensdagmiddag tusschen 12 uur en halfeen en tusschen 4 en 5 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 1