Smits' Schaënêh Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 13 November 1929 Derde Blad No. 21370 BINNENLAND. PROPAGANDA VOOR ONZE Inoordzeebadplaat sen. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. FEUILLETON. e voetstappen KiIT raee kan?" Gezamenlijke actie in het buitenland. Ier leiding van de A. N. V. V. blij Kt d ons land een commissie gevormd ,ben om het belang, dat alle Noord- >Jaatsen bij propaganda in het bui id hebben, te behartigen. In deze issie hebben zitting genomende ver- iwoordiger van de regeering, afge- ligden van de betrokken Vereenigin- Dor Vreemdelingenverkeer, en de bur- •sters der badplaatsen, met dien ver dat de burgemeesters van Rotter- Den Haag vertegenwoordigers heb- langewezen. Deze commissie is inge- naar aanleiding van een vergadering leze vertegenwoordigers, in het voor behouden, waarop men, volgens ,,Het tot de volgende conclusies kwam dat de intensieve reclame ten be- van de buitenlandsche badplaatsen, et bijzonder ten behoeve van ht>c delingenverkeer door de Belgische en iche Noordzeebadplaatsen gemaakt, -egelen van Nederlandsche zijde t noodzakelijk maakte, wilde men amen, dat de stroom van het vreera- enverkeer steeds meer naar die bui- dsche badplaatsen zou worden afge- tot onmiddellijke schade voor Ne- id; dat de incidenteele propaganda, door Nederlandsche badplaatsen, ja zelfs afzonderlijke exploitanten van hotels, buitenland gevoerd, door gebrek aan ilmatighcid en intensiviteit, nimmer et gewenscbte doel, doch slechts tot ling van de voor propaganda be- jare gelden kon leiden en weinig ef- kon zijn. deze gronden achtte men het nood- ijk, dat, onder leiding van de A. N. een centrale propaganda zou worden jd. Als aanvangsbedrag stelde men gld. vast, in de volgende verhouding de badplaatsen op te brengen venhage (Scheveningen en tduin 30 pCt. roort 20 Iwijk 10 ngen 8 lam (Hoek van Holland) Beider «mg sonnikoog 100 pCt. pHTVERKEER OP DE VLIEG- ELDEN GEDURENDE DE MAAND OCT. 1929. hol de luchthaven van Amsterdam. I gedurende de maand October aange- door 561 vliegtuigen yan het regel- j burgerluchtverkeer en door 232 mi- vliegtuigen van leger en marine, fcl 20 extra vliegtuigen aankwamen en [okken. Tevens hadden er 32 vluchten smet vliegtuigen van de N.V. Neder- fche Vliegtuigfabriek. Het aantal p«*- piegers bedroeg 600, het aantal be- prs 7599 en het aantal deelnemers aan >ndleidingen 1452, waarvan 51 school leren. alhaven, de luchthaven van Rotter- werd gedurende die maand aange- l door 217 verkeersvliegtuigen en door militaire, terwijl 16 proef- en photo- |ifen eD 9 speciale vluchten met K.L.M. raes plaats hadden. Bovendien werd ihaven aangedaan door 3 buitenland- sportvliegtuigen en werden vluchter 7 Pandervliegtuigen van de Rotter- pjne Aero-Club uitgevoerd. Het aantal pets bedroeg 2233. WERKGEVERS EN DIENSTPLICHT. Geen achterstelling bij „dienstvrije" werknemers. Een circulaire van den minister. De minister van defensie heeft aan een groot aantal werkgevers, o.a. die in den tuinbouw, een rondschrijven gericht over den dienstplicht en het standpunt der werk gevers daartegenover. Er wordt o.m in ge zegd: De omstandigheid, dat nog een aantal werkgevers in den militairen dienst- of reserveplicht hunner werknemers aanlei ding vindt om dezen hun betrekking blijvend te doen verliezen of hen met dit verlies te bedreigen, dan wel bij sollicitaties In be ginsel achter te stellen bij „dienstvrije" ge gadigden, vormt een der voornaamste oor zaken. waardoor een groot aantal dienst plichtigen. dienstplichtige onderofficieren en reserve-officieren hun militaire verplich tingen niet altijd vervullen met de voor een doelmatige oefening van henzelven en voor de mogelijk onder hunne bevelen gestelden. alsmede voor de handhaving eener goede krijgstucht vereischte opgewektheid en toe wijding Het standpunt, waarop bedoelde werk gevers zich in dit opzicht stellen, is dan ook voor de hierbij betrokken weerplichll- gen in hooge mate nadeelig en moet bij dezen welhaast noodzakelijk leiden tot te genzin in den militairen dienst, in het bijzonder door de scherpe tegenstelling, welke op die wijze ontstaat eenerzijds de „vrijgeloten" die van alle militaire ver plichtingen in vredestijd verschoond blijven, bij verschillende sollicitaties voorkeur ge nieten en hun betrekking niet bedreigd zien. en anderzijds degenen, die gedurende tal van jaren verschillende wettelijke verplich tingen tegenover den lande hebben te ver vullen, waarvan het nakomen niet alleen groote persoonlijke offers vergt, doch dik wijls bovendien nog kan leiden tot het ver liet van een soms met veel moeite verwor ven betrekking. Het is daarom, dat de Regeering uitdruk kelijk heeft bepaald, dat het vervullen van militairen dienst- of reserveplicht in geeir enkel geval mag leiden tot blijvend ont slag uit of de eenig nadeel ten opzichte van een Rijksbetrekking. Voor wat de particuliere bedrijven be treft, zou de regeering het van bijzonder be lang achten, wanneer de wekgevers zich op gelijk standpunt 9tellen, mede omdat de door genoemd belang gevorderde toestand „volkomen gelijkstelling: van dienst- of re- scrveplichtigen en dienstvrije personen" nimmer kan worden bereikt, zoolang nog werkgevers gevonden worden, die in den weerplicht van hun werknemers aanleiding vinden om hen uit hun dienst te weren of daaruit te ontslaan. Ik wil mij niet ontveinzen, dat hel tijde lijk gemis aan geschikte krachten storend kan werken en de werkgevers daardoor wel eens geduende korten tijd voor moeilijkheden kunnen komen te staan, doch de praktijk heeft ook hier geleerd dat deze bezwaren door de werkgevers gewoonlijk kunnen worden overwonnen Bedoelde werkgevers mogen daarbij be denken. dat de militaire opleiding dengeen. die deze volgt, vaak meer geschikt maakt voor den arbeid, dien hii in dienst van den werkgever moet verrichten, dan hij zonder deze opleiding zou zijn. Ook doet zich somtijds het geval voor, dat werkgevers afwijzend staan tegenover hen. die vrijwillig dienstverplichtingen heb ben aangegaan. Maar, zoolang 'nu belang hebbenden door deze militaire verplich tingen ook maar eenig nadeel ten opzichte van hun burgerwerkkring ondervinden, kan niet worden verwacht, dat een voldoend aantal hunner zich bij het eindigen van den termijn van verplichten dienst voor vrijwillige verlenging van hun verband in het leger beschikbaar zal stellen, hoewel voor een goede eneadreering van het leger aan hun voortgezette diensten dringend be hoefte bestaat Men vergete toch niet. dat het hier de beste reserve-officieren betreft. 73. „Wat zeg je nou daar", riep de koning, die geluisterd had met open mond, „is de groote geest aangekomen?" Angst op zijn gezicht te lezen stond. „Ja", zeide Piero geslepen, terwijl hij Trijn een knipoog gaf, „de groote geest is mijn meester en nu wacht U een groote straf". 74. „Ontdoe hen dadelijk van de touwen", nep de koning geheel ontdaan, ,.'k ben blij, dat 'k ze nog niet heb op gegeten, dal ik hen ook niets heb misdaan. Het verheugt me geweldig", zei de koning, „dat ze nog niet gebraden zijn, nis de groote geest dat hoorde, vreeselijk woedend zou hij zijn. veelal bestemd voor het vervullen van een hoofdofficiers-functie in het gemabiliseerde leger, personen dus, die ook meestal in hun verder maatschappelijk verband uitmunten. Ook komt het nog wel eens voor. dat de verplichte werkelijke dienst yoor herha lingsoefeningen in mindering wordt ge bracht van het ontspanningsverlof van den dienst- of reserve-pl ichtige. Waar dit voor dienstplichtigen, hoewel deze in hun totalen diensttijd slechts tweemaal voor herhalingsoefeningen opkomen, reeds niet aangenaam is, wordt het een zeer groot bezwaar voor reserve-officieren en reserve onder-officieren, diemeermalen werkelij- ken dienst moeten verrichten. Voor de cate gorieën is het derhalve in hooge mate wen- schelijk. dat hun verblijf in werkelijken dienst niet in mindering komt van hun ont spanningsverlof. Voor het door het weerpliohtig kader naar den eisoh vervullen van zijn verplich tingen kan, zooals uit al het vorenstaande moge zijn gebleken, de medewerking van de particuliere werkgevers niet worden ont beerd. ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Proeven met flikkerlichten. De minister van waterstaat heeft aan commissarissen der Koningin geschreven: Ik heb beslist, dat door de Nederlandsche Spoorwegen proeven zullen moeten worden genomen met het aanbrengen van flikker lichten op overwegen, gelegen in wegen met snelverkeer, waar de plaats van den overweg weinig de aandacht trekt. Deze flikkerlichten zullen waarschijnlijk worden aangebracht op de nabij de overwe gen geplaatste andreas-kruisen (waarschu wingsborden). Uit den aard der zaak is het wenschelijk, dat deze lichten, zooals trouwens ook de waarschuwingsborden, reflectoren en an. dere seinen, welke dienen om onbewaakte overwegen aan te duiden, door het publiek worden ontzien, daar vernieling of bescha diging hiervan ernstige gevolgen kan hebben In aansluiting aan den brief van 30 Nov. 1922, noodig ik u uit, het vorenstaande onder de aandacht van de gemeentebesturen te brengen, met verzoek, daaraan algemeene bekendheid te geven en alle inrichtingen van onderwijs te willen uitnoodigen, de leerlingen ernstig te doen wijzen op het on verantwoordelijke van vernieling en be schadiging als vorenbedoeld, en op de ern stige gevolgen, die daaruit kunnen voort vloeien. Bovendien zou nog kunnen worden ver wezen naar art. 163 van het Wetboek van Strafrecht. DE STATUTENWIJZIGING VAN NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN. Antwoord aan den heer Boon. Op de vragen van den heer Boon betref fende den achterstand op het Departement van Justitie, in verband met de statutenwij ziging van Naamlooze Vennootschappen, heeft de minister van Justitie geantwoord: Inderdaad is bij de behandeling van de stukken betreffende de naamlooze vennoot schappen een achterstand ingetreden, dis reeds geruimen tgd oen voorwerp van zorg voor den ondergeteekende uitmaakt. Afgezien van het veelvuldig gebruik, dat tegenwoordig van den betreffenden rechts vorm gemaakt wordt, houdt die achterstand goeddeels verband met de omstandigheid, dat kort vóór en na 1 April 1929, datum var. in werking treden der nieuwe wet, da gelijks soms honderden verzoeken betref fende wijziging van vennootschapsvoorwaar- den inkwamen. Al zjjn onder deze verzoeken een groot aartal, waarvan de afdoening niet urgent is, omdat zij niet betreffen dadelijk noodige wijzigingen, en al is en wordt in de geval len, waarin een bijzonder belang bij een spoedige afdoening aannemelijk kan worden gemaakt, daaraan door een vervroegde be handeling tegemoet gekomen, zoo erkent de ondergeteekende geredelijk, dat de toeetaut! voor het oogenblik zeer onbevredigend is, en dan ook naast begrip van de onver mijdelijkheid bij sommigen ontstemming bij anderen opwekt. Hij heeft daarom het zijne gedaan en blijft dat doen om dien toestand zoo spoedig mo gelijk op te heffen. Het personeel der af- deeling, hetwelk met vroeger vergeleken nu reeds meer dan verdubbeld is, is geleidelijk uitgebreid, maar de oplossing in die rich ting is met het oog op de vereischte scho ling aan beperking verbonden. En verder heeft de ondergeteekende onlangs, ten eind a den arbeid van het personeel zoo stelsel matig en intensief mogelijk t? kunnen doen zijn, 3e mondelinge behandeling van zaken en het telefonisch contact van belanghebben den met dit personeel tijdelijk doen beëin digen. Vooral ook sedert dezen laat?ten maat regel is het inhalen van den achterstand betrekkelijk snel gevorderd. Een bepaalden datum, waarop de achter stand zal zijn ingehaald, durft de onderge teekende niet te noemen; met dat inhalen zullen, al wordt er alles op gezet, dit te bespoedigen, nog wel eenige maanden ge moeid zijn. Dan zal afdoening van verzoeken in normale gevallen binnen enkele weken kunnen plaats hebben. LORENTZ-HERDENKING. Onthulling van een borstbeeld te Haarlem. Naar gemeld wordt zal op 3 December a s. des namiddags te 3 uur te Haarlem de onthulling plaats hebben van het borst beeld van wijlen prof. Lorentz, tot de op richting waarvan de Gemeenteraad aldaar in Februari 1928 besloot. Het monument, dat vervaardigd is naar een ontwerp van prof. Odé te Delft, zal geplaatst worden in het plantsoen op het Lorentzplein. de voor zijde gekeerd naar de lordensstraat. Z.K.H. de Prins der Nederlanden, protector van de Iloilandsche Maatschappij der Wetenschap pen heeft zich bereid verklaard de ont hulling te komen voltrekken. GELDIGHEIDSDUUR VAN RIJBEWIJZEN. De Minister van Waterstaat brengt onder de aandacht van houders van rijbewijzen als bedoeld in art. 9 lid 1, onder 3, der Mo tor- en Rijwielwet, dat, de geldigheid van alle rijbewijzen, afge geven vóór 1 November 1925, thans geëin digd is; de geldigheidsduur van rijbewijzen, afge geven tusschen 1 November 1925 en 1 No vember 1927, in elk geval eindigt twee ja ren en acht maanden na den dag van af gifte; de geldigheidsduur van rijbewijzen, afge geven na 1 Nov. 1927, eindigt twee jaar na den dag van afgifte; het bovenstaande geldt zoowel ten aan zien van rijbewijzen, waarop de laatste dag van geldigheid staat aangegeven als ten aanzien van die, waarop deze niet staat aangegeven het belang van bestuurders van motor rijtuigen, wier rijbewijzen overeenkomstig het voorgaand© hun geldigheid verloren hebben, medebrengt zich tijdig van een nieuw rijbewijs te voorzien. RECLAME. 8333 Loopen gemakkelijk. friseerde vertaling uit het Engelsch l ^an Mevrouw Belloc Lowndes, door Oswaldi. '3 hield telkens en telkens voor, n h jfcrZam6n en waarliik zaligen dag ,a ^eerlijke oogenblikken, minuten, s. 1 Ware teruggeroepen uit het nu rM erug,2Sende zorgelooze verleden, pnjfi V°^°men gelukkig was met haar •Mi -dolletjes" weer eens in u-P, k ®jn van een man, die van ,1 9 Yan een speelgenootje \f;«4i en n'e^ *n ruH verlangde. Want fenheid [ept,e geen woord van ge- RawJ en rai^dag welke hij met 0D 1 n a"een doorbracht: maar elke u 2ou ar- ze^s elke intonatie van zijn fen rin M vrouw. veel minder er- fcn hpJikü jeiTein dan Eva Raydon, ver- ^:D, haar geheel toebehoor- besef. dat zij iSw had schlk in hel LjJi'fe?'r°k,en gevoelens begreep. leni«l Ki'k Weer in de boot zaten' L-rS-W. hij: „Denk je. del F> toen „-'i "let zeker fe- e nhJc i. zwe£en, was Eva ziek. r zaliir if j c'naamd- bewust dal hoe fje, zij n: geno^en van dit heimelijk Mn Wi9t' °f Zi' er Wel half "haling van wenschte. Zq en half over, den volgenden dag naar Londen te gaan maar natuur lijk moest zij vóór aanstaanden Zaterdag telkens en telkens, hoe dan ook Jack nog zien. Het was haar plan. Mintlaw Zaterdag aan haar man voor te stellen. Maar zij voelde, dat als die twee kennis met elkaar hadden gemaakt, de charme van haar nieuwe ontmoeting met haar goeden ouden vriend, grootendeels verbroken zou zijn. Zij moe9t toegeven, dat wat Adelaide Strain haar dien morgen had gezegd, maar al te waar was. Birtley Raydon hield er van. dat zijn vrouw bewonderd werd; maar hij was van een zeer jaloersch karakter. En eens of tweemaal in hun huwelijk was Eva, zooals zij het zelf noemde, „genoodzaakt op haar tellen te passen" .en dat. terwijl er waarlijk niets te ..tellen" was geweest! Het was een geluk voor beiden dat zij een op gewekt. gemakkelijk tevreden karakter had en een van die vrouwen was. die van het oogenblik genieten, zonder nabetrachting te houden. Geen wonder, dat zij zich opnieuw „dol letjes" jong en uiterst tevreden met het le ven voelde, toen zij weer gemakkelijk in de prachtige auto zat en de kilome'er? die 7\] nog hadden af te leggen tot het dorp Swan- mede als het ware naar hen toe vlogen Geheel anders was het met Jack Mintlaw gesteld. Weliswaar had ook hij dien dag oogenblikken van groot genot gesmaakt, maar zij waren afgewisseld door minuten lange pijn. Hij zag nu duidelijk in. dat alle liefde welke Eva's hartje vervulde, haar man gold en er op was gericht hem te blij ven boeien En daarom zae hij er zwaar tegen op. den gelukkigen man te ontmoeten, die was geslaagd, waar hij had gefaald Ge durende die uren, die nu eens voorbijvlo gen, dan weer schenen te kruipen, hield hij zich lelkens voor, dat hij het verstandigst deed Swanmere dezen nacht te verlaten en voor altijd uit den gezichtskring van Eva te verdwijnen. Maar hij was een van die eigen aardige mensdhen. die eerlijk tegenover zich zelf zijn, en zorgvol het feit onder dc oogen zien, dat zij niet verstandig zijn; nog erger, dat zij op het punt staan lijdelijk veel onnoodige teleurstellingen en berouw te zul len ondervinden. Onderwijl bedacht de jonge, mooie vrouw, die naast hem was hoe heerlijk het was. dat het nu pas Maandag was en dat zij nog vier dagen van amusante, opwin dende. onschuldige ..flirtation" in het voor uitziet^ had. Want eerst Zaterdag immers zou zij haar trouwen ouden vriend Jack Mintlaw in kennis brengen met haar mal- jaloerschen. maar toch zoo innig geliefden echtgenoot. En zoo kwam het dat. terwijl Mintlaw op haar plotseling verzoek stopte op een stil len weg dicht bij The Mill House. Eva reeds allerlei plannen maakte hoe zij die vier dagen zou besteden, waarvan zij zoo veel mogelijk w'lde genieten, zonder de na righeden welk zij vaag vermoedde dat on afscheidelijk zijn van iets als wat zij noemde, een zaakje". Bij het afscheid nemen van haar vriend bedankte zij hem op de haar eigen opge wekte manier voor den heerlijken dag, welke hij hear had verschaft En toen zij in zijn goedig, trouw gelaat keek. voelde zij iets van ontroering, waardoor zij in haar toon. mper dan in haar woorden, een innig°r vriendelijkheid legde dan inderdaad baar bedne'ing was gewees! Een oogenblik ontwaakte in hern een bijna onbedwingbaar verlangen, dat al zijn voornemens tot zelfbedwang, voortgespro-1 ten uit zijn helder verstand en zijn eerlijk geweten, dreigde te niet te doen. En dus nam hij gretig en innig dankbaar haar be lofte aan, hem zoo spoedig mogelijk te la ten weten, wanneer zij vrij zou zijn om hem weer te ontmoeten. Misschien zou het morgen zijn ja, stellig zou het morgen zijn. als zij het maar éénigszins kon Tegelen. Dientengevolge was het een opgewekte en meer dan ooit toegenegen Jack Mintlaw, die naar het dorpslogement reed. Toen Eva den wagen stond na te kijken, lot hij in een bocht van den weg uit het gezicht verdween, zond zij hem een sentimenteel zuchtje na, dat echter niet in het minst de geringste stoornis in haar gewone gevoelens van zelf voldaanheid en tevredenheid met haar lot beteekende. Licht en veerkrachtig huiswaarts stap pend. voelde zij die tevredenheid en vol daanheid niet alleen wat haar zelf betrof, maar ook over het wereldje liggen, waar zij en haar man op een hoog plan van dege lijke. materieele welvaart 9tonden. Een plan dat Eva. hoewel onbewust, voelde als veilig verheven boven de ellende, beproevingen en kwellingen, waarvan een groot deel van onze arme menschheid het slachtoffer is. Maar toen zij The Mill House in het ge zicht kreeg, verkilde plotseling haar zonnige stemming door een gevoel van onbehaag lijke vrees, want Birtley Raydon stond op den weg. met een onheilspellende uitdruk king op zijn toch al ernstig, eenigszins vleezig gezicht en met van kwaadheid open gesperde oogen. In haar hart dankte Eva den hemel, dat zij Mintlaw niet had toegestaan haar naar het hek van The Mill House te rijden. Dit had zij voorkomen, omdat zij het niet wen- schelijk vond, dat de mannen elkaar zou den ontmoeten en zelfs dat Adelaide Mint law zou zien vóór komenden Zaterdag. Want tot zóólang wilde zij, wat zij noemde „de aardigheid" van zijn gezelschap voor zich alleen hebben. HOOFDSTUK IX. „Sen hevige twist. ..Waar heb je in 'shemelsnaam gezeten? Adelaide en ik hebben overal heen getelefo neerd, waar me maar vermoeden hadden, dat je kon zijn! Ik wacht al van half twee thuis op je, om een belangrijke zaak met jo te bespreken!" Raydon kijkt zijn vrouw uitvorschend, kwaad aan, doch er komt een zachtere uit druking in zijn oogen, want zij ziet er uit als elke vrouw, die zich heeft gekoesterd in de stralen der liefdezon. Dan merkt hij op. dat zij een lossen man tel draagt, een aardig dingetje, dat hij haar nooit heeft zien aan hebben en plotseling gaat hem een licht op, de overtuiging, dat dit de geborduurde mantel moet zijn. die volgens zijn gevoelen de monsterachtige som heeft gekost van acht-en-twintig pond. Zijn gezicht betrekt weer onheilspellend en zijn vrouw voelt iets van vrees vrees en schuld. Maar zij is niet laf en ten slotte heeft zij „niets gedaan". En dus jokt zij lichtelijk: „Vanmorgen ben ik opgebeld door een paar oorlogsvriendinneD, om mee te doen aan een pic-nic op de rivier. Ze heb ben me zoo even afgezet aan den anderen kant van odzp laan. Het spijt me vreese lijk, lieveling, dat ik juist uit was. toen jij thuis kwam! Een echte wanbof!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9