Wat de vrouw draagt
iiiiiiiiiniiiiuimii
UW BOEKHOUDING IN ORDE
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 23 November 1929
Vierde Blad
No. 21379
VOOR DE HUISVROUW.
FEUILLETON.
geheimzinnige voetstappen
Jaargang
EVROUW WENSC-HT TE SPAREN
lierin heeft zij geen ongelijk, want de
mode, met haar ongeloofelijke luxe,
Kalverkwistmg zonder weerga, die
rzijds in de hoeveelheid, anderzijds in
eetbaarheid van de stof gelegen is. moet
groote materieele offers van de vrouw
len en in de eerste plaats doordat het
financiën zeer ten goede komt, zal
opknappen en van tijd tot tijd veran-
ivaneen japonnetje haar veel genoegen
iaffen.
t slaat vast, dat de nieuwe mode, ver
en met het vorige seizoen, een groote
idering heeft ondergaan, dat niet alleen
ijl, doch ook de proporties en alle
ceelen veranderd zijn. Ook de lengte
Gedingstukken is thans geen onder-
ran twist meer, doch een vast voor
der mode.
entegen kwam in de verschillende
eefsels geen merkbare verandering,
oowel de Standaard-zijden stoffen als
relke tot nu toe veel verwerkt werden,
aden bleven en slechts met enkele
inte noviteiten verrijkt werden
la: combinaties thans zeer gewild zijn,
das het veranderen van kleedingsluk-
ran een vorig seizoen niets in den
zoodat men zich met de oude makke-
•ehelpen kan, daar door handig samen-
illen in staat is veel van waarde tot
la brengen.
meeste aandacht schenkt men aan
i&nvoudige japon", het model dat men
onder mantel en bontjas draagt; dat
bezoeken en wandelingen in de stad
anmerking komt: kortom, de japon, die
ooraaamste plaats in onze garderobe
:Dt Juist bij deze japonnen ziet u
ïwel ze er op het eerste gezicht vrij
ïm uitzien hoezeer ze eigenlijk uit
[ïder van de nieuwe mode vallen (ter-
ze toch pas uit het voorjaar stammen)
»e dringend ze een grondige opfris-
i en verandering noodig hebben om
actueel te worden. Als eerste groep
J ire u een dergelijke japon- men ziet
-.dat de taille te lang, de rok te kort is
dat bovendien de smaaklooze V-hals,
f de huidige mode juist een zorgvul-
sn flatteuze afwerking eischt, niet meer
«dragen kunnen worden. Hier zal het
van de breede pas zeker uit de ver
legenheid redden, want hierdoor wordt
veroorzaakt, dat het bovenstuk, (hetwelk
bovendien wat opgefleurd zou kunnen wor
den door een aardig ceintuurtje) korter zal
worden, temeer waar deze pas, naar het
voorbeeld van de allermodernste princesse-
japonnen, nogal wordt ingehaald. De rok
kan dezelfde blijven, doch zal door den pas
aanzienlijk langer vallen.
Groot is het aantal variatiemogelijkheden
van een jumpermodel, dat eindelijk zijn
rol toch uitgespeeld schijnt te hebben. Het
oude bovenstuk is lot een heel nauwslui
tend te veranderen door het in Ie nemen
en te verkorten, terwijl de rok, die bij deze
modellen meestal geplooid is, zich uitste
kend laat veranderen in een klokrok. Hoe
volkomen de verandering bijwijlen kan
zijn, bewijst u wel'te tweede teaming,
waarop de moderne middagjapon en een
oud jumpermodel tegenover elkaar gesteld
worden. Het verlengde deel is hier van
tulle, dat wij ook voor de mouwen kiezen
Natuurlijk mag hiervoor uitsluitend net
ultra-moderne, grove en solide „bijenraat-
tulle" gebruikt worden. Heel apart is hier
bij ook de oplossing voor de rok, die mid
den-voor en achter langer is dan opzij
Natuurlijk wordt in dezen tijd ook veel
aandacht aan den mantel besteed, daar de
koude dagen steeds nader dreigen le komen.
De ingezette klokken der vorige mode moe
ten natuurlijk verdwijnen en vervangen
worden door banen van zoompjes, 'lie ever
de heupen in boogvorm voortgezet worden.
De lange smalle bontgarneering. die i:i het
voorjaar en vogue was. is met de manchetten
verwerkt tot een volle, hoogopstaande kraag,
terwijl voor de wijd-bollende mouwen, die
heel modern zijn, een smal randje van bont
voldoet, wat heel elegant staat.
Als je het aanschaffen van een nieuwe
avondjapon vermijden kunt, zul je natuur
lijk elke mogelijkheid daartoe graag aan
grijpen, daar hierdoor een groote uitgave
bespaard kan worden en temeer waar zich
in iedere garderobe wel een kleedmgduk
bevindt, da het korte rechte jakmodel had,
dat al lang ouderwetsch geworden is en
maar in de kast bleef liggen. Nu is bet heel
gemakkelijk om een dergelijk model tot een
modern toilet te veranderen door op de rok
in punten vallende crêpe georgette- of gaas
vleugels aan te brengen in den grondtoon
van het betreffende kleedingstuk (eerste
groep benedenste rij).
Zooals ge ziet is het niet zoo vreeseïijk
moeilijk om u aan de nieuwe mode aan
te passen, wanneer u slechts tracht met
deze bekend te worden en aardig weet te
combineeren.
DE BLOUSE IN DE ROK.
Ook hier een onbedriegelijk teeken, dat
de nieuwe mode zich weer beroept op mo
dellen uit vroeger tijden, getuige de dracht
der blouse, die weer gelijk is aan de jaren
lang gebruikelijke en niet langer meer als
„Versporllichung" te beschouwen is.
Hand in hand hiermee gaat weer een
markante garneering van de liênidbloüs*,
die in mantelcostuums gedragen wordt, viel
komen voor ajours, spatelwerk, gepsooid
boordsel, roesjes, knoopgarneering, ook wel
kanten en jabots zooals onze moeders
ze droegen enz.
Enkele creaties op dit gebied ziet u op
de afbeelding en wel boven een recht model,
dat door de schuine ajours en de fischu iets
zeer aparts heeft, in 't midden een heel
flatteus model, dat karakteristiek is voor
deze mode. terwijl de blouse rechts met de
Bubekraag en het zig-zig--patï!werk wel
de eenvoudigste der drie is. De blouses zijn
steeds lichter dan de daarbij behonrmde
costuums en in den regel in een harmo-
nieerende kleur.
HET VTERDEELIGE TOERISTENKOSTUUM
is ontegenzeggelijk de best-geslaagde oplos
sing van de ,,sport"-modevraag der .aatcte
jaren, want ze is niet te gecompliceerd en
uiterst praetisch.
De samenstelling is aldus, dat men (voor
groote berg- en skitochten) de „Knicker
bocker" met een gebreide pull-over of een
der nieuwe „Slip-in-jumpers", die nutuur-
lijk in de broek gedragen worden, en daar
door een hooge taille aangeven (wat de
mode ook eischt) combineert, en waardoor
een jongensachtig effect verkregen wordt.
Op koele dagen of na de -port wordt
hierover een eenvoudig, recht, in het midden
toegeknoopt jasje gedragen, waarop boven
dien nog een ceintuur. Hierbij kiest men
nog een doelmatige warme wollen shawl
ter bescherming van den hals.
Voor de rusttijden en ook voor de maal
tijden in het berghotel. draagt men over de
broek een in het middentoegeknoopte rok,
die de broek eventueel zichtbaar laat en
elegant afkleedt.
W. U.
Reeds lang ligt er het verzoek van een
lezeres, die mij vraagt hoe zij een boordeu-
of dassendoos van raffia maken zal.
U doet het beste om het model van een
oude doos na te knippen. Een band van
karton of dun bordpapier wordt dan eerst
met de raffiadraden omwonden, zooals u op
de teekening z:et. De draden moeten netjes
precies aan elkaar aansluiten; als dat klaar
is, beplakt u de binnenzijde met een voering
van papier of van een zachte stof; daarna
naait u den reep tot een rondte dicht. Nu
knipt u een bodem en een deksel de laatste
iets grooter dan de eerste, want de bodem
moet later in de ronde doos worden genaaid
en de deksel behoort er boven op te rusten.
Precies in het midden van bodem en deksel
boort u een klein gat en dan gaat u ook deze
beide stukken straalsgewijze met raffia
overtrekken van hel middengat naar den
rand. Zijn ze klaar, dan voert u hen ook en
naait ze len slotte vast aan de doos. Een
klein drukkertje om de zaak af te sluiten en
't gewrocht is klaarl Ik raad u aan het in
twee kleuren te werken, b.v. naturel en
blauw, of rood met geel. Natuurlijk moet het
dan in goed symmetrische strepen vallen,
dikke en dunne door elkaar. Als U tegen het
karton knippen opziet, vraag dan even hulp
bij een boekhandelaar of in een winkel,
waar ze boordendoozen verkoopen. Dan
knipt u zoo'n model na. Er bestaan ver
scheidene aardige boeken met raffia-ont-
werpen, o.a. Raffiawerk door M. A. Schalij
(uitg. Muusses, Purmerend) en Bast nahen
und Sticken door H. Pralle (uitg. Otto Maier,
Ravensburg).
Een andere lezeres wil graag een bivak
muts breien voor iemand, die 's morgen9
vroeg de kou in moet.
Brei op dTie pennen eerst een boord 2 recht
2 averecht, tot deze zoowat 10 c.M. lang is;
daarna recht breien; dat wordt de eigenlijke
muts; in dat rechte eind maakt u een gleuf
voor den mond en een paar gaten voor de
oogen; daarna breit u nog een stuk recht en
mindert dit af, zoodat u eigenlijk een.
„kous op den kop" maakt, die over het hoofd
wordt getrokken, cn met den boord de hals
omsluit. Het is de eenvoudigste en best af
sluitende vorm van bivakmuts, maar.
mooi staat het nietl Ook kan ik u moeilijk
maten opgeven, daar ik de maat van het
hoofd niet weet. Ik raad u aan de maat te
nemen van den hals, den omvang van het
hoofd en de hoogte van voorhoofd tot kin;
ook moet u nu en dan eens passen om te
zien op welke hoogte u de openingen voor
mond en oogen moet laten vallen. De muts
mag niet wijd zitten; juist door het afsluiten
zijn deze modellen zoo lekker warm.
U kunt echter ook een model maken, dat
wat aardiger staat; dat is de z.g. stormmnts
met oorbeschermers. Ik geef u hier het pa
troon van een jongensmuts; dan kunt u zelf
de maten veranderen door het aantal toeren
uit te breiden.
RECLAME.
VANAF f. 5.PER MAAND.
Brieven Bur. van dit Blad onder No. 9334.
Voor een jongensmuts, die 19 c.M. breed
is, wanneer hij plat ligt, dus die een omtrek
van 38 c.M. heeft, begint u met stalen brei
naalden no. 3 en 4 dTaads super Scotch
Fingering wol in het midden te breien. Op
elk der drie naalden vier steken opzetten en
breien met de vierde naald. Brei twee toeren
recht en dan in den volgenden toer in den
voor en achterkant der steken breien. Hier
door komen er dus 24 steken. Nu weer twee
toeren recht en weer verdubbelen door
tweemaal in eiken steek tc breien; dan heeft
u 48 steken; weer twee toeren recht en nog
maals verdubbelen: dat wordt 96 steken.
Andermaal twee toeren recht en dan in den
volgenden loer tweemaal in eiken derden
steek breien; zoo komen er 128 steken in
het rond. Nu doorgaan met boenen breinaal
den no. 4Va (tenzij u eerst de muts nog groo
ter maken moet. Dat hangt van uw maten
af!) Zoodra u met de beenen pennen begint,
moet u een ribbetje gaan breien van 1 recht
1 averecht; net zoo lang door tot de muts het
hoofd omsluit. Dan gaat u aan den rand
werken. Voor jongens maken wij dien van
de z.g. uitkam-wol. Brei op 46 steken van
de 128 1 recht, 1 averecht; 6 loeren lang;
aan weerszijden van eiken toer één meer
deren door 2 steken te breien in den laatsten
steek. Nu 1 toer breien zonder meerderen;
dan 6 toeren met aan eiken kant van iederen
toer 1 minderen, zoodat er dan weer 46 ste
ken op de naald staan. Vervolgens losjes af
kanten. Hiermee is de omgeslagen rand aan
de voorzijde af.
Op de overgebleven 82 steken 16 loeren
breien in den volgenden 29 steken breien dan
24 steken afkanten en op de overige 29 ste
ken breien voor den oorbeschermer. In den
volgenden toer: 13 recht, 3 tezamen breien
13 recht. De 3 tezamen gebreide steken vor
men den middelsten steek. In de volgende
toeren aan eiken kant van dezen middelsten
steek 2 tezamen breien tot er nog maar 3
steken overblijven; dan afkanten. Breek de
wol af, doch laat ee*n eind van ongeveer
*/j Meter hangen, waarmee u een lus maakt
groot genoeg om een flinken knoop te om
spannen. Festonneer die lus. Hecht nu de
wol aan de eerste 29 steken en brei een
tweeden oorbeschermer, precies gelijk aan
de eerste klep.
Indien U uilkamwol gebruikte, kunt U
deze met een kaardborstel aan beide zijden
der oorbeschermers en aan de onderzijde
van de van voren opgeslagen rand uitbor
stelen. Naai den opgeslagen voorrand vast;
hecht knoopen op den bol van de muls om
de oorkleppen aan vast te zetten; naai ook
nog een knoop op één van de twee kleppen,
dan kunt U die bij stormweer onder den kin
vastmaken.
Hel is een flinke, warme muts, maar de
eerste is toch beter!
De appelrecepten krijgt U in mijn volgen
den brief.
RECLAME.
H. P. H. KEERFWEeFJ
BEGRAFENISSEN
AUTO TRANSPOR1
Aalm.rkt 16 'CREMATIE
4762
friseerde vertaling uit het Engelsch
Mevrouw Belloc Lowndes,
door Oswaldi.
J verloop van twee en een half uur, die
bsd noodig had voor de betaling en
'^1 wachten op de quitanties, had zij
hechts" zes honderd pond over van
Mintlaw's wondergeschenk. Maar wat
Jachtige hoop geld was z-snonderd
r;°J meer dan een heel jaar spel-
fdd!
^urde haar taxi om half vijf weg aan
van Bond Street, maar nog vóór
"j Plaats bereikte waar in den oorlogs-
e ^igwam" had gestaan, besteedde
oerti: „losse" ponden van de rest
?C;,i aan aardige, mooie en min
nuttelooze prulletjes.
IE n het was ook zoo lang geleden,
ii_._aydon had genoten van wat haar
«ens had genoemd „geldge-
|k
Z1] verkneukelde zich in die
ongewone sensatie,
t u** ZU yoor haar man een kost-
t> w'Veen sigarettenpijpje.
am er een kleine teleurstelling
k' r?ens zoo volmaakt geluk^gen
Oorbare Wigwam, waar zij en
Wieden, gedurende de oor-
fJA?oveel Prettige uurtjes hadden
Was totaal verdwenen!
£jïanvopdiiHJ was inderdaad ont-
":3 Vo°r een natuur met weinig of
geen verbeeldingskracht, als Birtley Ray-
don's vrouwtje was
Maar plotseling overstroomde een heer
lijk gevoel van warmte, van zonnigheid,
van wper terug te zweven naar het geluk
kige verleden, inplaats van gedreven te
worden naar een donkere toekomst, want
eensklaps kwam Jack Mintlaw achter
haar aan.
„Eva'" riep hij uit, „wat een geluk dat je
er bent! Het is alsof ik uren lang op je ge-
gewacht heb. De goeie ouwe Wigwam is ver
dwenen maar ik heb wat anders gevon
den. dat, geloof ik. ook heel prettig kan zijn.
Hij legde zijn hand op haar arm en leidde
haar vlug naar den overkant van de als leeg
uitziende straat, want Bond Street is bijna
verlaten in het begin van het najaar.
Eva bleef eenige oogenblikken het stilzwij
gen bewaren; zij was diep bewogen door het
besef van de buitengewoon groote vriende
lijkheid die de man naast haar pas had be
wezen
Eindelijk sprak zij met trillende stem:
„Jack, ik kun je niet zeggen, hoe dankbaar
ik ben voor je reusachtige chèque. O. als je
eens wist, hoe énders alles nu voor me is.
Hij onderbrak haar met de besliste woor
den;
„Jawel, goed, goed. Het ware genoegen
van geld te hebben, is. je vrienden te kun
nen helpen."
Eva bracht een heel prettig uurtje door in
den thëesalon. Zij vond dat zij kinder
lijk voor één keertje wel eens buiten haar
boekje mocht gaan en eens zalig snoepen.
Zij vergat geheel haar „lijn' 'n gebruikte
drie porties ijs en twee slagroomsoezen, in
plaats van een kopje thee zonder suiker en
melk.
Terwijl hij haar dartel gesnap aanhoorde
en opmerkte hoe dolblij zij was met haar
smulpartij, vond hij, met een gevoel van
teederheid. dat Eva in veel opzichten een
kind was gebleven, een heerlijk stout kind
maar de gedachte aan een verkwistend,
zelfzuchtig kind kwam niet in hem op.
En Mintlaw was niet de eenige man, die
op dien vierden dag vaü September zóó
teeder, zóó lankmoedig over Eva dacht. Ook
haar man wist zij denzelfden indruk te
geven, toen zij eenmaal behagelijk met
hem gezeten in hun leegen eerste-klas-coüpé
blij het barnsteenen sigarettenpijpje te
j voorschijn haalde, dat zij dien middag voor
i hem gekocht had.
Was hij al een beetje geprikkeld over
i haar buitensporigen kooplust, tevens was hij
getroffen en blij door het feit, dat zij aan
I hem had gedacht. Een buitensporigheid is
nooit heel erg wanneer zij rechtstreeks ten
j goede komt aan de critiek
Maar toen Birtley Raydon trachtte. Eva
haar onderhoud met mijnheer Buch te laten
vertellen betrok haar gezichtje.
„Is 'tniet genoeg, dat ik gedaan heb wat
je van me verlangde? Ik wil er liever niet
over spreken."
HOOFDSTUK XIV.
Honger als een paard
Kort nadat Birtley Raydon naar Londen
was vertrokken, ontving zijn huishoudster
een brief, waarin de juiste tijd was aange
geven. waarop de nieuwe keukenmeid in het
midden der volgende week op The Mill
House zou komen.
Dat beteekende, dat zij, Adelaide Strain,
den aftocht moest blazen en zij begon spijt
te gevoelen, dat zij dien ochtend niet met
juffrouw Jameson had gesproken.
Maar nu was het zaak. dat juffrouw Ja-
meson hoe eerder, hoe beter, wist, dat zij de
familie Raydon ging verlaten.
Aangezien dit geen zaak was, die zij tele
fonisch wilde behandelen, nam zij zich
voor, na de thee nog eens naar het pavil
joen-ziekenhuis te gaan.
Onder haar eenzame lunch en gedurende
de eeTste uren van dien langen namiddag,
overdacht zij met schrijnende duidelijkheid
opnieuw haar wanhopige pogingen om werk
te vinden.
Eindelijk schelde zij en verzocht het ka
mermeisje om haar thee buiten te willen
brengen, onder den cederboom op het gras
veld. Zij was gaan houden van den ouden
Mill House-tuin.
Juist toen het tafeltje met theeblad door
het kamermeisje, Powell, buiten waren ge
bracht, stopte een auto op den straatweg,
ging het hek van The Mill House open en
stapte dokter Durham den tuin in, de vrien
delijke, ouderwetsche buitendokter, die al
wel veertig jaren de ziekten en kwalen had
behandeld van heel de eerzame bevolking
in die gezonde streek.
Mevrouw Strain stond van haar rieten
stoel op en liep hem over het grasperk
tegemoet.
„Dokter DurhamI Dat treft u, ik heb juist
de thee klaar!"
Er klonk iets warms in haar toon. De
dokter was een van de weinige menschen.
voor wien zij in het afgeloopen jaar werke
lijk sympathie had opgevat en hij. van zijn
kant, was een van de weinige personen uit
de plaats, die de dame-huishoudster bij de
Raydons inderdaad graag mocht.
Hij vond mevrouw Strain zoo al physiek
weinig aantrekkelijk, toch zulk een gevoe
lige, verstandige vrouw. Zij was zoo heel
verschillend van het meerendeel zijner
zenuwachtige, welgedane damespatiënten;
zoo heel anders ook dan zijn eigen aanstel
lerige vrouw, ofschoon hij dit nauwelijks
hardop tot zich zelf durfde zeggen. Ook
waardeerde hij hoog mevrouw Strain's
innige, opofferende liefde voor haar zoontje.
„Thee? O heel graag, mevrouw. Maar u
hoeft geen tweede kopje te laten komen,
schenk u maar wat in dit kommetje van het
melkkannetje, want ik heb een beetje haast.
Is mijnheer Raydon in bed?"
Mevrouw Stram keek heel verbaasd op.
„Hij is naar Londen. U is toch zeker niet
gekomen, om mijnheer Raydon te bezoe
ken?"
„Ja zeker! Hij telefoneerde vanmorgen
naar mijn huis, zei, dat hij zich niet goed
voelde en scheen, zooals mijn vrouw zei,
erg teleurgesteld te zijn, omdat ik er
niet was."
Er kwam een spotachtige trek op Ade
laide's mager bloed'-oos gezicht.
„Mijnheer en mevrouw Raydon zijn gis
teravond in Ritz gaan dineeren. Vandaar
zijn zij naar een nachtclub gegaan u
weet, ze zijn allebei dol op dansen heb
ben, geloof ik vóór hun thuiskomst, in die
club nog gesoupeerd. Ik geef toe. dat hij er
vanmorgen werkelijk niet al te best uitzag;
maar, niet waar, dat is niet te verwon
deren."
Zij schonk al pratend de thee in het fijne
kommetje overeenkomstig het verzoek van
den dokter. Hij was al behagelijk gaan zit
ten in een gemakketijken tuinstoel vol kus
sens en keek om zich heen met een gevoel
van vredige rust, echt in zijn schLk.
(Wordt vervolgd).