70ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 October 1929
Derde Blad
No. 21349
Buitenl. Weekoverzicht.
Lonrïensch Aanteekenboek.
DE AVONTUREN VAN ADAMSON.
UIT RUSLAND.
ANECDQTA LEIBENSIA.
Onrast en nog eens onrast.
In de groote politiek beleven we een
rustperiode. Het wachten is op een twee
tal dingen, n.l. de tweede Haagsche confe
rentie en de Londensche conferentie inzake
de ontwapening ter zee. Zooals zoo dik
wijls, wordt van zekere zijden deze rust
periode benut om braaf te stoken, zoodat
sis van zelf de wensch naar voren komt,
dat de rust niet te lang moge duren!
Is dat wellicht ook een der redenen, waar
om de Belgische premier, Jaspar, heeft
aangedrongen op spoed-betrachting door de
commissies, die thans bezig zijn om het
Young-plan geheel kant en klaar te formu
leeren, opdat in ieder geval 15 November
wederom te Den Haag is bijeen te komen 1
Het zou zeker niet tot de onmogelijkheden
behooren
Het Young-plan ondervindt de meest felle
i niet altijd eerlijke tegenwerking bij de
rechtsche conservatieven in Duitschland,
die te vuur en te zwaard zich daartegen
hebben gekeerd en zich niet ontzien om
onder het. Duitsche volk haatgevoelens te
wekken, die uiterst gevaarlijk zijn voor de
Duitsche eenheid. Er gaat nu al bijkans
geen dag meer voorbij, of op politieke ver
gaderingen hebben bloedige botsingen
plaats. Uit den aard der zaak laten de
communisten, de visschers in troebel water
bij uitnemendheid, zich daarbij niet onbe
tuigd! Uiterst links en uiterst rechts sa
men, het is h e t beeld van verwording
Hugenberg c.s. hebben thans officieel
het verzoek tot een volksreferendum over
het Young-plan ingediend en de Rijksre-
geering zoowel als die van Pruisen hebben
krachtig stelling genomen tegen deze actie
der Duitsch-nationalen, die al het bereikte
in 10 jaren moeizaam moest wordeD op
gebouwd! dreigt te niet te doen. Momen
teel is de kans, dat het tot een referen
dum zal komen, niet groot, waar daarvoor
ruim 4 millioen stemmen noodig zijn, doch
rekerheid is er nog niet.
En juist deze onzekerheid begint haar
schaduwen te werpen. In Frankrijk, waar
ook nog altijd een vrij sterke partij bestaat,
die van oordeel is, dat Duitschland veel
te tegemoetkomend wordt behandeld, is
opnieuw argwaan merkbaar, die bovendien
voedsel vond in het verbod van de Stahl-
helm-organisaties in Rijnland, door de Prui
sische regeering afgekondigd. Dientenge-
e wordt op Briand pressie geoefend
toch niet te hard van stapel te loopen en
zeer voorzichtig te zijn met het doen van
concessies aan Duitschland!
Briand krijgt het daarnevens hard te
verantwoorden in verband met. de Londen-
sche conferentie. Dezelfde stemmen, die
aanmanen tot de uiterste voorzichtigheid
tegenover Duitschland, meenen, dat Briand
ten aanzien van de ontwapening ter
zee een veel te coulante houding aanneemt,
waarvan Frankrijk de dupe dreigt te wor
den. Zij beweren, dat de uitnoodiging ter
Londensche conferentie niet zoo voetstoots
had moeten worden geaccepteerd, dat. eerst
voorzorgseischen hadden moeten zijn ge
steld, dat met de positie van Frankrijk i
ter zee rekening zou worden gehouden. Zij
zijn blijkbaar niet overtuigd, dat te Lon
den nog alles geregeld moet worden, zijn
integendeel bevreesd, dat Engeland erl
Amerika alles reeds samen hebben bedis
seld. Dit trots de verklaringen van McDo
nald en Hoover, dat juist aan de komende
conferentie de volledige regeling is voor
behouden, dat slechts informeele bespre
kingen tusschen hen zijn gevoerd
Rust geeft heusch niet altijd uitkomst!
sitie als gevolg van de verkiezingen in
Australië. Daarbij heeft Labour een groote
overwinning bevochten, zoodat de arbei
derspartij alleen beschikt over een meer
derheid in het Australische Lagerhuis. De
regeering van Bruce heeft een dikke neder
laag geleden; Bruce zelf is zelfs niet her
kozen in het parlement, evenmin als Her
andere nu afgetreden ministers.
Rustige onrust, of wil men onrustige rust,
is overigens het beeld van menig land in
Europa. Zie b.v. naar Oostenrijk. Daar
drijven de Heimwehren nog altijd in de
richting van grondwetsherziening ten koste
van een staatsgreep desnoods, als het niet
anders kan. En dit tegen de waarschuwen
de stemmen van leideTs der christen-demo
craten in, die anders ook voor de grond
wetswijziging zijn geporteerd, doch terecht
van oordeel zijn, dat deze slechts langs
volkomen parlementairen weg is te berei
ken, dat een gewelddadig optreden het
land in het verderf zou storten. Nog is het
rustig, maa^ onder die rust voelt men het
broeien en gistenHetzelfde is het geval
in Roemenië, alhoewel moeilijk is te be
oordeelen, wat daar aan de hand is, daar
de stemmingen nog te veel ondergronds
worden gehouden. Ook de koningin-weduwe
schijnt daarbij betrokken, gepikeerd, dat
zij niet in den regentenraad is gekozen.
En Rusland is evenzeer onrustig, verdeeld
als de communisten steeds meer worden.
Stalin's positie is niet meer zoo stevig
Nadir Khan heeft in Afahonistan het
pleit inderdaad gewonnen. Habib Oellah
is verdreven en misschien zelfs gevangen
genomen, in welk geval zijn lot niet on
zeker lijkt-; men pleegt, daar korte metten
te maken met zulke usurpators! Een in alle
haast bijeengeroepen nationale vergade
ring heeft vervolgens Nadir Khan tot ko
ning uitgeroepen, hoewel het heette, dat
hij zelf er niet voor voelde den troon te
beklimmen Of was dat. maar berekening?
De verdreven koning Aman Oellah ver
klaarde tevreden te zijn met. een gezant-
schapspost te Rome... Schijn of werkelijk
heid
Zoo ergens van onzekerheid sprake kan
zijn, dan is dat wel het geval in China.
Daar is tegen Tsjang kai sjck, den leidër
der centrale regeering van Nanking, plot
seling opnieuw een groote actie ingezet,
waarbij de z,g. Christen-generaal Feng een
voorname plaats innam, doch wat daarop
volgde... Men hoort van gunstige wendingen
voor beide partijen zonder dat echter iets
daarvan naar buiten tot uiting komt.
De Chineesche warwinkel blijft een war
winkel
Brace.
McDonald heeft intusschen een onver
wachte versterking gevonden van zijn po-
(Van onzen Londensohen Correspondent)
Straten van afval.
7 October 1929.
Heeren van Londensche gemeentebedrij
ven zijn naar Sheffield gelogen om er we
gen te bekijken. Aan deze eenvoudige ge
beurtenis is 'n verrassend verhaal verbon
den. Londensche gemeentebesturen vragen
hooge plaatselijke belastingen van de men-
schen in hun district en zij slagen er ge
makkelijk in de enorme bedragen, die zij
aldus vergaren, te besteden, voor een groot
deel voor aanleg van nieuwe wegen en voor
herstel van bestaande. Het materiaal, dat
voor dit werk wordt gebruikt, Is duur. De
constructievorm van alle Londensche stra
ten en wegen is kostbaar Er is een dikke
onderlaag van beton, soms „gewapend" De
beste cementsoorten worden er in verwerkt.
Teermacadam. asphalt (koud of heet opge
legd), houten blokken en zelfs rubber moe
ten zorgen voor de „finishing touch" Het
materieel voor wegenaanleg is weinig min
der kostbaar dan de grondstof. Zware
stoomwalsen, .electrische betonmolens, mo
toren en (voor onderhoud en verbetering),
electrische pikhouweelen loopen, zooals men
dat bij u zegt. in de papieren.
Maar nu Sheffield. Een deel van de ge
noemde machines heeft men er °°K noo
dig. Maar de dure grondstof? Neen Men
heeft er uitgevonden dat de grondstoffen
voor wegen overal voor het grijpen liggen.
De afval van het huishouden, de inhoud
van den vuilnisbak moeten volgens de er
varingen van de gemeente Sheffield de bes-
(\te grondstof voor het vervaardigen van we
ten en straatdekken worden geacht. Daar
om is de stad een soort pelgrimsplaats ge
worden voor alle mannen in Brittanië. die
Verantwoordelijk zijn voor stadsstraten Bij
na een millioen vierkante meters straat van
huisafval kan de stad haar pelgrims toonen
De gemeentelijke vuilverbranders her
scheppen den afval van der Sheffielderia-
nen dagelijksch bestaan in slakken, steen,
sintels en asch en verschaffen zoodoende
bovendien nog wat arbeidsvermogen in den
vorm van stoom en electriciteit En wal de
brand niet kan ontbinden, wordt vermengd,
met asfalt of aardlijm, een voortreffelijk
materiaal voor de wegen. Want proefne-
meingen van 6 jaar lang hebben uitgemaakt
dat de wegen, uit vuilnis geboren, en
als ik mij een gewaagd beeld mag veroorlo
ven uit den vuilnisbak verrezen, beter
standhouden tegen de vernieiwoeae van
modern verkeer dan al dat kostbaar goed
voornoemd.
Dat klinkt als een nuttig voorbeeld voor
andere gemeenten, en niet alleen Britsche.
Want keukenafval is een van die grond
stoffen, waaraan nimmer een wereldtekort
kan zijn. Het is metterdaad een van de oud
ste bij-producten van het menschelijk be
staan. Onze schaarsche kennis van leven
en bedrijf van den voorhistorischen mensch
hebben wij te danken aan zijn rommel, aan
wat hij uitstrooide rond zijn hol. Wat zou
er van de archeologische wetenscnap te
recht gekomen zijn, indien de mensch van
vroeger, als die van heden, niet de eigen
aardigheid had gehad, velerlei rommel rond
zich samen te trekken, die hem in een bui
van opruimingslust ondragelijk werd. zoo
dal hij hem wegkeilde? Overal waar de
menschheid te hcop heeft geleefd, overal
waar van ver tot jong verleden zoogeheeten
beschavingscentra op de aardkorst zijn ge
weest, daar ook is die aardkorst geleidelijk
opgehoopt met vuilnis en afval. En aan dit
onaanzienlijk goed danken wij historische
kennis. In de City van Londen waar de
laatste jaren druk wordt gebouwd en waar
men diep gaat voor de fundeeringen omdat
de gebouwen, die moeten verrijzen, zoo ko
lossaal zijn, delven de arbeiders telkens
door den afval van de Britten van duizend
jaar geleden en door dien van den Romein-
schen tijd van tweeduizend jaar geleden
De plaats, waar eens Troje moet zijn ge
weest, heeft een korst van afval van negen
of meer verschillende tijdperken en men-
schen. Het is letterlijk waar dat nieuw
leven opbloeit op den rommel van het ver
leden. Het eenige bezwaar dat men dan
ook tegen het initiatief van Sheffield kan
hebben, is dat het voor hen die na ons ko
men de sporen van onze beschaving dreigt
uit te wisschen. In Sheffield wordt de rom
mel van heden de weg van morgen; en het.
voorbeeld zal navolging vinden. Het is niet
te verwachten dat men consideratie zaï
hebben voor de archeologische spade van
de toekomst, de mensch en die tot nu toe
voor beton, hout en cement hebben betaald,
zeker niet.
Uitvindingen.
Te oordeelen naar de behoeften, die wor
den kenbaar gemaakt in een prijsvraag in
verband met de tentoonstelling van de uit
vindingen. die dit jaar weer in Londen
wordt gehouden, ziin wii voor onzen ar
beid van allerlei nog mpar slecht toegerust.
Wij hadden een anderen indruk. En onze
vergissing is niet onbegrijpelijk. Heeft men
ons niet geleerd dat vrijwel alle werkzaam
heid, voorheen door menschelijke handen,
armen en spierkracht verricht, thans wordt
opgeknapt door mechanische, automatische,
stoom- en eleclriciteitsmiddelen?
Het schijnt echter dat als steeds „de or
ganen der openbaarmaking" in dit opzicht
sterk hebben overdreven. De prijsvraag
voornoemd moet den mensch uitpikken, die
om de noodzakelijkste uitvinding vraagt.
Dit is op zichzelf een uitvinding, het vinden
van de noodzakelijkste uitvinding. De com
petitie leert ons wat daar woelt aan in
dit geval zuiver stoffelijke begeerten in
hef menschelijk gemoed. De begeerten zijn
niet vaak van prima „standing". Daar is Ge
vrouw die den uitvinders het idee aan de
hand doet van schoensmeer dat de handen
niet vuil maakt. Dat is wat men hier zou
noemen „a stiff proposition", een lastig
vraagstuk. Het is een behoefte van hms-
houdeliiken aard. En de meerte geopenbaar
de behoeften zijn van dien aard zooals de in
de Westminster Hall aanwezige uitvindin
gen ook vooral ten doel hebben den arbeid
voor de woning te verlichten.
Eigenaardig is dat. Want „labour saving"
in het huis is sinds jaar en dag een der
voornaamste doeleinden geweest van alle
ingenieuse menschen, met het tastbaar re
sultaat van beschikbare domesticale machi
nerie. die met eenig succes de vergeliiking
kan doorstaan met de best goutilleerde fa
briek.
De tentoonstelling der uitvindingen en
de competitie, die er mee samengaat, zou
den ons doen gelooven dat schijn in dit
geval van huiselijke machinerie wezen ver
vangt. De stofzuiger, de electrische haarden,
de electrische boeners en stoffers, de for-
ADAMSON IS EO KUNSTENAAR IN HEJT ZWART-VERVEN.
nuizen der stille kracht en der schoone
hitte, de automatische vatenwasscher en
wat niet meer, al die zaken geven een
aardig decoratief effect en wekken een in
druk van „efficiency" in huishoudelijk be
stier, maar daar blijft het bij.
Hoe anders te verklaren dat de men-
schen blijven vragen om „een werkelijk
doeltreffend middel om aan de slavernij
van vatenmenschen een einde te maken"
en om „een aardappelschiller" en om „een
eierenklopper" en om „een beslagmenger?"
Met het hoofd vol advertentie-kennis op
dit bijzondere gebied hadden wij gemeend
dat al deze werksparende zaken van de
keuken reeds lang gemeengoed van de mas
sa waren. Het is niet zoo. De eierenklop-
pers, de aardappelschillers e.d. missen de
eigenschappen die tijd winnen en last ver
lichten Voor een der aan de prijsvraag
deelnemende vrouwen is „de meest nood
zakelijke uitvinding" een borsteltje dat in
haar handtaschje gaat en dat geschikt is
om de modderspatten van haar zijden
kousen te verwijderen. Dit is een voor
beeld van eigenbelang bevorderd tot wereld
belang, dat men zelden zal zijn tegenge
komen. De man. die om een zalf vraagt
dat hij rond de kaken smeert en dat zijn
baardgroei zal verwijderen zonder zijn huid
schade te berokkenen, komt ongetwijfeld
dichter bij een ..diep gevoelde universeele
behoefte", zij het dan ook dat ze slechts
een universeele helft geldt. Wij mannen,
die zoo pijnlijk de hopelooze niet te ont
vluchten tirannie van den baard voelen,
zouden aan dezen mededinger waarschijnlijk
den eersten prijs willen toekennen. Of komt
die prijs toe aan den man die VToeg om
een middel, waarmede den uitvinders der
tentoonstelling aan het verstand kon wor
den gebracht, zonder hun gevoelens te
kwetsen, dat er aan nieuwe uitvindingen
geen behoefte was?
RECLAME.
5147 i
Het geval-Becsadofski.
(Nadruk verboden).
Het in de annalen der diplomatieke onge
hoorde schandaal van den waarneuienden
Russisohen gezant te Parijs, Bessadofski,
heeft zulk een helder licht geworpen op de
rottingsprocessen, die zich in het regee-
ringsapparaa t van de Sovjet-Unie voltrek
ken, op de ineenstorting van dat apparaat,
dat zelfs twijfel begon te ontstaan bij West-
Europeanen, die op gezag van hun landge-
nooten, welke onder leiding van bolsjewis
tische gidsen in een paar weken Rusland
„bestudeerd hebben", in de onwankelbaar
heid van het tegenwoordige regime geloof*
den
Het geval zelf is den lezer waarschijnlijk
bekend. De sovjet-gezant te Parijs. Dofga-
lefski, kreeg van de sovjet-regeering op
dracht naar Londen te gaan om met Hen
derson de hervatting der diplomatieke be
trekkingen tusschen de Sovjet-Unie en het
Britsche Rijk te regelen. Bij zijn vertrek
benoemde hij tot waarnemend gezant den
eersten raadsheer van het gezantschap,
Bessadofski. Dit was een der bekende sov
jet-diplomaten; hij vervulde belangrijke
diplomatieke functies in verschillende lan
den. Hij behoorde oorspronkelijk tot de par
tij der linksche sociaal-revolutionnairen,
maar hij sloot zich daarna bij de bolsjewi-
ki aan en nam deel aan den burgeroorlog,
waarbij hij getoond heeft geen lafaard te
zijn. Toen de sovjet-regeering diplomatieke
betrekkingen met de kapitalistische landen
begon aan te knoopen, werd Bessadofs&i,
een der zeer weinige beschaafde mannen,
waarover de regeerende partij beschikte op
bevel van de partijleiding, diplomaat Met
een belangrijke opdracht ging hij naar To
kio en werd daarna benoemd tot eersten
raadsheer te Parijs Hij vervulde reeds
eenige keeren in afwezigheid van Dofga-
Mski de functie van waarnemend gezant
en was in het Fransche ministerie van
buitenlandsche zaken geen onbekende.
Den laatsten tijd begon Bessadofski
steeds duidelijker zijn ontevredenheid te
uiten over de buitenlandsche politiek van
Stalin, den ongekroonden heerscher van
Rusland. Hij ging zelfs zoo ver. dat hij in
een stuk aan de regeering op de dwaasheid
van sommige bevelen wees (o.a waar
schuwde hij de sovjet-regeering, dat het be
vel. om op 1 Augustus in het buitenland
een revolutie te organiseeren. onvermijde
lijk tot een mislukking zou leiden en de po
sitie van de sovjet-diplomaten in het bui
tenland zeer moeilijk zou maken) Het Po-
Politbureau (de politieke leiding der com
munistische partij in Rusland en de feite
lijke regeering van de Sovjet-Unie) ant-
Leidsche dissertatiën.
Van 13 Februari 1595 dateert het vol
gde stuk:
■.De Curateurs van de Universiteyt en de
urgermeestem der stadt Levden, hebben
onaventura Vulcanius, Secretarys van
en Senaet der Universiteyt aengeseyt ende
ejast, in een register bc-hoerlic over te
Schryven ende te bouc boek) te stellen
namen van al de genen die tot noch toe
der Universiteyt alhier zijn gepromo-
c ®jjde gradum doctoratus off Licen-
nebben becomen, met verclaringe niet
epn. van dach. maent ende jaer, mer ooc
n ~®,.materi€ daerop ze pro gradu heb-
ïtvv'ooc om alle deselve theses
i: ,*e? j}!? bij hem bewaerf zijn) perticu-
5 ?en anderen te doen opbinden,
dpn één mogen werden gehou-
pr n» j YJOr ^en nacomelingen dienon
Secret»?!htenisse. Verder is de voors.
rtinpnïr °°f belast, van nu voorts aen
een© die*0 nOUC le bouden van alle de
sullen werden gepro moveeer t:
tot eenige gradum, ende promotie* of ge-
tuyehbrieff. die men deselve daervan onder
tzegel van de Universiteyt zal verleenen,
daerinne int lange ende van woorde te
woorde over te schryven, ende dit al, ten
eynde zoo yemant zijn brieven mochten
comen te verongelucken, deselve daer uyt
nieuwe brieven zullen mogen werden ver
leent, ten opsicht van welcke moeyten,
tloon daerloe gestelt, ter bescheydenheyt
als voren zal werden verkocht."
Een „Afrikaansche Moor" te
Leiden tot Theologiae Doctor
gepromoveerd.
Een Holiandsche scheepskapitein .Arnold
Steenhart (in een andere lezing wordt hij
„siavenhaalder" genoemd) had omstreeks
1725 aan de kust van Guinea een Afrikaan-
schen moor een jongen van acht jaar
als slaaf gekocht en hem aan een Holland-
schen koopman, Jakob van Goch een van
de Bewindhebbers der O.-I. Compagnie op
Delmina ten geschenke gegeven, die den
jongen „Capitein" noemde en hem mede-
nam op zijn terugreis naar Nederland. Hij
vestigde zich te Den Haag en toen de jongen
voldoende Hollandsch verstond, liet hij hem
Latijn, Grieksoh en Hebreeuwse h leeren, en
in het teekenen en den godsdienst onder
wijzen. De jongen werd nu op zijn belijdenis
gedoopt en ontving den naam Jakob Eliza
Johannes Capitein. Vervolgens liet zijn
pleegvader hem te Leiden in de theologie
studeeren en wel met zooveel succes dat de
jonge Moor op 10 Maart 1742 onder Prof.
van den Honert in het openbaar en met lof
zijne academische verhandeling: „de servi-
tute libertati Christianae non conlraria" ver
dedigde. Later is die verhandeling in het
Nederlandsch verschenen onder den titel*
„Staatkundig-godgeleerd onderzoek over de
slavernij, als niet strijdig tegen de Christe
lijke vrijheid welk onder J. van den
Hovert F.X zoon aan eene openlyke en
gematigde beproeving onderwerpt. Jacobus
Elisa Joannes Capitein, een Moor uit Afrika,
Schrijver en Verdediger"
Spoedig na beëindiging van zijn theologi
sche studiën heeft de ..Moor uit Afrika" ge
preekt: den 20 Mei 1742 te Muiderberg, den
27 Mei 1742 in Den Haag en 6 Juni 1742 in
Ouderkerk aan den Amstel. Beide „uilge-
wrogte predikatiën zijnde de Trouwhertige
vermaaninge van de Apostel der Heydenen
Paulus aan zynen zoon Timotheus uit 2
Timotheus II vs 8, alsmeede de voornaamste
Goederen van de Opperste Wijsheit uit
Spreuk. VIII vs 18" zijn in druk verschenen,
terwijl uit datzelfde jaar 1742 dagteekent
de „Afscheidsgroet van Jacobus Elisa Joan
nes Capitein. Afrikaansche Moor, aan den
voortreffelijken jongeling, zijnen zeer ge
liefden Vriendt, Den Wel.Ed. Heere Brandyn
Ryser, Liefhebber der Dichtkunst".
Hieruit blijkt, dat Capitein reeds in 1742
uit Leiden vertrokken is. Hij was n.l. als
predikant beroepen op St. George d'Elmina
en uit 1744 dateert van hem de uitgave van
„Het groote Genadeligt Gods in zyne Die-
naaren onder de bediening der Genade, ont
dekt in eene Intrêe-Predicatie over 2 Co-
rinthen IV. vs. 6, door J. E. J. Capitein, Afri
kaansche Moor, Predicant op St. George
d'Elmina". Ook heeft van hem een portret
bestaan met het volgende onderschrift:
Jacobus Eliza Johannes Capitein,
ein Africanischer Mohr,
welcher zu Leyden in Holland Theologie
studiret hat und Anno 1742 zum Prediger
beruffen worden in die Hollandischen
Festung St. Georgio de la Mina in Guinea,
seinem Vaterland.
„Hier könnt ihr einem Mohr schauen.
Die Haut ist schwartz. die Seele weis
Er lebt nunmöhro Gott zum Preiss.
Und wird das schwartze volck erbauen:
Er will Glaub, Lieb, und Hoffnung
lehren,
Das sie auch weis gemacht, mit ihm
das Lam verehren."
Het portret vertoont „een negeraangezicht,
in verbinding met mantel en bef en
domineespruik, naar de zeden dier dagen."
Capitein zelf dichtte ook. hetgeen-oa.
blijkt uit een Latijnschen lijkzang opFden
Haagschen predikant Manger, die hem in
den Christelijken godsdienst onderwezen en
gedoopt had.
Later is het praatje verspreid, dal Capi
tein „ter plaatse zijner bestemming gpko-
men, weldra zijn familie opzocht ten haren
gevalle het Christendom verloochende en
een Heiden werd."
Meer dan een gissing misschien wel
vergissing schijnt dit laatste echter niet
te wezen.