|p Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 2 December 1929
Derde Blad
No. 21386
BINNENLAND.
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
FEUILLETON.
geheimzinnige voetstappen
n"
1. DEMOCRATISCHE BOND.
t jaarvergadering te Middelburg.
Critiek op de kabinetsformatie.
het Schuttershof te Middelburg ving
Edagnamiddag de algemeene vergade-
aan van den Vrijzinnig-Democrati-
|d Bond.
t zijn openingsrede bracht de voorzitter,
<ir. R. Kranenburg uit Leiden, hulde
[de leden, die door den dood aan de
ij ontvielen.
stond vervolgens stil bij de Kabinets- j
uQg volgens het parlementaire stelsel,
(eerste punt van het program, waarmee
[p.ixi de verkiezingen is ingegaan.
wee9 er op dat de formatie van den
tr Ruys de Beerenbrouck een principieele
veronderstelt zonder een eenheid
i program te hebben kunnen bereiken
i bijzondere, ja. paradoxale, zit verder
|>t etiket, dat op het kabinet is geplakt,
lira-parlementair": het is een ongeluk-
term, een term die de verhoudingen
(luistert en het begrip vertroebelt. Een
2-parlementair kabinet beteekent, als
I iets beteekent. een inconstitutioneel ka
kt, een kabinet, in stijd met de normen
J ods staatsrechtelijk gewoonterecht Als
(immers iets wil beteekenen. dan zou
(moeten beduiden een kabinet, dat zich
(baseert op het vertrouwen van de par-
Lntaire meerderheid maar dat zijn basis
buiten het parlement, wanneer het
nnste niet in de lucht wil hangen. En
I heeft het niet veel keus; dan is er nog
Ivolk achter het parlement, waarop de
r Cork v. d. Linden zijn ..kabinet van
volkswil" meende te kunnen baseeren
i onreëele constructie van ons bestel,
r hier geen regelmatig middel is om
volkswil te leeren kennen buiten de
lementskeuze) en er is de Kroon. Het
liet gebleken, dat het z.g. extra-parle-
kabinet Ruys zich beschouwt als
Ikoninklijk kabinet, noch als een kabi-
Ivan den volkswil (systeem Cort v. d.
Maar dan is er geen andere op-
dan dat wij te doen hebben met een
Jlificatie zonder reëelen zin, een eonsti-
|tr.eele fopspeen om lastige partij-kinde-
Inet te houden.
fur wie voor de regelmatige functionee-
ivan ons constitutioneel bestel gevoelt,
[deze kunststukjes van dialectiek en
lëke camouflage niet zonder verdriet
J Zij hebben tot onmiddellijk nadeelig
lig, dat zij de krachtigste staatkundige
jen, de politieke leiders, van de regee-
|tafel verwijderd houden. En indirect
t nadeel misschien nog grooter, doordat
krtijen de verantwoordelijkheid van zich
jblen af te schuiven en tegenover den
joudigen kiezer de handen in onschuld
Khen. Dit gaat echter niet aan; steunen
echtsche groepen eensgezind het kabi-
i hebben zij daadwerkelijk de coalitie
hersteld. Woorden zijn niet beslis-
1 voor de verantwoordelijkheid, maar
ptn. Wie vertrouwen heeft in „gouverne-
kt bij persuasie", in regeering door over
lig dat is democratie toch in wezen),
li zijn weg. Wij zijn, zei spr., dien weg
|ifgeloopen jaar,gegaan, met vasten stap
f-?nsgezind Veel werk van voorlichting
r door velen gedaan.
totale resultaat was voor de partij be
ogend. het stemmenaantal ging met
i 20.000 vooruit, de partij behield haar
I' in de Tweede Kamer en won een
I in de Eerste Kamer. Dit alles ondanks
Iomstandigheid, dat de actie ongunstig
beïnvloed door het zonderlinge en
f'urenswaardige avontuur van Curagao.
H. P. Marchant behandelde hierna
oerig de kabinetsformatie en de daar-
J- in de Tweede Kamer bij de algemeene
f-iouwingen gevoerde debatten. Wij
"'-Q heette het wachten op daden.
J hij de algemeene beschouwingen zijn
de baan de piketten reeds geslagen,
f- Financiën wondt het beheer voortgezet
van den soliden burgerman: schuld delgen,
rijker worden Het uitzicht op nieuwe le
vensbronnen ontbreekt. De beweeglijke in
spanning voor nieuwen opbloeit, die elders
onze aandacht trekt, is, in Nederland, be
perkt. Wij aanschouwen de rust van den
pottenden en zwaarmoedigen rentenier. Hi]
geeft werkgelegenheid, maar het werk blijft
uit
Vervolgens besprak de heer Marchant het
ontwapeningsvraagstuk.
Spr. merkte verder op. dat een van de
grondzuilen waarop het christelijk bewina
zijn evoluties uitvoert, is de handhaving
van het gezag Het zorgt voor het volksver
trouwen in de regeering en in de rechts
pleging. In welk licht kwam dit vertrouwen,
toen de zaak Giessen-Nieuwkerk aan de
orde was? Wat was in deze zaak de hou
ding van de regeering? Zij erkende, dat de
veroordeeling van onschuldigen gevolg was
van gemaakte fouten. Hier zou men hebben
verwacht, dat de bewindsman, die verant
woordelijk is voor den goeden gang onzer
rechtspleging, blijk zou geven van zijn
vreugde, nu de noodlottige vergissing aan
het licht was gekomen. Echter niets daar
van. Hef rechterlijk college, dat Nederland
voor schande heeft bewaard, had een te
rechtwijzing in ontvangst te nemen, omdat
de wijze van presideeren den minister niet
beviel.
De houding van de V. D. fractie in de
Kamer tegenover den minister ging niet om
liet maken van slachtoffers, het ging hier
om dat zij van den man, die geroepen is
om voor de gerechtigheid te waken, de ver
klaring hadden willen hooen: Goddank,
hier is het onrecht hersteld, hier heeft de
rechter zijn roeping verstaan om aan Gods
ardinantiën in het staatsleven de hand te
houden. En juist deze verklaring bleef uit
en juist dit gemis deed de kleingeestige be
risping schrijven als een pijnlijke vernede
ring. Hier voelden wij sterk het verschil ln
waarde tusschen het prevelen van de ge
ijkte christelijke formules als bij de alge
meene beschouwingen en het beleven tnu
do christelijke beginselen in de practijk.
Vervolgens trad spr. in uitvoenvw be
schouwingen over de vroegere Liberale Unie
on de tegenwoordige Liberale Staatspartij.
Uitvoerig stelde spr. de politiek der vrijz.-
democraten er tegenover.
Gistermorgen werd de vergadering voort
gezet. In de plaats van den aftredenden
voorzitter prof. mr. R. Kranenburg en Ce
aftredende leden prof. D. van Embden, J.
Nortland en mevr. M. Ketelaarv. Goch,
die geen van allen herkiesbaar waren, wer
den gekozen mevr. M. van Embdende
Ridder te Amsterdam, en de heeren Sidney,
J. van den Bergh te Wassenaar, D. Kooi
man te Purmerend en mr. W. H. M. Wer
ker te Den Haag. Door het hoofdbestuur in
zijn nieuwen vorm zal uit zijn midden een
voorzitter worden gekozen.
De zeer vele voorstellen betreffende een
eigen vrijzinnig-democratisch dagblad, die
reeds Zaterdagavond een punt van bespre
king hadden uitgemaakt, leidden er ten
slotte toe, dat door het H.B. een commissie
zal worden ingesteld, die de mogelijkheid
van stichting van een vrijzinnig-democra
tisch dagblad zal onderzoeken. Een voorstel
van de afd. Leiden voor verbetering en uit
breiding der wettelijke bepalingen tot be
scherming van dieren werd aangenomen.
Een voorstel van de afd. Soest om opnieuw
pogingen in het werk te stellen om tot fusie
te raken met de Democratische Partij werd
na een toelichting van Mr. Marchant inge
trokken. Naar aanleiding van het referaat
van prof. Mr. R. Kranenburg over „Be
scherming tegen Overheidonrecht" ontspon
zich een geanimeerde juridische discussie
over de administratieve rechtspraak, waar
aan deelnamen o.a. mr. Oud, mej. mr. Goud
smid en mr. Werker. Een voorstel-den Haag
naar aanleiding van de Giessen-Nieuwkerk-
zaak, voor het bevorderen door de vrijz-
dem. Kamerfractie van een regeerings-on-
derzoek naar de toestanden bij de Rechter
lijke Macht, speciaal wat betreft het voor
onderzoek bij strafzaken en de daarbij toe
gepaste politioneele maatregelen, werd aan
genomen in den zin. zooals het H.B. ver
klaarde, dit voorstel op te willen vatten,
n.l. uitgaande van de overtuiging, dat de
Vrijz.-dem. Kamerfractie bij de behandeling
105. Om de hooge. groote vuren, begonnen zij een
oorlogsdans, eerst rustig, dan steeds wilder, elkaar dreigend
met de lans. Het was of zij elkaar bevochten, loerend op
elkanders dood en de groote, hooge vlammen kleurden
hun gezichten rood.
106. De koning danste met Katrijntje en ze draaiden
steeds maar rond en Katrijn zei, om hem te vleien,
dat zij hem 'n prachtig danser vond." „Ja," zei de koning
zeer gevoelig, „ik geloof dat t zeer goed gaat, als ge maar
niet met Uw klompen op mijn bloote teenen staat."
van de zaak in de Kamer niet in gebreke
zal blijven en daarom slechts practisch die
nende om de vergadering ook harerzijds te
kunnen doen uitspreken, dat hier krachtig
ingegrepen moet worden.
Aangenomen werd een voorstel Hilversum
om het H.B. een Commissie te doen benoe
men ter bestudeering van een wettelijke
regeling van het Middelbaar Onderwijs. Een
voorstel van Arnhem, waarin de wensche-
lijkheid werd uitgesproken van spoedig
verdere doorvoering van de Arbeidswet ten
aanzien van kantoorbedienden.
Ten slotte werden door verschillende
sprekers woorden van dank en erkentelijk
heid gericht tot den scheidenden voorzitter,
prof. mr. R. Kranenburg, en na de gebrui
kelijke formaliteiten werd het congres ge
sloten.
DE VOORTAARS-TAARBEURS.
Een buitengewoon groot aantal
deelnemers.
De Voorjaars-Jaarbeurs van Maart 1930
belooft een buitengewoon succes te worden.
Het aantal deelnemers dat aan die Jaar
beurs wenscht deel te nemen, is zóó ont
zaglijk groot, dat de directie geen kans ziet,
om hen allen in het» .reeds bestaande en in
het nieuwe (straks in gebruik te nemen)
Jaarbeursgebouw onder dak te brengen.
Alle ruimte in beide gebouwen is vrijwel al
geheel in beslag genomen en dit buitenge
wóón-verheugende feit heeft het bestuur
van de Jaarbeurs genoopt aan de Gemeente
Utrecht te moeten vragen om het geheele
Vreeburg-plein beschikbaar te willen stellen
voor de Jaarbeurs, voor het opslaan van
houten stand-gebouwen. En deze Vreeburg-
ruimte volledig meegerekend, komt men
nog plaats tekort. De animo om aan de
Voorjaarsbeurs van 1930 deel te nemen is
verrassend groot; verschillende belangrijke
ondernemingen, die aanvankelijk tot de
deelnemers behoorden toen de Jaarbeurs in
de eerste jaren van haar bestaan nog op
het Janskerkhof en in de Maliebaan ge
vestigd was, maar die in lateren tijd weg
bleven omdat zij in de deelname geen heil
meer zagen, komen thans allemaal weer
terug en hebben zich aangemeld voorvaste
plaatsen in een van de Jaarbeursgebouwen.
Deze enorme toeloop zoo deelde de heer
Graadt van Roggen als secretaris-generaal
mede aan het „U. D." heeft dan ook tot
gevolg dat ook in het nieuwe Jaarbeursge
bouw geen meter plaats meer beschikbaar
is en men zelfs heeft moeten besluiten, om
ook in dat nieuwe gebouw tijdelijke mon
sterkamers in te richten langs de balustra
den der balcons, hoewel men aanvankelijk
was overeengekomen, om die monsterka
mers daar achterwege te laten. Maar de
overweldigende toeloop van deelnemers
dwingt er toe, om geen enkele plek, waar
ook, onbenut te laten. Vandaar ook de aan
vrage bij het Gemeentebestuur, om te mo
gen beschikken over het gansche Vreeburg.
Op het Vreeburg komt o.m. een groot pavil
joen, bestemd voor de bouw-materialen; dit
paviljoen wordt met een doorloop verbon
den met het nieuwe Jaarbeursgebouw. Voor
het eerst komt op deze Voorjaarsbeurs een
collectieve inzending van Zwitsersche fa
brieken. Ook uit andere landen zijn den
laatsten tijd vertegenwoordigers van in-
dustrieele combinaties geweest, om bespre
kingen te voeren voor gemeenschappelijke
inzendingen, maar waar nu al vier maan
den vooruit, alle ruimte nagenoeg bezet is,
heeft men met deze deputaties nog geen de
finitieve afspraken kunnen maken. Somj
migen hunner wenschten nu reeds te huren
voor de Najaarsbeurs van 1930, als hun op
de Vóórjaarsbeurs geen plaats meer kon
worden toegewezen.
Nu men staat tegenover zulk een deel
name en het nieuwe, tweede Jaarbeursge
bouw thans reeds is uitverkocht, zal men,
véél spoediger dan men aanvankelijk ge
dacht had, moeten overgaan tot den bouw
van een derde vaste Jaarbeursgebouw, te
stichten in het verlengde van het thans
verrezen tweede gebouw.
RECLAME.
HET PENSIOENFONDS DER
TYPOGRAFEN.
De o pp o si tic-voorstellen te Amsterdam
verworpen.
In Bellevuei te Amsterdam is de buiten
gewone vergadering gehouden der afdee-
iing 1 van den Alg. Ned. Typografenbond,
belegd op verzoek van 212 leden, zulks naar
aanleiding der agitatie van het Landelijk
Comité van Actie te'gen het pensioenfonds
van de Grafische vakken en bedrijfsfonds ge
lijk bekend, dat gesticht werd door de Fede
ratie van Werkgeversorganisaties en al reeds
in werking getreden is.
De vergadering was zeer druk bezocht.
Een groep leden had voor deze buitenge
wone vergadering twee voorstellen inge
diend. Het eerste luidde;
De afdeeling, enz., besluit, gezien de op
positie tegen het pensioenfonds, in geen ge
val eenig royement te zullen aanvaarden
wegens weigering van premiebetaling en
wanneer bet hoofdbestuur toch tot royement
mocht overgaan, zich als afdeeling af te
scheiden van den A. N. T. B.
Het andere voorstel dezer groep bad de
strekking te besluiten, dat alle kosten, welk©
zouden voortvloeien uit een te voeren proces
1603
in zake het royement, gedragen zullen wor
den door de afd. Amsterdam I (voor de volle
100 pCt., alzoo uit de afdeelingskas) en wel
onder het voorbehoud, dat de regeling der
procedure in handen zou blijven van het
Landelijk Comité van Ac tiet
De leider der oppositie, de heer G. D.
Clausing, had o.a. nog vorgesteld, dat aan
de afdeeling Amsterdam I opgedragen zou
worden niet te voldoen aan de geheime
hoofdbestuurscirculaire, waarin o.m. gelast
was „premiebetaling-weigeraars te bewer
ken vóór het pensioenfonds".
De vergadering was strikt huishoudelijk.
Na afloop vernamen wij, aldus „de Crt."
dat het afdelingsbestuur er op gewezen had,
dat een besluit tot afscheiding van den bond
volgens de statuten niet mogelijk geacht
werd. Wat betaling van eventueele proces
kosten betrof, zou het hoofdbestuur het volle
recht hebben in te grijpen, omdat het steeds
dei contróle heeft over de afdeelingsfinan-
ciën. De geheime circulaire voorts bevatte
een opdracht, waaraan men meende gevolg
te moeten geven, omdat het afdeelingsbe-
sluur gehouden is, ook al volgens de statuten
alle opdrachten van het hoofdbestuur uit te
voeren. Het afdeelingsbestuur was alzoo van.
cordeel, ingevolge de statutaire bepalingen,
al de ingediende voorstellen niet te kun
nen uitvoeren dan na aanvaarding door de
leden. Dei aanneming werd ook nog ontraden
ten einde geen chaos te scheppen en o.m. te
veroorzaken, dat alle voordeelen in zake de
loon- en ar beMsvoorwa arden, verkregen
door de bepalingen der C. A. O. teniet zou
den gaan.
Het eerst weid het woord verleend aan
den heer F. van der Wal, den voorzitter van
liet hoofdbestuur, die volgens de statuten het
recht had in deze vergadering te spreken. In
een uitvoerige rede bestreed hij de voorstel
len der oppositie. Na zijn uiteenzetting
deelde de afdelingsvoorzitter, de heer Bak
ker mede. dat er vier moties van orde inge
komen waren, alle ongeveer strekkende de
voorstellen, als o.a. onteerend zijnde voor
een Typografenbond, van de agenda af lel
voeren. Er werd nu tien minuten gepau-
seerd, opdat het bestuur zich over deze mo
ties kon beraden.
Na de korte pauze werd van de bestuurs-
f-'iriseerde vertaling uit het Engelsch
Tan Mevrouw Belloc Lowndes,
door Oswaldi.
rj« dat is mijn opvatting", zei mevrouw
pin beslist „Onlangs stierf een oude
"din van me, een dame van tachtig jaar,
'ilkomen natuurlijken dood. Maar om-
?i in geen twee maanden voor haar
^en een dokter geraadpleegd had, kon
familie de blaam en het pijnlijke van
'Rechtelijk onderzoek niet ontgaan."
Jhar u wilt deze dame toch zeker dat
«•i]ke nje{ zeggen die blaam.
:aarvan 19 hier geen sprake maar
^pijnlijke, om te moeten verschijnen voor
*MTe^°°r, niet aandoen? Zij zou de
getuige, afgezien natuurlijk van mij-
^JQ."
n zou gaarne ook een verklaring af-
j 5;,want ik heb mijn zoon nog twee da-
nj-z^n overlijden gesproken en hij
voor toen m blakende gezondheid
p 'l^an heel wel geschenen hebben",
in, „maar hij klaagde dikwijls,
^rjïanneer we gedanst hadden, over
i r.!'e stee^ zijn zij. ïk weet, dat hij
Ik^rorhtend erg onplezierig gevoelde,
Strain zei me, dat hij ge-
'k vergeef het me zelf nooit, dat
^em gewacht heb. om met hem
bm Saan-" Opnieuw barstte Eva
jachtig snikken uit.
Raydon liet een blik vol afkeer
en achterdocht op haar schoondochfer rus
ten. Toen wendde zij zich tot den dokter met
de woorden:
„Ik zie, dat noch mijn woorden, noch mijn
zienswijze in staat zijn u tot andere ge
dachten te brengen, dokter Durham. Het
spijt me. dat ik u ben lastig gevallen met
mijn verzoek mij hier te komen spreken."
„Och neen, zegt u dat niet", riep hij uit,
„ik ben heel graag gekomen en ik hoop..."
hij aarzelde, stokte „ik hoop. dat u wel
overtuigd zult willen zijn van mijn innige
deelneming in uw droevig verlies."
Maar zij stak hem de hand niet toe. waar
op hij met een buiging zich uit de voeten
maakte.
Er volgde een pijnlijke stilte tusschen de
twee vrouwen. Eindelijk zei Eva zenuw
achtig:
„Ik heb in hel geheel geen trek om te
lunchen. Wilt u mij excuseeren. als ik boven
wat ga liggen? Ik heb den heelen nacht
geen oog dicht gedaan."
Toen vroeg haar schoonmoeder iets. wat
de jonge weduwe bijna een onbescheiden
vraag vond.
„Is er iemand op het oogenblik bij
Birtlev?"
„Neen. ten minste ik.... ik geloof het
niet."
„Dan wil ik wel even in die kamer."
„Wenscht u niet eerst iets te gebruiken?"
„Neen. ik dank je."
Het hinderde Eva gevoelig, dat de oude
mevrouw Raydon haaT geen enkele maal
„lieve" of „kind" genoemd had, nog één
woord van zii het ook de gebruikelijke deel
neming had geuit, sipds zij dien morgen op
The Mill House was aangekomen, even over
zessen.
Langzaam heengaand, voelde het jonge
vrouwtje weer heete tranen opkomen in
haar vermoeide oogen en er kwam een ge
voel van akelige eenzaamheid, van verla
tenheid in haar hart. Het leek zoo iets ab
surds, dat Birtley, haar liefhebbende heer
en meester die overigens in zekeren zin
als was in haar handen was geweest nu
dood en koud lag en haar nooit meer zou
liefkoozen of berispen.
Hoewel zij het voor zich had gehouden,
het zelfs niet aan haar vnendin had ver
teld. die zoo hartelijk en hulpvaardig was
geweest in die verschrikkelijke uren, was
hel nu toch de eerste maal, dat Eva Ray
don iemand had zien sterven. En zij was
diep geschikt en ontroerd door het nieuwe
besef, hoe broos de draad is tusschen leven
en dood.
Toen zij weer op Adelaide's bed was
gaan liggen. hooTde zij de oude mevrouw
Raydon. zacht de trappen opkomen, de
sterfkamer ingaan en den sleutel in het slot
omdraaien.
Haar gezichtje in de kussens begravend,
snikte Eva haar brandend verdriet uit. Het
geluid van den sleutel in het slot van haar
slaapkamerdeur had plotseling een leven
dige herinnering in haar gewekt aan de
heerlijke verzoening die pergisteren was ge
volgd op het kinderachtige gekibbel tusschen
haar en haar lieven Birtley.
HOOFDSTUK XVIII.
„De eenige roerende figuur
Na de bijzfmder ruime, thans duislere
slaapkamer te zijn doorgeloopen. ging me
vrouw Raydon niet naar het bed, om hel
laken van haaT gestorven zoons gelaat op
te slaan, zooals menige moeder in haar
plaats zou hebben gedaan. Ook knielde zij
niet bij het bed, om mogelijk wat berusting
en gelatenheid in een gebed te vinden, ge
lijk zij had gedaan toen zij voor het eerst
alleen was gelaten bij het lijk van haar
echtgenoot, dien zij hartstochtelijk en vol
jaloezie had bemind.
Neen. inplaats daarvan ging zij regelrecht
naar haar schoondochters kaptafel, die nog
overladen was met nuttelooze, kostbare
prulletjes.
Van het begin af had zij haar zoons mooie
vrouw gevreesd, gehaat, veracht en veroor
deeld. In den loop van den tijd was haar
antipathie nog verscherpt, tegelijk met haar
felle jalouzie op de vrouw, die Birtley's hart
geheel had ingepalmd, die hem vasthield op
een wijze, waarvan zij, de moeder, die heel
weinig wist van den mannelijken aard,
niets begreep.
Onderzoekend, speurend liet zij de oogen
gaan over elk meubelstuk, elke gesloten
kast in het groote vertrek. Ofschoon zij zich
nooit door onbestemde voorstellingen liet
leiden, was het toch alsof iets haar zei, dat
zij in deze duistere slaapkamer de bevesti
ging kon vinden van haar sterk vermoeden,
dat haar zoon geen natuurlijken dood ge
storven was.
Plotseling draaide zij zich om en bleef zij
staan staren op de kleerkast.
Het was een prachtig meubeltje, een
kleine latafel, van achttiende eeuwschen
stijl, sierlijk van vorm. Een van de ware
spotkoopjes, die het echtpaar Birtley Ray
don had bemachtigd toen zij in bezit kwa
men van The Mill House en inboedel.
Voorover gebogen, opende zij de bovenste
la en met een kleur van spanning op haar
bleek gelaat begon zij den inhoud zorgvul
dig, zaakkundig te onderzoeken, Dit was
niet zoo heel gemakkelijk, want Eva was,
gelijk zoo veel vrouwtjes van haar soort,
hoewel uiterst kieskeurig in alles wat haar
eigen manieren en gewoonten betrof, bui
tengewoon slordig, om de eenvoudige reden
dat zij als kind en meisje nooit geleerd had
netjes te zijn.
Birtley Raydon's moeder was meer dan
diep verontwaardigd over alles wat zij
vond en zij vond heel veel wat op
klinkklare onzinnigheid en verregaande ver
spilzucht wees. Eva, al weer gelijk zooveel
vrouwtjes van haar soort was een soort van
verzamelaarster. Ofschoon zij heel gul was,
hield zij er niet van de dingen weg te
gooien, en nu herinnerde de oude mevrouw
Raydon's zich vol bitterheid haar zoon
spottende half komieke beschrijving van de
massa dure prullaria die zijn vrouw had op
gehoopt, toen zij uit de gemeubelde woning
trokken, waar zij de eer9te maanden van
hun huwelijk hadden doorgebracht.
Na tot in de kleinste bijzonderheden de
laden van de kleerkast te hebben onder
zocht en doorgesnuffeld, ging mevrouw
Raydon naar een ingelegde schrijftafel.
Op die tafel stond, in een fraaie lijst, het
portret van haar zoon als een mooi kind
van zeven jaar. Met een diepen, pijnlijken
zucht legde zij het portret omgekeerd op de
tafel. Het was haar alsof het zien van dat
portret den spot dreef met haar verdriet.
Zij had dat oude portret niet aan Eva gege
ven. Birtley had het onder de papieren van
zijn vader gevonden.
(Wordt vervolgd).