re rijksbegrooting voor 1930 15 m B E-LM^N N er aan. Aspirin- LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 October 1929 Vierde Blad No. 21358 De memorie van antwoord. C&C05R0Z&N r ZE-ErP FEUILLETON. [geheimzinnige voetstappen Efi aiet ten was. die de bekoorlijke En Vnen^n °oit te voren gezien 70 te Jaargang Herschenen is de Mem. r. Antwoord op *4 Voorloopig Verslag betreffende de alge- beschouwingen over de Rijksbegroo- [tvoor 1930. Lake het kabinet deelt minister De f mede dat het tegenwoordig kabinet terrein van wetgeving zal uitgaan zijn beginselen, welke overeenkomen I de beginselen, levende in de groepen [rechterzijde. j de keuze der ministers is niet over- t te werk gegaan. De gekozenen heb- J geen ruggespraak gehouden met de fceke partijen, waartoe zij behooren. Het program. Ln beginselverklaring zou het kabinet, falve door zijn samenstelling, liefst ge- jdoor zijn daden. In de eerste Troon* eeD verklaring, dat rekening zal wor- I gehouden met de Christelijke levens- Iwereldbeschouwing. Niettemin werd dit het kabinet ondersteld. Tot gelijke Irstelling is men thans gerechtigd, daar kabinet van dezelfde beginselen uit- t als het toenmalige. b herziening van de Zondagswet en van Begrafeniswet hoopt dit kabinet tot jnd te zullen brengen. Het ontwerp- Inkwet zal, zij het met eenige wijzigin- wordeD gehandhaafd. Het ontwerp tot thaffing van de Staatsloterij 'behoort tot die, welke voor behandeling in juerking zullen komen. Wederinvoering van de doodstraf, ophef- r van den stemplicht voor vrouwen en [haffing van het verzekeringswezen a niet op het program van het kabinet, min als afschaffing van den vaccina- bicht- Voor zoover der Regeering be id. worden geen verkapte processies ge- RECLAME. CEMT Ir. feber verhaalt U over de wonderen van indië in het albu;m „onze overzee3che ge weten". een pracht- indië-plaatje bij elk stuk zeep op goede zeep STAAT 5879 Toetsing van het program van het kabi net aan dat der Katholieke Staatspartij ware minder juist, daar het kabinet zich niet heeft gebonden aan het program van eenige partij. Het ligt m de bedoeling de Arbeidswet 1919 stelselmatig en voortvarend tot ver dere toepassing te brengen. Uit hetgeen de. Troonrede vermeldt aan gaande sociale hervormingen, spreekt ove rigens voldoende de richting, in welke het kabinet zich beweegt. Geen andere indeeling der departementen. Een andere indeeling van de departemen ten is geenszins afgestuit op gebrek aan tijd bij de kabinetsformatie. In een klein land als 't onze, valt echter aan een al t3 ver doorgevoerde specialiseering niet te denken. Te minder, omdat» dit ook kwalijk vereenigbaar ware met den dringenden eisch, den staatsdienst te versoberen. Ont moet reeds uit dezen hoofde de oprichting van een afzonderlijk landbouw- of arbeids- departement overwegend bezwaar, de com binatie imet andere takken van dienst heeft ook haar voordeelen. Overbrenging van Volksgezondheid naar Binnenlandsche Zaken om daar te worden vereenigd met Krankzinnigenwezen, is door de met de splitsing opgedane onder* vinding allerminst geboden. Of wellicht de werkverschaffing beter aan het dep. van Arbeid dan aan dat van Binnen!. Zaken worde toevertrouwd, maakt een punt van onderzoek uit. De financiën. Voor ongerustheid ten gevolge van de finaneieele paragraaf van de Troonrede be staat geen reden. Dat het financieel even wicht zal worden gehandhaafd, op den weg van versobering van 's Rijk9 dienst zal wor den voortgegaan en voorzichtigheid zal wor den betracht ten opzichte van wettelijke maatregelen, welke lasten op 's Lands schatkist kunnen leggen, kan. welke rich ting men ook is toegedaan, niet anders dan gerustheid wekken. Juist is. dat ten gevolge van allerlei om standigheden een ruimer opbrengst van sommige in 1924/25 tot stand gebrachte be- laslingverhoogingen dan geraamd was. een stijgende conjunctuur hier en vooral in Indië, een grooter effect van een ver scherpt begrootingsbeheer, met de daaruit voortvloeiende besparingen, dan verwacht had durven worden en ten slotte een abnor maal lage renie van de vlottende schuld in de jaren 1925 lot en met 1928 zeer hcoge overschotten op den gewonen dienst zijn verkregen, in die mate zelfs dat feite lijk de buitengewone uilgaven van dio ja ren alle uit de gewone inkomsten zijn ge financierd en zelfs daarna nog een voor deel ig saldo valt te boeken. De middelen. Opgemerkt wondt, dat er sedert 1925. ge durende de vier jaren, een gemiddeld over schot per jaar op den gewonen dienst is geweest van een kleine zestig millioen. Maar sedert dalzelfde jaar is geleidelijk de jaarlijksche budgetbalans verzwaard met de volgende 9oramen (welke in 1921 alle daar op zullen drukken): verlaging successiebe lasting tien millioen. idem inkomstenbelas ting twintig millioen. schrapping rijwiei- belasting zes en een half millicen, herstel invaliditeitsbijdragen zeventien en een half millioen spoorwegsaneering vijf en èen haif millioen, pensioensaneering drie en een half millioen, herstel zevende leerpficht- jaar vier millioen. herstel leerlingenschaal drie en een half millioen. salarisherziening zeven millioen, Zuiderzee vijf en een half millioen finaneieele verhouding drie en twintig millioen; te zamen honderd zes millioen De verlaging der pereoneele belasting is in dit verband niet genoemd, daar de op brengst in 1930 voor het rijk vervalt. Even min is genoemd de verlaging van den ge distilleerd-accijns. daar deze niet als ver lichting van lasten bedoeld is. en dan ook. zoo de mindere opbrengst zich handhaaft, nader onder de oogen zal moeten worden gezien. Ook zijn niet vermeld de vijf-en- twintig millioen waarmee door schrapping van de opcenten op de inkomstenbelasting de heffingen voor het leeningsfonds zijn verlaagd, daar dit buiten het gewone bud get omgaat. Daarentegen is wel genoemd de schrapping der rijwielbelasting. daar deze, hoewel ten bate van het Wegenfonds op verlaagden voet gehandhaafd voor het ge wone budget verloren is gegaan. Uit ge meld staatje blijkt, dat de gunstige omstan digheden. die tot de overschotten hebben geleid, successievelijk ook hebben geleid tot maatregelen van vermindering van inkom sten en vermeerdering van uitgaven, maat regelen waartoe de regeering zonder die omstandigheden geen vrijheid zou hebben gevonden. De minister betoogt op grond hiervan, dat de meevallers der vier bespro ken jaren, onafhankelijk van de vraag of men ze betreuren moet ja dan neen. in elk geval geen vingerwijzing bevatten om trent de ruimte van middelen in de toe komst. Tegenover zestig millioen marge per jaar staan de honderdzes millioen verbruikte marge per jaar. j Natuurlijk is hierbij rekening te houden met het inmiddels voortschrijdend accres der middelen, én hieraan is te danken dat het laatstgenoemde cijfer zoo veel hooger kon worden dan het eerste. Maar op onbe perkte rekbaarheid ten deze mag toch niet worden gerekend. Het zal in den loop des tijds steeds moeilijker worden het normale accres der uitgaven geheel op te vangen door nieuwe besparingen. De regeering blijft natuuriijk op dit laatste punt diligent. De accijnsveilaging. Over de verlaging van den accijns op ge distilleerd zal het laatste woord nog niet ge sproken zijn. indien mocht blijken dat de gevolgen der verlaging duurzaam anders loopen dan tijdens haar totstandkoming werd aangenomen. Het tijdsverloop van een half jaar is den minister te kort om reeds een conclusie te trekken. Dat „van de ver mindering van den sluikhandel weinig of niets is gebleken" stemt niet overeen met de ingekomen rapporten. Zoo noodig zal te gen verhooging van het thans geldend tarief natuurlijk niet worden opgezien. De maat regel van het vorig jaar is niet ingevoerd onder het motto van „belastingverlaging". Leeningfonds. De overschotten van het Leeningsfonds mogen, uiteraard slechts gebruikt worden voor versnelde aflossing van de crisdslee- ningen of voor verlichting van den jaarlijk- schen druk. welke uit de crisisheffingen voortvloeit. De minister gaat op de beste ding dier overschotten thans niet nader in, daar hij hieromtrent gisteren een wetsont werp heeft ingediend. De tariefkwestie. iDe pegeering overweegt de wensohelijk- heid van een onderhandelingstarief met buiten verband met de internationale ge beurtenissen op het gebied der handels politiek. Ons land moge zijn handel en nij verheid op niet onbevredigende wijze zien ontwikkelen, anderzijds is aantoonbaar een achteruitgang van onzen uitvoer ten aanzien van verschillende artikelen als gevolg van tariefverhoogingen in andere landen, gezwe gen nog van andere handelsbelemmeringen. Om een steeds meer verlaten van het be ginsel van vrijen handel door andere staten te onzen nadeele eenigermate te keeren, heeft onze regeering te overwegen of eenig verweermiddel haar niet ten dienste moet staan. In antwoord op de vraag, hoe de regeering denkt over de Pan-Europa-denkbeelden, wordt opgemerkt, dat naar het inzicht van het kabinet niets achterwege mag blijven van datgene wat tegenstellingen kan ver zachten en tot meer eenheid kan worden gedaan. Land- en Tuinbouw. In afwachting van de voorstellen der Staatscommissie betreffende het vraagstuk, hoe de disharmonie tus9chen prijzen en pro ductiekosten op te heffen, kunnen bezwaar lijk ingrijpende maatregelen worden ge nomen. De registratierechten op veilingen kunnen bezwaarlijk als drukkend worden beschouwd Uitvoerpremiën en hooge invoerrechten op landbouwproducten zijn van de regeering niet te wachten. Opgemerkt wordt, dat in de laatste vier jaren het landbouwbudget gemiddeld met f. 625.000 per jaar is verhoogd. Onderwijs. Gewezen werd op de aanhangig gebleven wetsontwerpen. Van het nut van degelijk nijvertieids-onderwijs is ook de regeering overtuigd; ook hieromtrent moet zij echter de noodige beperking in ac'ht nemen. Eerst als de desbetreffende commissie haar rap port heeft uitgebradht is de tijd er om te overwegen ,of het mogelijk zal zijn een be hoorlijke voorziening in het onderwijs van schipperskinderen ter hand te nemen. Een regeling van onderwijs aan psychopathen zal de regeering in ernstige overweging nemen. Ontwapening. Naar aanleiding van de opmerkingen der leden, die betreuren dat nationale ontwa pening blijkbaar niet in het voornemen van het kabinet ligt* .wordt opgemerkt, dat. wan neer hiermede wordt bedoeld éénzijdige ont wapening van Nederland, de regeering in deze geheel volkomen deelt het standpunt van het vorig kabinet. Ten aanzien van eenige uitbreiding van marine-materieel in Indië is overleg met de Indische regeering gaande. Na beëindiging ervan zullen voorstellen worden aanhangig gemaakt. Ten aanzien van West-Indië is nog geen definitieve beslissing genomen. Aan den wensdh van sommige leden om tot belangrijke vermindering .van het jaarlijk sche contingent over te gaan kan de re geering niet tegemoet komen, voordat de internationale verhoudingen het zullen ver oorloven. De sociale paragraaf. Ook volgens de regeering moet de Invalidi teitswet. wat haar uitkeeringen betreft, aan herziening worden onderworpen. Een ver- hoozing der staatsbijdrage zal niet te ver mijden zijn. De regeering is voornemens herziening der Invaliditeits- en Ouderdoms wet ter hand te nemen. Zij stelt zich voor het wijzigingsontwerp zóó tijdig bij de Ka mer in te dienen, dat invoering der gewij zigde wet 1 Januari 1932 zal kunnen volgen. Aan steeds ruimere toepassing der Ar beidswet geeft de regeering haar volle aan dacht. Onder de middelen tot krachtige be strijding der werkloosheid behoort ook, voor zooveel uitvoerbaar, verplaatsing metter woon van werkloozen. Voor de rechtmatige belangen der groote gezinnen stelt de regeering zich voor te wa ken; zij meent, dat daarvoor bij de belas- tingpolitiek op meer dan één punt gelegen heid bestaat.' Ambtenarenbelangen. Reeds u-it een oogpunt van continuïteit ?n het regeeringsbeleid zou het niet juist zijn, de nauwelijks een jaar geleden tot stand gekomen algemeene salarisherziening thans weer opnieuw in behandeling te ne men. Voor salarissen van de hoogere amb tenaren geldt dat eveneens. Het brengen van meer eenheid in de personeelsadministratie acht ook de regeering gewenscht. De reorganisatie van den staatsdienst. Aan reorganisatie van den staatsdienst word-t voortdurend gewerkt. Zooveel moge lijk vindt doeltreffende concentratie plaats. Ten aanzien van de diensten, welke zidh voor concentratie minder goed leenen, is er, waar noodig en mogelijk, samenwerking en voorlichting tusschen de betrokken depar tementen. Oost- en West-Indië. De inheemsche volksbewegingen in Indië denkt de regeering met welwillendheid tege moet te treden voor zooveel de stroomingen RECLAME. nu breekt de tijd aan, dat regen en wind boosaardig en geniepig fluitend om de hoe ken gieren en gij aan de ge varen van kouvatten op bij zondere wijze blootgesteld zljt. Handel daarnaar en behoed U tegen kouvat ten en zijn kwade gevolgen. Uw stelregel moet daarom lulden: tijdig Tabletten Innemen! W Let er op, dat U steeds de eohte AAspIrln-Tabletten met het Bayerkruls dontvangt Prijs 75 ota 5880 zich bewegen binnen de door de wet en de openbare orde gestelde gTenzen. Daartegen over staat dat zij vast besloten is, onmiddel lijk en krachtig in te grijpen zoodra een revolutionnair streven, onder welke bena ming en van welken aard ook, tot ontwikke ling dreigt te komen. Verklaringen over het geen in den afgeloopen zomer op Curasao is gebeurd, zouden, terwijl de afloop van de daarnaar ingestelde onderzoekingen nog niet in het zioht was, misplaats zijn geweest Nederland en Belgis. In zijn houding ten opzichte van het Bel. gische vraagstuk is het kabinet homogeen. Zijn streven is gericht op de totstandkoming zoo spoedig als de omstandigheden toelaten, van een aannemelijke regeling met Belgis. In den boezem van het kabinet bestaat vol komen overeenstemming omtrent de nood zakelijkheid van voortdurende samenwer king van de departementen, met name die van Buitenlandsche Zaken en Water staat, opdat éénheid van beleid aanwezig zij. In hoever de gedachtenwisseling, die in het vorig zittingjaar tusschen Nederland en Belg-iê plaats had, bevorderlijk is geweest aan een juister begrip van de wederzijdsohe rechten en behoeften, zal grootendeels nog moeten blijken. De regeering wensoht, dat zoodra mogelijk een wederzijds aanneme lijke regeling met België tot stand komej doöh juist opdat die regeling tot stand kome en inderdaad wederzijds aannemelijk zij, is betamelijke omzichtigheid geboden. Verwezen wordt naar het aan de Staten- Genoraal medegedeelde memorandum, dat op 7 Mei j.l. aan de Belgische regeering is overhandigd. Diversen, Hel kabinet is van meemng, dat de tol standkomingt zoowel van een Natuurbe schermingswet als van een Monumentenwet wenschelijk is. Zij stelt zich dan ook voor de indiening van beide ontwerpen te be vorderen. De indiening van een nieuw onlwerp- Schipperswet zal worden bevorderd. Behoudens de noodzakelijk geachte wij zigingen zullen de meeste der overige in het V.V. genoemde wetsontwerpen worden gehandhaafd, al zal niet van elk hunner terstond op behandeling worden aangedron gen. De behandeling van het ontwerp tof wijziging van de Zee-ongevallenwet-1919 zat voortgang kunnen hebben, zoodra genoeg zame verbetering in den toestand van de zeevisscherij zal zijn ingetreden. (utoriseerde vertaling uit het Engelsch Mevrouw Beiloc Lowndes, door Oswaldi. laaide strain ontmoette Birtley Ray- jJMn toekomstigen echtgenoot van haar ,'n niet meer dan driemaal vóór den iwdag, 'l had plotseling gevoeld, dat zij hem l noeht en dat hij haar evenmin ooit ^patniek zou vinden. Een man als hij moest wel steTk aangetrokken wonden Maar zij kon zich Eva's overdre- yerhefdheid niet verklaren; want dat over ooren en wel voor de v .maa ver"iefd was, leed geen twijfel, ïa' ^^'^tigheid, met veel pracht en P'aats in een kerk te South rende °n' gevuid was met wel- 3er r.' ou<^erwetsche menschen, waar- liia r fe ha*T vriendin M mevrouw Strain had na een lan- Kichz»?? m_0&3er van den bruidegom ien mr» 5eze?<*: -Eva zal onaangenaam st wA e4 VTOl)w krijgen". Ier- bnzAa *0e *e drijven aan een of faaide c? - e **V€ van voorgevoel, van illev r want zij wist iets. wat r-".u;oliiun -"f* v°'komen onbekend iliwis'ecd - a °Üna abnormaal u dit tnt ?as ZÖ- Eva's vriendin had J3*!. ei*en na^ee*- want dik- U haar medebewoonster geld voorgeschoten dat nimmer was terugbe taald. Het waren in de oogen van Eva slechts kleine bedragen; echter niet voor een vrouw, die. zelfs in dagen van wel vaart. toch elke shilling moest omkeeren. Met het oog op de buitengewone hooge som men die men toen vToeg voor de huur van de kleinste huisjes in Londen, had het pas getrouwd paar een gemeubelde bovenwo ning betrokken. En zij werden zoozeer in beslag genomen door elkaar lief te hebben en een prettigen tijd door te maken, en Eva's oude vriendin was toen zoo hard aan het werk aan het Ministerie, waar zij trachtte zich in de oogen van haar chef „onmisbaar" te maken; dat de twee vrou wen. eenige maanden lang elkaaT in het geheel niet zagen Adelaide Strain had '1 onafwendbare mes der maatschappelijke bezuiniging, eerder dan haar collega's, zien aankomen, eenigen tijd voor het viel. Zij had elke penning be spaard, zoo goed zij maar kon, grimmig be sloten om. wat ook mocht gebeuren, haar kleinen Gilly op de lagere school te houden, waarvan het hoofd haar gezegd had. dat de jongen later zeker kon zijn van ëen studie beurs. Maar eenmaal zonder werk. had zij haar spaarpenningen als snéeuw voor de zon zien verdwijnen Toen was het dat zij straat in straat uit had geloopen. om een kamer te vinden, waar zij voor een pond per week kon wonen, totdal zij een andere betrekking vond. Eindelijk stond zij op en na haar zwaren koffer te hebben recht gezet, maakte zij hem open. Bovenop lag een brief, dien zij den vori- gen dag had ontvangen van Eva Raydon. Het was een brief in hartelijke bewoordin gen, maar bevatte, in antwoord op een ver zoek om terugbetaling van het geld dat zij haar vriendin had „geleend" in die lang geleden, zorgelooze dagen, toen zij beiden als liefhebbende goed zusters hadden sa mengewoond. niet meer dan een cheque van vijf pond „Ik wou dat ik je meer kon zenden, Ad- die. Maar ik heb voor deze cheque al zoo veel moeite gehad! Ik zit er vreeselijk in. Birtley's eenige fout als het een fout kan worden genoemd is, dat hij een klein beetje erg zuinig is. Dat is grappig voor een man, die allés tip-top wil hebben inbe grepen een tip-top-vrouwtje. Is 't niet?" Adelaide stond in het midden der viezige kamer. Een gevoel van wanhoop, ja van verschrikking kwam bij haar op, nu zij dacht aan de toekomst, een gevoel dat elk hoekje van haar bezwaard hart vulde. De oogenblikken die nu volgden lieten haar weer de reeks van bittere teleurstellingen doorleven, die zich eentonig aan elkander hadden gerijd, als de kralen van een ketting. Toch, alles wat zij zocht, was werk, werk dat haar in staat stelde zich en haar kind, zoo al geen welvaart, dan tcch een mensch- waardig bestaan te verschaffen. Aanvankelijk was zij ovsTal met de auto bus heengegaan, jnaar al spoedig had zij be vonden, dat de „pence", daaraan uitgege ven. tot shilling opklommen, die zij niet kon missen en zoodoende had zij een paar zolen versleten, om van het eene plaatsingbureau naar het andere te loopen Overal was haar hetzelfde verteld. Duizenden vrouwen, op korten lermijn ontslagen door de opheffing van allerlei bureaux en instellingen die 'Q de vierooHogsjaren waren verrezen, waren nu. evenals zij. vergeefs op zoek naar werk. hoewel het meerendeel dier vrouwen onder legd of gediplomeerd was voor bepaalde be trekkingen, wat met Adelaide Strain niet het geval was. Plotseling herinnerde zij zich een ont moeting. die zij een week te voren had met een vriendelijk vrouwtje, knap en nog jong van voorkomen, hoewel zij al een volwas sen dochter had. Met moeder en dochter was Adelaide veel in aanraking gekomen in haar werkkring van de laatste jaren. Deze beide vrouwen, minder gelukkig dan zij, behoorden tot de eersten die ontslagen wei den door het Ministerie, waar zij geruimen tijd lichten, maar goed betaalden arbeid hadden verricht, en zij had beiden uit het oog verloren. Bij de eerste, enkele ontmoetingen had Adelaide een pijnlijk gevoei van jaloersch- heid niet kunnen overwinnen, want zij za gen er allebei knap uit, waardoor zij op prettige manier de aandacht trokken van degenen die met haar samenwerkten. „U zult wel begrijpen, dat ik som9 zenuwach tig en angstig ben met het oog op Dorrie. Maar ik geloof dat zij nu kans heeft, om behoorlijk te trouwen. Zij heeft nu kennis aan een Nieuw-Zeelander, die heel veel van haar schijnt te houden. Och, als zij met hem nu maar goed bezorgd i9 en zij zoo doende kan vergeten, welk een harden tijd wij hebben doorgemaakt na ons ontslag, dan wil ik me er graag bij neerleggen, haar ncoit meer te zien Ik houd te veel van haar om dat dan te tellen En Adelaide's oogen hadden zich toen met tranen gevuld Nadat die droeve verklaring van die moeder in haar herinnering opleefde, gingen haar gedachten naar haar eigen wanhopigen toestand en dien van haar kind terug. Voor Gilly. om hem, voortoopig desnoods, een veilig bestaan te verzekeren, zou zij, om zoo te zeggen, alles willen aanvatten. Zelfs minderwaardigen aTbeid, maar wat? Zij liep in de schamele kamer naar den schoorsteenmantel, waar de stijve, gebarsten spiegel de ongezelligheid weerkaatste. Eva Raydon's dubbel velletje fijn briefpapier nu in twee stukken scheurend, legde ze die op de stoffige, plekkige marmerplaat en met haar ellebogen geleund op de snippers van dat ivoorachtige briefje, bekeek zij onder zoekend haar gezichl in het gebarsten glas. Langzaam onderwierp zij alle trekken aan een nauwkeurig, eerlijk onderzoek en begon toen te tellen, enkel om tot de slot som te komen, dat zij veel te veel waren om te tellen; die witte draden, doorstrenge- Iend wat eens haar voornaamste schoon heid was geweest, haar lang, dik, zacht, bruin haar. Zij was jaTen jonger, misschien wel tien of twaalf, dan het vrouwtje dat de dingen zoo gemakkelijk kon opnemen, en dat haar toen die bekentenis had gedaan. Maar nu zag zij er en ze bekende het zichzelf grif veel ouder uit, dan die andere. En nu zij daar stond weerkaatst in den schenken spiegel zag zij klaar het feit, dat zij was gaan behooren tot het enorme leger van vrouwen, die de kenmerken verloren had den zoo zij ze ooit werkelijk hadden be zeten de lichamelijke kenmerken, te zamen vaag aanzegeven dcor de uitdruk king- „vrouwelijke aantrekkelijkheid". Menigmaal in de laatste weken, hadden degenen, bij wie zij oih hulp kwam, haar te kennen gegeven. 9ommigen heel kortaf, anderen vriendelijk met een omhaal van. woorden dat de patroons gesteld waren op wat zij. Adelaide Strain, miste, „een knappe verschijning". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 13