|p Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 2 December 1929 Derde Blad No. 21386 BINNENLAND. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. FEUILLETON. geheimzinnige voetstappen n" 1. DEMOCRATISCHE BOND. t jaarvergadering te Middelburg. Critiek op de kabinetsformatie. het Schuttershof te Middelburg ving Edagnamiddag de algemeene vergade- aan van den Vrijzinnig-Democrati- |d Bond. t zijn openingsrede bracht de voorzitter, <ir. R. Kranenburg uit Leiden, hulde [de leden, die door den dood aan de ij ontvielen. stond vervolgens stil bij de Kabinets- j uQg volgens het parlementaire stelsel, (eerste punt van het program, waarmee [p.ixi de verkiezingen is ingegaan. wee9 er op dat de formatie van den tr Ruys de Beerenbrouck een principieele veronderstelt zonder een eenheid i program te hebben kunnen bereiken i bijzondere, ja. paradoxale, zit verder |>t etiket, dat op het kabinet is geplakt, lira-parlementair": het is een ongeluk- term, een term die de verhoudingen (luistert en het begrip vertroebelt. Een 2-parlementair kabinet beteekent, als I iets beteekent. een inconstitutioneel ka kt, een kabinet, in stijd met de normen J ods staatsrechtelijk gewoonterecht Als (immers iets wil beteekenen. dan zou (moeten beduiden een kabinet, dat zich (baseert op het vertrouwen van de par- Lntaire meerderheid maar dat zijn basis buiten het parlement, wanneer het nnste niet in de lucht wil hangen. En I heeft het niet veel keus; dan is er nog Ivolk achter het parlement, waarop de r Cork v. d. Linden zijn ..kabinet van volkswil" meende te kunnen baseeren i onreëele constructie van ons bestel, r hier geen regelmatig middel is om volkswil te leeren kennen buiten de lementskeuze) en er is de Kroon. Het liet gebleken, dat het z.g. extra-parle- kabinet Ruys zich beschouwt als Ikoninklijk kabinet, noch als een kabi- Ivan den volkswil (systeem Cort v. d. Maar dan is er geen andere op- dan dat wij te doen hebben met een Jlificatie zonder reëelen zin, een eonsti- |tr.eele fopspeen om lastige partij-kinde- Inet te houden. fur wie voor de regelmatige functionee- ivan ons constitutioneel bestel gevoelt, [deze kunststukjes van dialectiek en lëke camouflage niet zonder verdriet J Zij hebben tot onmiddellijk nadeelig lig, dat zij de krachtigste staatkundige jen, de politieke leiders, van de regee- |tafel verwijderd houden. En indirect t nadeel misschien nog grooter, doordat krtijen de verantwoordelijkheid van zich jblen af te schuiven en tegenover den joudigen kiezer de handen in onschuld Khen. Dit gaat echter niet aan; steunen echtsche groepen eensgezind het kabi- i hebben zij daadwerkelijk de coalitie hersteld. Woorden zijn niet beslis- 1 voor de verantwoordelijkheid, maar ptn. Wie vertrouwen heeft in „gouverne- kt bij persuasie", in regeering door over lig dat is democratie toch in wezen), li zijn weg. Wij zijn, zei spr., dien weg |ifgeloopen jaar,gegaan, met vasten stap f-?nsgezind Veel werk van voorlichting r door velen gedaan. totale resultaat was voor de partij be ogend. het stemmenaantal ging met i 20.000 vooruit, de partij behield haar I' in de Tweede Kamer en won een I in de Eerste Kamer. Dit alles ondanks Iomstandigheid, dat de actie ongunstig beïnvloed door het zonderlinge en f'urenswaardige avontuur van Curagao. H. P. Marchant behandelde hierna oerig de kabinetsformatie en de daar- J- in de Tweede Kamer bij de algemeene f-iouwingen gevoerde debatten. Wij "'-Q heette het wachten op daden. J hij de algemeene beschouwingen zijn de baan de piketten reeds geslagen, f- Financiën wondt het beheer voortgezet van den soliden burgerman: schuld delgen, rijker worden Het uitzicht op nieuwe le vensbronnen ontbreekt. De beweeglijke in spanning voor nieuwen opbloeit, die elders onze aandacht trekt, is, in Nederland, be perkt. Wij aanschouwen de rust van den pottenden en zwaarmoedigen rentenier. Hi] geeft werkgelegenheid, maar het werk blijft uit Vervolgens besprak de heer Marchant het ontwapeningsvraagstuk. Spr. merkte verder op. dat een van de grondzuilen waarop het christelijk bewina zijn evoluties uitvoert, is de handhaving van het gezag Het zorgt voor het volksver trouwen in de regeering en in de rechts pleging. In welk licht kwam dit vertrouwen, toen de zaak Giessen-Nieuwkerk aan de orde was? Wat was in deze zaak de hou ding van de regeering? Zij erkende, dat de veroordeeling van onschuldigen gevolg was van gemaakte fouten. Hier zou men hebben verwacht, dat de bewindsman, die verant woordelijk is voor den goeden gang onzer rechtspleging, blijk zou geven van zijn vreugde, nu de noodlottige vergissing aan het licht was gekomen. Echter niets daar van. Hef rechterlijk college, dat Nederland voor schande heeft bewaard, had een te rechtwijzing in ontvangst te nemen, omdat de wijze van presideeren den minister niet beviel. De houding van de V. D. fractie in de Kamer tegenover den minister ging niet om liet maken van slachtoffers, het ging hier om dat zij van den man, die geroepen is om voor de gerechtigheid te waken, de ver klaring hadden willen hooen: Goddank, hier is het onrecht hersteld, hier heeft de rechter zijn roeping verstaan om aan Gods ardinantiën in het staatsleven de hand te houden. En juist deze verklaring bleef uit en juist dit gemis deed de kleingeestige be risping schrijven als een pijnlijke vernede ring. Hier voelden wij sterk het verschil ln waarde tusschen het prevelen van de ge ijkte christelijke formules als bij de alge meene beschouwingen en het beleven tnu do christelijke beginselen in de practijk. Vervolgens trad spr. in uitvoenvw be schouwingen over de vroegere Liberale Unie on de tegenwoordige Liberale Staatspartij. Uitvoerig stelde spr. de politiek der vrijz.- democraten er tegenover. Gistermorgen werd de vergadering voort gezet. In de plaats van den aftredenden voorzitter prof. mr. R. Kranenburg en Ce aftredende leden prof. D. van Embden, J. Nortland en mevr. M. Ketelaarv. Goch, die geen van allen herkiesbaar waren, wer den gekozen mevr. M. van Embdende Ridder te Amsterdam, en de heeren Sidney, J. van den Bergh te Wassenaar, D. Kooi man te Purmerend en mr. W. H. M. Wer ker te Den Haag. Door het hoofdbestuur in zijn nieuwen vorm zal uit zijn midden een voorzitter worden gekozen. De zeer vele voorstellen betreffende een eigen vrijzinnig-democratisch dagblad, die reeds Zaterdagavond een punt van bespre king hadden uitgemaakt, leidden er ten slotte toe, dat door het H.B. een commissie zal worden ingesteld, die de mogelijkheid van stichting van een vrijzinnig-democra tisch dagblad zal onderzoeken. Een voorstel van de afd. Leiden voor verbetering en uit breiding der wettelijke bepalingen tot be scherming van dieren werd aangenomen. Een voorstel van de afd. Soest om opnieuw pogingen in het werk te stellen om tot fusie te raken met de Democratische Partij werd na een toelichting van Mr. Marchant inge trokken. Naar aanleiding van het referaat van prof. Mr. R. Kranenburg over „Be scherming tegen Overheidonrecht" ontspon zich een geanimeerde juridische discussie over de administratieve rechtspraak, waar aan deelnamen o.a. mr. Oud, mej. mr. Goud smid en mr. Werker. Een voorstel-den Haag naar aanleiding van de Giessen-Nieuwkerk- zaak, voor het bevorderen door de vrijz- dem. Kamerfractie van een regeerings-on- derzoek naar de toestanden bij de Rechter lijke Macht, speciaal wat betreft het voor onderzoek bij strafzaken en de daarbij toe gepaste politioneele maatregelen, werd aan genomen in den zin. zooals het H.B. ver klaarde, dit voorstel op te willen vatten, n.l. uitgaande van de overtuiging, dat de Vrijz.-dem. Kamerfractie bij de behandeling 105. Om de hooge. groote vuren, begonnen zij een oorlogsdans, eerst rustig, dan steeds wilder, elkaar dreigend met de lans. Het was of zij elkaar bevochten, loerend op elkanders dood en de groote, hooge vlammen kleurden hun gezichten rood. 106. De koning danste met Katrijntje en ze draaiden steeds maar rond en Katrijn zei, om hem te vleien, dat zij hem 'n prachtig danser vond." „Ja," zei de koning zeer gevoelig, „ik geloof dat t zeer goed gaat, als ge maar niet met Uw klompen op mijn bloote teenen staat." van de zaak in de Kamer niet in gebreke zal blijven en daarom slechts practisch die nende om de vergadering ook harerzijds te kunnen doen uitspreken, dat hier krachtig ingegrepen moet worden. Aangenomen werd een voorstel Hilversum om het H.B. een Commissie te doen benoe men ter bestudeering van een wettelijke regeling van het Middelbaar Onderwijs. Een voorstel van Arnhem, waarin de wensche- lijkheid werd uitgesproken van spoedig verdere doorvoering van de Arbeidswet ten aanzien van kantoorbedienden. Ten slotte werden door verschillende sprekers woorden van dank en erkentelijk heid gericht tot den scheidenden voorzitter, prof. mr. R. Kranenburg, en na de gebrui kelijke formaliteiten werd het congres ge sloten. DE VOORTAARS-TAARBEURS. Een buitengewoon groot aantal deelnemers. De Voorjaars-Jaarbeurs van Maart 1930 belooft een buitengewoon succes te worden. Het aantal deelnemers dat aan die Jaar beurs wenscht deel te nemen, is zóó ont zaglijk groot, dat de directie geen kans ziet, om hen allen in het» .reeds bestaande en in het nieuwe (straks in gebruik te nemen) Jaarbeursgebouw onder dak te brengen. Alle ruimte in beide gebouwen is vrijwel al geheel in beslag genomen en dit buitenge wóón-verheugende feit heeft het bestuur van de Jaarbeurs genoopt aan de Gemeente Utrecht te moeten vragen om het geheele Vreeburg-plein beschikbaar te willen stellen voor de Jaarbeurs, voor het opslaan van houten stand-gebouwen. En deze Vreeburg- ruimte volledig meegerekend, komt men nog plaats tekort. De animo om aan de Voorjaarsbeurs van 1930 deel te nemen is verrassend groot; verschillende belangrijke ondernemingen, die aanvankelijk tot de deelnemers behoorden toen de Jaarbeurs in de eerste jaren van haar bestaan nog op het Janskerkhof en in de Maliebaan ge vestigd was, maar die in lateren tijd weg bleven omdat zij in de deelname geen heil meer zagen, komen thans allemaal weer terug en hebben zich aangemeld voorvaste plaatsen in een van de Jaarbeursgebouwen. Deze enorme toeloop zoo deelde de heer Graadt van Roggen als secretaris-generaal mede aan het „U. D." heeft dan ook tot gevolg dat ook in het nieuwe Jaarbeursge bouw geen meter plaats meer beschikbaar is en men zelfs heeft moeten besluiten, om ook in dat nieuwe gebouw tijdelijke mon sterkamers in te richten langs de balustra den der balcons, hoewel men aanvankelijk was overeengekomen, om die monsterka mers daar achterwege te laten. Maar de overweldigende toeloop van deelnemers dwingt er toe, om geen enkele plek, waar ook, onbenut te laten. Vandaar ook de aan vrage bij het Gemeentebestuur, om te mo gen beschikken over het gansche Vreeburg. Op het Vreeburg komt o.m. een groot pavil joen, bestemd voor de bouw-materialen; dit paviljoen wordt met een doorloop verbon den met het nieuwe Jaarbeursgebouw. Voor het eerst komt op deze Voorjaarsbeurs een collectieve inzending van Zwitsersche fa brieken. Ook uit andere landen zijn den laatsten tijd vertegenwoordigers van in- dustrieele combinaties geweest, om bespre kingen te voeren voor gemeenschappelijke inzendingen, maar waar nu al vier maan den vooruit, alle ruimte nagenoeg bezet is, heeft men met deze deputaties nog geen de finitieve afspraken kunnen maken. Somj migen hunner wenschten nu reeds te huren voor de Najaarsbeurs van 1930, als hun op de Vóórjaarsbeurs geen plaats meer kon worden toegewezen. Nu men staat tegenover zulk een deel name en het nieuwe, tweede Jaarbeursge bouw thans reeds is uitverkocht, zal men, véél spoediger dan men aanvankelijk ge dacht had, moeten overgaan tot den bouw van een derde vaste Jaarbeursgebouw, te stichten in het verlengde van het thans verrezen tweede gebouw. RECLAME. HET PENSIOENFONDS DER TYPOGRAFEN. De o pp o si tic-voorstellen te Amsterdam verworpen. In Bellevuei te Amsterdam is de buiten gewone vergadering gehouden der afdee- iing 1 van den Alg. Ned. Typografenbond, belegd op verzoek van 212 leden, zulks naar aanleiding der agitatie van het Landelijk Comité van Actie te'gen het pensioenfonds van de Grafische vakken en bedrijfsfonds ge lijk bekend, dat gesticht werd door de Fede ratie van Werkgeversorganisaties en al reeds in werking getreden is. De vergadering was zeer druk bezocht. Een groep leden had voor deze buitenge wone vergadering twee voorstellen inge diend. Het eerste luidde; De afdeeling, enz., besluit, gezien de op positie tegen het pensioenfonds, in geen ge val eenig royement te zullen aanvaarden wegens weigering van premiebetaling en wanneer bet hoofdbestuur toch tot royement mocht overgaan, zich als afdeeling af te scheiden van den A. N. T. B. Het andere voorstel dezer groep bad de strekking te besluiten, dat alle kosten, welk© zouden voortvloeien uit een te voeren proces 1603 in zake het royement, gedragen zullen wor den door de afd. Amsterdam I (voor de volle 100 pCt., alzoo uit de afdeelingskas) en wel onder het voorbehoud, dat de regeling der procedure in handen zou blijven van het Landelijk Comité van Ac tiet De leider der oppositie, de heer G. D. Clausing, had o.a. nog vorgesteld, dat aan de afdeeling Amsterdam I opgedragen zou worden niet te voldoen aan de geheime hoofdbestuurscirculaire, waarin o.m. gelast was „premiebetaling-weigeraars te bewer ken vóór het pensioenfonds". De vergadering was strikt huishoudelijk. Na afloop vernamen wij, aldus „de Crt." dat het afdelingsbestuur er op gewezen had, dat een besluit tot afscheiding van den bond volgens de statuten niet mogelijk geacht werd. Wat betaling van eventueele proces kosten betrof, zou het hoofdbestuur het volle recht hebben in te grijpen, omdat het steeds dei contróle heeft over de afdeelingsfinan- ciën. De geheime circulaire voorts bevatte een opdracht, waaraan men meende gevolg te moeten geven, omdat het afdeelingsbe- sluur gehouden is, ook al volgens de statuten alle opdrachten van het hoofdbestuur uit te voeren. Het afdeelingsbestuur was alzoo van. cordeel, ingevolge de statutaire bepalingen, al de ingediende voorstellen niet te kun nen uitvoeren dan na aanvaarding door de leden. Dei aanneming werd ook nog ontraden ten einde geen chaos te scheppen en o.m. te veroorzaken, dat alle voordeelen in zake de loon- en ar beMsvoorwa arden, verkregen door de bepalingen der C. A. O. teniet zou den gaan. Het eerst weid het woord verleend aan den heer F. van der Wal, den voorzitter van liet hoofdbestuur, die volgens de statuten het recht had in deze vergadering te spreken. In een uitvoerige rede bestreed hij de voorstel len der oppositie. Na zijn uiteenzetting deelde de afdelingsvoorzitter, de heer Bak ker mede. dat er vier moties van orde inge komen waren, alle ongeveer strekkende de voorstellen, als o.a. onteerend zijnde voor een Typografenbond, van de agenda af lel voeren. Er werd nu tien minuten gepau- seerd, opdat het bestuur zich over deze mo ties kon beraden. Na de korte pauze werd van de bestuurs- f-'iriseerde vertaling uit het Engelsch Tan Mevrouw Belloc Lowndes, door Oswaldi. rj« dat is mijn opvatting", zei mevrouw pin beslist „Onlangs stierf een oude "din van me, een dame van tachtig jaar, 'ilkomen natuurlijken dood. Maar om- ?i in geen twee maanden voor haar ^en een dokter geraadpleegd had, kon familie de blaam en het pijnlijke van 'Rechtelijk onderzoek niet ontgaan." Jhar u wilt deze dame toch zeker dat «•i]ke nje{ zeggen die blaam. :aarvan 19 hier geen sprake maar ^pijnlijke, om te moeten verschijnen voor *MTe^°°r, niet aandoen? Zij zou de getuige, afgezien natuurlijk van mij- ^JQ." n zou gaarne ook een verklaring af- j 5;,want ik heb mijn zoon nog twee da- nj-z^n overlijden gesproken en hij voor toen m blakende gezondheid p 'l^an heel wel geschenen hebben", in, „maar hij klaagde dikwijls, ^rjïanneer we gedanst hadden, over i r.!'e stee^ zijn zij. ïk weet, dat hij Ik^rorhtend erg onplezierig gevoelde, Strain zei me, dat hij ge- 'k vergeef het me zelf nooit, dat ^em gewacht heb. om met hem bm Saan-" Opnieuw barstte Eva jachtig snikken uit. Raydon liet een blik vol afkeer en achterdocht op haar schoondochfer rus ten. Toen wendde zij zich tot den dokter met de woorden: „Ik zie, dat noch mijn woorden, noch mijn zienswijze in staat zijn u tot andere ge dachten te brengen, dokter Durham. Het spijt me. dat ik u ben lastig gevallen met mijn verzoek mij hier te komen spreken." „Och neen, zegt u dat niet", riep hij uit, „ik ben heel graag gekomen en ik hoop..." hij aarzelde, stokte „ik hoop. dat u wel overtuigd zult willen zijn van mijn innige deelneming in uw droevig verlies." Maar zij stak hem de hand niet toe. waar op hij met een buiging zich uit de voeten maakte. Er volgde een pijnlijke stilte tusschen de twee vrouwen. Eindelijk zei Eva zenuw achtig: „Ik heb in hel geheel geen trek om te lunchen. Wilt u mij excuseeren. als ik boven wat ga liggen? Ik heb den heelen nacht geen oog dicht gedaan." Toen vroeg haar schoonmoeder iets. wat de jonge weduwe bijna een onbescheiden vraag vond. „Is er iemand op het oogenblik bij Birtlev?" „Neen. ten minste ik.... ik geloof het niet." „Dan wil ik wel even in die kamer." „Wenscht u niet eerst iets te gebruiken?" „Neen. ik dank je." Het hinderde Eva gevoelig, dat de oude mevrouw Raydon haaT geen enkele maal „lieve" of „kind" genoemd had, nog één woord van zii het ook de gebruikelijke deel neming had geuit, sipds zij dien morgen op The Mill House was aangekomen, even over zessen. Langzaam heengaand, voelde het jonge vrouwtje weer heete tranen opkomen in haar vermoeide oogen en er kwam een ge voel van akelige eenzaamheid, van verla tenheid in haar hart. Het leek zoo iets ab surds, dat Birtley, haar liefhebbende heer en meester die overigens in zekeren zin als was in haar handen was geweest nu dood en koud lag en haar nooit meer zou liefkoozen of berispen. Hoewel zij het voor zich had gehouden, het zelfs niet aan haar vnendin had ver teld. die zoo hartelijk en hulpvaardig was geweest in die verschrikkelijke uren, was hel nu toch de eerste maal, dat Eva Ray don iemand had zien sterven. En zij was diep geschikt en ontroerd door het nieuwe besef, hoe broos de draad is tusschen leven en dood. Toen zij weer op Adelaide's bed was gaan liggen. hooTde zij de oude mevrouw Raydon. zacht de trappen opkomen, de sterfkamer ingaan en den sleutel in het slot omdraaien. Haar gezichtje in de kussens begravend, snikte Eva haar brandend verdriet uit. Het geluid van den sleutel in het slot van haar slaapkamerdeur had plotseling een leven dige herinnering in haar gewekt aan de heerlijke verzoening die pergisteren was ge volgd op het kinderachtige gekibbel tusschen haar en haar lieven Birtley. HOOFDSTUK XVIII. „De eenige roerende figuur Na de bijzfmder ruime, thans duislere slaapkamer te zijn doorgeloopen. ging me vrouw Raydon niet naar het bed, om hel laken van haaT gestorven zoons gelaat op te slaan, zooals menige moeder in haar plaats zou hebben gedaan. Ook knielde zij niet bij het bed, om mogelijk wat berusting en gelatenheid in een gebed te vinden, ge lijk zij had gedaan toen zij voor het eerst alleen was gelaten bij het lijk van haar echtgenoot, dien zij hartstochtelijk en vol jaloezie had bemind. Neen. inplaats daarvan ging zij regelrecht naar haar schoondochters kaptafel, die nog overladen was met nuttelooze, kostbare prulletjes. Van het begin af had zij haar zoons mooie vrouw gevreesd, gehaat, veracht en veroor deeld. In den loop van den tijd was haar antipathie nog verscherpt, tegelijk met haar felle jalouzie op de vrouw, die Birtley's hart geheel had ingepalmd, die hem vasthield op een wijze, waarvan zij, de moeder, die heel weinig wist van den mannelijken aard, niets begreep. Onderzoekend, speurend liet zij de oogen gaan over elk meubelstuk, elke gesloten kast in het groote vertrek. Ofschoon zij zich nooit door onbestemde voorstellingen liet leiden, was het toch alsof iets haar zei, dat zij in deze duistere slaapkamer de bevesti ging kon vinden van haar sterk vermoeden, dat haar zoon geen natuurlijken dood ge storven was. Plotseling draaide zij zich om en bleef zij staan staren op de kleerkast. Het was een prachtig meubeltje, een kleine latafel, van achttiende eeuwschen stijl, sierlijk van vorm. Een van de ware spotkoopjes, die het echtpaar Birtley Ray don had bemachtigd toen zij in bezit kwa men van The Mill House en inboedel. Voorover gebogen, opende zij de bovenste la en met een kleur van spanning op haar bleek gelaat begon zij den inhoud zorgvul dig, zaakkundig te onderzoeken, Dit was niet zoo heel gemakkelijk, want Eva was, gelijk zoo veel vrouwtjes van haar soort, hoewel uiterst kieskeurig in alles wat haar eigen manieren en gewoonten betrof, bui tengewoon slordig, om de eenvoudige reden dat zij als kind en meisje nooit geleerd had netjes te zijn. Birtley Raydon's moeder was meer dan diep verontwaardigd over alles wat zij vond en zij vond heel veel wat op klinkklare onzinnigheid en verregaande ver spilzucht wees. Eva, al weer gelijk zooveel vrouwtjes van haar soort was een soort van verzamelaarster. Ofschoon zij heel gul was, hield zij er niet van de dingen weg te gooien, en nu herinnerde de oude mevrouw Raydon's zich vol bitterheid haar zoon spottende half komieke beschrijving van de massa dure prullaria die zijn vrouw had op gehoopt, toen zij uit de gemeubelde woning trokken, waar zij de eer9te maanden van hun huwelijk hadden doorgebracht. Na tot in de kleinste bijzonderheden de laden van de kleerkast te hebben onder zocht en doorgesnuffeld, ging mevrouw Raydon naar een ingelegde schrijftafel. Op die tafel stond, in een fraaie lijst, het portret van haar zoon als een mooi kind van zeven jaar. Met een diepen, pijnlijken zucht legde zij het portret omgekeerd op de tafel. Het was haar alsof het zien van dat portret den spot dreef met haar verdriet. Zij had dat oude portret niet aan Eva gege ven. Birtley had het onder de papieren van zijn vader gevonden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9