De reis van de „Graf Zeppelin" over ons land. Op reis door de wolken. panflavin Het vertrek uit Friedrichshafen Duizenden juichen het luchtschip toe. Een majestueus schouwspel. Eindelijk is het er dan toch van geko men. Eenigo dagen was de start in» ver hand met de ongunstige weersgesteldheid al uitgesteld, maar Zaterdagavond te 23 u. 23 (Duitsche Tijd) d.i. 22 u. 43 (Holl. Tijd) steeg het machtige luchtschip dan toch ein delijk te Friedrichshafen op voor het ma ken van zijn vlucht naar Holland. Nadat de weersomstandigheden gunstiger geworden waren besloot de commandant van het luchtschip de reis naar Holland te aanvaarden. Op het moment van de st.vt waaide in Friedrichshafen een zwakke wind. Om halfelf Duitsche tijd betraden de passagiers de hal. In gespannen ver wachting voor de a.s. groote luchtreis. De motoren werden op gang gebracht en alles scheen in orde. Kort daarna verscheen ook dr. Eckener ter plaatse. Commando's weerklonken en langzaam werd het ge vaarte uit de hal getrokken onder felle belichting der schijnwerpers van de lucht- schepenwerf. Nadat ten slotte nog eenige waterballast was uitgeworpen, klonk het bevel: „Schiff Hoch", waarna het lucht schip zich elegant in de lucht verhief. De tocht verliep vlot cn om halfzeven kwam de Zeppelin bij Delfzijl over de grens. Als een wcQk naderde statig de ..Graf Zeppelin" over de Eems in de richting van Delfzijl. Het luchtschip had op de boeg aan de voorzijde het rood wit blauw ge- heschen Het was schitterend weer en hef luchtschip vloog op 6lcchts geringe hoogte. In haast gekleed stroomden de menschen naar buiten om het luchtschip waar te nemen. Om 5 minuten over zeven arirveerde hef le Groningen, waar zich op de Groote Markt een groote menigte had verzameld 'om getuige te zijn van de vlucht rondom 'den Martini-toren. Tweemaal cirkelde het' luchtschip rondom den toren, daarop ver trok het via Meppel, Zwolle cn Deventer naar Apeldoorn, waar het te 8 uur 40 arri veerde. Na over 'de sfa'd te zijn gevlogen Zette het luchtschip koers naar het paleis Het Loo. Een duizendkoppige menigte had zich in de omgeving van hef palcis opgesteld en toen Eet. luchtschip naderde ging een groot gejuich* op. Het luchtschip cirkelde boven het paleis cn daarna vloog het naar de stad terug. Even later verscheen de „Graf Zeppelin" weer boven Het Loo óm vervolgens te 8.55 uur in de richting van .Wageningen weg te vliegen. De meeste bewoners van het paleis heb been het luchtschip waargenomen. Prins Hendrik en zijn broer Adolf lieten het luchtschip, staande op het platform van het paleis aan zich voorbijgaan. Het is niet bekend of H. M. de Koningin eu Prinses Juliana het luchtschip vanuit huji kamers of van het dak af hebben waarge nomen. Naderhand blijkt, dat men aan boord van het luchtschip H. M. Koningin Wiiuel- mina wel degelijk heeft opgemerkt. Zij stond op een der platte daken en wuifde het luchtschip en de passagiers hartelijk toe. Verder ging de tocht via Den Bosch en Tilburg naar Breda, waar een groot gedeelte van de kerkbezoekers tijdens den dienst het kerkgebouw verliet om de Zep pelin te zien. Even voor halfelf werd Dord recht bereikt. Begeleid door vliegtuigen zette de groote vogel koers naar Rotter dam om vandaar over Delft zijn weg to vervolgen naar Den Haag. In de residentie was de belangstelling enorm groot. Toen het luchtschip boven het Koninklijk Paleis vloog, werd met de Hollandsolie vlag ge zwaaid. Het luchtschip te Leiden. De komst van de ..Graf Zeppelin" had ook hier ter stede heel wat menschen vroeg uit de veeren gehaald. Al voor negenen zag men overal in de binnenstad, waar maar eenigszins vrij uitzicht was. groepjes menschen de hoofden bij elkaar steken. Er was evenwel nogal wat verschil van op vatting wèAr men de Zeppelin het beste zou RECLAME. Bescherm Uw kind tegen verkoudheid en besmettelijke ziekten. Geef het PASTILLES die mond- en keelholte binnengedrongen ziekte verwekkers dooden, en omdat zij zoo lekker smaken, door de kin deren bijzonder gaarne worden ingenomen. Bi| apotheker» cn drogisten verkrijgbaar. Prija 90 cU. -4642 kunnen zien, want terwijl vele tientallen zich uit de stad naar het vrije veld bega ven, was de stroom in omgekeerde riobting minstens even groot. De meest geliefkoosde plaatsen waren we] de daken, waar heele families zich onder het genot van een kopje koffie knusjes hadden geïnstalleerd. Zelden zullen zooveel Leidenaars in let terlijken zin op het dak gezeten hebbed als gistermorgen. Uit de dakvensters, op balconnetjes, overal staken de hoofden reikhalzend naar huiten, toen to ongeveer tien minuten over elf als een cleetrischo scihok de mare de ronde deed „de Zeppelin komt." TooDeelkijkera werden voor den dag ge haald en van het overtollige stof ontdaan; uit alle huizen stormden de bewoners naar buiten om het ongewone schouwspel te genieten. Uit den grijzen ochtendhemel kwam als een sigaar van geweldige afmetingen, de „Graf Zeppelin" opdoemen. Van de juiste grootte kreeg men het beste een denkbeeld wanneer men het kolossale lichaam verg», leek bij de vliegtuigjes, die als vliegen om den kop van een geweldig monster gons den. Mat-grijs glansde het gevaarte tegen den bewolkten hemel; statig kwam het als door een onzichtbare hand voortbewogen aan drijven, om dan in een groote boog over de Sleutelstad te vliegen en iu Noordelijko richting te verdwijnen. Onze correspondent te Sassenheim schrijft nog nader: Met meer dan gewone belangstelling had den we in de courant de berichten over het al of niet doorgaan van de reis gevolgd. Im mers niet minder dan zes inwoners onzer gemeente maakten de reis mee. Toen bekend was dat de tocht Zondag zon plaats vinden, nam ieder zich voor, eens extra goed uit te kijken. Dank zjj de radio, werd te 10 uur bekend, op welk tijdstip we de „Zep" konden verwachten. Op verschillende punten waren talrijke toe schouwers samengekomen. Op daken, schoqr- steenen en de watertoren zaten of stonden vslc-ii te wachten op de dingen die komen zouden. Zg die het niet zoo hoog zochten, en als plaats voor hun observatie den Menne- weg gekozen hadden, i/gaven blijk van een goed inzicht en een gelukkig gesternte te bezitten. Men zag de vliegtuigen vanaf Schip hol zich naar de „Zep" begeven, en eindelijk kwam van de daken bericht: Daar-is-ie! Bg aandachtig toezien kon men een wolkje ontdekken, dat voor de wind afdreef. Spoedig r.am dit naderen vorm aan en de Zeppelin koerste op een grooten afstand in de rich ting der zee. De toeschouwers betreurden reeds hun standplaats, doch het gevaarte wendde den steven en nam de richting War mend. Men zag het luchtschip voorbij trek ken, geëscorteerd door vliegtuigeu, en sprak reeds zijn leedwezen uit, dat rechtstreeks naar Schiphol gevlogen werd. Een zucht vs& verlichting steeg op, toen wederom de steven gewend werd, en luide kreten van blijdschap weerklonken. Dwars over onze gemeente werd de tocht naar Haarlem via Lisse voortgezet. Allen hebben het lucht schip kunnen bewonderen, hoewel het op vrij groote hoogte vloog. Met kijkers gewapende toeschouwers ver klaarden, dat uit de raampjes met zakdoe ken gezwaaid werd. Met het bloote oog was dit niet zichtbaar. Ook te Haarlemmermeer was de belangstelling om het indrukwekkend schouwspel gade te slaan, enorm. Niet al leen langs den Spaarnwouderweg, stonden honderden auto's, maar ook aan den Aals- meerderweg hadden over een grooten afstand zooveel auto's standplaats gekozen, dat het verkeer spoedig gestremd was en er zélfs voor de vele wielrijders geen gelegenheid meer was om er door te komen. Eerst tegen 1 uur had men het op sommige punten dank zij de medewerking en het flink op treden van eenige automobilisten zoover weten te krijgen, dat er wat ruimte kwam om eenige motorrijtuigen te laten passeeren. Op den hoek van den Spaarnwouderweg en den Aalsmeerderweg trad een gemeenteveld wachter als verkeersagent op; een maatregel die alleszins noodzakelijk bleek en dan ook zeer was toe te juichen. Tegen half twaalf reeds kwam het lucht schip „Graf Zeppelin" in het gezicht van de hoofdstad. Op Schiphol meldde de uitkijk post de nadering reeds tegen kwart over elf, doch de „Graf Zeppelin" veranderde nog even van koers om nog „even Haarlem te nemen". Daarna stevende het luchtgevaarte in de richting van de hoofdstad. Het luchtschip vloog eerst over Schiphol, waar de postzak werd neergegooid. De post is goed neerge komen. Daarna vloog de „Graf Zeppelin" ever de stad. Te 11.40 uur was het luchtschip boven Schiphol en nadat het luchtschip een maal over de hoofdstad had gecirkeld, waar bij over het centrum der stad werd gevlo gen, verdween de „Graf Zeppelin", nage staard door tienduizenden van de straten, torens en daken, in Zuidoostelijke richting naar Utrecht Boven de hoofdstad en in de richting Utrecht werd de „Graf Zeppelin" begeleid door een zestal vliegtuigen van fle K.L.M. Te Utrecht cirkelde het luchtschip rond om den Domtoren om dan via Nijmegen rechtstreeks baar weg naar Duitschland te nemen. Te 12 uur 50 passeerde het nabij Beek de grens. De tocht boven Nederland had precies 6 uur en 10 minuten geduurd. Om 2 uur 25 passeerde het Keulen; te 6 uur 30 arriveerde het te Friedrichshafen en vloog over het in hel maanlicht liggend bergland, dat door een groote menschen- menigte was omzoomd. De schijnwerpers vlamden op, de landingsmanschappen ston den klaar. Er heerschte een volkomen wind stilte. Daar de duisternis reeds was inge vallen was de afzetting van het terrein zeer streng, toegang lot het landingsterrein had den slechts de landingsmanschappen' en de pers. Om 6.43 begon de landingsklok te luiden, lerwijl de landingsvlag werd geheschen. Te 6.50 was het luchtschip vlot geland. Teleurgestelde verzoeken. Tijdens den vlucht van het luchtschip boven Nederland bereikten dr. Eckener ver schillende draadlooze verzoeken van steden om ook deze steden een bezoek te brengen. Zoo werden o a draadlooze telegrammen ontvangen van Maastricht, Bergen op Zoom en Alkmaar. Dr Eckener kon tot zijn leed wezen echter wegens tijdsgebrek aan deze verzoeken niet voldoen, zooals hij aan som migen der Zeppelin-enthousiasten per draad loos telegram antwoordde. Hef oordeel der passagiers. Alle Hollandsche deelnemers aan de vlucht van de „Graf Zeppelin" boven Ne derland waren bij aankomst van het lucht schip te Friedrichshafen opgetogen over den prachtigen vlucht. Een speciale V.-D. cor- De mannen aan de touwen loopen mee. Langzaam trekt de loods met haar hooge muren langs ons heen, het is volkomen de impressie van een trein, die langzaam de perronkap verlaten gaat. De schupo's wan delen mee. Zij houden de kabels vast zon- 4er trekken nauwelijks, respondent had een onderhoud met den dat zjj trokk-OT tIs alsof OTer een onder-chef van hel station Waalhaven, den heer ten Oever en den bekenden piloot J. P. Scholten uit Amstelveen, die beiden den locht meemaakten. Deze beiden als deskun digen le beschouwen heeren. waren enthou siast over de wijze, waarop met het lucht schip gemanoeuvreerd kon worden. De heer ten Oever verklaarde, dat het luchtschip veel meer comfort kon bieden dan het vliegtuig, terwijl de verzorging aan boord perfect is. Schommelingen en bumpings noemt men nauwelijks waar. De tocht heeft zijn hooggespannen verwachtingen nog verre overtroffen. Hollandsche geestdrift. De geestdrift in Nederland was, naar men van boord van het luchtschip kfin waar nemen zeer groot. Men hoorde op vele plaatsen het gillen van seheeps- en fa briekssirenen, lerwijl enkele malen werd waargenomen, hoe verschillende malen lo comotieven van treinen, die men onderweg ontmoette, hun stoomfluit lieten gillen. X De tocht boven ons vlakke land. (Van onzen eigen medewerker). (Nadruk verboden). In het Hotel zitten de Hollanders den laatsten avond te wachten. Waarlijk den laatsten? Het bulletin luidt: „De tocht is vastge steld op Zaterdagavond 12 uur Men praat nog wat na. Wie weet of er weer en nu voor óns op het laatste moment geen verhinde ring komt. Net als voor de Sileziêrs. Men moet de huid niet verkoopen voor de beer geschoten en is niet hoera roepen- voor het luchtschip werkelijk is gestart. Anders gaat het als met dien armen Si- lesischen redacteur, die eergisteravond seinde: Zijn gestart, varen naar Silezië, en twee minuten later kwam kapitein Leh- mann bij het nachtelijk groepje gereed staande reizigers mededeelen dat de reis was uitgesteld. De uitwerking van dat telegram was ech ter verbijsterend. Bulletins brachten de Si leziêrs in geestdrift, op de mijnen kreeg al het werkvolk vrij, alléén op de pompploegen na; alle scholen sloten, alle kantoren ga ven vrijaf; bij duizenden trokken de platte landsbewoners naar de steden.... Maar er kwam niets.Alleen veel la ter, een vertraagde tegenspraak! De haast van het modeme leven kan ook een qnaangename zijde hebben! Bij het vallen van den avond stijgt de spanning onder de passagiers die met de „Graf Zeppelin" vertrekken zullen. Er wordt een foto van hen genomen op het terras van het Kurgartenhotel. Een van de medereizi gers wipt even uit de drom om snel een filmopname te maken met zijn handige camera. Dan verspreidt men zich weer in groepjes. Nog even ga ik bij de Zeppelin kijken. Groot en geweldig ligt de reus in zijn hol, zooals hij daar in de hall lang en onbewe gelijk le staren ligt, doet hij mij denken aan de loerende draak uit Fritz Lang s Nibelun- gen-film. Op den weg naar huis wijkt mijn chauffeur plotseling met een ruk naar rechts en doet zijn arito stoppen. De portier aan het tweede hek staat stram in de houding en enkele arbeiders springen plotseling overeind en nemen diep hun pet af: „Achtung der Herr Doctorl Als een wervelwind stuift de groote gele Maibach de poort binnen. Dr. Eckener, met zijn blauwe uniformpet wervelt voorbij. Zijn hond zit naast hem. Ook hij gaat nog even kijken. Een laatste inspectie voor de „Zepp" den nieuwen tocht aanvaardt. - Het weer is voortreffelijk. Zon ligt over het vliegveld, over de boomen, over de daken van liet oude sladje en roodgloeiend over de avondlijke Alpengletchers. Op liet vliegveld loopt kapitein Lehman en inspecteert de plaats van vertrek. Hij wuilt met de hand. Dan snort de auto het hek door. In de hall van hel Kurgartenhotel ziften de gasten bijeen: een beetje nerveus, een beetje ongeduldigDe tijd schijnt te krui pen. Uit de groote zaal, waar het levens- groole portret van Graf von Zeppelin hangt klinkt gedempte muziek. Rythmisch hameren charleston en foxtrott hun suggestieve mee- sleepende cadans. Soms tempert zich het licht lot een gedempte schemering waarin een smeltende, melancholieke tango of een slepende wals zingt. Dan zwijgt het praten in de danszaal en in die ruischende stilte weegt de spanning in de hall nóg zwaarder. De gesprekken aan de verschillende tafel tjes zijn reeds lang verstomd. Tot plotseling de stilte verbroken wordt door de luide aan kondiging: „Bitte.... Meine Damen und Herr'n, einsteigen lür den Zeppelinfahrt". Een plotseling loopen en draven begint. Nerveus, gejaagd. Koffers en valiezen wor den haastig naar buiten gedragen. In het huiverende licht van de lantarens in den donkeren tuin glimt de gele autobus, welke ons naar het vliegveld zal brengen. Einsteigen, einsteigen, bitlel „Einsteigen, einsteigen, bittel" De dikke portier slaat met een harden klap het portier dicht. De motor raastwij rijden Vóór den aftocht doet zich nog een grappig incidentje voor. Een onbekende Hollander mengt zich onder de passagiers. Pst! zegt hij zacht als hij merkt, dat men hem een beetje vreemd aankijkt, stil! Ik ben B. P. De vliegenier Scholte kijkt vTeemd op. Bataafsche Petroleummaatschappij vraagt hij gekscherend. Hij houdt den m-m voor dronken. Maar een der andere reizi gers begrijpt er iets van. Een blinde passagier, zegt hij. Kuijper6, stelt de onbekende zicfi voor: Kuypers uit Soestdijk. Nu gaat de vliegenier Sdholte een licht op. Hij herinnert zich de geschiedenis van den blinden passagier Kuypers uit Soest dijk, die destijds, met de start voor de vlucht om de wereld zich aan boord van de „Graf Zeppelin" verstoken had en tc*n op het laatste moment gesnapt werd. Hij werd toen in arrest gezet. Maar 't schijnt niet veel geholpen te hébben, want deze keer probeert hij het nog eens. Onder de rekigers zelf bestaat weinig instemming met het streven van den ,,B. P-" Hij wordt verraden en nog éér hij zijn poging o-m zich te verbergen goed heeft kunnen uitvoeren is hij al aan het waak zaam oog van de Zeppelin-leiders overge leverd, die hem niet aan hun waakzaam heid laten ontsnappen... In het spookachtige licht van de ontzag lijke hall vinden de reizigers den grauwen Zeppelin wachtende. De machtige schijnwerpers stralen felle bundels blauw daglicht omlaag. Verrast en eenigszins griezelig zien we elkaar aan. We zien er allemaal uit als lijken: lood kleurig vaal. De achterzijde van de han gar is open. Daar, achter het machtige kruis van de vier staartstukken gaapt de nacht als een zwart, ondoorgrondelijk vlak. Wij gaan de kleine trap op, welke voor de ingang van den gondel is geschoven en stappen de cabine binnen. Door een kleine gang komen we in de elegante salon. Er hangt de zoet weeë lucht van blauwgas. Maar dat zal tijdens de vaart snel verdwij nen, verzekert ons kapitein Lehraann. die de gondel betreden beeft. Rang-Rang-Rang-Rang., klinkt het hol in de hangar. Daverende voetstappen ko men in cnarschtempo nader. Het zijn de schupo's. die geconsigneerd werden. Zij houden uit de flank haTt. ..klak!" Hun hak ken slaan met een s!ag tegen elks^r. ..Rang!" Een laatste roffel der laarzen. „Ruhe". Zij flankeer en het schip als een eere- wacht.. Van alle kanten duiken donkere gestalten op uit de loods. Van de groote romp van de Zeppelin hangen touwen in vertakte trossen neer. Links en rechts loo pen kleine wagentjes over rails op gelij ken afstand van het luchtschip. Die zul len ons straks naar buiten voeren. Even voor het vertrek verschijnt in de kleine deur de breede, groote figuur van dr. Hugo Eckener. Er gaat een gejuich op onder de passagiers. Men heeft een onmete lijk vertrouwen in de leiding van dezen man. Zijn verschijnen geeft ons bovendien de zekerheid, dat deze tocht niet afgezegd zal worden, maar dat wij werkelijk zullen opstijgen. De motoren gonzen donker. Een zachte trilling rilt even door den gondel. En opeens zien we: we gaan! We gaan! wegglijden. Jk kijk op mijn horloge: het is 11 uur 10 We gaan! Het groote oogenblik is gekomen. De wanden van de loods verdwijnen, de hooge gapende uitgang van de hangar schuift over ons heen. Het vliegveld ver schijnt. Donker. Zwart. Felle schijnwerpers zetten ons plotseling in een verblindend licht. De touwen worden losgelaten. Er is een volkomen windstilte. Maar ook binnen in den gondel is het stil geworden. Wij zien door de sdheeve, kleine vensters naar builen. Met doffe plompen vallen de zakken bal last op den grond. Plof! Plof! Plof! Onder ons zijn de hoofden en handen van hen, die ons vasthouden. Fertig? Klaar? Klaar? klinkt het langs de lange grauwe romp. De stilte weegt loodzwaar. Er is geen onzer, die niet de belangrijk heid voelt van dit zeldzaam moment. Plotseling gilt een hoog en doordringend alarm-signaal; een schelle rinkelende bel, welke stilte verbreekt en met lange en korte, nijdige stsooten: Ring! Ring! Ri-i-i-i-i-ng! Rng! Een harde stem. Kort als een revolver schot. Los! Los! schreeuwt een 1 an gerekte krijsch onder ons en danwij gelooven het haast nog nietdan voltrekt zich het machtige, het indrukwekkende: Wij stijgen! Of liever: Wij blijven liggen. Maar de aarde zakt onder ons weg. Er wordt ge woven, gezwaaid met zak doeken en lantarens. Auf Wiederseh'n! Awf Wiederseh'n! De menschen zakken onder ons weg. Ze worden kleiner en kleiner. In de bundels van de schijnwerpers zien we ze slaan als nie tige poppetjes, die om een of andere reden drukke, dwaze gebaartjes maken en zich ergens vreeselijk over schijnen op te win den, maar hun stemmen bereiken ons al lang niet meer. Zij zinken steeds dieper on der ons weg. De hangar met zijn blauwe spookachtig verlichte vensters ligt al laag onder ons. We glijden over de loods heen. De motoren gonzen. Het luchtschip gaat schuin liggen, het tilt zijn neus in den wind, de gondel helt sterk achterover: wij stijgen. En steeds dieper glijdt het landschap on der ons door. Friedrichshafen: een wonder lijk web van lichtlijnen en stralende sterren: daar gaan de stralen en de groote boule vards langs den Bodensee; het Kurgarten hotel. waar muziek gemaakt wordt en men danst; en dan.de laatste lichtjes, die spiegelend weeikaatsen, daar begint den Bodensee. Nu wordt het peilloos zwart onder ons: honderden meters lucht en honderden meters zwart en donker water. De passagiers wenden zich nu tot elkaar en keeren terug tot de lichte kring der wit gedekte tafels. Hier en daar komt al de champagne op tafel. Men drinkt elkaar toe: Gelukkige vaart! En men klinkt op het feit, dat we nu toch werkelijk in de lucht zitten. Het begint aardig koud te worden in de salon. De reizigers maken met elkaar ken nis voor zoover ze elkaar nog niet hebbeD ontmoet. Ze doen onderwijl hun jassen aan. Deze en gene stopt zich warm in een dikke pels en zal er weldra door de ande ren om worden benijd, want het wordt „verdraaid koud", we zijn nu al op een 800 meter hoogte en stijgen nog voortdurend; de eerste bergen liggen beneden ons. Behalve de Hollanders zijn er nog aan boord: een Duitsche journalist F. H. Schmidt uit Munchen Gladbach; de heer Vincent Lora uit Mexico (City); Geheim- rat dr. Rechll; de heer W. Petersen uit Zurich; Frau dr. Elsa Korb uit Berlijn; de heer Poppen uit Freiburg en de heer Horst man uit Berlijn. Het plan om bloemen uit te werpen bo ven het Loo heeft men moeten laten varen, daar uit Nederland van hooger hand daar toe een wenk gegeven werd. Het wordt kouder en kouder. We zijn al boven de 1000 meter. Het is bijna onbegrijpelijk rustig en stabiel ligt de gondel. Het ronken der motoren is veel minder hinderlijk dan in een vliegmachine. Plotseling wordt er geroepen. We vliegen naar de ramen en kijken neer in den don keren nacht. Een groote stad gaat onder ons door. Wij dalen om beter gezien te worden. Een zee van licht groeit uit het duister naar ons toe. Rechte straten met glimmende tram rails. Donkere huizenblokken, zwarte plek ken omlijst door flauwe lichtstrepen van boulevards en verkeerswegen. Er loopen menschen, die met lichten wuiven. Als een sprookje uit Duizend-en-één-nacht bloeit de stad voor ons open, een wonderlijke sterre- bloem van ontelbare stralende lichtjes. Het is een gezicht om nooit meer te ver geten. En dat we vermoedelijk ook wel nooit weer zoo terug zullen krijgen. Wat wij van deze stad zien, zijn alleen de dui zenden en duizenden lichten, welke diep onder ons voorbijtrekken en waaruit wij al verder gonzende, kunnen opmaken, dat wij al weer stijgende zijn. RECLAME. La bonne Société apprend a danser soit en CLUB ou lecons privées a L'ACADEMIE DE DANSE „R0CC0 DUBOIS" 34 JAN PIETERSZ. COEHSTRAAT, LA HATE. TEL. 7190» 4644 Inschrijving dagelijks van 9 tot 9 1]^ Aanvamj Wintercnrsussen en Besloten Clubs niet October 2—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 6