70ste Jaargang MAANDAG 2 DECEMBER 1929 No. 21386 FICIEELE KENNISGEVING StADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIEN: J CU per regel voor advertenliên uil Leiden en plaatsen waar ijentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere sdvertentiën 35 Cts per regel Kleine Advertenliên uitsluitend tij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cis. bij een masimum aantal woorden van 30 Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cis porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque, en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2 35. per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn. per week Franco per posl 2.35 portokosten. ƒ018 .,018 nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. inenting en herinenting tegen pokken. rgemeester en Wethouders van Leiden; erwegende dat zich in perceel Magda- lloonsstraat No. 40 voordoet een geval 'ariola Major (Pokken); mgen ter algemeene kennis dat in den Ige weder op iederen Woensdag en dag, van des namiddags 2 tot 3 1/2 uur, mheid zal wordeg,gegeven tot inenting irinenling te'gen pokken, en wel: r volwassenen en kinderen van en den leerplichtigen leeftijd in 't Elisa- èot aan de Oude Vest; voor kinderen beneden den leerplich- leeftijd en hunne geleiders in het tuut voor Praeventieve Geneeskunde de Boerhaavestraat No. 22; ;ijl bovendien heden en morgenavond _jdag en Dinsdag) van 7S uut ge leid tot inenting en herinenting zal he in de Openbare School aan de Hee- traat. meer in het bijzonder voor de be is van de Magdalena Moonsstraat en i voorkoming van verspreiding der i raden zij de ingezetenen aan zich tijdie te doen inenten, respect, her- 8553 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEiN. Burgemeester. VAN STRIJEN. Secretaris, den, 2 December 1929. ROF. DR. G. A. I. HAZEU. f den ouderdom van ruim 59 jaar i9 in uacht van Zaterdag op Zondag na lang- ongesteldheid te zijnen huize in naar overleden prof. dr. G. A. J. E'j, in leven -oud-hoogleeraar in de Ja- Bsche taal- en letterkunde aan de Leid- Universiteit. sdard Arend Johannes Hazeu werd den a Augustus 1870 te Amsterdam gebo- Hij bezocht het gymnasium te Arn- i, studeerde te Leiden in de Indonesische *n en promoveerde den 30sten Januari op een proefschrift getiteld: Bijdrage kennis van het Javaansche tooneel, werk, dat nog telkenmale wordt geraad- hetzelfde jaar werd hij uitgezonden Nederlandsch Indië als leeraar in de tsche taal aan de toenmalige Afdee- 1 van het Gymnasium Willem III, betrekking hij bekleedde tot 1903. zette hij zijn studie voort, zooals uit verscheidene uiterst degelijke pu- Sies en voortdurend was hij in contact de .Javaansche maatschappij, die hij beter leerde kennen door herhaald in de Vorstenlanden en ononder- omgang >met Javaansche intellec- !en in zijn standplaats, genoemd jaar werd hij toegevoegd aan adviseur voor Inlandsche en Arabische Dr. C. Snouck Hurgronje dien hij in -1 1907 als zoodanig verving. Dit over drukke ambt verwisselde hij in 1920 *1 hooge ambt van directeur van On- i)s en Eeredienst; gedurende de beklee- Tan deze functie heeft hij ontzaggelijk waarschijnlijk te veel voor zijn niet gestel van zich zelf geëi9cht. 1914- ging hij met buitenlandsch welke voor ontspanning hoog noo- periode geheel met dienstwerk werd waardoor het verlof, eigenlijk een ing der adviseursfunctie met eenige weid verlengd. JwHè teruggekomen werd hij benoemd •"-i^nngscommissaris voor Inlandsche een uiterst gewichtig ambt, dat hem taking bracht met tal van zaken en en ^em den feilen maalstroom i ln van de Inlander-politiek, waarbij 0 steun en het volle vertrouwen genoot len Gouverneur-Generaal I. P. Graaf iniburg Styrum. Zijn naam werd als 'e een symbool der zoogenaamde - nchting. De bekende Garoet z^ak, r,Jn meening bleek af te wijken'van lis:, ail^ere autoriteiten werd aanleiding I ^mepningsverschil met de hoogste in- waaronder hij psychisch en phy- I T4?eleden heefl- l J0 werd hij na verkregen pensioen in de Javaansche taal- en de Rijks Universiteit te Lei- de van wÖ'en prof. moe^'e saf voot zoo F.ïouderwijs dat geheel aan l^'^rouwd was en alles deed om fkj poerende Javanen tot zich te hJJen9.de ve^e relaties'met Indië V^-^aen, in zijn volle kracht heeft hij a*n zijn taak kunnen geven. '^hjk werd hij door ziekte belem merd en na perioden van inzinking en tij delijk herstel, waarvan tijdelijke vervan ging het gevolg was, nam hij in September 1928 ontslag en ging zich al9 een voor zijn leeftijd gebroken man te Wassenaar vesti gen. waar hij, steeds achteruitgaand en ein delijk geheel ziek geworden in den nacht van Zaterdag op Zondag j.l. overleden is. De overledene was sinds 1908 ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw; voorts lid van de Koninklijke Academie van We tenschappen, afd. Letterkunde, lid der Maat schappij der Nederlandsche Letterkunde en eere-lid van het Batav. Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Als zijn voornaamste geschriften zijn te noemen verscheidene waardevolle publi caties in het Tijdschrift van het Bal Ge nootschap van Kunsten en Wetenschappen; een critische tekstuitgave van het rechts boek Pepakem Tjirebon in de Verhande lingen van genoemd Genootschap en zijn voortreffelijk woordenboek der Gajotaal (een monumentaal werk ook op ethnogra- fisch terrein") verschenen in 1907 bewees zijn uitnemende inaugureele rede: oud en nieuw uit de Javaansche letterkunde. De begrafenis zal plaats hebben op Don derdag a.s. te 12 uur op de begraafplaats Rhijnhof bij Leiden. Ten teeken van rouw wegens het overlij den van prof, Hazeu hangt de vlag van de sociëteit Minerva, van het gebouw der ver- eeniging voor vrouwelijke studenten te Lei den en van dat der R. K. studentenvereni ging Sanctus Augustinus half stok. Ter gelegenheid van de begrafenis van prof. Hazeu zullen het Academiegebouw de voormalige Kweekschool voor Zeevaart en alle andere collegegebouwen Donderdag a.s. den geheelen dag gesloten zijn. In verband met het overlijden van prof. Hazeu is het concert van Semprei Crescendo van morgenavond uitgesteld tot Maandag 9 December a.s. DE VEREEN. TOT BESTRITDING DER TUBERCULOSE. Oefent deze geen invloed uit op de bestrijding van deze ziekte? De heer H. W. Blote, arts te dezer stede, die, zooals bekend, een belangrijk aandeel heeft gehad in het wetenschappelijk onder zoek betreffende de tuberculose, heeft zich met een adres tot den raad dezer gemeentb gewend, waarin hij opkomt tegen inwilli ging van het verzoek van de Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose tot verhoo ging van haar subsidie. In zijn adres zegt de heer Blote dat door deze evreeniging een consultatie-bureau en een instituut van huisobservatie wordt on derhouden, dat echter deze instellingen niet kunnen geacht worden eenigen invloed op de tuberculoseslerfte uit te oefenen, dat de gelden, tot de instandhouding dezer instel lingen aangewend, voor de bevolking zeer weinig voordeel afwerpen en dat het daar om hem ontoelaatbaar toeschijnt, dat nog langer aan deze vereeniging een subsidie uit de gemeentekas wordt toegekend; dat een verhooging van deze subsidie aller minst geoorloofd is-, dat het hem bekend h», dat een gedeelte van" de aangevraagde sub sidie zal worden aangewend als bijdrage in de verplegingskosten in sanatoria; dat naar zijn oordeel daartegen vooralsnog geen bezwaar bestaat mits bij de distributie dezer gelden geen bevoorrechting plaats heeft van hen die zich bij het consulatiebureau heb ben aangemeld. Het adres gaat vergezeld van een uitvoe rige toelichting, waaraan wij het volgende ontleenen: Een ieder weet. dat in Nederland de be strijding der tuberculose als volksziekte, 9inds 25 jaar heet gevoerd te worden De ontdekking van den Koch'sen bacil als verwekker van de tuberculose, had menigeen in den waan gebracht, dat door het vermijden van de infectie met dit microörganisme de tuberculose kon uitge roeid worden Er was een vereeniging opgericht die de naam van Ned Cent. Ver. tot Bestrijding der Tuberculose had aangenomen en aan een vergadering van deze vereeniging iu 1908. werd door Prof. Nolen een uitvoerig plan tot bestrijding voorgelegd. Het doel van den strijd tegen de tuber culose. de uitroeiing der gevreesde ziekte zou onder den leus „La tuberculose est évitable puisqu'elle est conlagieusé" wor den nagestreefd. Bij de discussie die in aan sluiting van de voordracht gevoerd werd, bleek, dat vooral de practische uitvoerbaar heid van hot plan van groote waarde werd geacht Tot de middelen, die in bet bestrijdings- plan werden naar voren gebracht behoor den in de allereerste plaatst de eonvillntie- bureaux en het daaraan verbonden instituut der huisbezoeksters zou worden opgedra gen, bestond hierin dat zij kennis moesten verspreiden omtrent de wijze waarop de mensch met tuberkelbacillen wordt geïn fecteerd, en zoodoende de bevolking te leeren hoe men deze infectie kan vermijden en ontloopen. Het ontwerpen van een dergelijk bestrij- dingsplan en vooral het ten uitvoerleggen daarvan was een vraagstuk. Want hoewel het bij oppervlakkige beschouwing aanne melijk 9cheen, om door het vermijden der besmetting met bacillen de tuberculose te voorkomen en langs dezen weg tot een al- geheele uitroeiing der ziekte te geraken, de kennis omtrent de beteekenis van den tuberbacil voor het totstandkomen der long tering wa9 nog onbezonken en onvolledig, daargelaten dat omtrent de verweermidde len van het menschelijk organisme tegen over de ingedrongen bacillen nog nagenoeg niets bekend was Vooral de vermeerdering onzer kennis betreffende de geographische verspreiding der verschillende tuberculose- vormen heeft geleerd, dat de ingeslagen weg verkeerd was Want wanneer het werkelijk eens mocht gelukken om door consulatie- bureaux en huisbezoeksters door öputum- prophijlaxis en woningdesinfectie een be volking vrij te maken van tuberculose zou het wel eens kunnen blijken, dat aan die bevolking een slechte dien9t bewezen was en zij veel vatbaarder zou zijn geworden voor kwaadaardig verloopende rtiDerculose, omdat zij de verweermiddelen, die zij juist door het contact met de schadelijke agens verkregen had, op den langen duur verliezen zou. De bevolking zou worden ontdaan van den hoogen graad van immuniteit ten opzichte van de tuberculose, zooals die bij de door geziekte volkeren aanwezig is. Togeg-wen dient te worden, dat dit on gunstige resulataat van den arbeid der Ned. Cenr. Ver. tot Bestrijding der Tuberculose voorloopig nog niet te duchten was. Want bc-halve het opleiden, examineeren en aan stellen van huisbezoekstesr, het oprichten van consultatiebureaux met toebehooren en het verdeelen van de rijkssubsidie werd door de vereeniging niets tot 9tand gebracht. Te verwachten was dan ook, dat tal van bekwame en tot oordeelen bevoegde man nen over de werkwijze der vereeniging ont stemd geraakten en het dient geprezen te worden, dat het Bestuur dat anders ongaar ne aan tegenstanders het woord verleende om hun bedenkingen in het midden te brengen, op 11 Nov 1917 een vergadering uitschreef, waar het zich bereid verklaarde van de bezwaren die men tegen de gevolgde wijze van doen zou aan te voeren hebben, kennis te nemen. Op deze vergadering werd door Prof. Nolen een rede gehouden en een zinsnede daaruit verdient de volle aandacht. Zij luidde als volgt; „Ja ik houd het voor zeker, dat. als het mocht gelukken de kinderen onbesmet te houden, er dan ook veel meer gevallen van vliegende tering zouden voorkomen dan thans het geval is. Voor dat gevaar mogen wij onze oogen niet sluiten, al is het grieze lig er aan te denken. Maar dat gevaar zal ook ongetwijfeld ten gevolge 'hebben, dat de volwassenen zich meer dan thans, zullen behoeden tegen gevaarlijke tuberculose- infectie." Het is niet gemakkelijk den grondlegger der bestrijding der tuberculose als volks ziekte in Nederland in zijn gedachtengang te volgen, want het gevaar voor het uit breken van de vliegende tering zou eerst ontstaan wanneer de bevolking van de tu berculose verlost was, doch dan zou er al toos geen reden meer zijn voor de volwasse nen om zich tegen gevaarlijke tuberculose- infectie te behoeden. Intusschen moeten wij het als een schrede op den goeden weg beschouwen, dat erkend werd. dat aan het uitroeien der tuberculose als volksziekte groote gevaren verbonden zijn. 1) Te verwonderen is het zeker, dat na dez»> vergadering waann felle kritiek werd uitge oefend op het beleid van het bestuur, alles bij het oude is gebleven. Ongestoord werd voortgegaan met het opleiden, examineeren en aanstellen van huisbezoeksters, het op richten van consulatiebureaux met toebe hooren, het verdeelen van de Rijkssubsidie. Men zou kunnen meenen, dat deze feiten slechts historische beteekenis hebben, ware het niet dat in het onlangs verschenen ju bileumnummer van het orgaan van de Ned. Centr. Vereeniging tot bestrijding der Tuber culose de volgende woorden door Prof. Nolen neergeschreven zijn „De Ned. Centr. Vereeniging tot bestrij ding der Tuberculose heeft door haren veel- zijdigen. onverpoosden arbeid van nu 25 jaar, krachtig er toe bijgedragen, dat bij hei Nederlandsche Volk de belangstelling voor den strijd tegen de tuberculose is gewekt en is levendig gehouden. Daarbij heeft zij meer en meer de weldadige overtuiging ingang doen vinden, dat de tuberculose een gewel dige volksziekte is, die echter kan en daar om moet uitgeroeid worden." Het loont de moeite dit bewijs van sym pathie en hulde aan een nadere beschou wing te onderwerpen. 1) Te betreuren is het dat men voor 25 jaar niet tot dit inzicht kon komen, er zouden groote sommen gelds bespaard zijn. Vooreerst is de opmerking over de belang stelling van het Nederlandsche Volk er een, die bij bijna geen enkelen huisdokter die nog als bestuurslid bij de officieele tuber culosebestrijding betrokken is, instemming zal vinden Bovendien is zij in strijd met de feiten, hierop zal nog worden teruggekomen. In de tweede plaats is het van belang e» op te wijzen, dat Prof. Nolen nog altijd de uitroeiing der tuberculose als het einddoel van het streven blijft beschouwen. In verband met dit laatste zal menigeen er vreemd van ophooren, wanneer hij er vaart, dat de Leidsche Ver. het oorspronke lijk plan v bestrijding sinds eenige jaren heeft verlaten, en waarschijnlijk omdat men toch de beschikking over 2 huisbezoeksters had. aan die dames geheel andere werk zaamheden heeft opgedragen, dan waarvoor zij oorspronkelijk waren aangesteld. Voortaan kunnen de huisbezoeksters zich beperken tot het voorkomen van herhaalde massale infectie en tot het verhoogen van het weerstandsvermogen bij reeds geïnfec teerde kinderen. Verder bemoeit de Vereen, zich nog met de buitenschool en met de verbetering der huisvesting Dit laatste heeft stellig niet veel om het lijf, want op de Re kening en Verantwoording van 1927 wordt f 4000.uitgetroken als salaris der huis bezoeksters, terwijl f. 950.voor de ver schaffing van betere woningen beschikbaar was. Het streven om de herhaalde massale in fectie te voorkomen is wetenschappelijk on voldoende gefundeerd en practisch onuit voerbaar. De opdracht aan de huisbezoek sters om het weerstandsvermogen van reeds geïnfecteerde kinderen te verhoogen stelt een zeer zwaren eisch, omdat wij heden ten dage nog niet met zekerheid weten, waarin het weerstandsvermogen tegen de tubercu lose bestaat. We hebben vernomen dat de vereeniging de oorspronkelijke bestrijdings wijze heeft verlaten, omdat zij geen kans zag de besmetting met luberkel-bacillen te voorkomen. Ofschoon dit van te voren gemakkelijk te voorspellen zou zijn geweest, treft te dezer zake de vereeniging geen verwijt. Aansprakelijk voor het gleden echec zijn zij, die van meet af aan den verkeerden weg gewezen hebben. Om een juist inzipht te krijgen in de ge ringe beteekenis die de Leidsche Vereeniging voor de morbiditeit en mortaliteit aan tu berculose kon hebben, dient men kennis te nemen van de verhouding van het aantal aan tuberculose overledenen eïi het aantal daarvoor, dat onder toezicht der vereeniging stond. Zoo zijn in 1924 te Leiden 68 personen aan tuberculose overleden terwijl 15 daarvan onder toezicht stonden In 1925 waren d$ze getallen 67 en 14. In 1926 resp 88 en 11. in 1927 resr> 60 en 10. in 1928 110 en 14. Deze ontstellende cijfers, waaruit blijkt, dat de belangstelling der Leidsche bevolking ten opzichte van de Ver. ter be9tr. der t.b - zich steeds in dalende richting beweegt zijn in lijnrechten strijd met de misleidende ju- bileumkreet van Prof. Nolen. Het opgeven van het oorspr be9trijdingsplan door de Leidsche Ver. is er intusschen bevredigend door gemotiveerd, maar men dient nimmer uit het oog te verliezen, dat het werkplan, dat mede uitdrukkelijk was aanbevolen op grond der praktische uitvoerbaarheid, te Leiden jammerlijk schipbreuk heeft ge leden. De slotsom waartoe men na deze be schouwingen komen moet. kan wel niet an ders zijn dan dat, hoe men de zaak ook be ziet, het instituut der huisbezoeksters geen redeit van bestaan heeft, en dat een vereen die aan de instandhouding van een dege lijk instituut jaarlijks f. 4000.t loor doet gaan, niet langer aanspraak kan maken op finantieele hulp uit de gemeente-kas. UITBREIDING VAN DEN DIENST DER N.Z.H.T.M. Eind dezer maand zal het wagenpark der Noord- Zuid-Hollandsche Tramweg-Maat schappij met 11 rijtuigen (motor, en volg- wagens) worden uitgebreid, welke bij „Werkspoor" en de firma Beyes te Haarlem worden vervaardigd. De uitbreiding van het aantal rijtuigen maakt het vrij zeker moge lijk dat het eindpunt te dezer stede dat tot dusver gelegen wa9 bij de Barbarabrug zal worden verlegd naar het station, waar dan tevens de aansluiting wordt verkregen met de trams naar Katwijk, Noordwijk en Haarlem. LEIDSCHE SPAARBANK. Bij de Leidsche Spaarbank is in de vo rige maand (November 1929) ingelegd f. 379.074.61 en terugbetaald f. 430.62333; 165 nieuwe inleggers zijn ingeschreven en 92 boekjes werden geheel uitbetaald. Het tegoed der 18.246 inleggers inclusief 1.190 deelnemers aan den Afhaaldienst, be droeg einde November f. 7.351.657 64. In 4.929 posten is in deze maand door den Afhaaldienst f. 9.396.50 ontvangen. BINNENLAND. De Leidsche oud-hoogleeraar prof. dr. 6. A. J. Hazeu is te Wassenaar overleden (Stadsnieuws, le Blad). Te Middelburg is de Jaarvergadering van den Vrijz. Democratischen Bond gehouden (Binnenland, 3e Blad) Zeer groote belangstelling voor de Jaar beurs in Maart; het geheele Vreeburg te Utrecht in gebruik? (Binnenland, 3e Blad). De kwestie van het pensioenfonds der typografen; een vergadering te Amsterdam; oppositievoorstellen verworpen (Binnenland 3e Blad). Doodelijke anto-ongelukken bij Hnis ter Heide, Sittard en Roermond (Gemengd, 2e Blad en Laatste Berichten, 1ste Blad). Het slachtoffer van den moordaanslag te Leeuwarden overleden (Gemengd, 2e Blad). Het Nederlandsch hockey-elftal voor het tournooi te Barcelona samengesteld (Sport, 4e Blad). In verband met den overval op een bank- looper bij Hilversum zijn twee personen aangehouden (Laatste Berichten, 1ste Blad). Majoor Slobbe van den Generalen Staf wordt gouverneur van Curasao (Laatste Be richten, 1ste Blad). BUITENLAND. De tweede zone van het bezette gebied is ontruimd (Buitenl., 2e Blad). De Duitsche Rijksdag verwerpt de Dnitsch-nationale voorstellen inzake het Youngplan (Buitenl. 2e Blad). Naar een herstel van het afgetreden Bel gische kabinet Jaspar? (Buitenl., 2e Blad). Ernstige ongevallen te Marseille en in de Vereenigde Staten (Buitenl. Gem., 2e Blad). DE BOEMELBARON. Een operette nit de onde doos. Een heel oud paardje uit den operette-stal is door het gezelschap Langenaken en Beuk- man nog eens even opgetuigd, en het draafde gisteravond op de Leidsche Schouw burg-baan als in de gulden dagen van weL eer.... Plet Kohier na z'n escapade naar de revue tot zijn oude liefde terugge keerd troonde als de Boemelbaron" in den zadel en hij bleek de kunst nog bij lange na niet verleerd te zijnl Lustig knalde de zweep van zijn galgenhumor.... en tot verbazing van de niet zoo heel talrijke toe schouwers zette hij het paardje aan tot een tempo dat de hoeven vuur sloegen bij de aanraking met het plaveisel.... „De Boemelbaron" heeft eigenlijk zijn tijd een beetje overleefd, maar toch; dat uit stekende spel van Piet Kohier als Baron van Kimmel - was een gang naar den Schouwburg waard Die droge humor, dia onverstoorbare opgewektheid van den zor- geloozen landlooper en baliekluiver, die angst voor werk, z'n kostelijke mimiek en komische gebaren zij zijn waarlijk in staat gebleken er kleur en leven aan te ge ven en het publiek een aangenamen avond te bezorgen Gorry Pinksen speelde niet on verdienstelijk de rol van het jonggetrouwde vrouwtje, evenals Arn. Schotanus die van haar rampzaligen echtgenoot, die op het dramatische plan kwam om Droogkeeltje als baron te vermommen. Hun vertolking van het eenmaal zeer populaire liedje van de kleine meisjes, die moeten slapen gaan, oogsite veel succes. Hendrik Kammeyer speelde den huisknecht op de juiste manier: ingetogen en hoovaardig en vormde zoo het goede tegenviicht voor Droogkeeltje's bruta liteit en uitbuitingsmanieren! De muzikale begeleiding bestond uit.... een pianist. De man deed zijn werk naar behooren, maar voor een operette is een dergelijke samenstelling van een „orkest", toch werkelijk wel buitengewoon pover. LEIDSCHE BELASTING-OPHAALDIENST. Het aantal aangeslotenen bij genoemden dienst nam in de afgeloopen Trunin* belangrijk toe, nl. met 129, zoodat dit than9 3.719 bedraagt. Aan den Rijksontvanger werd een be drag afgedragen van f. 15 839 09 Belanghebbenden worden er op attent ge maakt. dat er nog gelege^pM net doen innen van de onlangs uitgereikte aan slagen in de Inkomstenbelasting 1929 1930, waartoe dan de biljetten ten kantore van den dienst Bree9traat 81 moeten worden ingeschreven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 1