70ste Jaargang
VRIJDAG 18 OCTOBER 1929
No. 21348
O^FICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
MUZIEK.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cts. per regel voor advertentiên uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentiên 35 Cts. per regel Kleine Advertentiên uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cis. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrechL Voor eventueele opzending van brieven
10 Cis. porto te betalen Bewijsnummer 5 Cis.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35. per weekƒ0 18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week0 18
Franco per post 2.35 portokosten.
K Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
tlSTELOOZE INENTING TEGEN
POKKEN.
emeester en Wethouders van Leiden
a ter kennis van belanghebbenden
gelegenheid tot vaccinatie van kin-
nu, die nog niet zijn ingeënt, in het
Btituul voor Praeventieve Geneeskunde
lerhaavestraat) en tot herinenting van
anderen personen in het Elisabethshof
ade Vest) nog slechts zal worden open-
iteld op Woensdag van iedere week, des
liddag van 2 tot 3'/: nni.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRtJEN. Secretaris.
Leiden, 18 October 1929. 5080
I
VIJF ZILVEREN JUBILEA
BIJ DE N. Z. H.
Nadat op 4 October j.l. het zilveren ju-
leura van 36 jubilarissen te Haarlem
fcstelijk is herdacht, komt nu de beurt
4d de 5 „zilveren" in het complex Leiden,
i zich een huldiging van de zijde hun-
Ir collega's te laten welgevallen. Vandaag
f de dag daarvoor,
flet initiatief tot deze huldiging is ge
inen door het in het begin van dit jaar
'erichte Jubileumfonds, waarvan thans
I pCt. van het aantal personeelleden lid
Er wordt 5 cent per week of 26 cent
maand gecontribueerd, waardoor het
^ileumfonds in staat is. eiken jubilaris
waardevol geschenk, hetwelk de ju-
jam zelf mag kiezen, aan te bieden
Hedenavond komen in ..Concordia" aan
Steenstraat de personeelleden uit Voor-
•g. Leiden, Rijnsburg en Hillegom samen
hunne jubileerende collega's van hun
feleven blijk te geven.
(Allereerst kan vermeld worden een Voor-
'gsche jubilaris, de heer F. Cadee. die
110 Maart 1904 op 29-jarigen leeftijd bij
toenmalige M.E.T. in dienst trad als
Bchinist, welke functie hij bleef vervul-
Ktot in 1924 de lijn Scheveningen
m electri9ch werd en hij de functie
Wagenvoerder ging bekleeden. welke
kking hij nu nog vervult,
ans komt voor het voetlicht de heer
BHagoort, Na van 1904 tot 1911 in dienst
Hn de R.T.M. op de stadstram te Leiden
zijn werkzaam geweest, nam de N Z H.
Bm in 1911 onder hare vleugelen als con-
Bcteur en bevorderde hem reeds in 1912
B Haltechef te Katwijk. 1 Januari 1926
hij een benoeming als Haltechef I
-eiden.
heer A. van Zijp is eveneens een
f-R.T M.'er. in 1912 overgenomen door
S-Z.H. Afwisselend is hij Wagenvoorder
iducleur geweest, doch deze jubilaris
Mt zich blijkbaar het beste, wanneer
J den wagen stuurt, althans hij voert
(ns weer den titel van Wagenvoerder
Rijnsburg jubileert de heer J C. Smit.
blijkbaar niet van openlijke huldigin-
houdt, althans den wensch heeft te
gegeven om „vergeten" te worden,
zal het wel niet euvel duiden, wan-
omtrent hom toch nog even vermeld
t. dat hij in 190-£ begonnen is als
'werker te Hillegom. terwijl hij als
nig in 1911 werd overgeplaatst naar
l?biirg. Hij bekleedt thans de functie
boorman werknlaats aldaar, tot welke
pkking hij in 1919 werd bevorderd,
heer X. van Kampen te Hillegom is
de lijn GoudaBodegraven overgo-
n en in 1917 werd hij wegwerker te
|p?om. In 1919 kreeg hij een benoeming
BRemisebeambtc, voor welke functie hij
HI923 ongeschikt werd in verband met
AFD. LEIDEN VAN DE NED.
ZENDINGSVEREEN.
gezichtscherpfe. Sedert dien is
zaam als poetser.
hij
K TE LEIDEN
EEN LICHTWEEK
tr wij van betrouwbare zijde ver
ten worden er door de Vereeniging voor
"raehngenverkeer, de Ver „Neder-
Fabrikaat", de Middenotands.
naailessen ^°t departement Lpiden der
schappij v°or Nijverheid en Handel,
W'hnndehngcn gevoerd om 1e. het „iaIn
son tebrÜ!" t1" ,er sle<3f> esn Edt-
kend i. t ,tc orRhni9eeren. Gelijk be-
lichtwèoi-0(- Rotterdam een zoodanige
Tan Ie j TOI!r')(Kilint ter herdenking
vlinv dlU<3c,n luhi,eum van Edison's uiC
™dlns der electrische gloeilamp.
Herdenking van het 70-jarig bestaan.
Ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan
van de Afd. Leiden van de Ned. Zendings-
vereeniging is gisteravond in de Hoogland-
sche kerk een herdenkingsavond gehouden
waarin als spreker optrad ds. G. A. den
Hertog van Amsterdam.
Ds. Groot Enzerink alhier, sprak na de
opening op de gebruikelijke wijze een kort
inleidend woord, naar aanleiding van de
woorden die God tot Abraham sprak: Wee9
een zegen. In deze woorden ligt opgesloten,
dat de aartsvader te midden van de heide
nen,'die den God des hemels niet kenden,
een stralend licht moest zijn. Door hein
moesten alle geslachten des aardrijks ge
zegend worden. Het is ook de taak van de
Ned Zendingsvereeniging aldus tot een ze
gen te zijn en wanneer de Leidsche af-
deeling dit bedenkt bij haar 70-jarig be
staan, dan zal zij gevoelen, hoe diep zij
zich moet verootmoedigen voor al haar
tekortkomingen. Er heeft zooveel gebrek
gekleefd aan het werk. Maar nochtans
heeft God het willen zegenen en zoo mag
er ook dankbaarheid heerschen oo dezen
avond.
Spr. wenscht het bestuur van de af-
deeling hartelijk geluk met het feit, dat
de vereeniging 70 jaar lang het heerlijke,
zendingswerk heeft mogen volbrengen en
wenscht de afdeeling toe, dat zij ook in
de toekomst door God nop tot rijken zegen
zal mogen worden gesteld.
Nadat de Chr? Zangverceriiging „Halle
lujah" vervolgens eenige liederen had ge
zongen betrad ds. G. A den Her'.og de
kansel om zijn rede te houden.
Rede Ds. den Hertog.
Spr. sloot zich in zijn gelukwenschen
ann bij den vorigen spreker en begon daarna
zijn eigenlijke rede met te*'zeggen, dat hij
langen tijd gezocht heeft naar een woord
uit den Bijbel, waarover hij op dezen
avond zou willen spreken, een woord dat.
geschikt was om enthousiasme te wekken,
om houvast aan te hebben. Zulk een woord
had hij gevonden in de woorden van Pau-
lus: Ik schaam mij des Evangelies van
Christus niet, want het is een kracht Gods
tot zaligheid een iegenlijk die gelooft.
Paulus heeft deze woorden gezegd met
een stralend enthousiasme. Deze man die
naar allo- waarschijnlijkheid een min o:
meer onooglijke gestalte moet hebben ge
had. die het eenvoudige beroep van tenten
maker uitoefende, moest temidden van de
cultuurvolken van zijn tijd de boodschap
brengen van den dwaa9, die aan het kruis
gestorven was. Hij moest deze boodschap
brengen ^als de hoogste wijsheid. Maar hij
schaamde zich de dwaasheid des Evange
lies niet. Duidelijk klinkt in de tekstwoor
den de geestdrift door.
Wij moeten het hem nazeggen, maar
dadelijk rijst daarbij de vraag of wij voor
het brengen van het Evangelie aan de
heidenen wel zoo enthousiast kunnen zijn.
Het ziet er bij ons zelf, in onze eigen ge
meenten immers niet al te best uit. Het
ziet er zelfs zoo sleeht bij ons uit. dat de
heidenen, die wij zouden wenschen te be-
keeren met minachtig op ons neerzien.
De strijd in de heidenwereld gaat voor
namelijk tegen het animisme, tegen het
priesterdom, tegen het Mohamedanisme.
Kunnen wij daar tegenop? Zou hei niet I
beter zijn, dat we maar gelijk gaven aan
de z.g. liberalen, die beweren, dat het maar
het beste is de heidenen wat hun gods
dienstige gevoelens betreft aan hun lot over
te laten. Ze hebben het goed onder elkan
der zoo zegt men.
Hoe moeilijk is het niet aan de heidenen
den persoon van den Heiland duidelijk voor
oogen te stellen?
Nog eens: Is er wel enthousiasme moge
lijk?
Het is noodig. dat wij ons bezinnen, maar
dat wil niet zeggen^ dat wii op de moeilijk
heden, ,dat wij op onszelf moeen blijven
staren.
Laten we er voor oppassen, dat we de
heidenen niet als minderwaardigen van
een hoog voetstuk, waarop we onszelf heb
ben geplaatst, behandelen.
Het Evangelie van Jezus is een kracht
tot zaligheid dengene. die gelooft. Dat
moeten we beseffen. Daarmede moeten en
mogen en kunnen we het wagen
Het is de superioriteit van Christus-, niet
die van onszelf, die het doen moet.
Het Evangelie is een kracht van Gods
tot zaligheid, een iegelijk, die gelooft. Op
die laatste woorden moeten we letten Daar
in ligt de bron van het laaiend enthousias
me. dat ons bezielen kan.
Men zegt wel eens dat het in den tegen-
woordigen tijd moeiliik is idealen te heb
ben, maar dat komt veelal hierdoor, dat
men idealen vereenzelvigt met lucht
kastelen. met hersenschimmen De ge
meente van Christus kan niet zonder idea
len. zooals niemand er zonder kan. En dat
ze zoo lam geslagen is, ligt misschien ook
wel hierin, dat ze het ideaal zoo heel laag
stelt. Als spr. zijn persoonlijke meening
mag zeggen, gelooft hij, dat het groote
ideaal moet gevonden worden in de zen
ding. Christus zelf die zich een gemeente
wil vergaderen van over de geheele wereld
heeft hierin zijn ideaal. En nu weten we
wel, dat Christus *het tenslotte zelf moet
doen, maar dit neemt niet weg. dat wij
zijn medearbeiders mogen zijn. die zending
drijven, omdat de liefde altruïstisch is.
omdat Christus onze heilige passie is en
wij Hem overal willen brengen. Hij heeft
het grootste offer der liefde gebracht. Zijn
liefde moet ons dringen Zoo moeten wij
verstaan onze dure roeping, onze heerlijke
plicht om het Evangelie te verkondigen
over de geheele wereld.
Nadat vervolgens het zangkoor nog eenige
liederen had gezongen, ging ds. Den Hertog
voor in dankgebed.
WETENSCHAPPELIJKE
VOORDRACHTEN OVER
HET KATHOLICISME.
Voordracht van pater van Lieshout
Gisteren hield, op initiatief van het
comité ter bevordering der kennis van hei
Katholicisme alhier, Paler Dr. H. van Lies
hout, professor in de Wijsbegeerte bij de
Kruisheeren te Zoetcrwoude, in het Klein-
Auditorium der Universiteit de eerste der
aangekondigde serie voordrachten over
„Geloof en Psyche".
Na een korte inleiding kwam Dr. van
Lieshout tot zijn eigenlijk onderwerp: de
psychologie van het geloof.
De mensch is in staat tot verschillende
functies. Sommige dezer functies zijn ge
meenschappelijk aan plant, dier en mensch:
andere weer worden aangetroffen enkel in
dier en mensch, terwijl er ten slotte ook
een tweetal functies zijn, die enkel den
mensch eigen zijn. n,l. het verstandelijk
kennen en verstandelijk streven. De waarde
dezer laatste functies bestaat daarin, dat,
waar alle andere vermogens zich richten
op 't concrete en individueele. deze twee
kunnen reiken tot 't algemeene, ja, zich
kunnen uitstrekken zoover als 't ding zich
uitstrekt. Ze vinden pas haar grens in 't
niets, omdat het niets, juist omdat het
niets is, nu eenmaal niet kan worden ge
vat. Het ding, zoo breed mogelijk genomen,
kan eindterm van kennis en eindterm van
streving zijn. Als eindterm van kennis is
't waar. omdat het bij 't kennen bereikt
wordt gelijk 't in zich is. Als eindterm van
streven moet 't goed wezen, omdat 't naar
onze meening eenig voordeel en een zekere
volmaaktheid schenkt Dc verschillende
functies kunnen zich op 't eigen subject
slechts richten inzoover ze in dit subject
een zekere volmaaktheid vinden. Zoo kan
ook 't verstandelijk, eigenlijk-menschel ijk
kennen zich slechts op zijn subject, het
ware, richten, inzooverre dit ware voor
het verstand een volmaaktheid en dus
een goed wordt.
De geloofsakt is vooreerst een verstande-
liikt akt: hij gaat essentieel uit van het
verstand. Het geloof betrekt zich immers
op universeele kenwaarden, die den mensch
worden voorgesteld als waar. Omdat nu
alle universeele kenbaarheid en waarheid
eindterm van 't verstand i9, zal het ge
loof essentieel een verstandsfunctie moeten
zijn We geloozen dus met ons verstand.
Evenwel kan 't verstand niet gelooven.
zonder dat andere vermogens, met name
de wil. daarbij betrokken worden, gelijk een
volgende vooixiracht dat zal duidelijk ma
ken. Als verstandelijke functie benadert 't
geloof het weten, dat zich eveneens op
verstandswaarden belrekt: beide richten
zich op 't ding als waar. Toch blijft er
tusschen gelooven en weten een diepgaand
verschil. Bij 't weten wordt 't kending ge
zien in zich zelf. wordt intrinsiek evident.
Daarom stelt 't verstand een verstandige
daad mét de kenwaarde te accepteeren.
Bij het geloof echter wordt de kenwaarde
niet in zich zelf gezien, zoodat bij de ge
loofswaarde het verstand niet alles ver
krijgt. wat 't overeenkomstig zijn natuur
mag vorderen: 't mist de intrinsieke eviden
tie. In verband hiermee stelt zich aan
stonds de vraag, of 't verstand nog wel
verstandig handelt met een dergelijke in
zich niet geziene geloofswaarde, aan te
nemen.
Hiermede kwam spreker aan de tweede
functie, die het verstand bij den geloofsakt
te vervullen heeft- het geloof, hoewel zich
betrekkend op in zich hiet geziene ken
waarden, moet tevens een verstandige, 'n
redelijke, 'n het versland waardige akt
zijn, en zulks wordt het door de verstande
lijke voorbereiding, die er aan voorafgaat,
doch altijd zóó er aan voorafgaat, dat ze
buiten den eigenlijken geloofsakt blijft. De
geloofsakt wordt een het verstand waar
dige. redelijke en verstandige akt, omdat de
door 't geloof aanvaarde kenwaarden een
extrinsieke evidentie ontvangen. Deze evi
dentie bezit wel niet 't volle karakter der
evidentie, omdat de kenwaarde duister blijft
in zich, doch ze bezit toch wel iets van
de evidentie, omdat de kenwaarde gezien
wordt in uiterlijke gronden. Al wordt dus
het te gelooven voorgestelde niet evident
begrijpelijk, zoo wordt 't toch evident ge
loofwaardig. We gelooven om 't gezag van
God. de eerste Waarheid, die zich open
baart. maar dit gezag van God kan door
't verstand langs den weg der natuurlijke
kennis worden onderkend en vastgesteld.
Aan den eigenlijken geloofsakt, die essen
tieel een functie van het verstand is, moet
voorafgaan een natuurverstandelijke
redeneering, blijvend buiten 't eigenlijke
geloof, doch daartoe voorbereidend. Juist
deze voorafgaande redeneering maakt den
gc-'oofsakt tot een verstandigen, mensch-
waardigen akt. Deze natuurlijke kennis
blijft in wezen 't zelfde, doch ze kan ver
schillen in perfectie naar gelang de meer
dere of mindere ontwikkeling van den be
trokken persoon. Ze omvat eenig inzicht
van 't Godsbestaan, van de goddelijke
attributen alsmede het feit der Openbaring,
gelijk dat door wonderen en profetieën
wordt vastgesteld. Vervolgens kan het ver
stand beschouwen, in het licht der Open
baring, de verschillende kerken, waarin
we de geloovigen zich zien vereenigen, en
zoo niet de katholiek in de eenheid, heilig
heid. katholiciteit en apostoliciteit der
kerk van Rome het bewijs, dat zij de ware
kerk is De katholiek sluit zich aan bij de
kerk van Rome, omdat redelijke motieven
hem daartoe brengen.
Dr. van Lieshout besloot zijn voordracht
met er op te wijzen, dat met het katholiek
geloof niet slechts - in strijd is een rede
zonder geloof, maar evenzeer een geloof
zonder rede: vóór alles wil het katholiek
geloof zijn een redelijk geloof.
De tweede voordracht over „Geloof en
Wil" zal worden gehouden op 31 October.
BINNENLAND.
Het amen dement-March an t om militairen
ender do Ambtenarenwet te doen vallen,
ia verworpen. (Uit het Parlement, 4e Blad.)
De Staatscommissie, bestaande nit de
heeren prof. Knenen, dr. Kuiper en prof.
van Loghem, concludeert tot pokken in
plaats van alastrim. (Binnenland. 3e Blad.)
Het eerste postvliegtuig is gistermiddag
op Schiphol aangekomen. (Binnenland,
3e Blad.)
BUITENLAND.
Coniereeren Frankrijk en Italië vooraf
over de ontwapening ter zee? (Buitenland,
le Blad.)
De strijd voor en tegen het Duitsche
Vclksberjehren. (Buitenl. en Tel. lste Blad.)
Nadir Khan toch gekozen tot koning van
Afghanistan. (Buitenland, lste Blad.)
Verscherping van den politieken toestand
in Oostenrijk. (Tel. le Blad.)
MAARTJE OFFERS.
Indien Mevrouw Offers zich voor haar
concert beperkt had tot een programma,
waar slechts haar liederen en operafrag
menten op voorkwamen, indien zij had kun
nen besluiten om van de solistische mede
werking van de heeren Paul Hermann
(cello) en B. Tabbernal (piano) eenvoudig
af te zien, dan had haar avond in distinctie
gewonnen. Dan zouden we welgeteld
achttien zangnummers hebben gehoord, die.
uitmuntend gekozen en gerangschikt, geen
wensch onbevredigd hadden gelaten. Dan
zouden we naar huis zijn gegaan met een
totaal-indruk van de schoonheid van het
intieme lied. Nu is door de gewraakte mede
werking de eenheid van het programma
verloren gegaan. Want al wat buiten den
stijl van het lied valt werkt storend. Zoo
de voor dit programma ongeschikte Chopin-
nummers, die een binding moesten zijn
tussphen de delicate liederen van Hugo
Wolf en die van Brahms. Om te zwijgen
van het allegaartje cellostukjes in 't slot,
dat heelemaal uit den toon moest vallen.
Een programma is aan vorm gebonden,
waartegen niet straffeloos kan worden ge
zondigd. Nu heeft de avond iets rommeligs
gekregen en is bovendien veel te lang ge
worden ('t wa9 bij elven toen we op straat
stonden). Dan dit nog: als we de zangeres
eens hadden kunnen genieten in een con
venabele kleine zaal, die de eenig juiste
spheer schept voor het lied! Maar die heb
ben we helaas niet. Ongehoorde toestand
voor Nederlands eerste academiestad.
en dat ondanks hot feit dat het terrein
harer artistieke bezigheid tot dusver zicïi
bevond op het operatooneel. Eiken keer dat
wij haar hooren versterkt zij onze over
tuiging dat zij een geroepen voordrachts
kunstenares is van het lied. We zien er
nu maar van af om te pogen nog niet ge
bruikte adjectieven te vinden om nogmaals
uiting te geven aan onze oprechte bewon
dering van haar talent Volstaan we due
met de vermelding dat haar voordrachten,
in vijf groepen verdeeld. (Tclassiek Italië,
Hugo Wolf, Brahms. Richard Strauss met
d'Albert, modern Italië van Verdi en
Puccini) een bron zijn geworden van het
zuiverste muzikale genot en dat die door
het talrijk publiek zóó zijn gewaardeerd*
en toegejuicht, dat enkele moesten worder*
gebisseerd en na de ovatie aan het slot eer?
extra gegeven moest worden, waarbij de»
zangeres, als Carmen, on9 meenam naar
Lilas Pastia.
Mevr. Maartje Offers.
De lezer, die zich voor de verslagen in
deze rubriek interesseert, weet hoe hoog
wij mevr. Offers stellen als liederenzangeres
Paul Hermann.
De heer Paul Hermann is een cellist. <ne
tot de besten v&n den tegenwoordigen tijd
moet worden gerekend. Onvergelijkelijk
mooi heeft hij een sonate van Handel (met
de allen strijkers bekende Sarabande) voor
gedragen. Prachtig door gespierde en soepele
stokvoering zoowel als door perfecte vinger-
techniek. In zijn kleinere nummertjes liet
hij verbluffende virtuositeit zien. waar do
gemiddelde toehoorder nog graag van
smult, zelfs als ze wordt ten toon gespreid
in smakeloosheden als een „Moto perpeluo"
van Paganini. Dat stukje Bach beg
pardon for the combination verrukkelijk
gespeeld evenals dat bekoorlijke toestukje
van Fauré. Men onthoude den naam van
dezen celloheld!
De heer Tabbernal heeft een soliede inter
pretatie gegeven van de 9 moll ballade,
de A dur pollonaise en een poëtische Ma
zurka van Chopin en heeft als fijnzinnig
begeleider aanspraak op de grootste waar
deering.
o