•p Jaargang ZATERDAG 30 NOVEMBER 1929 No. 21385 ICIEELE KENNISGEVING OE LEIDSCHE STADHUISBOUW. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cis per reEe' Toor advertentiên uil Leiden en plaatsen waai ifenlschappeD van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere idrerlentiSn 35 Cts per regel Kleine Advertenlièn uitsluitend til vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts bij een maximum aantal woorden van 30 Incasso volgens ppslrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2 35. per weetƒ0 1# Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per weet0 18 Franco per post 2.35 portokosten. nummer bestaat uit ZES bladen EERSTE BLAD. HINDERWET. rgemee9ler en Wethouders van Leiden; een het verzoek van de N.V. Maat- pij tot detailverkoop van petroleum Automaat" om vergunning tot het op- van een ondergrondsche bewaar- voor benzine met bovengrondsche af richting in en op de Papenstraat vóór •ceel Papenstraat No. 7b, kadastraal Gemeente Leiden, Sectie G. No. n een ondergrondsche bewaarplaats petroleum in de Papenstraat vóór- met D'rondsche aftapinrichting in genoemd el. lel op de arlt. 6 en 7 der Hinderwet; rfen kennis aan het publiek, dat ge- verzoek met de bijlagen op de Secre- dezer gemeente ter visie gelegd is; Ede dat op Zaterdag, den 14den De- e.k des voormiddags te half elf uren perceel Breestraat 125 (Bureau van KDtewerken) gelegenheid zal worden ren om Uezwaren tegen dit verzoek in rengen, terwijl zij er de aandacht op Ken, dat niet tot beroep gerechtigd zijn te niet overeenkomstig art. 7 der Hin- voor het gemeentebestuur of een leden zijn verschenen, ten einde hun wen mondeling tot te lichten. A VAN DE SANDE BAKHUYZEN Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. n, 30 November 1929. 8463 ALLE MOGELIJKHEDEN ERNSTIG ONDER DE OOGEN GEZIEN? 8 VOORSTELLEN VAN B. EN W. 'delijk, nadat bijkans 10 maanden zijn ?en, sinds de rampzalige Stadhuis- plaats vond, zal nu Maandag a.s. in i- :dschen Gemeenteraad voor hel eerst «'orden besproken, hoe en op welke de Sleutelstad het beste weer in het kan komen van een nieuw Raadhuis! il huldigt men het standpunt, dat het h-eslie betreft van zooveel importantie, füe haast uit den booze is te achten, zal men o.i. niet kunnen ontkennen, f toch wel wat erg lang getraineerd is. rergele vooral niet, dat er Maandag ijk nog niets zal worden beslist, dat er zal worden gesproken over de ma- Tan handelen, die in verre toekomst weer aan een Stadhuis zal helpen; niet! Uroe zij erkend, dat B. en W. hel rap- rin Monumentenzorg moesten afwach- Dat rapport verscheen begin Juni er toen nog een öV2 maand verloopcn, en W. met een voorstel konden d als nu Maandag in behandeling zal in genomen? Zelfs al stelle men een Must boven al, lijkt ons zoon periode t'izonder lang! 5kwaad gevolg is daaraan reeds direct 'ien. nl dat de belangstelling van ïïoote deelen der bevolking beneden 'unt is gedaald. Iweede vraag, die oogenblikkelijk zich Ndient, is deze, of B. en W. wel der. N>ben bewandeld, die de meeste kans waarborgt. Deze vraag meen en 'Dlkennend te moeien beantwoord n. f*ijleld is juist, dat van een college rnoet uitgaan, doch dal wil nog niet 'd. dat geen overleg vooraf mag worden met het lichaam, dat ten slotte sing zal moeten geven: den ^raad' Dit lichaam is geheel uit- zelfs in die mate, dat zich gegronde ontstemming manifec- en bitter werd geklaagd overal bui- I borden gehouden! Waarom niet de jan den Raad gevraagd over aigc- mngen. die los slaan van dirkte Besluiten waren niet noodi? maar B en W. waren dan f7! ln verlerlei~ opzicht georiën- over de meeningen in dtn C**arnaar zij thans slechts kunnen Ci hooren van de commissie van gelijk ten slotte heeft plaats ge- ^•-^11 in dit geval niet voldoende daar hel geen kwestie is van ph?3ar van Persoonlijk iDzicht' F c- - polsen geweest over de *von- ffen't Van n'eu"w"houw of van bouw aöden ouden gevel, die staan- en ^ad men zich niet gelegd, men wist toch in deze materie ten minste iels. Waarom wel de Commissie uit de burgerij hierover gevraagd vóór het verschijnen van het rapport van Monumentenzorg, doch de Raad niet, zelfs niet nadat dit rapport was afgekomen? En zoo is er nog veel meer; volstaan wij met een korte opsomming van hetgeen ons het voornaamste voorkomt: Is het absoluut zeker, dat de oplossing moet worden gezocht in een weder-op'oouw van het nieuwe Stadhuis, 't zij met. "t zij zonder ouden gevel, op dc plaats, waar Lei den's glorie eens stond? Is er ook nog niet een mogelijkheid, achter den ouden gevel een gebouw op le rich ten, dat alleen zal dienen voor receptie-gelegenheid of iets der gelijks, terwijl het nieuwe Stadhuis elders een plaats kan vinden? B.v. in het v. d. Worffpark. v Ls reeds bepaald over welke ruimte zal moeten worden beschikt? Het financieel be lang brengt o.i. mede, dat, nu toch een nieuw gebouw zal moeten verrijzen, dc eisch mag worden gesteld, dat alle gemeen telijke diensten zooveel mogelijk daarin zul len worden ondergebracht, opdat de ge meente ontkomt aan de uit den aard der zaak vrij hooge huren voor huizen en ge bouwen, thans in gebruik, of dat niet lan ger de huur verloren gaal van gemeente- gebouwen, aan de bewoning onttrokken. Naar mate er ruimte noodig zal zijn, ver andert voor een deel het bouwplan, komt in aanmerking aankoop of desnoods onteige ning van eenige belendende perceelen etc. En is voldoende aandacht geschonken aan de groote perspectieven, die zich voor doen na de'catastrophe? Wat zal de toe komst eischen! Deze zijde zit ook aan de kwestie, en zal ook door onze vroedschap opgelost moeten worden. Hel moge brutaal klinken, maar is ernstig onder de oogen gezien de mogelijkheid de beschikking te krijger over het geheele com plex v. Maarsmansst, Vischmarkt, Koorn- brug9t., Breestr. Op die ruimte zou een prach tig gebouw kunnen verrijzen, waaromheen een winkelgalerij, tengevolge waarv. zeker 'n groot deel der onteigeningskoslen zou wor- groot deel der onteigeningsjfosten zou wor den goed gemaakt. Men verkreeg hierdoor in onze dicht opeengebouwde stadskom ruimte, vooral voor het verkeer in de Bree straat van belang, en zoo werd wellicht de eerste slap gezet op den weg naar een goc-de verbinding tusschen Breestraat en Haar lemmerstraat, door later een amoveering van één zijde der Don'kersteeg daaraan te ver binden. En dan nog een demping van de Mare, waartoe het toch in de toekomst eens zal komen Zoo zou er nog wel meer zijn ie noemen! Zijn al deze dingen van alle zijden _onder- zocht en bekeken? Aan het voorstel van B. en W., simpel als het daar ligt, zou men dat niet zeggen, temeer'reden dus dat te vragen Tot slot nog iels over hel voorstel van B. en W.,'zooals het is afgekomen. Dit gaat uit van de premisse, dat hel nieuwe gebouw zal verrijzen op de oude plaats. Verder wil len B. en W. in zee gaan met één architect, die twee ontwerpen zal indienen, een mot, een zonder den ouden gevel, n.l. den heer Dudok. Op zichzelf beschouwd, is deze keuze ongetwijfeld een gelukkige; de heer Dudok is een van onze bekwaamste bouw meesters niet alleen, doch is tevens pr.ic- tisch bekend met de eischen van een mo derne gemeente-administratie, wat bouw etc. betreft, dus wel een gelukkige combi natie in één persoon vereenigd. Maar zitten aan dat in 'zee gaan met één bouwkundige, hoe bekwaam ook, geen gevaren? Wij mee- nen deze vraag bevestigend le moeten be antwoorden, al was het slechts om het vol gende: B. en W. willen blijkbaar en dat is zoo slecht niet gezien, nu van nader over leg met den Raad geen sprake is geweest beide standpunten van bouw een eerlijke kans geven, waar immers van ieder een plan wordt verlangd. Best! Kan evenwel van één persoon onpartijdigheid in dezen worden rangenomen ook al stelt men op den voor grond. dat betrokken persoon objectief en naar eer en geweten aan beide zijn beste krachten zal wijden? Dat juist gelooven wij niet! Eén van beide plannen heeft toch vanzelfsprekend groolere sympathie van den betrokkene dan het andere, men is toch altijd voor een van beide geporteerd en onwillekeurig zal het bevoorrechte plan nog met meer zorg wor den gekoesterd dan het andere; ook, of beter gezegd speciaal, een scheppend kunstenaar als een architect behoort te zijn, kan toch "geen twee heeren dienen Daarom eiseht ei. een eerlijke kansgeving. dat men tevoren weet, of iemand voor het één of voor het ander is en dal aan een voorstander van elk het maken van zoo'n plan wordt opge dragen! En al aanvaardt men het systeem van een besloten prijsvraag, de bezwaren van een open prijsvraag zijn inderdaad le evi dent. toch lijkt ons de enkelvoudige op dracht te eenvoudig B. en W. trachten deze te verdedigen door le wijzen op de groolere mogelijkheid van overleg en contact, doch dat is, veelal schijn om deze reden, dat het geen hier gevraagd wordt, de persoonlijke uiting moet zijn van een krachtige persoon lijkheid. die geen overleg zal toestaan, al thans niet op het essentieele! Waarom zich dan a priori vast te leggen aan één persoon, met de kans, dat men over 6 maanden, als de plannen zijn afgekomen, doch niet in slaan, even ver is als thans? Een meervoudige opdracht geeft o.i. groo- tere kans op succes ,dit meervondig in be perkten zin opgevat, b.v. een opdracht aan twee voorstanders van nieuwbouw en aan twee voorstanders van gebruik van den ouden gevel. De keus is dan grooter en bovendien is een samensmelting niet geheel uitge sloten. B. en W. plaatsen hiertegenover bij her haling de mededeeling. dat de heer Dudok alsdan afziet van mededinging. Uit boven staande zal men begrijpen, dat wij dat zeker zouden betreuren, waar deze architect on getwijfeld een der eerst aangewezenen is. maar is dat hei laatste woord van den heer Dudok? Dat zou veel hebben van een dicta tuur en bovendien, de eenige is hij zeker niet, Zooals reeds blijkt uit het advies van den Bond van Architecten, die den heer Dudok op de eerste plaats zettel Hopen wij. dat de Raad deze urgente kwestie met wijsheid en zakelijkheid zd} benaderen en dat een besluit moge vallen, dat zal strekken tot eer van den ouden roem van onze goede Sleutelstad! HET LEIDSCHE STADHUIS. De heeren H. W. Spendel en D. Parmen- tier hebben het volgende voorstel ingediend: Ondergeteekenden stellen den raad in zake het Stadhuisvraagstuk voor, B. en W. uit le noodigen voorstellen in te dienen welke beoogen: le. de plaats voor het nieuw te bouwen stadhuis le bepalen en het terrein daarvoor nauwkeurig vast te stellen; 2e. daarna, door het geven van een zoo genaamde meervoudige opdracht tot het maken van voorloopige ontwerpen voor gen nieuw raadhuis aan enkele knappe architec ten. te komen tot de keuze van dien archi- t cl, welke in dit vraagstuk de beste oplos sing biedt. Het volgende "adres werd hedenmorgen ingediend, gericht aan den Raad der ge meente Leiden. Naar aanleiding van de voordracht van B en W om aan een architect opdracht te geven tot het maken van twee plannen, voor uw Raadhuis, een met en een zonder be houd van den gevel, voelen ondergeteeken- den zich gedrongen de gevaren voort vloeiende uit de tweeslachtigheid van deze opdracht naar voren le brengen, vooral om dat zij meenen dat op deze wijze aan den ouden gevel geen eerlijke kans gegeven WOTdt. Hoewel niet getwijfeld mag worden aan de onpartijdigheid van den architect, die deze dubbele opdracht zou aanvaarden, komt het ondergeleekenden psychologisch onmogelijk voor dat beide oplossingen met eenzelfde overtuiging zullen worden behan deld. Waar hier de moeilijkheden vooral lig gen in de combinatie met den ouden gevel is de kans te groot dkt de voorkeur gegeven zal worden aan een geheel nieuw project, waarbij die mcelijkheden zich niet voor doen. Daar de geve' van het Leidsche Raad huis is opgericht als een monument ter eere van een der grootste daden van ons Vaderland; daar volgens het advies van de Rijks monumentencommissie het behoud van dezen gevel mogelijk en wenschelijk is; daar deze gevel niet alleen onmisbaar is in het stadsbeeld van Leiden maar boven dien een der belangrijkste monumenten vormt van de Nederlandsche architectuur uit een periode, waarin deze haar invloed in geheel noordelijk Europa deed gelden, zoodal deze gevel als een der kostbaarste eigendommen der Nederlandsche natie be schouwd moet worden en dan ook bij het bestaan van een Monumentenwet zeker niet zou worden afgebroken; verzoeken ondergeteekenden waarbij moge worden opgemerkt dat hieronder geen Leidsche namen voorkomen, omdat de Com missie uit de Leidsche burgerij, de Leid sche Universiteit, de Leidsche Universi teitsraad en verschillende Vereenigingen te Leiden, die kunstbelangen behartigen reeds met nadruk hebbc-n le kennen gegeven, dat zij hel behoud van den gevel wensehen; dat uwe Raad moge besluiten een of meer ontwerpen te doen vervaardigen, .waarbij, in overeenstemming met hel advies der Rijkscommissie, het behoud van den gevel voorgeschreven wordt. Met verschuldigde hoogachting, w.g. dr. F C. Boutens prof dr H. Brugmans, dr. J. F Fockemn Andrae. mr Th. Heemskerk. W van Konijnenburg. .I C E. Baron van Lijnden Henri Polak, mr. dr B. G. M. van Rijckevorsei, dr. C. W. Lunsingh Scheurleer. F. SchmidtDegener. prof. dr. ir D. F. Slothouwer, mr. P. G. van Tien hoven, dr. J. Th. de Visser, mr. G. Vissering. K. SYTSMAt Wijlen de heer Sytsma. In den ouderdom van 73 jaar is gister avond plotseling, juist op zijn verjaardag overleden de heer K D. Sytsma, sinds 9 Juli 1901 lid van den gemeenteraad en sedert de laatste verkiezingen in 1927 nestor van dat college. Keimpe Sytsma werd geboren 29 Nov. 1856 in Friesland. Na zijn vestiging te dezer stede was hij hier als godsdienstonderwijzer werkzaam, waardoor hij in staat jvas zich een denkbeeld te vormen van de plaatse lijke sociale toestanden. Af en toe zette hij zijn indrukken ook op papier en dit leidde er toe, dat hij op 1 April 1901 als vast medewerker aan onze redactie verbonden werd. waar hij speciaal belast werd met dr stadsreportage. Den 9den Juli van dat zelfde jaar werd hij benoemd tot lid van den gemeenteraad, welke functie hij 3 September d.a.v. aanvaardde. De meer- bejaarden onder onze lezers zullen zich zijn artikelen „Onder onze Vroede Vaderen" en ..Brieven van een Leidenaar" nog wel her inneren. Kort na het bereiken van den 70-jarigen leeftijd, op 1 Juni 1927 werd de heer Sytsma door de directie van ons blad ge- pensionneerd. doch nog meermalen hebben wij in de laatste jaren van zijn journalis tieke eigenschappen gebruik mogen maken. Gisteravond bereikte ons de ontstellende lijding, dat onze trouwe medewerker, de heer K. D Sytsma plotseling was over leden. Denzelfden morgen hadden wij hem nog gesproken op de dagelijksche peTsréunie in het politiebureau en schertsend had hij ons verteld dat hij vandaag zijn 73sten verjaardag vierde Weinig konden wij vermoeden, dat de handdruk, dien wij ten gelukwensch wis selden. tevens het afscheid zou zijn Werkzaam als hij zijn geheele leven lang geweest is. kon hij zelfs op zijn verjaar dag geen rust nemen verrichtte hij 's-mor- gens in de stad nog het een en ander, doch toen hij gisteravond om 8 uur eenige fa milieleden naar den trein bracht, vbelde hij zich onderweg in de tram onwel worden en in een winkel aan de Hoogewoerd. waar hij werd binnengedragen, is. hij weinige minuten later overleden „Op 't veld van eer in 't harrena9 ge storven" Vondel's woord is bij uitstek toe passelijk op dezen stoeren werker, van wiens geestesgaven ons Blad gedurende meer dan dertig jaar heeft mogen profi- teeren Er zullen maar heel weinig Leid,enaars zijn, die den heer Sytsma niet hebben ge kend In gedachten zien we hem weer gaan zooals hij iedereen dag. regen en wind trotseerende door de stad liep: z'n ge drongen breeae gestalte in den laatslen tijd lichtelijk gebogen onder den druk der jaren, linkerhand op den rug en in de rechter hand zijn onafscheidelijke paraplu of wan delstok geklemd. Om de tien meter wipte z'n stok groetend naar den hoedrand, beantwoordend al de begroetingen van de talloos velen, die hen» kenden. Want de heer Sytsma had zijn connecties in alle lagen der burgerij, hetgeen gelet op j den aard van zijn beroep en den langen duur van zijn werkzaamheid aan ons Blad geen verwondering behoeft te wekken. Daarbij was hij de gemoedelijkheid in eigen persoon, hetgeen den kring van be* kenden telkenjare nog deed toenemen. Ondanks zijn betrekkelijk hoogen ouder dom was de heer Sytsma nog zeldzaam frisch van geest en toonde hij een leven dige belangstelling op alle terrein des open baren levens Hiervan getuigt wel zijn recent voorstel, ingediend in zijn hoedanigheid als lid van den gemeenteraad, inzake de plannen tot bouw van ons nieuwe Stadhuis, een aan gelegenheid. welke hem ook zeer na aan het hart lag en op de bestudeering van welk vraagstuk hij zich met een jeugdig enthou siasme geworpen had. BINNENLAND. Hier ter stede zijn overleden de hoogeer waarde heer P. L. Dessens, oud-deken en pastoor van Leiden en de heer K. Sijtsma, lid van den Gemeenteraad en medewerker van ons Blad (Stadsnieuws, le Blad). Minister Ruijs de Beerenbrouck over den toestand van. den landbonw (Uit het Parle ment, 4e Blad). Baron van Geen is morgen 25 jaar parti culier secretaris van H. M. de Koningin (Binnenland, 2e Blad). De berooving te Hilversum; de acten- tasch gevouden maar zonder bankpapier (Gemengd, 2e Blad). Een IJmuider treiler bij Egmond aan Zee gestrand; een deel der bemanning aan wal gebracht (Gemengd, 2e Blad). Leiden winnaar van het interacademiaal rnitertonrnooi (Sport, 6e Blad). BUITENLAND. Curtius in den Dnitschen Rijksdag tegen het voorstel der Dnitsch-nationalen (Buiten land, 3e Blad). Jaspar weer kabinetsformateur in België (Buitenl., 3e Blad). Byrd heeft over de Zuidpool gevlogen (Tel., le Blad). Dat raadslidmaatschap van den heer Sytsma dat hij meer dan een kwarteeuw heeft bekleed, legt trouwens in zijn geheel een welsprekend getuigenis af van zijn groote werkzaamheid. Welk onderwerp- ook ter tafel kwam, de opmerkingen, welke de heer Sytsma erover lanceerde,' bewezen, dat hij zich volkomen in de materie had ingewerkt en de gemeen telijke belangen naar zijn beste weten be hartigde. De heer Sytsma was partijman; zeker, maar hij was het in de goede beteekeni9 van het woord; iemand die, vooral in vroe gere jaren, vocht met alle overtuiging, welke in hem was en voortsproot uit zijn beginsel, maar die nimmer de partij op den voorgrond trachtte te schuiven ten koste van het algemeen belang. En zelfs zijn felste politieke tegenstan der zal gaarne erkennen dat de heer Sytsma in die lange zittingsperiode in den Leid- seben gemeenteraad, nooit de perken der parlementaire welgevoegelijkheid heeft overschreden. Zijn verscheiden beteekent voor dit college een verlies. Het is bijna ondoenlijk om zoo kort na zijn verscheiden, juist te realiseeren, wat de Leidsche gemeenschap in hem verliest. Zijn verdiensten liggen op zoo velerlei ter rein. dat wij moeten volstaan met enkele grepen. In de eerste plaats gaat men den heer Sytsma een figuur heen, die gedurende vele jaren een rol heeft gespeeld in het plaatselijk politieke leven Zeer in het bij zonder treft deze slag de afdeeling Leiden van den Vrijzinnig-Democratischen Bond, waarvan hij het secretariaat bekleedde en waarvan hij in de laatste jaren de eenige vertegenwoordiger in den gemeenteraad was Zijn raadslidmaatschap bracht verschil lende andere functies met zich mede. Zoo was hij o.m. Ambtenaar van den Burger lijken Stand, lid en voorzitter van de com missie voor de huishoudelijke verordenin gen. voorzitter van de commissie van ad vies bedoeld in artikel 35 der verordening regelende den rechtstoestand van de amb tenaren, lid van de commissie voor Georga niseerd Overleg, idem voor instandhouding van het Leidsche Muziekcorps en gedelegeerd bestuurslid van de Stedelijke Werkinrich ting en de Ver. „Kennis is Macht". Maar ook in Vrijzinnig-Christelijke krin gen was de heer Sytsma een man van ge zag. Het werk van het Volkshuis aan den Apothekersdijk had steeds zijn volle belang stelling evenals de arbeid uitgaande van de Ned. Protestantenbond, afdeeling Leiden. Tenslotte zullen ook wij. zijn vroegere dage lijksche medewerkers den heer Sytsma missen Het contact met ons Blad moge in de laatste jaren na zijn 'p°n9ionneering min der innig geweest zijn dan voorheen wan neer onze redactie een beroep op hem deed, was hij steeds onmiddellijk bereid ons met zijn advies en daadwerkelijken steun ter zijde te 9laan. Beste collega Sytsma, gij hebt met uw groote werkkracht medegewerkt lot den groei van ons Blad. Wij zullen uw werk en uw persoon in dankbare nagedachtenis blijven eeren. Rust in vrede. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot zal plaats vinden a.s Dinsdag middag te 12 uur op de begraafplaats „Rhijnhof."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 1