LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 20 November 1929 Derde Blad No. 21376 EEN MOMENT ZOOALS ER DAGELIJKS VELE ZIJN. DE GARDEROBE VAN SINT NICOLAAS EN PIET INGEZONDEN. RADIO-PROGRAMMA. FEUILLETON. geheimzinnige voetstappen gaarne ons leven willen zien opgebouwd. Zij. van toen, en wij, van nu, erkennen, dat, hoewel er geen Priester is, die het groote levensraadsel oplost, niemand te ver geefs ernstig zoekt naar „Hem"; dat, hoe- we! des drijvers geweldige roede ons voort drijft op ons pad en moede en mat doet worden, zoeken naar de „eeuwige stad"; dat geen heilig blad ons onzen levensweg voor schrijft. woord voor woordje; doch dat we over de hooge golven van onstuimige zeeën 1 reizende zijn „in 't geloof, dat ginds een j wereld ligt". De Génestet. de dichter van het ernstige, vrije, zelfstandige worstelen naar licht, dat is de dichier geweest en dat is hij nog voor het godsdienstig-vrijzinnig Nederland forgen i9 mijn dichter jarig". Dat heb reten gezegd en misschien zeggen het velen, wanneer zij denken aan de slet, die morgen honderd jaar gclo- geboren werd en den 2en Juli 1861, geen 32 jaar oud, stierf. „Morgen is dichter jarig", want zijn poëzie is levende kracht gebleven en niet ver- •d. Hij geeft uiting aan wat duizenden _L gevoelen, zooals zij destijds de slem van niet te tellen tijdgenooten. [orgen is mijn dichter jarig"; zijn aan wien hij, de 16-jarige, het be lied wijdde, was van Lennep; do was hij en is hij, al is het al een schenlecftijd geleden, dat hij „in de üw van larix, beuk en iinden" werd ter gelegd op het mooie kerkhofje van Ro- laal. Want de blik op het leven, de ne gedachte, de verkwikkende opge geid en de eisch van ongekunsteld- die de kenmerken zijn van de Géne- poëzie. zijn naar het hart van duizen- Nederlanders, die thans in dankbare Dnering zullen spreken van hem, die •en voor eene eeuw geboren werd. Het in vooral de bejaarden en ouderen van n zijn, die met zijn gedachten zijn op- >=d, maar ook onder do jongeren zullen ijn, die aan hem zullen denken, want t;n werk zijn blijvende indrukken ge- i. gevleugelde woorden gebleven, figu- b'ijven bestaan, door hem met forsehe, ,3'it te wisschen trekken getoekend. Wie •te waarheid erkent, dat er een tijd [tomen is èn een tijd van gaan. neemt lestots woord in den mond; wie erva- heeft, dat het leven is een kruis met bedient zich van het- door hem ge- beeld; wie de pose op geestelijk verwerpt of de domme oppervlak- van den would-be vrijzinnige ver- It. bidt. mèl de Génestet, om verlos- van den preektoon en haalt minach- schouders op voor Jan Rap. Zoo alle [anten, die in de 19e eeuw ons vader- hunne verzen schonken, waren ge it als de Génestet. ja. d&n zou „Corne- Paradijs" in 1885 niet zoo schamper ph gerijmd in zijn „Grassprietjes" bel „monopolie" der geestelijke heeren d maken van „goede verzen". mijn jeugd was de Génestet veler hui^- "d. In de poezie-albums mijner zusters 'en zijn bekende gedichten- „Levens- ..Turksche beeldspraak", „Een kruis rozen", „Geduld" door groote. zeer vereersters overgeschreven. Maar ook öders dier vereerders spraken met dank- eerbied over hem en zij stonden fmeê in de rij der groote bewonderaars Tiele, Busker Huet. Zimmerman, die m bladzijden, welke men heden nog zou willen schrijven, zoo men aldus Pm kon voeren, den lof brachten, dien ;*rdiende. waar kwam die populariteit van fts Augustus de Génestet bij een groot der Nederlanders in het midden der eeuw? Uit dezelfde bron. die voor onzer nu n5g vloeit: uit den drang oprechtheid. naar een levensbeschou- die de frischheid. de warmte, de vrij de vroomheid kent, waaruit wij zoo Zijn levensbeschrijving kan kort zijn, daar, helaas, zijn leven vroeg eindigde. Hij was geen wonderkind. Goddank! al was hij vroeg een man. Hij harl de gewone blijd- schappen en zorgen der jeugd o! dat ver schrikkelijke Staatsexamen van dien tijd en kwam op normalen tijd aan do Aca demie. in casu het Rernonstrantsch Semi narium te Amsterdam. Maar zijn geest was toen veel anderen voor, als gevoelde hij, dat hij in korten lijd veel zou hebben te geven. Dan wordt hij predikant te Delft, doch het leven slaat hem met zware slagen (men denke o.a. aan zijn ..Haantje van den toren", „Sc'ni tierende Starre" enz.) en wanneer ook het eigen lichaam verzwakt, legt hij zijn ambt neer. Spoedig daarna komt, voor hem ook. het groote einde. Doch in den korten tijd van zijn leven heeft hij zijn gedichten- geschreven, zijn „Eerste Gedichten", zijn „Leekedichtjes", zijn „Laatste der Eerste", zijn „Nalezing". Alles te zamen in één enkel boeksken voor ons bewaard. maaT in een boeksken vol levenswijsheid, vol schalkschen humor, vol blijheid over al de Tijke genietingen van het bestaan: de natuur met haar schoonheid, de verwarmende zon, die dooT de ontbladerde j lakken van zijn lindeboom moge stralen, en dan, dan vooral, „het zoet van 't huislijk leven". Hij is een vroolijke, jolige jonge man, die al de dartelheid van de jeugd waardeert, die zijn „jong student" toeslaat te tieren en tc rumoeren mits en hier komt de aestheticus de Génestet te voorschijn het met „gratie" en „variatie" geschiede Hij is vol humor, al weet hij, dat die velen „als Grieksch", anderen weer „profaan" klinkt; hij haat alle aanstellerij, alle deftig gedoe; het „heer- schen met een steek" cn de „preektoon" zijn hem een gruwel; hij wil natuur en waarheid; die moeten den mensch stempelen Hij wil geen pessimist zijn, hekelt de „bevende alarmisten", die in alles reden tot angst zien. en neemt een loopje met „die kennissen van Job", die altijd lamenteeren die 't weinig goeds negeeren en eeuwig redeneeren als kippen zonder kop. U i t traditie en o m de traditie te leven is z.i. den mensch onwaardig. Voor hen is het leven alléén de school van het leven. Uit 'ervaring wordt de levenswijsheid ge boren. Zoo richt zich zijn blik omhoog: zoo leert hij berusting bij strijd; geloof bij be proeving. Wie de Génestet kent, zal in het boven staande menige' zinspeling hebben gevonden op bekende verzen van hem. Een letterkun dige beoordeelin-T van zijne welluidende, in vorm zoo beschaafde, haast volmaakt, en aan inhoud zoo rijke poëzie te geven. U'ek mij overbodig. De Génestet's werk heeft door zijn menschelijk'heid; den schoenen vorm, dien hij er aan geeft, nemen we, haast onbewust, er op toe. Bii zulk een zuivere, heldere, opbouwende levensgedachte kunnen we ons geen anderen vorm denken, dan dien waarin zij tot ons kwam: eenvoudig-schoon. A. J BOTHEN1US BROUWER. RECLAME. Foto Bleuzé. In de toelichting op de Gemeentebegrobting 1530 lez'^n wij: „Vooral op het gebied van openbare werken is nog zeer veel te verrichtenen vooral niet te vergeten de oplossing van het overwegvraagstuk aan den Rijnsburgerweg". Bij het bezien van bovenstaand plaatje zuchten we alleen maar: „Wanneer?" is in ruime keuze aanwezig in Tooneelcostuum- huis „ERATO", Oude Singel 14, Telef. 889. Baarden, Pruiken. Eigen reinigings- en des infectie-inrichting „Hygiëa" 7411 (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. GEDURIG GENEESKUNDIG ONDERZOEK, EERSTE VEREISCHTE VOOR DE LICHAMELIJKE OEFENING. Aan allen, die niet alleen een geweien hebben, maar ook aan haar stem willen gehoorzamen. Dr. Schreuder heeft een treffelijk werk verricht door voor een behoorlijke medische keuring dc eerste stappen to doen. Hem zij daarvoor oprechte dank gebracht door allen, wier verantwoordelijkheidsbesef hen ten deze onrustig maakt. Het is du9 alles, dank zij de medewerking van de „Preventieve Geneeskunde" in orde, n.l. van den eenen kant. Maar nu moet het ook nog in orde komen van den anderen kant. Wat zou dat nu vreeselijk jammer zijn, indien het niet ver der kwam. Wij bereiken het doel stellig niet, indien er van dezen kant niet meer gebeurt, de koe ook dezerzijds niet bij de horens ge grepen wordt. Ons werk is het werk van de dubbele ophaalbrug (vroegere haven- brug). De eene brug is kant en klaar en een lust voor de oogen. Maar van den anderen kant is er nog maar een beetje gepruts tel bespeuren. Zijn er niet een paar vooraanstaande mannen of vrouwen van oud-Hollandsche makelij, die de zaak van dezen kant aan pakken? Men moet niet denken, dat de Nederland- sche menschen vanzelf bij de „Preventieve Geneeskunde komen aankloppen: „Zou U mij a. u. b. willen onderzoeken?" Dat doet geen vrije Nederlander, tenzij hij gedwon gen wordt, of laat ons zeggen: verplicht. En men zegge ook niet, dat iedere ouder zijn kind aan medische keuring kan onder werpen, en dat iedere wedstrijder dat doen kan. Want wie geeft U zekerheid, dat er van de 100 wel één is of twee zijn, die' hier hun plicht doen? En zoodoende blijft de oude toestand van gevaar voor dood door schuld óf voor levensknakking bestaan Door onze onverantwoordelijke, ten hemel schreiende zwakheid en lakschheid Daarbij komt, dat e'en medisch onderzoek van den kundigen arts wel veel waard is, maar dat eisch is, dat wie onderzoekt, niet alleen ge neeskundige is, maar ook terdege thuis op het gebied van dc lichamelijke oefening, met name ten aanzien van de wedstrijden. Want hel komt mij voor dat zeer wel kan samengaan deze verklaring: „ik acht U ge zond" en dc waarschuwing: „toch raad ik U af om deze of die oefening te maken". De geneeskunde, met name de preven tieve, en de lichamelijke oefening, staan nog als vreemden tegenover elkander. Maar zij zijn zusters. Zij behooren door het leven te gaan hand aan hand. Het leven, dat wij be schermen moeten, en bevorderen op alle manier om ons geweten, om het beginsel van de wet: „Gij zult niet dooden". En om zooveel meer. Wie roept de besturen der betrokken veTeenigingen ter vergadering op? Leiden, 'Havenkade 5. -H. THOMAS. VOOR DONDERDAG 21 NOVEMBER Hilversum (1071 M. (van 12.00—6.00 n.m. 298 M.) 10.00—10.15: Morgenwijding. 12.15—2.00: Concert door het AVRO-En- semble. 2.00—3.00: Gramofoonmuziek. 3,003.30: Halfuur voor de Ned. Ver. v. Huisvrouwen. Spreker: J. C. Snouck over Inleiding tot het vraagstuk der lichamelijke oefening. 3.304.00: Gramofoonmuziek. 4.005.00: Ziekenuurtje. 5.306.00: Concert door de Hong. Kapel van de Gebr. Elemer cn Bela Ruha. 6.30. Koersen Vaz Dias. 6.45—7.15: Landbouwhalf- uurtje. Spreekster: Mej. M. v. d. Knoop over: Practische wenken voor de huisvrouw. 7 157.45: Cursus Fransch: gevorderden en conversatie. 8.00: Oostenrijksche Avond 8.018.15: Inleidende causerie door W Vogt. 8.15: Concertgebouw Am sterdam. Het Concertgebouw Orkest o. 1. v. Pierre Monteux. Solist E. Feuermann (cello). Daarna; Concert door het Omroep orkest. 11.00: Gramofoonmuziek. 12.00: Sluiting. Huizen (1875 M.) Uitsl. NCRV-Uitz. 8.00- 8.15: Gramofoonmuziek. 8.159.00: voor de landbouwers. 9.0010.00: Concert. - 10.0010.30: Zang door Dameskoortje. 10 3011.00: Ziekendienst. 110011.30 Lezen van Christ. Lectuur. 12.202.00: Concert, tenor, cello, orgel en piano. 2.002.35: Uitzending voor scholen. 2.453.45: Cursus Fraaie Handwerken. 4 005.00: Ziekenuurtje. 5.006.00: Gramofoonmuziek. 6.006.30: Cursus Maleisch. 6.307.30: Orgelconcert m. m v. zangeres. 7.30: Evangelisatie-sa menkomst. Sprekers, sopraan, orgel en dubbelkwartet. Na afloop: Persberichten. Daventry (1554.4 M.) 10.35: Morgen wij- ding. 11.05: Lezing. 11.20—12 20 Gramofoonmuziek. 12.20: Concert, Ph. Anderson, mezzo, D. Cloud, viool, J. Ed wards, piano). 1.202.20: .Concert op cinema-orgel. 2.45: Uitzending voor scholen. 3.20: Vesper uit de Westminster Abbey. 4.05 Lezing. 4.20: Concert P. Rosselli (sopraan), H. de Loon (bariton), het Zigeuner Ensemble. 5.35; Kinderuurtje. 6.35: Nieuwsber. 6.50: Marktber. 7 05: Pianorecital. 7.20: Lezing. 7.45: Lezing. 8.05: Concert, B. Hooper (te-i nor). Y. Darnac en R. Evans, Militair Or kest. 9.20: Nieuwsber. 9.35: Lezing. 9.50: Nieuwsber. 9.55: „The Republic of Austria". 10.55: Dansmuziek. 11.3512.20: Dansmuziek. Parijs „Radio Paris" (1725 M.) 12.50 2.20: Gramofoonmuziek. 4.Ö5: Kinder uurtje. 4.35: Dansmuziek. 6.55: Gra mofoonmuziek. 8.20: Concert, Orkest en soliste. Langenberg (473 M.) 6.207.20: Gra mofoonmuziek. 9.3510.35: Gramofoon muziek. 11.30: Gramofoonmuziek. 12.251.50: Concert, Orkest en bariton. 3.505 50: Gramofoonmuziek. 7.208.15 Orkestconcert. 8.20: Oostenrijksche avond, orkest en piano .Daarna tot 11.20: Oostenrijksche dansen door orkest. Kalundborg (1153 M.) 11.20—1.20: Or- kestconcert. 2.504.50: Orkestconcerfc. 7.358.50: Oostenrijksche avond, opvoe ring van „Episode", Eén-acter van Arthur Schnitzler. Daarna: Concert door Strijk kwartet 9.0510.20: Orkestconcert. 10.2012.20: Dansmuziek. Brussel (508.5 M.) 5.20: Orkestconcert. 6.50: Gramofoonmuziek. 8.20: Concert door het Concertgebouw-orkest. Her-uitzen ding van Hilversum. In de pauze: Nieuws berichten. Zeesen (1635 M.) 6.1510.05: Lezingen. 11.2012.15: Gramofoonmuziek. 12 1512 50 Berichten. 1.20—1.35? Gramofoonmuziek. 1.353.50: Lezingen. 3.504.50: Concert uit Berlijn. 4.50 7.20: Zang door Jan Kiepura (tenor). Her- uitz. van Frankfort 8.55: Liederen-voor- dracht. 9.50: Dansles. Daarna tot 1150 Dansmuziek. friseerde vertaling uil hel Engelsch 'an Mevrouw Belloc Lowndes, door Oswaldi. HOOFDSTUK XII. Cito norgen telefoneerde Bayden 0Er' ®'H!ey Raydon eindelijk beneden Jjl wat zooals hij het voor zich zelf 'e tan tamelijk „Maandagsch" gc- n>7vS 'lee' onbillijk uit zijn humeur, wemand thuis vond. ih ,m nden E'a en mevrouw Strain m 1'' cen mas9a belangrijke Jaa zijn vrouw te zeggen, vóór hij ging. hij zeer nieuwsgierig te weten. Pjaide Strain, op wie vólkomen van nipr*tWa3 "blaffende honden bij- tart toch aan Eva op de han- manier huishoudster U-l r moes* bij eerlijk toegeven wat zijn moeder en <k fj? 'n ze'f ook, den éénigen weg ui! critieken toestand te ko- zichzelve door haar dwaze H.j had gebracht Vo^e cen poos doelloos rond en ter tue,.ndeIiik den dokter. Als die v ^as kon kü °P we? naar wel even bij hem aangaan, om te vragen wat hij moest doen tegen een vervelende pijn in zijn rug, waarmee hij dien morgen was opgestaan. Birlley Raydon was dol op medicineeren en, misschien kwam het door zijn ouder- wetsche opvoeding, hij mopperde nooit over de hooge doktersrekening Tot zijn spijt werd hem gezegd, dat dokter Durham niet thuis was. Weer begon hij heen en weer te loo- pen, nu in den tuin en zoo kwam hij ten slotte bij de garage, waar hij met zijn chauf feur een praatje over de benzineprijzen maakte. Langs het pad terugkeerende. dat om den hoek van The Mill House liep. zag hij Ade laide Strain bij de voordeur staan. Haastig 'iep hij naar haar toe en riep al op een af stand: „Ik hoor. dat Eva naar Londen is ge gaan een onverwachte reis, niet?" „Ik heb gedaan wat u mij verzocht had. mijnheer Raydon. Ik heb Eva vanmorgen gezegd, dat zij het geld voor de betaling van haar rekeningen zelf moet verschaffen en daarom is zij naar de stad gereisd om mijn heer Buch te bezoeken. Dat was immers wat u wenschte?" „Ze had wel kunnen wachten om met mij mee te gaan", mopperde hij. „Ik geloof, dat u dit niet van haaT kan verlangen onder de gegeven omstandighe den". merkte zij koeltjes op. Zij keek hem strak aan met zulk een on derzoekenden, vreemden blik, dat hij be merkte. dat er iets ongewoons in haar kij ken was. iet? wat hem een zeker onbehaag lijk gevoel gaf. De vrouw, die nog Birtley Raydon's huis houdster wa9, en nu in het sombere, ver stoorde gelaat van haar patroon keek, kwam opnieuw tot het bewustzijn hoe vreemd, ja verbijsterend het was, heimelijk te weten, dat zij nu de macht bezat dien man onscha delijk te maken. Beware! Zij zou die macht niet aanwen den. Reeds gedurende haar wandeling terug van het buitenho9pitaal was het tot haar doorgedrongen, dat haar bezoek daar, met wat er aan vast zat, een daad was geweest van cen dwaze, slechte vrouw. Maar toch was het interessant en iets heel bijzonders, het bewustzijn te hebben, dat zij zulk een vrceselijke, onheilspelende „moge lijkheid" in haar grijze, versleten, onoog lijke handtasch meedToeg. Zóó dacht zij er nu over en zij wilde het toch maar liever niet wegdoen althans nu nog niet wat zulk een ontwijfelbaar noodlottige heer schappij over leven en dood kon voeren. Maar deze gedachten flitsten slechts blik semsnel door haar brein en zij vervolgde na een oogenblik het gesprek met Raydon: „Eva vindt het natuurlijk niet prettig wat u haar laat, doen, mijnheer Raydon". En hierop was het, alsof iets haar dwong er wat bij te voegen en haar Leugenland te verlaten voor het land der Waarheid: „Zij is van oordeel, dat omdat u haar heele le gaat hebt gebruikt voor den koop van The Mill House, zij in haar recht was om het vorige jaar wat meer uit te geven dan ge woonlijk. Er zit wel wat in de redeneering, nietwaar? Stom van verbazing staarde hij haar aan. Wat een zonderling idee en wat ongelooflijk onredelijk! Zijn moeder had als altijd gelijk gehad. Mevrouw Strain's invloed op Eva moest slecht, allerslechtst geweest zijn Hoe jammer, dat hij afgeloopen winter geen goede voorwendsels had gevonden om van haar af te komen, nadat zij hun huishouden j op goeden gang had gebracht. „Maar die vijf duizend pond vormen het kapitaal, die zitten „in" het huis!" wierp hij tegen. „Eva meent", zei Adelaide Strain, „dat u en zij dat bedTag samen hadden moeten be talen." Raydon gaf hierop geen antwoord, want haar koude opmerkingen maakten hem zie dend. Met een akelig gevoel van verveling j drong het tot hem door, dat het heel ver keerd was van Eva. om hun particuliere geldelijke aangelegenheden met hun huis houdster te bespreken. I Innerlijk was hij nu dubbel blij. dat de I vrouw, die hem zoo stond aan te kijken bijna, dacht hij. afkeurend, maaT dat kon toch niet. dat durfde zij toch stellig niet, i met het oog op hun betrekking van patroon tot ondergeschikte dat die vrouw weldra I uit hun samenleving zou verdwijnen, i Waarlijk, het was alsof zij in zijn ge dachten las. die mevrouw Strain, want plot seling zei zo: „Eva vertelde mij vanmorgen, dat u een verandering wilt maken, mijnheer Raydon. Ik moet bekennen, dat ik er wel van opkeek, dat u mij al de volgende week ontslag wilt geven, want ik meen toch, dat u met m© had afgesproken, om me even tueel tijdig op te zeggen 1" „Die afspraak gold niet langer dan de eerste zes maanden," was zijn stroef ant woord. Zij opende den mond voor een weerleg ging van dc volkomen verkeerd© voorstel ling der zaak. Tnen sloot zij den mond weer. Wat zou het helpen, een feilen twist te be ginnen, waardoor noch de een noch de ander in het gelijk zou worden gesteld? „Het spijt me zeer", ging hij voort, „maar u kent zeker mijn geldelijken toestand wel? Met alles en alles kost u ons ruim tweehon derd pond per jaar en hoewel ik weet, dat u inderdaad eenige belangrijke bezuinigingen hebt ingevoerd, schijnen wij toch meer uit te geven dan onze krachten reiken, me vrouw Strain. Ik hoop, dat ik mij duidelijk genoeg heb uitgedrukt?" Als hij'zenuwachtig of niet goed in orde was. sprak Birtley Raydon altijd als een boek. De ondervinding was een harde leer meesteres geweest voor Adelaide Strain, die dan ook tot de overtuiging was gekomen, dat hel altijd verkeerd is om onaangenaam, stekelig te zijn. Wat die man binnenkort aan haar opvolgster over haar zou vertel len, kon wel van groot belang voor haar en haar kind zijn. Daarom besloot zij een andere richting in te slaan. „Ik begrijp den toestand volkomen en Eva zal er waarschijnlijk heel wat gemak kelijker doorkomen dan gedurende de eerste weken van uw verblijf hier. In ieder geval verlaat ik haar, naar ik hoop, met vier vol komen vertrouwbare, fatsoenlijke dienstbo den, ofschoon we natuurlijk nog niet we ten. hoe de nieuwe keukenmeid zal zijn. Van haar zal heel veel afhangen, mijnheer Raydon." Het was een groote opluchting voor hem, dat zij op zulk een zakelijke en prettige ma nier sprak en hij vroeg, op een voor hem waarlijk vriendelijken en gemoedelijken j toon: „Ik hoop, dat het voor u niet onaange naam zal zijn, om ons al zoo gauw te very 1 laten." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9