Wat Hans aan Sinterklaas
vroeg.
ZOEKPLAATJE.
door
C. E DE LILLE HOGERWAARD.
.Moeder, hoeveel nachljes moei ik nog
slapen, vóór Sinterklaas komt?" vroeg Hans
terwijl zijn moeder hem uitkleedde cn naar
bed bracht.
„Nog drie nachtjes, vent", antwoordde
Moeder.
Hans, die al lot tien kon tellen, vond drie
nachljes eigenlijk niet zoo heel veel, maar
loch drie nachtjes wachten nogl De
nachten gingen gauw genoeg om, terwijl je
sliep. Daar merkte je niets van! Maar drie
nachtjes! Dat beteekende drie nachten
en drie dagen! en juist die dagen
duurden zoo lang, als je zoo vrecselijk naar
Sinterklaas verlangde!
Ja, Hans verlangde heel erg naar Sinter
klaas cn wel hel allermeest, omdat hij hem
wat vragen wilde, iets dal zelfs voor zijn
moeder een geheimpje moest blijven O. wat
was hel moeilijk zijn geheim te bewaren!
Soms dacht hij. dal hel nooit zou gaan en
had hij zijn mond al open om er iels over
te zeggen. Maar gc-'lukkig bedacht hij zich
dan nog juist bijtijds en klemde hij zijn lip
pen stijf op elkaar, om toch vooral maar
niets te verraden. Hij was ook al een groote
jongen van vijf jaar!
Zoo gingen de drie nachten en drie dagen
toch eindelijk voorbij en was het de avond
van den derden dag geworden en het
oogenblik, waarop Moeder Sinterklaas ver
wachtte
Hans herinnerde zich nog heel goed, hoe
hij hel vorig jaar Sinterklaas een hand had
gegeven en deze met hem gepraat had. Hij
bad even vrijmoedig met den goeden Sint
uil Spanje gesproken, als hij dit zoo dikwijls
met Opa deed en zelfs op zijn knie gezeten!
Daar werd gebeld! Zou dat Sinterklaas
zijn, vergezeld van zijn trouwen Piel? Ja
werkelijkI Daar hoorde hij Mina duidelijk
zeggen:
„Goeien avond Sinterklaas. Wilt u maar
binnen komen?"
Hans dacht, dat hij zijn hartje kon hoo-
ren kloppen. Niet, dat hij bang was, o nee!
daarvoor hield hij veel te veel van Sinter
klaas, maar het oogenblik, waarnaar hij
zoo vreeselijk verlangd had. was nu einde
lijk daar en hij zou Sinterklaas vragen
St.! Daar was hij al!
De deur der kamer ging nu wijd open en
Sinterklaas trad, vriendelijk lachend, bin
nen. Hij weid op de hielen gevolgd door
Piet, die een paar groote zakken droeg.
„Goeden avond! Goeden avond!" zei de
grijze bisschop. „Hè, wat ben ik blij. dat
ik er ben! 't Regent buiten, dal hel giet en
dat valt niet mee voor een ouden man,
vooral als het er zoo koud bij is! 'k Heb
weer ergen last van rheumatiek! Maar hier
is 't gelukkig warm en droog!"
Natuurlijk moest Sinterklaas in Vaders
stoel gaan zitten. Hans mocht hem een hand
geven en Sinterklaas zei:
„Zoo! Zoo! beste jongen! 'k Heb een brie'f
van je moeder gehad, waarin zij schreef, dat
je in het afgeloopen jaar een groote jongen
geweest bent en je heelemaal niet meer
snoept".
Even kreeg Hans een kleur bij de herin
nering aan hetgeen hij vroeger wèl deed,
maar Sinterklaas ging alweer voort:
„En nu heb ik van Moeder gehoord, dat
je zoo dolgraag een trein hadt. Is dat zoo?"
„Ja, Sinterklaas", antwoordde Hans vrij
moedig „Een trein met rails en seinpalen".
„Goed, goed! die heb ik bij me. Piet. jon
gen, pak maar eens uit".
Wat Hans nu zag. overtrof al zijn ver
wachtingen. Nee maar, wat een prachllrein
bracht die goede Sint uit Spanje voor hem
mee! En wat 'n mooie, lange rails en veel
seinpalen!
„Oh! Oh!" was alles, wat hij in het
eerste oogenblik zeggen kon, maar toen
klom hij op de knie van Sinterklaas en be-
WAAR IS DE BOER?
opnieuw,
vragen
wat te
dankte hem harteiijk. Piet had er ook schik
in. Die sprak geen Hollantfsch, alleen
Spaansch al verslond hij het eerste wel. Pie-t
liet zijn witte tanden zien. zóó lachte hij om
het plezier, dat Hans had.
„Kom Piet, strooi nu ook eens!" zei Sin
terklaas weer en even later lagen de grond,
de trein en de rails vol lekktTe dingen, die
Hans allemaal mocht oprapen.
Hans bedankte Sinterklaas
Wacht! nu zou hij het meteen
Reeds keek hij Sinterklaas aan.
„Nu, beste jongen, heb je nog
vragen?" vroeg deze.'
Vader cn Moeder keken verbaasd naar
Hans Wal zou de jongen willen vragen?
Hij had immers.al zooveel!
Weer zat Hans op de knie van Sinter
klaas. Hij sloeg zijn armen vertrouwelijk om
den hals van den grijzen bisschop en vroe'g
fluisterend:
„Wat wal wilt u nu eens graag heb
ben? U is toch jarig vandaag, is het niet?
En daarom wou ik u ook wat geven ik
ik fillissisteer u wel. U bent zeker al heel
oud en ik wou
„Wat wou je, kleine haas?" vroeg Sinter
klaas vriendelijk, terwijl hij zich over het
kereltje op zijn knie heen boog.
„U wat lekker warms geven. Ik ik heb
al een heeleboel centen opgespaard. Elke
week krijg ik vijf cent, als ik zoet gewekt
ben en die beb ik al een heelen tijd in een
doos voor u opgespaard. Wacht effen
Hans had zich op den grond laten glijden
en liep regelrecht naar zijn 9peelhoekje in
de serre Daar haalde hij uil een verborgen
plaatsje een doos te voorschijn, die zwaar
was van de centen. Hij ging er regelrecht
mee naar Sinterklaas en rammelde er triom
fantelijk mee. Er zat ook zóó veel in!
„Alsjeblieft Sinterklaas", ze'i Hans. „Wilt
v daar nou wat lekker warms voor u zelf
van koopen?"
Sinterklaas had nu nog meer schik in het
ventje enVader en Moeder waren
ook erg verrast. Zij vonden het een prachtig
denkbeeld van hun jongen en wat had hij
zij geheim goed bewaard! Ze hadden er niet
het minste vermoeden van gehad en Moeder
moest Hans eens even knuffelen.
Dat Sinterklaas blij was met het ge
schenk, is te begrijpen. Hij bedankte Hans
hartelijk.
„Piet", zei hij, „zul je er extra goed op
passen?"
Piet zc-'i iels in het Spaansch, wat zeker
„ja meneer", beteekende en borg het ge
schenk van Hans aan Sinterklaas goed.
weg.
Hans scheen echter nog iets
te hebben, want even later vroeg
„En wat gaat u er voor koopi
klaas?"
„Een paar handschoenen, Han
lekkere, warme wollen handsck
kan ik hier best gebruiken., wan
veel kouder dan bij ons in Spanje
mij er altijd aan herinneren, hoelf
verjaardag door je verrast werd
Hans knikte voldaan. Dat wa
denkbeeld!
„En nu zit ik hier wel heel gei
Sinterklaas voort, „maar ik moe
verder. Wc hebben nog heel wa
ken uit te deelen, hè Piet?"
Piet zei weer iets onversta;
knikte
Sinterklaas en Piet namen
scheid van Vader, Moeder en Hi
den laatste zei Sinterklaas nog
„Ik zal je stellig schrijven,
handschoenen ik gekocht heb".
„Alsjeblieft Sinterklaas",
Hans. „En u wordt nog wel be
den mooien trein en al het lekkr
Toen er een paar dagen lab
ontbijt een brief van Sinlerklai
bordje van Hans lag. las Moedei
jongen voor. Zullen we eens evei 5va
teren
De brief luidde:
Lieve Hans, Nu wil ik je
schrijven, dat ik heerlijk warmt Bol
len handschoenen gekocht heb va 5e'_
dat jij me op mijn verjaardag gal
heel c-Tg blij mej en zal er nel;
't Is maar-wM prettig, dat ik nu
koude handen hoef te hebben
Hans! Veel hartelijke groeten ook
en Moeder van
Je vriend,
S1NTEI
Of Hans blij was. met dczeD
zou hem heel goed bewaren on
eens te kunnen overlezen, als
school ging en zelf lezen kon. Ge
hij Sinterklaas gevraagd had,
liefste zou willen hebben voor
dag, want dat geloofde hij heel
aan handschoenen zou hij, Hans
dacht hebben! En Sinterklaas ff
maar wèl blij mee!
Si
do
tal