Bouwkunstig Schoon.
MET Dr. VAN DER SLEEN
OP REIS.
Radio Hilversum
RADIO-NIEUWS.
RADIO-PROGRAMMA.
DE BURCHT.
n.
Kvto-i-'wi
het omhoogslingerend pad beklim-
de z.g. keep. We komen voor de
>rt van den ringmuur, maar gaan
dadelijk doorheen. We wdlen eerst
i het muurwerk 'heen-wandelen, met
mee. De klimop groeit, zooals het
;n behoorlijk romantisch aspect ook
telijk is, welig tegen de oude ruïne.
Zuidzijde vermindert deze vegetatie
ins en dat is goed ook. Daar is wel-
)fc het muurwerk nog het best be-
in zijn ouden staat Het vertoont in-
en rondingen. De grijze brokken
zijn verweerd en ingevreten. Men
er nog een ruim manshoog en ruim
Iven M. breed uitvalspoortje. Ook ziet
op regelmatige afstanden nog een
vierkante gaten. Vermoedelijk waren
in ouden tijd hordijzen bevestigd, het
denwerk, dat dreigend vooruitstak,
te begrijpen, dat zoowel het uitvals-
als de bijzondere versterking met
inwerk juist dA&r werden aange-
Juist van de landzijde duchtte in
'sn tijd, toen het dorpje „Leibthon"
en maar ter hoogte van de tegen
vraag en de Maarsmanssteeg lag,
te gevaar. De Burcht lei toen, zoo-
s herinneren, geheel vrij op het
ld, en de gracht met de toen-
5 zullen wel de zwakste plaats in
ing zijn geweest. Oude en Nieuwe
i in den Noormannentijd nog
stroomen.
kan opmerken, hoe in de omgeving
ït uitvalspoortje de tufsteenbrokken
ïlden met reuzenmoppen, of. zooals
in Friesland noemden „Alde Friezen"',
reet, dat in de Noordelijke provinciën
n oude dorpskerkjes uit dit materiaal
"jetrokken en dat de algemeene toe
van den baksieenbouw op kerken en
tingen dagteekent urt de twaalfde
Daarom merken we nog even op, dat
zekerheid grenzende waarschijnlijk-
metselwerk van reuzenmoppen aan
niet ouder kan zijn dan ongeveer
midden der 12de eeuw
den Westkant vindt men op het
een gat. een plaats waar het
rerk bedenkelijke sporen van verval
't. Men kan zich daar overtuigen hoe
3rlijk het oude steenverband is ge-
Men kan zien hoe de buitenste
van den kern van het muurwerk
Er zijn bij dit deel van den muur
ntreforten. Die ontdekken we als we
laan, bij den Westelijken ingangs
ei het metselwerk dezer contrefor-
in kleinere baksteenen zijn opge-
en dus waarschijnlijk van nog weer
tijd zijn, vertoont de gevolgen van
^ten-waart9cheii druk van het muur-
Burcht was nu eenmaal een ves-
herhaaldelijk belegerd en be-
l werd en daarvan de gevolgen onder
war het Noorden is de muur, ten
^buitenkant, bekleed met kleine
^■«steenen, afgewisseld met tufsteen-
Dit zou kunnen wijzen op een
ro de lGde of 17de eeuw.
1'Jk komen we aan de ingangspoort,
ïru j ^s*werk zou kunnen dag-
uit do 16de eeuw. Op de randen
in marmer aangebracht de
Hoen van 9 achtereenvolgende
L€e?n, bePnn^ in 1651 met dat
®rsz- van der Maersche en te
p?, me* dat yan Diderik van
prijkt 't wapen
uemen we een kijkje binnen den
in u5? draagt geheel het karakter
•^'ddeleeuwsch verdedigingswerk,
ronddeel. (87 M. doorsnede). De
7 's niim 70 c.M. dik en hier-
miv6 ]S een °mgang, een weer-
e °P 22 halfcirkelvorming af-
7en' ongeveer 1,5 M. diep
eze fijze worden meteen kaze-
?.r,md ^oor het krijgsvolk, dat er
"8 was voor de zware steenen
Is d?2e9C^u* blijden en later voor
r eerste vuurwapenen. In onzen
e Practisch natuurlijk niets meer
&ïaöd*n ^er kazematten vir.dt
*- 1! nog Gietgaten. De meeste
i '1 ?enn^eld. En schuin onder
fa* ^hielgaten vindt men nog
i fa fc.iVi schuin afgedekte nisjes,
n jrr len in van oorlog en
hand vonden. Men
dat het geen reden
UJS^s aa^ brengen vóór den
tijd, toen de vuurwapenen nog niet bekend
JWhi 1S, in, het muurwerk van den
Burcht op zichzelf al een stukje krijgs^e-
schiedenis geschreven. Telkens wanneer de
technische middelen van aanval en verdedi
ging werden verbeterd, moest ook de Burcht
weer worden veranderd. Zooals men weet
zijn de muren bekroond met kanteelen'
waarachter eertijds de schutters zich ver-'
toetenhSK 5 a,gemeen ziin deze kan-
Tet afloopendy
hardsteen blokken, behalve aan de Zuidzijde
Daar zijn ze in t'geheel niet afgedekt. Ook
vindt men daar m de kanteelen zelf nog
schietgaten, onder anderen in die vlak boven
het uitvalspoortje.
Wanneer een deel der bezetting een uit
val deed, moest het door de binnenblijvenden
zooveel mogelijk gedekt worden. Het is
eigenaardig, dat men juist tegen de binnen
zijde van den Zuidmuur ook nog de fonda
menten van een voormaligen toren heeft ge
vonden grondlagen van tufsteen, dus waar
schijnlijk uit de 9de of 10de eeuw.
V\ anneer men over den weergang wan
delt heeft men in tusschen een zeer mooi ge
zicht op verschillende gedeelten onzer stad
Men staat zoo ongeveer 20 M. hoven den
beganen grond en de horizon ligt dus veel
ttjooger. Men lette er nog eens op. hoe mooi
de koepel van de Marekerk en hoe statig de
Hooglandsche Kerk zich verheft. Het mas
sale van deze gebouwen komt door do
hooge ligging van den horizon veel beter
uit dan m de straten. Maar het meeste treft
toch wel het stoer-massieve blok van de
Pieterskerk. Men ziet juist tegen de achter
zijde van het koor en de transepten. Het
imposante gewrocht beheersc-ht naar dc
Westzijde het stadsbeeld op een wijze als
nergens anders. Het is daarvoor alleen reeds
de moeite waard, eens een tocht langs den
omgang te doen.
Als we het trapje weer afdalen, merken
we even op, dat de bodem binnen den muur
minstens een Meter, waarschijnlijk meer,
moet zijn opgehoogd. De schietgaten in de
boognissen zijn nauwelijks boven den grond,
terwijl de toestand natuurlijk zoo is geweest!
dat het onderste deel van de gleuf toch
zeker nog wel een Meter boven den bodem
was. Waarschijnlijk heeft deze ophooging
plaats gehad, toen er binnen de muren van
den Burcht in de 18de eeuw een doolhof
werd aangelegd. Men herinnert zich dat
vóór den aanleg der waterleiding het reser
voir voor de fontein op de Vischmarkt bin
nen de burchtmuren was gevestigd.
Ten slotte kijken we nog even over den
rand van de breede en zeer diepe waterput
die binnen de ommuring is aangelegd.
We dalen thans den heuvel af en komen
zoo op wat men in vroegeren tijd noemde
het Burgstreng. We betreden dit door een
ijzeren hek tusschen eenige trappen. Ter
weerszijden van het hek slaan kolommen,
die oorspronkelijk afkomstig zijn van de
Yischbrug. Ter eener zijde ziet men hot
wapen van Leiden, vastgehouden door een
schaap. Men mag aannemen, dat dit beeld
houw werd vervaardigd in dagen van zeer
bloeiende wol industrie. Het andere stelt voor
het Duitsch keizerlijke wapen, vastgehouden
door een dier, dat waarschijnlijk een bever
voorstelt. Een en ander draagt de kenmer
ken, dat de tand des tijds er aan heeft ge
knaagd.
De gebouwen op het Burchlplein zijn voor
het oogenblik uit bouwkunstig oogpunt voor
ons niet van zoo heel veel gewicht. Mis
schien komen we er later in ander ver
band op terug.
Natuurlijk wijden we ten slotte onze aan
dacht nog even aan de poort, waardoor we
het terrein verlaten. Het geheel is echt Re-
naissancewerk uit 1658. Ter weerszijden
van den doorgang twee zware pilasters,
daarlussdhen een geprofileerde rondboog,
afgedekt met een fries. In de midden hier
van zijn de namen gegrift van de in 1558
regeerende burgemeester en. ter weerszijden
daarvan latijnsche verzen. Boven den fries
band is een fraai stiik beeldhouwwerk ge
plaatst van Rombout Verhulst: een staande
leeuw met opgeheven zwaard, die een schild
met de twee gekruiste sleutels vasthoudt
en daaronder de spreuk: ..Pugno pro Patria
Ik strijd voor 't vaderland."
Op de beide hoeken is een gebeeldhouwd
model van een burcht. Op de zijde van het
fries, die naar den burcht ingekeerd, ont
dekt men de spreuk, die we opnieuw zullen
ontmoeten bij de Zijlpoort: Haec libertatis
ergo Dit om der vrijheids wille.
NAAR DEN TOP VAN DEN BATOER.
Om vijf uur straalt de morgenster boven
het silhouet van den Batoer, doe om hall
zes scherp afsteekt tegen het morgenrood.
Rondom den kegel ligt, boven meer en
kraterbodem een groote wolkenzee, die
langzaam omhoog rijst en om 6 uur zitten
wij in dikken mist. Om half zeven begint
de mist te vervagen en om zeven uur rij
den wij bij prachtig zonlicht over den
kraterrand van Kintawani naar Penalokan.
Het is druk. Marktdag in Kintawani. Bij
tientallen komen de vrouwen opzetten uit
de kleine kampongs binnen en buiten den
krater, allen de mand met koopwaar op
j het hoofd, in lange rijen achter elkaar
aan den rand van den weg. Telkens prach
tige vergezichten op den reusachtigen,
ouden kraterbodem, waarvan ruim de helft
ingenomen wordt door het meer. De jonce
vulkaankegel in het midden is nog telkens
door nevels versluierd, maar af en toe
waaien deze weg en toonen de kraters, die
heel wat sterker rooken dan de vorige
dagen. Maar wij kunnen er nog niet op af.
De schoenen van den Toewan-secretans
zijn niet met de politie-auto meegekomen
on moeten even van den schoenmaker ge
haald, 18 kilometer ver en een duizend
meter lager. Dat is pech, een uur wachten
aan het begin van een bergtocht, maar na
tuurlijk is er weer een bofje bij. In Pena
lokan passeert heel wat van wat in Kinta
wani ter markt gaat en dus wordt er vast
wat gekocht en geruild en gesjacherd en
gegeten en is er een voortdurend komen
en gaan van koopvrouwtjes op het kleine
pleintje, dat in een drukken passar her
schapen is, een leuke bedoening. Twee
vrouwtjes helpen elkaar do zware manden
van het hoofd tillen. Openmaken, kijken,
loven en bieden, ruilen, ook wel eens be
talen, maar hier is het ruilhandel óf men
gebruikt de kepeng, een Japansehe munt
met vierkant gat or in ter waarde van een
tiwntigste deel van een cent. Pisang en
sinaasappel kosten hier voor ons een cent
het stuk, ook wel eens een halve. Ik denk,
dat de Baliër nog heel wat minder betaalt
en er is goedkooper eetwaar ook. Allerlei
rijstkoekjes, cocosnootgebak, helgekleurd
suikerwerk, jonge varenloten als groente.,
gedroogde visch, veel moerasslakken uit
het Batoermeer en zoo vindt elk wat van
zijn gading. Een paar dozijn kippen pro
fiteert van de gelegenheid en pikt wel eens
niet alleen de verloren kruimels op. Een
knap vrouwtje moet plotseling haar rijst
koekjes verdedigen tegen een vaTken, dat
wil komen snoepen, een mooi meisje ken
baar als ongetrouwde vrouw aan de witte
palmbladrolletjes, die in groote gaten in
de oorlel worden gedragen, heeft ruzie met
een jongen man, omdat die zijn vechthaan
zoo maar uit haar mand met erwten wilde
laten eten.
Groot gelach en aannïocdiging van een
zestal andere mannen, die juist gearriveerd
zijn, elk met twee of drie baraboekorven
aan 'n stok over den schouder gedragen. In
eiken korf zit een vechthaan, het kostbaar
ste bezit van den Baliër. Ge moet zien met
hoeveel zorg de Balinees zijn haan wascht
en afdroogt bij de stroomende bergbeek,
hoe ze altijd sjouwen met de korven om ze
in de halfschaduw te houden en hoe het
beste voedsel voor hen uitgezocht wordt.
Een man komt aansjouwen met twee speen-
varkentjes, elk in een bamboedraagnetjo,
clan komen twee kerels mot tusschen zich
in een groot zwaar varken, dragend ook
alweer in bambocvlechtwerk verpakt, waar
de pooten doorheen steken, een klein do
zijn mannen, maar honderden vrouwen en
meisjes, die doen de negotie en een groot
deel van het werk ook, de Balinees ligt op
zijn baleh, zijn rustbed, rookt of pruimt
sirih, kijkt naar zijn vrouw en liefkoost
zijn haan.
De zon glanst over de weldoorvoede
bruine lichamen en begint al aardig te
branden; een dozijntje foto's zijn alweer
gemaakt, meest snapshots op korten af
stand met de vestzakcamera. Het wordt
tijd om op weg te gaan en dus werf ik
vast een paar dragers voor onze rugzakken
en ga vooruit. Ik heb ;n ouden kerel ge-
nemen met vriendelijk verstandig gezicht
en grijzend haar. Vriend Mulder heeft een
jongen blaag van een jaar of zestien. Eerst
gaat het omlaag naar den kraterbodem in
een flinken huppeldraf. De oude baas blijft
mij vlak op de hielen, maar do jeugd zucht
en steunt en hijgt achteraan; die zijn hard
werken niet meer gewend; maar wij zijn
toch binnen een half uur bij het nieuwe
Batoertempeltje, dat tusschen den ouden
lavastroom en den meeroever is gebouwd.
Die oude lava is ellendig terrein, twee
meter op, twee meter af, drie toeter om
hoog, twee meter naar beneden. Spleten,
scheuren, gaten, ravijnen, een absoluut on
bruikbare grond en deze lava ligt er toch
al sinds menschen heugenis. Wat gras, wat
sedum, een edelweiszachtige, dat is al. Dan
komt een grasveldje, Daar is wat asch en
puin bijeon gespoeld; wij naderen de bed-
ding van een thans droge rivier, die vrij
wel van den kraterrand schijnt te komen,
waar wij van zoo dichtbij hoog tegen op
zien. Daar gaat mijn oude baas voor, die
tevens als gids zal dienen. Hij zoekt de
zandige ascnplckken uit in het reeds smal
ler wordende rivierbed. Het puin is hem te
scherp, te sintelachtig en de jonge blaag
klaagt ^1 over ,,sakit bakkies", pijn aan
voeten. Dan wordt het bed een kloof, de
bodem steenachtig, maar gladgeschuurd.
Af en toe moet een steile wand, w<-ar
straks in den natten tijd een waterval
overheen gutst worden omgetrokken en
dan gaat het over de scherpe lava en zoe
ken de dragers bij eiken stap voorzichtig
een vlak plekje uit. Wij schieten nu beter
op met onze zware bergschoenen, mHar
het is toch onaangenaam ruw terrein, voor
al als het b"eekbed opheudt en wij over de
lava of over aaneen gebakken puin en
asch (tufsteen) verder moeten.
Mftftr dan begint ook al gauw de asch-
kegel, die als een mantel den heelen vul-
kaaniop omhult. Geen sigarenasch hour,
noen, grot zand met puin, puimsteen alle
maal boekigo scherpe brokken soms als een
cocosnoot zoo groot. En dat spul ligt alle-
maal los, klaar om omlaag te glijden, zoo
dat je ,,pas op de plaats" staat te trap-
pen, als aan de zeezijde van onze strand-
duinen. Voorzichtig in zigzag gaat het nu
omhoog. Ik heb allang weer do leiding
overgenomen, want onze gidsen zijn ang
stig, wilden eigenlijk liever terug. De berg
is hier te steil! Maar het is de Geest van
den berg waar zij bang voor zijn en Ik
weet zeker dat wij vrijwel de minst steilo
helling te pakken hebben. Een sinaasap
pel, braaf met ons vieren gedeeld, geeft
weer moed en na een paar uur klimmen
staan wij aan den rand van den krater. a
een leelijk gat, een honderd meter breed
en misschien even diep, met vrijwel lood
rechte wanden, waar overal uit spleten en
gaten witte damp opstijgt, die er erg on
schuldig uitziet, maar als de wind even
naar ons toeblaast, blijkt ze voor n groor
deel uit zwavelwaterstof te bestaan! W.j
vluchten beneden den rand en zien I'ec^
in een drietal andere kraters, alle rookeml
en stoomend, meest wit, soms met blauwi-
gen walm. Een uurtje zitten wij boven,
maar de wolkenlaag, die aansluit bij den
ouden kraterwand rondom ons heen, blij t
hangen. Uitzicht over het rijke Bali, het
bergachtig Lombok, de diep blauwe zeo,
is ons dezen keer niet gegund.
Doodstil is het boven, geen gerommel,
geen blazen en sissen, do vulkaan schijnt
aardig tot rust to zijn gekomen. Dan
dalen wij af. glijdend, schuivend met
grooto passen springend langs den «teilen
asch en puinkegel naar een der kleinere
kraters, die de meeste rook uitstoot.
Prachtig gekleurd zijn hier do wanden in
mengeling van zwavelgeel tot donkerroest
rood. En hier blaast en sist het wat en
liegen een paar furaarolen, rookendo ope
ningen in den kraterrand. Maar do tem
peratuur is hier niet hoog.
lit nader, den pfkel voor mij in den grond
sloolcnd, gedachtig aan den Papandajan en
kom lot twee meter van de opening. Wit
en geel. anders niet, mooie zwavel kris tal
len, dus temperatuur niet hooger dan loO
a 200 graden. Dan draait de wind weer
even, een verslikkende zwavellucht, die de
oo-en doet tranen, noodzaakt tot haastigen
terugtocht. Even omgeeft ons de damp aan
alle kanten, dan goelt een windvlaag op
luchting en toont weer het spel van stoom
en smook langs den rood-geel gemarmerden
wand. dat een lust is voor de oogen.
Verder omlaag gaat het nu, eerst over
dc asch, dan weer de lava, eindelijk de
rivier-bedding. De zon brandt, maar er
waait een fris9phc wind, wat niet weg
neemt, dat als wij den kraterbodem heb
ben verlaten en weer opklauteren tegen den
steilen rand met algemeene stemmen een
aanval wordt gedaan op een sinaasappel tuin
Als dc eigenaar komt is er al een be
hoorlijk aantal naar binnen gewerkt en
puilen de zakken uit. Wij bepalen den prijs
van den roof op twee kwartjes, die dc jonge
blaag die de vruchten heeft geplukt in ont
vangst neemt. Eën kwartje is voor den tuin-
ei^enaar, het andere beloont zijn moeite
met plukken! En even later als het op af
rekenen aankomt en wij het dubbele koeti-
loon geven (f.2 50) wegens den zwaren
tocht probeert hij ons aan het versland te
brengen dat het loon voor een koeli zeven
gulden 'bedraagt. Als hij doorzeurt, neem
ik hem den rijksdaalder weer af en zeg,
dal hij de zeven gutden morgen bi] do poon-
gawa het districtshoofd, kan komen haten.
Dat hielp Hij smeekle om zijn riks en droop
af Op Kintawani hangen weer koude ne
vels, ook nog als wij den volgenden morgen
vertrekken, omlaag, naar Zuid-Bali het land
van belofte. Met vaart gaat het helling at
langs een pracht weg, een reeks van slin
gers met opgehoogde bochten, alle Aal me
hellingen, die op de prise directe afgenomen
kunnen worden. De ingenieur, die dat tra-
cee heeft uitgezet, is toch eigenlijk een
groote figuur in de geschiedenis van Bali,
maar hij is reeds vergeten, overgeplaatst
naar andere oorden, waar kunstwerken moe
ien onfstaan, waarvan niemand naar den
schepper vraagt!
Varens en koffie verdwijnen, ook de
mooie roodbloeiende schaduwboom, de dadap
of wel Erythrina, ipe( zijn homgklieren zaai
de bladstelen, Ze maken plaats voor cooos
en rjjst, rjjst en coooa. De dorpen worden
grooter, thans omgeven door steenen muur-
tijes, soms formeele wallen, want de tgd
ligt nog niet zoo heel ver terug, dat hier tal-
looze kleinere vorsten in voortdurende vij
andschap leefden en plundering van een
dessa een der fatsoenlijkste manieren was
cm rijkdommen, slaven en slavinnen te ver
werven. Het staat aardig, die witte muur
tjes, met de toegangspoortjes der erven op
regelmatige afstanden, naast elke deur een
bamboekooitje op staak, waarin offers aan
den geest, die het huis bewaakt, kunnen
worden gelegd. Vrouwen gaan in en uit,
kinderen gluren om den hoek of stuiven
vreesachtig naar binnen als de auto aan
komt. Een blik naar binnen toont kleine
bamboehuisjes, rfctstampende vrouwen onder
een afdakje, kinderen van één tot twaalf
jaar in groote sorteering tusschen de var
kens en kippen en geiten en honden. Man
nen ziet ge niet, die luieren in de hutjes,
straks tegen vijf uur komen ze buiten zitten
voor do poort of verzamelen zich op den
passar, bijeenhurkende onder de afdakjes,
waar de vrouwen overdag hun koopwaar
uitstallen. Overal is het druk. alleen de tem
pels liggen verlaten. Uit alle hoeken grrjn-
zen u de steenen tempelwachters aan. meest
in grjjze para (tufsteen) met^ mos en korst
mossen begroeid, soms ook in rood en wit
en goud geschilderd. Een enkel offerbakje
ligt voor een der kleinere tempeltjes- «*een
priesters, geen komen en gaan van geloo-
vigeu aIe in Britsoh-Iniiië. Slecht; een
blauwe hi-edi* en een groene slang versto
ren de sti'fe. En een kamponghond, die een
zandig "iekie zoekt en jankt tegen den
vreemdeling! der SLfm
RECLAME.
M\ jn man had het telkens
over de Elgrafoon. Was
daarom vandaag in de
N. S. F. showroom, Bree-
straat 26, en hoorde een
electrische weergave van
gramofoonplaten door den
luidspreker. Een Elgrafoon
besteld met Philips Gra-
mofoonopnemer.
6873
LUISTERAARS CONTRA
REGEERING.
Toen in April van dit jaar in Dene
marken de vergunningen voor het houden
van radio-ontvangtoestellen afliepen, wei
gerden vele Iui9leraar9 hun vergunning te
vernieuwen met het oog op de ernstige
storing bij de ontvangst van de program
ma's van den zender te Kopenhagen.
Deze storing werd veroorzaakt door het
Radio-telegrafie- en telefonie-slation der
Regeering te Soro, hetwelk op nagenoeg
dezelfde golflengte werkte, en dat den dienst
tusschen het vasteland en het eiland Born-
holm onderhoudt.
Ten einde deze storing geheel op Ie hef
fen en de radio-programma's voor de Deen-
schc luisteraars wederom genietbaar te
maken, heeft do Deenscho Regeering be
sloten den zender Soro buiten dienst te
stellen en voor het verkee, met Bornholm
een telefoonkabel te leggen.
VOOR WOENSDAG 13 NOVEMBER.
Hilversum (1071 M.; van 12.006.00
298 M.) 10.0010.15: Morgenwijding
12.152 uur: Concert door het A.V.R O.-
Kwartet. 23 uur: Gramofoonmuziek.
3t uur: Naaicursus. 44.30De voor
naamste studiemuziek voor piano. Uitgevoerd
door Egbert Veen. Toelichting door Louis
Schmidt 56.30: Concert door het Om
roeporkest. Jans Bierma (9opraan). 6.30:
Koersen Vaz Dias. 6.457.15: Italiaansch
voor beginners. 7.157.45: Italiaansch
voor gevorderden. 8.01: Theater Carré te
A'dam. N.V. Italiaansche Opera. „Louise",
opera in 5 bedrijven van Charpentier. Gida
dalla Rizza van het Scala te Milaan (als
gasl). In de pauze: Declamatie door Kom
mer Kleyn en persber. Na afloop: Gramo
foonmuziek. 12 uur: Sluiting.
Huizen (1875 M.). Uilsl. N.C.R.V.-Uitz.
8.159.30: Morgenconcert. 10.3011 uur:
Ziekendienst. 1111.30: Gramofoon
muziek 12.302 uur: Concert. Sopraan,
fluit en piano. 22.45: Concert. Zang,
piano, viool en cello. 2.453.15: Lezen
van Christelijke Lectuur. 3.154.15:
Voortzetting concert. 4.155 uur: Gramo
foonmuziek. 56 uur: Kinderuurtje.
66.15: Gramofoonmuziek. 6.15—6.30:
Causerie over cursussen Techniek. 6.30
7 uur: Lezing over: „Het antenne-vraagsluk
(Afstemming)". 7—8 uur: Uurtje voor de
rijpere jeugd. 8 uur8.30: Bestuursmede-
dcelingen door den N. C. R. V.-Voorzitter.
8.30: Lezing over: De jeugd van Generaal en
Mevrouw William Booth, Stichters van het
Leger des Heils. Medewerking van een
Dubbel Gemengd Kwartet van het Korps
Utrecht I (Leger de3 Heils). Na afloop Pers
berichten.
Daventry (1554 M). 10.35: Morgen
wijding. 1105: Lezing. 11.2012.20:
Gramofoonmuziek. 12.20: Concert. P.
Wright (alt), M. Smith (tenor). 12.50: Gra-
raafoonmuziek. 1.202.20: Orkestconcert
2-15: Berichten 2.50: Uitzending voor
scholen. 3.20: Lezing. 3.60: Lezing.
4.05: Concert. D. Robson (sopraan).
Instrumentaal Trio. 5.05: Concert op
Cinema-orgel. 5.35: Kinderuurlje. 6 35:
Nicuwsber. 7.05: Zang door Stilea Allen.
7.20: Lezing. 7.45: Lezing. 8.05:
Concert. The Wireless Singers. 8.20: Con
cert. Symphonie Orkest A. Catlerall (lste
viool). Myra Hess (piano). 9.20: Nieuws-
ber. 9.35: Voortzetting concert. 10.20:
Berichten. 10.25: Lezing. 10.40: „Up
to Scratch". Cabaret-programma. 11.20-
12.20: Dansmuziek.
Parijs „Radio Paris" (1725 M.). 12.50—
2.20: Gramofoonmuziek. 4.05: Concert.
Orkest en soli. 6.55: Gramofoonmuziek.
7.25: Gramofoonmuziek. 8.20: Concert.
Orkest en cello. 9.50: Gramofoonmuziek.
Langenbero (473 M.). 6.207.20: Gra
mofoonmuziek. 9.3510.35: Gramofoon
muziek. 11.30: Gramofoonmuziek.
12.25150: Orkeslooncert. 450550:
Orkestconcert. 7.20: Orkestconcerl.
8.20: Concert, Orkest en bas. 10.20: Or
kestconcert. - 10.2011.20: Dansmuziek.
Zeesen (1635 M). 6.1510.05: Le
zingen. 11.2012.15: Gramofoonmuziek.
12.1512.50: Lezingen. 1.201.50:
Gramofoonmuziek. 2.053.50: Lezingen.
3 504.50: Concert uil Hamburg. 4 50
7.50: Lezingen. -7.50: Liederen-voor-
dracht door Louis Graveure (tenor). Her
uitzending van Stuttgart. 8.20: „Farai-
lienalbum". Daarna tot 11.60: Dansmuziek.
Kalnndborg (1153 M 2.504.50: Or
kestconcert. 735—8 15: Voordracht en
zang. 8 158 35: Piano-recital. 9.20
10 20: Orkestconcert.
Brussel (508.5 M.). 5.20: Dansmuziek.
6 50: Gramofoonmuziek. 8 85: Gramo
foonmuziek. 8.50: Concert. Strijkkwartet.
3—3