re rijksbegrooting voor 1930
15
m B E-LM^N N
er aan.
Aspirin-
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 October 1929
Vierde Blad
No. 21358
De memorie van antwoord.
C&C05R0Z&N
r ZE-ErP
FEUILLETON.
[geheimzinnige voetstappen
Efi aiet ten was. die de bekoorlijke
En Vnen^n °oit te voren gezien
70 te Jaargang
Herschenen is de Mem. r. Antwoord op
*4 Voorloopig Verslag betreffende de alge-
beschouwingen over de Rijksbegroo-
[tvoor 1930.
Lake het kabinet deelt minister De
f mede dat het tegenwoordig kabinet
terrein van wetgeving zal uitgaan
zijn beginselen, welke overeenkomen
I de beginselen, levende in de groepen
[rechterzijde.
j de keuze der ministers is niet over-
t te werk gegaan. De gekozenen heb-
J geen ruggespraak gehouden met de
fceke partijen, waartoe zij behooren.
Het program.
Ln beginselverklaring zou het kabinet,
falve door zijn samenstelling, liefst ge-
jdoor zijn daden. In de eerste Troon*
eeD verklaring, dat rekening zal wor-
I gehouden met de Christelijke levens-
Iwereldbeschouwing. Niettemin werd dit
het kabinet ondersteld. Tot gelijke
Irstelling is men thans gerechtigd, daar
kabinet van dezelfde beginselen uit-
t als het toenmalige.
b herziening van de Zondagswet en van
Begrafeniswet hoopt dit kabinet tot
jnd te zullen brengen. Het ontwerp-
Inkwet zal, zij het met eenige wijzigin-
wordeD gehandhaafd. Het ontwerp tot
thaffing van de Staatsloterij 'behoort
tot die, welke voor behandeling in
juerking zullen komen.
Wederinvoering van de doodstraf, ophef-
r van den stemplicht voor vrouwen en
[haffing van het verzekeringswezen
a niet op het program van het kabinet,
min als afschaffing van den vaccina-
bicht- Voor zoover der Regeering be
id. worden geen verkapte processies ge-
RECLAME.
CEMT
Ir. feber verhaalt U
over de wonderen van
indië in het albu;m
„onze overzee3che ge
weten". een pracht-
indië-plaatje bij elk
stuk zeep
op goede zeep STAAT
5879
Toetsing van het program van het kabi
net aan dat der Katholieke Staatspartij
ware minder juist, daar het kabinet zich
niet heeft gebonden aan het program van
eenige partij.
Het ligt m de bedoeling de Arbeidswet
1919 stelselmatig en voortvarend tot ver
dere toepassing te brengen.
Uit hetgeen de. Troonrede vermeldt aan
gaande sociale hervormingen, spreekt ove
rigens voldoende de richting, in welke het
kabinet zich beweegt.
Geen andere indeeling der
departementen.
Een andere indeeling van de departemen
ten is geenszins afgestuit op gebrek aan
tijd bij de kabinetsformatie. In een klein
land als 't onze, valt echter aan een al t3
ver doorgevoerde specialiseering niet te
denken. Te minder, omdat» dit ook kwalijk
vereenigbaar ware met den dringenden
eisch, den staatsdienst te versoberen. Ont
moet reeds uit dezen hoofde de oprichting
van een afzonderlijk landbouw- of arbeids-
departement overwegend bezwaar, de com
binatie imet andere takken van dienst heeft
ook haar voordeelen.
Overbrenging van Volksgezondheid naar
Binnenlandsche Zaken om daar te worden
vereenigd met Krankzinnigenwezen, is
door de met de splitsing opgedane onder*
vinding allerminst geboden.
Of wellicht de werkverschaffing beter
aan het dep. van Arbeid dan aan dat van
Binnen!. Zaken worde toevertrouwd, maakt
een punt van onderzoek uit.
De financiën.
Voor ongerustheid ten gevolge van de
finaneieele paragraaf van de Troonrede be
staat geen reden. Dat het financieel even
wicht zal worden gehandhaafd, op den weg
van versobering van 's Rijk9 dienst zal wor
den voortgegaan en voorzichtigheid zal wor
den betracht ten opzichte van wettelijke
maatregelen, welke lasten op 's Lands
schatkist kunnen leggen, kan. welke rich
ting men ook is toegedaan, niet anders dan
gerustheid wekken.
Juist is. dat ten gevolge van allerlei om
standigheden een ruimer opbrengst van
sommige in 1924/25 tot stand gebrachte be-
laslingverhoogingen dan geraamd was. een
stijgende conjunctuur hier en vooral in
Indië, een grooter effect van een ver
scherpt begrootingsbeheer, met de daaruit
voortvloeiende besparingen, dan verwacht
had durven worden en ten slotte een abnor
maal lage renie van de vlottende schuld
in de jaren 1925 lot en met 1928 zeer
hcoge overschotten op den gewonen dienst
zijn verkregen, in die mate zelfs dat feite
lijk de buitengewone uilgaven van dio ja
ren alle uit de gewone inkomsten zijn ge
financierd en zelfs daarna nog een voor
deel ig saldo valt te boeken.
De middelen.
Opgemerkt wondt, dat er sedert 1925. ge
durende de vier jaren, een gemiddeld over
schot per jaar op den gewonen dienst is
geweest van een kleine zestig millioen.
Maar sedert dalzelfde jaar is geleidelijk de
jaarlijksche budgetbalans verzwaard met de
volgende 9oramen (welke in 1921 alle daar
op zullen drukken): verlaging successiebe
lasting tien millioen. idem inkomstenbelas
ting twintig millioen. schrapping rijwiei-
belasting zes en een half millicen, herstel
invaliditeitsbijdragen zeventien en een half
millioen spoorwegsaneering vijf en èen haif
millioen, pensioensaneering drie en een
half millioen, herstel zevende leerpficht-
jaar vier millioen. herstel leerlingenschaal
drie en een half millioen. salarisherziening
zeven millioen, Zuiderzee vijf en een half
millioen finaneieele verhouding drie en
twintig millioen; te zamen honderd zes
millioen
De verlaging der pereoneele belasting is
in dit verband niet genoemd, daar de op
brengst in 1930 voor het rijk vervalt. Even
min is genoemd de verlaging van den ge
distilleerd-accijns. daar deze niet als ver
lichting van lasten bedoeld is. en dan ook.
zoo de mindere opbrengst zich handhaaft,
nader onder de oogen zal moeten worden
gezien. Ook zijn niet vermeld de vijf-en-
twintig millioen waarmee door schrapping
van de opcenten op de inkomstenbelasting
de heffingen voor het leeningsfonds zijn
verlaagd, daar dit buiten het gewone bud
get omgaat. Daarentegen is wel genoemd de
schrapping der rijwielbelasting. daar deze,
hoewel ten bate van het Wegenfonds op
verlaagden voet gehandhaafd voor het ge
wone budget verloren is gegaan. Uit ge
meld staatje blijkt, dat de gunstige omstan
digheden. die tot de overschotten hebben
geleid, successievelijk ook hebben geleid tot
maatregelen van vermindering van inkom
sten en vermeerdering van uitgaven, maat
regelen waartoe de regeering zonder die
omstandigheden geen vrijheid zou hebben
gevonden. De minister betoogt op grond
hiervan, dat de meevallers der vier bespro
ken jaren, onafhankelijk van de vraag of
men ze betreuren moet ja dan neen. in elk
geval geen vingerwijzing bevatten om
trent de ruimte van middelen in de toe
komst.
Tegenover zestig millioen marge per jaar
staan de honderdzes millioen verbruikte
marge per jaar. j
Natuurlijk is hierbij rekening te houden
met het inmiddels voortschrijdend accres
der middelen, én hieraan is te danken dat
het laatstgenoemde cijfer zoo veel hooger
kon worden dan het eerste. Maar op onbe
perkte rekbaarheid ten deze mag toch niet
worden gerekend. Het zal in den loop des
tijds steeds moeilijker worden het normale
accres der uitgaven geheel op te vangen
door nieuwe besparingen. De regeering
blijft natuuriijk op dit laatste punt diligent.
De accijnsveilaging.
Over de verlaging van den accijns op ge
distilleerd zal het laatste woord nog niet ge
sproken zijn. indien mocht blijken dat de
gevolgen der verlaging duurzaam anders
loopen dan tijdens haar totstandkoming
werd aangenomen. Het tijdsverloop van een
half jaar is den minister te kort om reeds
een conclusie te trekken. Dat „van de ver
mindering van den sluikhandel weinig of
niets is gebleken" stemt niet overeen met
de ingekomen rapporten. Zoo noodig zal te
gen verhooging van het thans geldend tarief
natuurlijk niet worden opgezien. De maat
regel van het vorig jaar is niet ingevoerd
onder het motto van „belastingverlaging".
Leeningfonds.
De overschotten van het Leeningsfonds
mogen, uiteraard slechts gebruikt worden
voor versnelde aflossing van de crisdslee-
ningen of voor verlichting van den jaarlijk-
schen druk. welke uit de crisisheffingen
voortvloeit. De minister gaat op de beste
ding dier overschotten thans niet nader in,
daar hij hieromtrent gisteren een wetsont
werp heeft ingediend.
De tariefkwestie.
iDe pegeering overweegt de wensohelijk-
heid van een onderhandelingstarief met
buiten verband met de internationale ge
beurtenissen op het gebied der handels
politiek. Ons land moge zijn handel en nij
verheid op niet onbevredigende wijze zien
ontwikkelen, anderzijds is aantoonbaar een
achteruitgang van onzen uitvoer ten aanzien
van verschillende artikelen als gevolg van
tariefverhoogingen in andere landen, gezwe
gen nog van andere handelsbelemmeringen.
Om een steeds meer verlaten van het be
ginsel van vrijen handel door andere staten
te onzen nadeele eenigermate te keeren,
heeft onze regeering te overwegen of eenig
verweermiddel haar niet ten dienste moet
staan.
In antwoord op de vraag, hoe de regeering
denkt over de Pan-Europa-denkbeelden,
wordt opgemerkt, dat naar het inzicht van
het kabinet niets achterwege mag blijven
van datgene wat tegenstellingen kan ver
zachten en tot meer eenheid kan worden
gedaan.
Land- en Tuinbouw.
In afwachting van de voorstellen der
Staatscommissie betreffende het vraagstuk,
hoe de disharmonie tus9chen prijzen en pro
ductiekosten op te heffen, kunnen bezwaar
lijk ingrijpende maatregelen worden ge
nomen.
De registratierechten op veilingen kunnen
bezwaarlijk als drukkend worden beschouwd
Uitvoerpremiën en hooge invoerrechten op
landbouwproducten zijn van de regeering
niet te wachten.
Opgemerkt wordt, dat in de laatste vier
jaren het landbouwbudget gemiddeld met
f. 625.000 per jaar is verhoogd.
Onderwijs.
Gewezen werd op de aanhangig gebleven
wetsontwerpen. Van het nut van degelijk
nijvertieids-onderwijs is ook de regeering
overtuigd; ook hieromtrent moet zij echter
de noodige beperking in ac'ht nemen. Eerst
als de desbetreffende commissie haar rap
port heeft uitgebradht is de tijd er om te
overwegen ,of het mogelijk zal zijn een be
hoorlijke voorziening in het onderwijs van
schipperskinderen ter hand te nemen. Een
regeling van onderwijs aan psychopathen zal
de regeering in ernstige overweging nemen.
Ontwapening.
Naar aanleiding van de opmerkingen der
leden, die betreuren dat nationale ontwa
pening blijkbaar niet in het voornemen van
het kabinet ligt* .wordt opgemerkt, dat. wan
neer hiermede wordt bedoeld éénzijdige ont
wapening van Nederland, de regeering in
deze geheel volkomen deelt het standpunt
van het vorig kabinet.
Ten aanzien van eenige uitbreiding van
marine-materieel in Indië is overleg met de
Indische regeering gaande. Na beëindiging
ervan zullen voorstellen worden aanhangig
gemaakt. Ten aanzien van West-Indië is
nog geen definitieve beslissing genomen.
Aan den wensdh van sommige leden om tot
belangrijke vermindering .van het jaarlijk
sche contingent over te gaan kan de re
geering niet tegemoet komen, voordat de
internationale verhoudingen het zullen ver
oorloven.
De sociale paragraaf.
Ook volgens de regeering moet de Invalidi
teitswet. wat haar uitkeeringen betreft, aan
herziening worden onderworpen. Een ver-
hoozing der staatsbijdrage zal niet te ver
mijden zijn. De regeering is voornemens
herziening der Invaliditeits- en Ouderdoms
wet ter hand te nemen. Zij stelt zich voor
het wijzigingsontwerp zóó tijdig bij de Ka
mer in te dienen, dat invoering der gewij
zigde wet 1 Januari 1932 zal kunnen volgen.
Aan steeds ruimere toepassing der Ar
beidswet geeft de regeering haar volle aan
dacht. Onder de middelen tot krachtige be
strijding der werkloosheid behoort ook, voor
zooveel uitvoerbaar, verplaatsing metter
woon van werkloozen.
Voor de rechtmatige belangen der groote
gezinnen stelt de regeering zich voor te wa
ken; zij meent, dat daarvoor bij de belas-
tingpolitiek op meer dan één punt gelegen
heid bestaat.'
Ambtenarenbelangen.
Reeds u-it een oogpunt van continuïteit
?n het regeeringsbeleid zou het niet juist
zijn, de nauwelijks een jaar geleden tot
stand gekomen algemeene salarisherziening
thans weer opnieuw in behandeling te ne
men. Voor salarissen van de hoogere amb
tenaren geldt dat eveneens. Het brengen van
meer eenheid in de personeelsadministratie
acht ook de regeering gewenscht.
De reorganisatie van den
staatsdienst.
Aan reorganisatie van den staatsdienst
word-t voortdurend gewerkt. Zooveel moge
lijk vindt doeltreffende concentratie plaats.
Ten aanzien van de diensten, welke zidh
voor concentratie minder goed leenen, is er,
waar noodig en mogelijk, samenwerking en
voorlichting tusschen de betrokken depar
tementen.
Oost- en West-Indië.
De inheemsche volksbewegingen in Indië
denkt de regeering met welwillendheid tege
moet te treden voor zooveel de stroomingen
RECLAME.
nu breekt de tijd aan, dat
regen en wind boosaardig en
geniepig fluitend om de hoe
ken gieren en gij aan de ge
varen van kouvatten op bij
zondere wijze blootgesteld
zljt.
Handel daarnaar
en behoed U tegen kouvat
ten en zijn kwade gevolgen.
Uw stelregel moet daarom
lulden:
tijdig
Tabletten
Innemen!
W Let er op, dat U steeds de eohte
AAspIrln-Tabletten met het Bayerkruls
dontvangt Prijs 75 ota
5880
zich bewegen binnen de door de wet en de
openbare orde gestelde gTenzen. Daartegen
over staat dat zij vast besloten is, onmiddel
lijk en krachtig in te grijpen zoodra een
revolutionnair streven, onder welke bena
ming en van welken aard ook, tot ontwikke
ling dreigt te komen. Verklaringen over het
geen in den afgeloopen zomer op Curasao
is gebeurd, zouden, terwijl de afloop van
de daarnaar ingestelde onderzoekingen nog
niet in het zioht was, misplaats zijn geweest
Nederland en Belgis.
In zijn houding ten opzichte van het Bel.
gische vraagstuk is het kabinet homogeen.
Zijn streven is gericht op de totstandkoming
zoo spoedig als de omstandigheden toelaten,
van een aannemelijke regeling met Belgis.
In den boezem van het kabinet bestaat vol
komen overeenstemming omtrent de nood
zakelijkheid van voortdurende samenwer
king van de departementen, met name
die van Buitenlandsche Zaken en Water
staat, opdat éénheid van beleid aanwezig
zij. In hoever de gedachtenwisseling, die in
het vorig zittingjaar tusschen Nederland en
Belg-iê plaats had, bevorderlijk is geweest
aan een juister begrip van de wederzijdsohe
rechten en behoeften, zal grootendeels nog
moeten blijken. De regeering wensoht, dat
zoodra mogelijk een wederzijds aanneme
lijke regeling met België tot stand komej
doöh juist opdat die regeling tot stand kome
en inderdaad wederzijds aannemelijk zij, is
betamelijke omzichtigheid geboden.
Verwezen wordt naar het aan de Staten-
Genoraal medegedeelde memorandum, dat
op 7 Mei j.l. aan de Belgische regeering is
overhandigd.
Diversen,
Hel kabinet is van meemng, dat de tol
standkomingt zoowel van een Natuurbe
schermingswet als van een Monumentenwet
wenschelijk is. Zij stelt zich dan ook voor
de indiening van beide ontwerpen te be
vorderen.
De indiening van een nieuw onlwerp-
Schipperswet zal worden bevorderd.
Behoudens de noodzakelijk geachte wij
zigingen zullen de meeste der overige in
het V.V. genoemde wetsontwerpen worden
gehandhaafd, al zal niet van elk hunner
terstond op behandeling worden aangedron
gen. De behandeling van het ontwerp tof
wijziging van de Zee-ongevallenwet-1919 zat
voortgang kunnen hebben, zoodra genoeg
zame verbetering in den toestand van de
zeevisscherij zal zijn ingetreden.
(utoriseerde vertaling uit het Engelsch
Mevrouw Beiloc Lowndes,
door Oswaldi.
laaide strain ontmoette Birtley Ray-
jJMn toekomstigen echtgenoot van haar
,'n niet meer dan driemaal vóór den
iwdag,
'l had plotseling gevoeld, dat zij hem
l noeht en dat hij haar evenmin ooit
^patniek zou vinden. Een man als hij
moest wel steTk aangetrokken wonden
Maar zij kon zich Eva's overdre-
yerhefdheid niet verklaren; want dat
over ooren en wel voor de
v .maa ver"iefd was, leed geen twijfel,
ïa' ^^'^tigheid, met veel pracht en
P'aats in een kerk te South
rende °n' gevuid was met wel-
3er r.' ou<^erwetsche menschen, waar-
liia r
fe ha*T vriendin M
mevrouw Strain had na een lan-
Kichz»?? m_0&3er van den bruidegom
ien mr» 5eze?<*: -Eva zal onaangenaam
st wA e4 VTOl)w krijgen".
Ier- bnzAa *0e *e drijven aan een of
faaide c? - e **V€ van voorgevoel, van
illev r want zij wist iets. wat
r-".u;oliiun -"f* v°'komen onbekend
iliwis'ecd - a °Üna abnormaal
u dit tnt ?as ZÖ- Eva's vriendin
had J3*!. ei*en na^ee*- want dik-
U haar medebewoonster geld
voorgeschoten dat nimmer was terugbe
taald. Het waren in de oogen van Eva
slechts kleine bedragen; echter niet voor
een vrouw, die. zelfs in dagen van wel
vaart. toch elke shilling moest omkeeren.
Met het oog op de buitengewone hooge som
men die men toen vToeg voor de huur van
de kleinste huisjes in Londen, had het pas
getrouwd paar een gemeubelde bovenwo
ning betrokken. En zij werden zoozeer in
beslag genomen door elkaar lief te hebben
en een prettigen tijd door te maken, en
Eva's oude vriendin was toen zoo hard aan
het werk aan het Ministerie, waar zij
trachtte zich in de oogen van haar chef
„onmisbaar" te maken; dat de twee vrou
wen. eenige maanden lang elkaaT in het
geheel niet zagen
Adelaide Strain had '1 onafwendbare mes
der maatschappelijke bezuiniging, eerder
dan haar collega's, zien aankomen, eenigen
tijd voor het viel. Zij had elke penning be
spaard, zoo goed zij maar kon, grimmig be
sloten om. wat ook mocht gebeuren, haar
kleinen Gilly op de lagere school te houden,
waarvan het hoofd haar gezegd had. dat de
jongen later zeker kon zijn van ëen studie
beurs. Maar eenmaal zonder werk. had zij
haar spaarpenningen als snéeuw voor de
zon zien verdwijnen Toen was het dat zij
straat in straat uit had geloopen. om een
kamer te vinden, waar zij voor een pond
per week kon wonen, totdal zij een andere
betrekking vond.
Eindelijk stond zij op en na haar zwaren
koffer te hebben recht gezet, maakte zij
hem open.
Bovenop lag een brief, dien zij den vori-
gen dag had ontvangen van Eva Raydon.
Het was een brief in hartelijke bewoordin
gen, maar bevatte, in antwoord op een ver
zoek om terugbetaling van het geld dat zij
haar vriendin had „geleend" in die lang
geleden, zorgelooze dagen, toen zij beiden
als liefhebbende goed zusters hadden sa
mengewoond. niet meer dan een cheque
van vijf pond
„Ik wou dat ik je meer kon zenden, Ad-
die. Maar ik heb voor deze cheque al zoo
veel moeite gehad! Ik zit er vreeselijk in.
Birtley's eenige fout als het een fout kan
worden genoemd is, dat hij een klein
beetje erg zuinig is. Dat is grappig voor een
man, die allés tip-top wil hebben inbe
grepen een tip-top-vrouwtje. Is 't niet?"
Adelaide stond in het midden der viezige
kamer. Een gevoel van wanhoop, ja van
verschrikking kwam bij haar op, nu zij
dacht aan de toekomst, een gevoel dat elk
hoekje van haar bezwaard hart vulde. De
oogenblikken die nu volgden lieten haar
weer de reeks van bittere teleurstellingen
doorleven, die zich eentonig aan elkander
hadden gerijd, als de kralen van een ketting.
Toch, alles wat zij zocht, was werk, werk
dat haar in staat stelde zich en haar kind,
zoo al geen welvaart, dan tcch een mensch-
waardig bestaan te verschaffen.
Aanvankelijk was zij ovsTal met de auto
bus heengegaan, jnaar al spoedig had zij be
vonden, dat de „pence", daaraan uitgege
ven. tot shilling opklommen, die zij niet kon
missen en zoodoende had zij een paar zolen
versleten, om van het eene plaatsingbureau
naar het andere te loopen Overal was haar
hetzelfde verteld. Duizenden vrouwen, op
korten lermijn ontslagen door de opheffing
van allerlei bureaux en instellingen die 'Q
de vierooHogsjaren waren verrezen, waren
nu. evenals zij. vergeefs op zoek naar werk.
hoewel het meerendeel dier vrouwen onder
legd of gediplomeerd was voor bepaalde be
trekkingen, wat met Adelaide Strain niet
het geval was.
Plotseling herinnerde zij zich een ont
moeting. die zij een week te voren had met
een vriendelijk vrouwtje, knap en nog jong
van voorkomen, hoewel zij al een volwas
sen dochter had. Met moeder en dochter
was Adelaide veel in aanraking gekomen in
haar werkkring van de laatste jaren. Deze
beide vrouwen, minder gelukkig dan zij,
behoorden tot de eersten die ontslagen wei
den door het Ministerie, waar zij geruimen
tijd lichten, maar goed betaalden arbeid
hadden verricht, en zij had beiden uit het
oog verloren.
Bij de eerste, enkele ontmoetingen had
Adelaide een pijnlijk gevoei van jaloersch-
heid niet kunnen overwinnen, want zij za
gen er allebei knap uit, waardoor zij op
prettige manier de aandacht trokken van
degenen die met haar samenwerkten. „U
zult wel begrijpen, dat ik som9 zenuwach
tig en angstig ben met het oog op Dorrie.
Maar ik geloof dat zij nu kans heeft, om
behoorlijk te trouwen. Zij heeft nu kennis
aan een Nieuw-Zeelander, die heel veel
van haar schijnt te houden. Och, als zij met
hem nu maar goed bezorgd i9 en zij zoo
doende kan vergeten, welk een harden tijd
wij hebben doorgemaakt na ons ontslag, dan
wil ik me er graag bij neerleggen, haar
ncoit meer te zien Ik houd te veel van haar
om dat dan te tellen
En Adelaide's oogen hadden zich toen
met tranen gevuld
Nadat die droeve verklaring van die
moeder in haar herinnering opleefde, gingen
haar gedachten naar haar eigen wanhopigen
toestand en dien van haar kind terug. Voor
Gilly. om hem, voortoopig desnoods, een
veilig bestaan te verzekeren, zou zij, om zoo
te zeggen, alles willen aanvatten. Zelfs
minderwaardigen aTbeid, maar wat?
Zij liep in de schamele kamer naar den
schoorsteenmantel, waar de stijve, gebarsten
spiegel de ongezelligheid weerkaatste. Eva
Raydon's dubbel velletje fijn briefpapier nu
in twee stukken scheurend, legde ze die op
de stoffige, plekkige marmerplaat en met
haar ellebogen geleund op de snippers van
dat ivoorachtige briefje, bekeek zij onder
zoekend haar gezichl in het gebarsten glas.
Langzaam onderwierp zij alle trekken
aan een nauwkeurig, eerlijk onderzoek en
begon toen te tellen, enkel om tot de slot
som te komen, dat zij veel te veel waren om
te tellen; die witte draden, doorstrenge-
Iend wat eens haar voornaamste schoon
heid was geweest, haar lang, dik, zacht,
bruin haar.
Zij was jaTen jonger, misschien wel tien
of twaalf, dan het vrouwtje dat de dingen
zoo gemakkelijk kon opnemen, en dat haar
toen die bekentenis had gedaan. Maar nu
zag zij er en ze bekende het zichzelf grif
veel ouder uit, dan die andere. En nu
zij daar stond weerkaatst in den schenken
spiegel zag zij klaar het feit, dat zij was
gaan behooren tot het enorme leger van
vrouwen, die de kenmerken verloren had
den zoo zij ze ooit werkelijk hadden be
zeten de lichamelijke kenmerken, te
zamen vaag aanzegeven dcor de uitdruk
king- „vrouwelijke aantrekkelijkheid".
Menigmaal in de laatste weken, hadden
degenen, bij wie zij oih hulp kwam, haar
te kennen gegeven. 9ommigen heel kortaf,
anderen vriendelijk met een omhaal van.
woorden dat de patroons gesteld waren op
wat zij. Adelaide Strain, miste, „een knappe
verschijning".
(Wordt vervolgd).