De reis van de „Graf Zeppelin"
over ons land.
Op reis door de wolken.
panflavin
Het vertrek uit Friedrichshafen
Duizenden juichen het luchtschip toe.
Een majestueus schouwspel.
Eindelijk is het er dan toch van geko
men. Eenigo dagen was de start in» ver
hand met de ongunstige weersgesteldheid
al uitgesteld, maar Zaterdagavond te 23 u.
23 (Duitsche Tijd) d.i. 22 u. 43 (Holl. Tijd)
steeg het machtige luchtschip dan toch ein
delijk te Friedrichshafen op voor het ma
ken van zijn vlucht naar Holland.
Nadat de weersomstandigheden gunstiger
geworden waren besloot de commandant
van het luchtschip de reis naar Holland te
aanvaarden. Op het moment van de st.vt
waaide in Friedrichshafen een zwakke
wind. Om halfelf Duitsche tijd betraden
de passagiers de hal. In gespannen ver
wachting voor de a.s. groote luchtreis. De
motoren werden op gang gebracht en alles
scheen in orde. Kort daarna verscheen
ook dr. Eckener ter plaatse. Commando's
weerklonken en langzaam werd het ge
vaarte uit de hal getrokken onder felle
belichting der schijnwerpers van de lucht-
schepenwerf. Nadat ten slotte nog eenige
waterballast was uitgeworpen, klonk het
bevel: „Schiff Hoch", waarna het lucht
schip zich elegant in de lucht verhief.
De tocht verliep vlot cn om halfzeven
kwam de Zeppelin bij Delfzijl over de
grens.
Als een wcQk naderde statig de ..Graf
Zeppelin" over de Eems in de richting van
Delfzijl. Het luchtschip had op de boeg
aan de voorzijde het rood wit blauw ge-
heschen Het was schitterend weer en hef
luchtschip vloog op 6lcchts geringe hoogte.
In haast gekleed stroomden de menschen
naar buiten om het luchtschip waar te
nemen.
Om 5 minuten over zeven arirveerde hef
le Groningen, waar zich op de Groote
Markt een groote menigte had verzameld
'om getuige te zijn van de vlucht rondom
'den Martini-toren. Tweemaal cirkelde het'
luchtschip rondom den toren, daarop ver
trok het via Meppel, Zwolle cn Deventer
naar Apeldoorn, waar het te 8 uur 40 arri
veerde.
Na over 'de sfa'd te zijn gevlogen Zette
het luchtschip koers naar het paleis Het
Loo. Een duizendkoppige menigte had zich
in de omgeving van hef palcis opgesteld
en toen Eet. luchtschip naderde ging een
groot gejuich* op. Het luchtschip cirkelde
boven het paleis cn daarna vloog het naar
de stad terug. Even later verscheen de
„Graf Zeppelin" weer boven Het Loo óm
vervolgens te 8.55 uur in de richting van
.Wageningen weg te vliegen.
De meeste bewoners van het paleis heb
been het luchtschip waargenomen. Prins
Hendrik en zijn broer Adolf lieten het
luchtschip, staande op het platform van
het paleis aan zich voorbijgaan. Het is
niet bekend of H. M. de Koningin eu
Prinses Juliana het luchtschip vanuit huji
kamers of van het dak af hebben waarge
nomen.
Naderhand blijkt, dat men aan boord
van het luchtschip H. M. Koningin Wiiuel-
mina wel degelijk heeft opgemerkt. Zij
stond op een der platte daken en wuifde
het luchtschip en de passagiers hartelijk
toe. Verder ging de tocht via Den Bosch
en Tilburg naar Breda, waar een groot
gedeelte van de kerkbezoekers tijdens den
dienst het kerkgebouw verliet om de Zep
pelin te zien. Even voor halfelf werd Dord
recht bereikt. Begeleid door vliegtuigen
zette de groote vogel koers naar Rotter
dam om vandaar over Delft zijn weg to
vervolgen naar Den Haag. In de residentie
was de belangstelling enorm groot. Toen
het luchtschip boven het Koninklijk Paleis
vloog, werd met de Hollandsolie vlag ge
zwaaid.
Het luchtschip te Leiden.
De komst van de ..Graf Zeppelin" had
ook hier ter stede heel wat menschen vroeg
uit de veeren gehaald. Al voor negenen
zag men overal in de binnenstad, waar
maar eenigszins vrij uitzicht was. groepjes
menschen de hoofden bij elkaar steken. Er
was evenwel nogal wat verschil van op
vatting wèAr men de Zeppelin het beste zou
RECLAME.
Bescherm Uw kind
tegen verkoudheid en
besmettelijke ziekten.
Geef het
PASTILLES
die mond- en keelholte
binnengedrongen ziekte
verwekkers dooden, en
omdat zij zoo lekker
smaken, door de kin
deren bijzonder gaarne
worden ingenomen.
Bi| apotheker»
cn drogisten
verkrijgbaar.
Prija 90 cU.
-4642
kunnen zien, want terwijl vele tientallen
zich uit de stad naar het vrije veld bega
ven, was de stroom in omgekeerde riobting
minstens even groot. De meest geliefkoosde
plaatsen waren we] de daken, waar heele
families zich onder het genot van een
kopje koffie knusjes hadden geïnstalleerd.
Zelden zullen zooveel Leidenaars in let
terlijken zin op het dak gezeten hebbed
als gistermorgen.
Uit de dakvensters, op balconnetjes,
overal staken de hoofden reikhalzend naar
huiten, toen to ongeveer tien minuten over
elf als een cleetrischo scihok de mare de
ronde deed „de Zeppelin komt."
TooDeelkijkera werden voor den dag ge
haald en van het overtollige stof ontdaan;
uit alle huizen stormden de bewoners naar
buiten om het ongewone schouwspel te
genieten.
Uit den grijzen ochtendhemel kwam als
een sigaar van geweldige afmetingen, de
„Graf Zeppelin" opdoemen. Van de juiste
grootte kreeg men het beste een denkbeeld
wanneer men het kolossale lichaam verg»,
leek bij de vliegtuigjes, die als vliegen om
den kop van een geweldig monster gons
den.
Mat-grijs glansde het gevaarte tegen den
bewolkten hemel; statig kwam het als door
een onzichtbare hand voortbewogen aan
drijven, om dan in een groote boog over de
Sleutelstad te vliegen en iu Noordelijko
richting te verdwijnen.
Onze correspondent
te Sassenheim
schrijft nog nader:
Met meer dan gewone belangstelling had
den we in de courant de berichten over het
al of niet doorgaan van de reis gevolgd. Im
mers niet minder dan zes inwoners onzer
gemeente maakten de reis mee.
Toen bekend was dat de tocht Zondag zon
plaats vinden, nam ieder zich voor, eens
extra goed uit te kijken. Dank zjj de radio,
werd te 10 uur bekend, op welk tijdstip we
de „Zep" konden verwachten.
Op verschillende punten waren talrijke toe
schouwers samengekomen. Op daken, schoqr-
steenen en de watertoren zaten of stonden
vslc-ii te wachten op de dingen die komen
zouden. Zg die het niet zoo hoog zochten, en
als plaats voor hun observatie den Menne-
weg gekozen hadden, i/gaven blijk van een
goed inzicht en een gelukkig gesternte te
bezitten. Men zag de vliegtuigen vanaf Schip
hol zich naar de „Zep" begeven, en eindelijk
kwam van de daken bericht: Daar-is-ie!
Bg aandachtig toezien kon men een wolkje
ontdekken, dat voor de wind afdreef. Spoedig
r.am dit naderen vorm aan en de Zeppelin
koerste op een grooten afstand in de rich
ting der zee. De toeschouwers betreurden
reeds hun standplaats, doch het gevaarte
wendde den steven en nam de richting War
mend. Men zag het luchtschip voorbij trek
ken, geëscorteerd door vliegtuigeu, en sprak
reeds zijn leedwezen uit, dat rechtstreeks
naar Schiphol gevlogen werd. Een zucht
vs& verlichting steeg op, toen wederom de
steven gewend werd, en luide kreten van
blijdschap weerklonken. Dwars over onze
gemeente werd de tocht naar Haarlem via
Lisse voortgezet. Allen hebben het lucht
schip kunnen bewonderen, hoewel het op
vrij groote hoogte vloog.
Met kijkers gewapende toeschouwers ver
klaarden, dat uit de raampjes met zakdoe
ken gezwaaid werd. Met het bloote oog was
dit niet zichtbaar.
Ook
te Haarlemmermeer
was de belangstelling om het indrukwekkend
schouwspel gade te slaan, enorm. Niet al
leen langs den Spaarnwouderweg, stonden
honderden auto's, maar ook aan den Aals-
meerderweg hadden over een grooten afstand
zooveel auto's standplaats gekozen, dat het
verkeer spoedig gestremd was en er zélfs
voor de vele wielrijders geen gelegenheid
meer was om er door te komen. Eerst tegen
1 uur had men het op sommige punten
dank zij de medewerking en het flink op
treden van eenige automobilisten zoover
weten te krijgen, dat er wat ruimte kwam
om eenige motorrijtuigen te laten passeeren.
Op den hoek van den Spaarnwouderweg en
den Aalsmeerderweg trad een gemeenteveld
wachter als verkeersagent op; een maatregel
die alleszins noodzakelijk bleek en dan ook
zeer was toe te juichen.
Tegen half twaalf reeds kwam het lucht
schip „Graf Zeppelin" in het gezicht van de
hoofdstad. Op Schiphol meldde de uitkijk
post de nadering reeds tegen kwart over elf,
doch de „Graf Zeppelin" veranderde nog even
van koers om nog „even Haarlem te nemen".
Daarna stevende het luchtgevaarte in de
richting van de hoofdstad. Het luchtschip
vloog eerst over Schiphol, waar de postzak
werd neergegooid. De post is goed neerge
komen. Daarna vloog de „Graf Zeppelin"
ever de stad. Te 11.40 uur was het luchtschip
boven Schiphol en nadat het luchtschip een
maal over de hoofdstad had gecirkeld, waar
bij over het centrum der stad werd gevlo
gen, verdween de „Graf Zeppelin", nage
staard door tienduizenden van de straten,
torens en daken, in Zuidoostelijke richting
naar Utrecht Boven de hoofdstad en in de
richting Utrecht werd de „Graf Zeppelin"
begeleid door een zestal vliegtuigen van fle
K.L.M.
Te Utrecht cirkelde het luchtschip rond
om den Domtoren om dan via Nijmegen
rechtstreeks baar weg naar Duitschland te
nemen. Te 12 uur 50 passeerde het nabij
Beek de grens. De tocht boven Nederland
had precies 6 uur en 10 minuten geduurd.
Om 2 uur 25 passeerde het Keulen; te 6
uur 30 arriveerde het te Friedrichshafen en
vloog over het in hel maanlicht liggend
bergland, dat door een groote menschen-
menigte was omzoomd. De schijnwerpers
vlamden op, de landingsmanschappen ston
den klaar. Er heerschte een volkomen wind
stilte. Daar de duisternis reeds was inge
vallen was de afzetting van het terrein zeer
streng, toegang lot het landingsterrein had
den slechts de landingsmanschappen' en de
pers.
Om 6.43 begon de landingsklok te luiden,
lerwijl de landingsvlag werd geheschen. Te
6.50 was het luchtschip vlot geland.
Teleurgestelde verzoeken.
Tijdens den vlucht van het luchtschip
boven Nederland bereikten dr. Eckener ver
schillende draadlooze verzoeken van steden
om ook deze steden een bezoek te brengen.
Zoo werden o a draadlooze telegrammen
ontvangen van Maastricht, Bergen op Zoom
en Alkmaar. Dr Eckener kon tot zijn leed
wezen echter wegens tijdsgebrek aan deze
verzoeken niet voldoen, zooals hij aan som
migen der Zeppelin-enthousiasten per draad
loos telegram antwoordde.
Hef oordeel der passagiers.
Alle Hollandsche deelnemers aan de
vlucht van de „Graf Zeppelin" boven Ne
derland waren bij aankomst van het lucht
schip te Friedrichshafen opgetogen over den
prachtigen vlucht. Een speciale V.-D. cor-
De mannen aan de touwen loopen mee.
Langzaam trekt de loods met haar hooge
muren langs ons heen, het is volkomen de
impressie van een trein, die langzaam de
perronkap verlaten gaat. De schupo's wan
delen mee. Zij houden de kabels vast zon-
4er trekken nauwelijks,
respondent had een onderhoud met den dat zjj trokk-OT tIs alsof OTer een
onder-chef van hel station Waalhaven, den
heer ten Oever en den bekenden piloot J. P.
Scholten uit Amstelveen, die beiden den
locht meemaakten. Deze beiden als deskun
digen le beschouwen heeren. waren enthou
siast over de wijze, waarop met het lucht
schip gemanoeuvreerd kon worden. De heer
ten Oever verklaarde, dat het luchtschip
veel meer comfort kon bieden dan het
vliegtuig, terwijl de verzorging aan boord
perfect is. Schommelingen en bumpings
noemt men nauwelijks waar. De tocht heeft
zijn hooggespannen verwachtingen nog
verre overtroffen.
Hollandsche geestdrift.
De geestdrift in Nederland was, naar men
van boord van het luchtschip kfin waar
nemen zeer groot. Men hoorde op vele
plaatsen het gillen van seheeps- en fa
briekssirenen, lerwijl enkele malen werd
waargenomen, hoe verschillende malen lo
comotieven van treinen, die men onderweg
ontmoette, hun stoomfluit lieten gillen.
X
De tocht boven ons vlakke land.
(Van onzen eigen medewerker).
(Nadruk verboden).
In het Hotel zitten de Hollanders den
laatsten avond te wachten. Waarlijk den
laatsten?
Het bulletin luidt: „De tocht is vastge
steld op Zaterdagavond 12 uur
Men praat nog wat na.
Wie weet of er weer en nu voor óns
op het laatste moment geen verhinde
ring komt.
Net als voor de Sileziêrs.
Men moet de huid niet verkoopen voor
de beer geschoten en is niet hoera roepen-
voor het luchtschip werkelijk is gestart.
Anders gaat het als met dien armen Si-
lesischen redacteur, die eergisteravond
seinde: Zijn gestart, varen naar Silezië,
en twee minuten later kwam kapitein Leh-
mann bij het nachtelijk groepje gereed
staande reizigers mededeelen dat de reis
was uitgesteld.
De uitwerking van dat telegram was ech
ter verbijsterend. Bulletins brachten de Si
leziêrs in geestdrift, op de mijnen kreeg al
het werkvolk vrij, alléén op de pompploegen
na; alle scholen sloten, alle kantoren ga
ven vrijaf; bij duizenden trokken de platte
landsbewoners naar de steden....
Maar er kwam niets.Alleen veel la
ter, een vertraagde tegenspraak!
De haast van het modeme leven kan ook
een qnaangename zijde hebben!
Bij het vallen van den avond stijgt de
spanning onder de passagiers die met de
„Graf Zeppelin" vertrekken zullen. Er wordt
een foto van hen genomen op het terras van
het Kurgartenhotel. Een van de medereizi
gers wipt even uit de drom om snel een
filmopname te maken met zijn handige
camera.
Dan verspreidt men zich weer in groepjes.
Nog even ga ik bij de Zeppelin kijken.
Groot en geweldig ligt de reus in zijn hol,
zooals hij daar in de hall lang en onbewe
gelijk le staren ligt, doet hij mij denken aan
de loerende draak uit Fritz Lang s Nibelun-
gen-film.
Op den weg naar huis wijkt mijn chauffeur
plotseling met een ruk naar rechts en doet
zijn arito stoppen. De portier aan het tweede
hek staat stram in de houding en enkele
arbeiders springen plotseling overeind en
nemen diep hun pet af: „Achtung der
Herr Doctorl
Als een wervelwind stuift de groote gele
Maibach de poort binnen. Dr. Eckener, met
zijn blauwe uniformpet wervelt voorbij. Zijn
hond zit naast hem.
Ook hij gaat nog even kijken. Een laatste
inspectie voor de „Zepp" den nieuwen tocht
aanvaardt. -
Het weer is voortreffelijk. Zon ligt over
het vliegveld, over de boomen, over de daken
van liet oude sladje en roodgloeiend over de
avondlijke Alpengletchers.
Op liet vliegveld loopt kapitein Lehman
en inspecteert de plaats van vertrek. Hij
wuilt met de hand.
Dan snort de auto het hek door.
In de hall van hel Kurgartenhotel ziften
de gasten bijeen: een beetje nerveus, een
beetje ongeduldigDe tijd schijnt te krui
pen. Uit de groote zaal, waar het levens-
groole portret van Graf von Zeppelin hangt
klinkt gedempte muziek. Rythmisch hameren
charleston en foxtrott hun suggestieve mee-
sleepende cadans. Soms tempert zich het
licht lot een gedempte schemering waarin
een smeltende, melancholieke tango of een
slepende wals zingt. Dan zwijgt het praten
in de danszaal en in die ruischende stilte
weegt de spanning in de hall nóg zwaarder.
De gesprekken aan de verschillende tafel
tjes zijn reeds lang verstomd. Tot plotseling
de stilte verbroken wordt door de luide aan
kondiging: „Bitte.... Meine Damen und
Herr'n, einsteigen lür den Zeppelinfahrt".
Een plotseling loopen en draven begint.
Nerveus, gejaagd. Koffers en valiezen wor
den haastig naar buiten gedragen. In het
huiverende licht van de lantarens in den
donkeren tuin glimt de gele autobus, welke
ons naar het vliegveld zal brengen.
Einsteigen, einsteigen, bitlel
„Einsteigen, einsteigen, bittel"
De dikke portier slaat met een harden klap
het portier dicht. De motor raastwij
rijden
Vóór den aftocht doet zich nog een
grappig incidentje voor. Een onbekende
Hollander mengt zich onder de passagiers.
Pst! zegt hij zacht als hij merkt, dat
men hem een beetje vreemd aankijkt,
stil! Ik ben B. P.
De vliegenier Scholte kijkt vTeemd op.
Bataafsche Petroleummaatschappij
vraagt hij gekscherend. Hij houdt den m-m
voor dronken. Maar een der andere reizi
gers begrijpt er iets van. Een blinde
passagier, zegt hij.
Kuijper6, stelt de onbekende zicfi
voor: Kuypers uit Soestdijk.
Nu gaat de vliegenier Sdholte een licht
op. Hij herinnert zich de geschiedenis van
den blinden passagier Kuypers uit Soest
dijk, die destijds, met de start voor de
vlucht om de wereld zich aan boord van
de „Graf Zeppelin" verstoken had en tc*n
op het laatste moment gesnapt werd. Hij
werd toen in arrest gezet. Maar 't schijnt
niet veel geholpen te hébben, want deze
keer probeert hij het nog eens.
Onder de rekigers zelf bestaat weinig
instemming met het streven van den ,,B.
P-" Hij wordt verraden en nog éér hij zijn
poging o-m zich te verbergen goed heeft
kunnen uitvoeren is hij al aan het waak
zaam oog van de Zeppelin-leiders overge
leverd, die hem niet aan hun waakzaam
heid laten ontsnappen...
In het spookachtige licht van de ontzag
lijke hall vinden de reizigers den grauwen
Zeppelin wachtende.
De machtige schijnwerpers stralen felle
bundels blauw daglicht omlaag. Verrast
en eenigszins griezelig zien we elkaar aan.
We zien er allemaal uit als lijken: lood
kleurig vaal. De achterzijde van de han
gar is open. Daar, achter het machtige
kruis van de vier staartstukken gaapt de
nacht als een zwart, ondoorgrondelijk vlak.
Wij gaan de kleine trap op, welke voor
de ingang van den gondel is geschoven en
stappen de cabine binnen. Door een kleine
gang komen we in de elegante salon. Er
hangt de zoet weeë lucht van blauwgas.
Maar dat zal tijdens de vaart snel verdwij
nen, verzekert ons kapitein Lehraann. die
de gondel betreden beeft.
Rang-Rang-Rang-Rang., klinkt het hol
in de hangar. Daverende voetstappen ko
men in cnarschtempo nader. Het zijn de
schupo's. die geconsigneerd werden. Zij
houden uit de flank haTt. ..klak!" Hun hak
ken slaan met een s!ag tegen elks^r.
..Rang!" Een laatste roffel der laarzen.
„Ruhe".
Zij flankeer en het schip als een eere-
wacht.. Van alle kanten duiken donkere
gestalten op uit de loods. Van de groote
romp van de Zeppelin hangen touwen in
vertakte trossen neer. Links en rechts loo
pen kleine wagentjes over rails op gelij
ken afstand van het luchtschip. Die zul
len ons straks naar buiten voeren.
Even voor het vertrek verschijnt in de
kleine deur de breede, groote figuur van
dr. Hugo Eckener. Er gaat een gejuich op
onder de passagiers. Men heeft een onmete
lijk vertrouwen in de leiding van dezen man.
Zijn verschijnen geeft ons bovendien de
zekerheid, dat deze tocht niet afgezegd
zal worden, maar dat wij werkelijk zullen
opstijgen.
De motoren gonzen donker. Een zachte
trilling rilt even door den gondel. En opeens
zien we: we gaan!
We gaan!
wegglijden.
Jk kijk op mijn horloge: het is 11 uur 10
We gaan!
Het groote oogenblik is gekomen.
De wanden van de loods verdwijnen, de
hooge gapende uitgang van de hangar
schuift over ons heen. Het vliegveld ver
schijnt. Donker. Zwart. Felle schijnwerpers
zetten ons plotseling in een verblindend
licht.
De touwen worden losgelaten. Er is een
volkomen windstilte. Maar ook binnen in
den gondel is het stil geworden. Wij zien
door de sdheeve, kleine vensters naar
builen.
Met doffe plompen vallen de zakken bal
last op den grond. Plof! Plof! Plof! Onder
ons zijn de hoofden en handen van hen,
die ons vasthouden.
Fertig?
Klaar? Klaar? klinkt het langs de
lange grauwe romp.
De stilte weegt loodzwaar.
Er is geen onzer, die niet de belangrijk
heid voelt van dit zeldzaam moment.
Plotseling gilt een hoog en doordringend
alarm-signaal; een schelle rinkelende bel,
welke stilte verbreekt en met lange en
korte, nijdige stsooten: Ring! Ring!
Ri-i-i-i-i-ng! Rng!
Een harde stem. Kort als een revolver
schot.
Los!
Los! schreeuwt een 1 an gerekte
krijsch onder ons en danwij gelooven
het haast nog nietdan voltrekt zich
het machtige, het indrukwekkende:
Wij stijgen!
Of liever: Wij blijven liggen.
Maar de aarde zakt onder ons weg.
Er wordt ge woven, gezwaaid met zak
doeken en lantarens.
Auf Wiederseh'n! Awf Wiederseh'n!
De menschen zakken onder ons weg. Ze
worden kleiner en kleiner. In de bundels van
de schijnwerpers zien we ze slaan als nie
tige poppetjes, die om een of andere reden
drukke, dwaze gebaartjes maken en zich
ergens vreeselijk over schijnen op te win
den, maar hun stemmen bereiken ons al
lang niet meer. Zij zinken steeds dieper on
der ons weg. De hangar met zijn blauwe
spookachtig verlichte vensters ligt al laag
onder ons. We glijden over de loods heen.
De motoren gonzen. Het luchtschip gaat
schuin liggen, het tilt zijn neus in den wind,
de gondel helt sterk achterover: wij stijgen.
En steeds dieper glijdt het landschap on
der ons door. Friedrichshafen: een wonder
lijk web van lichtlijnen en stralende sterren:
daar gaan de stralen en de groote boule
vards langs den Bodensee; het Kurgarten
hotel. waar muziek gemaakt wordt en men
danst; en dan.de laatste lichtjes, die
spiegelend weeikaatsen, daar begint den
Bodensee. Nu wordt het peilloos zwart onder
ons: honderden meters lucht en honderden
meters zwart en donker water.
De passagiers wenden zich nu tot elkaar
en keeren terug tot de lichte kring der wit
gedekte tafels.
Hier en daar komt al de champagne op
tafel. Men drinkt elkaar toe: Gelukkige
vaart! En men klinkt op het feit, dat we
nu toch werkelijk in de lucht zitten.
Het begint aardig koud te worden in de
salon. De reizigers maken met elkaar ken
nis voor zoover ze elkaar nog niet hebbeD
ontmoet. Ze doen onderwijl hun jassen
aan. Deze en gene stopt zich warm in een
dikke pels en zal er weldra door de ande
ren om worden benijd, want het wordt
„verdraaid koud", we zijn nu al op een 800
meter hoogte en stijgen nog voortdurend;
de eerste bergen liggen beneden ons.
Behalve de Hollanders zijn er nog aan
boord: een Duitsche journalist F. H.
Schmidt uit Munchen Gladbach; de heer
Vincent Lora uit Mexico (City); Geheim-
rat dr. Rechll; de heer W. Petersen uit
Zurich; Frau dr. Elsa Korb uit Berlijn; de
heer Poppen uit Freiburg en de heer Horst
man uit Berlijn.
Het plan om bloemen uit te werpen bo
ven het Loo heeft men moeten laten varen,
daar uit Nederland van hooger hand daar
toe een wenk gegeven werd.
Het wordt kouder en kouder.
We zijn al boven de 1000 meter. Het is
bijna onbegrijpelijk rustig en stabiel ligt
de gondel. Het ronken der motoren is veel
minder hinderlijk dan in een vliegmachine.
Plotseling wordt er geroepen. We vliegen
naar de ramen en kijken neer in den don
keren nacht.
Een groote stad gaat onder ons door. Wij
dalen om beter gezien te worden. Een zee
van licht groeit uit het duister naar ons
toe. Rechte straten met glimmende tram
rails. Donkere huizenblokken, zwarte plek
ken omlijst door flauwe lichtstrepen van
boulevards en verkeerswegen. Er loopen
menschen, die met lichten wuiven. Als een
sprookje uit Duizend-en-één-nacht bloeit de
stad voor ons open, een wonderlijke sterre-
bloem van ontelbare stralende lichtjes.
Het is een gezicht om nooit meer te ver
geten. En dat we vermoedelijk ook wel
nooit weer zoo terug zullen krijgen. Wat
wij van deze stad zien, zijn alleen de dui
zenden en duizenden lichten, welke diep
onder ons voorbijtrekken en waaruit wij al
verder gonzende, kunnen opmaken, dat wij
al weer stijgende zijn.
RECLAME.
La bonne Société apprend a danser soit en CLUB ou lecons privées
a L'ACADEMIE DE DANSE „R0CC0 DUBOIS"
34 JAN PIETERSZ. COEHSTRAAT, LA HATE. TEL. 7190» 4644
Inschrijving dagelijks van 9 tot 9
1]^ Aanvamj Wintercnrsussen en Besloten Clubs niet October
2—2