Wat de vrouw draagt.
70ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 September 1929
Zesde Blad
No. 21332
FEUILLETON.
Martin's verjengingskuur.
NIEUWE KLEEDING VOOR HET KIND.
Hét is zeker niet gemakkoijk een kind
eenvoudig en toch apart to kleeden, avanl al
hoel gauw bestaat de neiging in overdrij
vingen te vervallen, een weinig sympathiek
verschijnsel in de kindergarderobe. Het
beste en meest elegante is altijd een soe
pele kleeding en nooit mag het idee bestaan,
dat het kind „mooigemaikt" of echt aan
gekleed is, want hierin al schuilt de fout,
dat het kind zich niet meer heerlijk vrij
voelt uit angst straf Ie krijgen, als er een
vlekje in het mooie jurkje komt.
Daarentegen is het ook weer niet noodig
de kinderkleêding als een noodzakelijk iets
te beschouwen en hieraan verder geen aan
dacht te wijden.
Integendeel moet de kleeding zoowel
voor de ouders als voor het kind een voort
durende bron van vreugde zijn en het kind
zelf moet weten waarom het het eene jurkje
of pakje liever aan heeft dan het andere,
kortom: do smaak behoort ;n ieder opzicht
ontwikkeld te worden, want u zult het met
mij eens zijn dat het in den tegenwoordigen
tijd noodzakelijk is op dit gebied goed on
derlegd te zijn. nog heolemaal aTgezien van
het'feil. dat de mode voor vele meisjes later
beroep wordt, zoodat een juiste en vroeg
tijdige ontwikkeling van het fijne gevoel in
deze richting, nooit zal kunnen schaden.
Over het algemeen is de kinderkleeding
eenvoudig gebleven, zooa'.s ze tot nu toe
nok was met uit hygiënisch e.ogpunt, vermij
ding van elk tevel en overdaad aan gar-
necring- ze houdt zich steeds aan makke
lijk zittende, eenvoudige, weinig gecompli
ceerde modellen.
Dat men hic-rvoor alleen de allerbeste
sloffen kiest spreekt vanzelf, want juist bij
een kind heeft de kleeding veel meer te lij
den dan bij volwassenen en ook al wordt
een jurkje veel gedragen, is het wenschelijk,
dat het er goed blijft uitzien, en niet direct
vol kreukels zit of een slordigen indruk
maakt, zooals dat bij goedkoope sloffen licht
hel geval is.
De kleuren, die men voor de kindermode
kiest zijn niet aan bepaalde voorschriften
gebonden, want naast de neutrale effen tin
ten, die voor daagsehe kleeding wel het
degelijkst zijn, worden veel bonte schakee-
ringen gebracht, weke het kind op zijn voor-
deeligst kleeden en waar ze zelf ook dol op
zijn. Naast verschillende mode-tinten, komt
ook groen voor, evenals bruin, de groole
modekleur, die ook in de kinderkleeding ge
bracht wordt
Om van de nieuwste modellen een over
zichtelijk beeld te krijgen, hebben wij op
bijgaande schels eenige afgebeeld. Het
voornaamste op het oogenblik is wel een
goede mantel, want de koele dagen staan
voor de deur en ieder wil zijn kinderen na
tuurlijk graag op den juisten tijd behoorlijk
toegerust zien.
De Trenchcoat is, natuurlik het kleeding-
stuk voor alle weersgesteldheden, voor den
namiddag echter niet gekleed genoeg Een
doelmatiger en zeer eenvoudige vervanger
van de Trenchcoat is de raglan van een En-
gelsche stof gemaakt. Een shawl maakt
hier hel bont aan de hals overbodig, zoo
dat dit voldoet als garneering voor de man
chetten
Voor school draagt het kloine meisje een
donkerblauw of bruin jurkje met een lichto
kraag en manchetjes, wat altijd helder en
frisch staat.
Voor jongens kan men ook iets derge
lijks maken. Op de 2e afbeelding b.v. too-
nen we u een snoezig schoolpakje met kor
te broek, geknoopt bovenstuk (met garni
tuur) en de geliefde wildleeren ceintuur, die
alliid goed bevalt.
Voor den namiddag kiest men ook voor
meisjes de princesjapon, daar deze lijn ook
Op. de mode van de kinderkleeding een ze
keren invloed begint uit te oefenen. De mid
delste jurk brengt inplaals van den kraag
een ro] van bont.
Het jeugdige mantelpakje bevalt ons heol
goed en het aardigst zijn wel de klok-
jasjes op rechte rokjes, (op één na de
laatste afbeelding). Een dergelijk cosjuum-
pje in rood of groen met grijs bont gegar
neerd, zal zeker ieder goedkeuring kvinnen
wegdragen.
Voor jongens is natuurlijk de sportieve
kleeding van 't grootste gewicht, waarhij in
't oog gehouden moet worden, dat zijn klee-
ren te dragen zijn én voor sport èn voor
uitstapjes èn op school, zonder al te gauw
hun cachet te verliezen Daarom neemt
men in dit geval graag zijn toevlucht tot de
mode der gebreide goederen, die, zooals
men weet, vaak een „redder ilt den nood"
zijn. De jongens zijn allemaal verrukt van
de pull-overs en zeker van de nieuwe soor
ten, in verschillende tinten en varieeronde
patronen, die een leuk geheel vormen met
de „kniekerbocker". Hierover wordt een
waterdicht kort jasje gedragen, dat buiten
gewoon sterk is en in geen enkele garderobe
mag ontbreken.
KAPSELS.
Evenals men in den Horfst denkt aan de
aanschaffing van nieuwe kleeren, moderne
schoenen, hoeden en kousen, dient men
zich ook bezig te houden met de laatste
snufjes der kosmeliok en persoonlijke ver
fraaiing, want ieder jaargetijde brengt,
al is hot dan geen algeheele ommekeer
toch een paar trekjes met zich mee, waar
aan de vrouw van smaak graag haar aan
dacht besteedt.
Zoo b.v. wordt thans aan het kapsel groo
ts aandacht gewijd, temeer waar de strijd
tusschen kortgeknipt- en lang haar nog lang
niet tot een einde gekomen is.
De lange haardracht toch kan volkomen
uitgeschakeld worden, want naast het glad
de kapsel zijn het de modellen met hel
halflange haar. die buitengewoon goed be
vallen on vooral bij hot avondtoilet allerlei
mogelijkheden bieden. Zoo b.v. ziet u als
2e afbeelding van de bovenste rij een glad
kapsel met do klassieke Madonna-scheiding
en aparte lokkenrollen in den hals, een
haardracht die vooral donkere vrouwen goed
zal kleeden.
Ook rechts onder is een pikant kapsel,
dat speciaal voor blondines geschikt is; een
doorloopendo scheiding; dc lok op zij door
een kam gesteund, en een watergolf van
voren (dit kapsel zal zeker, ook al doordat
het jeugdig kleedt, veel aanhangsters ver
werven.)
Hoelemaal nieuw en tot nu toe nog niet
gezien is het eersto model op do teekening;
een scheiding verdeolt het haar terzijde in
6 afzonderlijke platte lokje9, die aan het
geheel een zeer capricieus effect verleenen.
Het meest komt voor het model, dat links
onder is afgebeeldde op zij gescheiden
waterondnlation.
HET KORTE BONTJASJE
een garderobestuk, dat gedurende veel
jaren niet meer gezien werd schijnt weer
mode Ie worden. Eerst was het de halflange
paletot, die haar intrede in de mode deed,
daarna de halflange mantel, zoodat den
overgang eigenlijk heelemaal niet opvalt.
We zien korte sportieve manteltjes en
modellen die een meer gekleed karakter heb
ben. Het onderscheid ligt zoowel in het
maaksel als in do soort bont, want terwijl
men voor een eenvoudigen jas, veulen,
bruin geschoren lamsvel, bisam, pechaniky
en dergelijke soorten kiest, komt voor den
namiddag in hoofdzaak, mooi geteekend,
zwart „Breitschwanz-veulen" in aanmer
king.
Afgezien hiervan zijn de sportieve exem
plaren recht. terwijl de mantels die
voor bezoek en dergelijke moeten die
nen, het klokmode! van de nieuwe mode
hebben. Zulke jassen worden met een
andere bontsoort voor kraag en manchetten
gegarneerd.
In ieder geval hebben ze het voordeel
goedkooper te zijn dan een heele mantel,
zoodat nu vele vrouwen, wier droom 't was
een bontmantel te bezitten, zich nu ten
minste een gezellig kort jasje kunnen aan
schaffen. W. U.
De winter is in aantocht. Dat merk ik,
want nu worden er weer patroontjes voor
handwerken gevraagd.
Een lezeres wil een ovaal tafelkleed haken
ol breien, dat 55 bij ,85 c.M. groot moet zijn.
Zij vraagt: wat voor zijde? zoowel stren
gen als kluwen zijde zijn sterk. U is dus
geheel vrij in uw keus. Ik raad u echter
aan het kleedje in verschillende kleuren
of nuances fo haken; dal geeft oen veel
losser en mooier effect.
Zet in een lichte tint 15 lossen op; lel
dan terug on zet in de 8ste steek 1 dubbel
stokje; werk nu 2 lossen, 1 dubbelstokjc in
iedere losse en in de 1ste losse 2 dubbel-
stokjes. De andere helft van de opzetsteken
wordt op gelijke wijze bewerkt; met een
halve vasle wordt nu in de 5de losse ver
bonden; op deze wijze komen er in de rond.
Ie 15 dubbelstokjes voor.
De 2de toer: 1 vasle op elk stokje; om
elke twee lossen 3 vasten; neem voor de 3de
toer een andere kleur en werk deze toer
van louter vasten éde en 5de toer: weer
een andere lint en nogmaals vasten; 6de
toer afwisselend 1 stokje, 2 lossen, waarbij
aan steeds 1 vasle wordt overgeslagen; 7de
en 8te toer als do 6de; 9de toer: 1 stokje
op 1 stokje van den vorigen toer, 4 stokjes
om de volgende 2 lossen; t slokje op het
volgende stokje, 2 lossen. Deze figuur her
halen tot de toer vol is; 10de toer weer van
kleur verwisselen: om iedere 2 lossen van
den vorigen toer 5 dubbelstokjes; elK
blokje stokjes door 2 lossen scheKen, 11de
loer: 1 vaste op het middelste stokje van
een groep, 2 lossen, 1 stokje op het volgen
de 9tokje 2 lossen. 1 dubbelstokje op het
eersto stokje van de volgende groep; 2 los
sen, 1 stokje, 2 lossen; dit figuur herhalen;
deze toer dient om de omtreklijn, die door de
slokjes schulpen ongelijk was geworden,
weer op maat te brengen!
De 12de toer die weer in een andere
nuance wordt gehaakt: 1 stokje, 2 lossen
in do stokjes en vasten van den vorigen
toer; zoo ontstaan do gelijke gaatjes; de
13de toer: 1 slokje, 3 lossen; léde toer:
lslokje 4 lossen; de stokjes vallen steeds
boven elkaar. U kunt op deze wijze door
gaan lot uw kleedje de gewenschlo grootte
heeft. Wanneer de galen te groot worden,
maakt U overal 1 extra slokje tusschen. Ik
kan U niet vöorschrijven hoeveel toeren U
moet haken-, het hangt van Uw haakpen,
zijde on wijze van haken al. Indien de
juiste maat bereikt is, gaat U afwerken met
een laatsten toer: haal Uw draad om een
lossen-boogje, haak 5 lossen on werk dan
niet naar links doch naar rechts; haal Uw
lossen door hel volgende boogje, haak er
weer 5 enz. Op die manier maakt U een
kleurig slingertje, dal een vlotte rand aan
Uw kleedje geeft.
Een andere lezeres vraagt het patroon
voor een wollen broekje.
U heeft noodig 70 gram Baldwin en
Walcker's 4 draads Ladyship Merinowol of
een andere hiermee overeenkomende kwa
liteit. een paar breinaalden No. 9 en 91
c M. smal elastiek.
De lengte van de broek, gemeten van
den band tot aan den onderkant der pij
pen (langs do kant gemeten), bedraagt 39
c.M.; de wijdte van den onderkant der pijp
(véór er elastiek doorheen is geregen): 39
c.M. Op de 5 c.M in de breedte komen
ongeveer 13 steken voor; en op de 5 c.M.
in de lengte ongeveer 16 toeren.
U moet aan den bovenhand beginnen
to breien; eerst 100 steken opzetten en
verder het heele broekje met 1 toer recht
1 toer averecht breien. Na den eersten toer
begint het verhoogde gedeelte aldus: 2de
toer: de eerste 8 steken recht; omkeeren en
averecht terug, 4de loer: de eerste 16 ste
ken recht; omkeeren en averecht terug;
6de toer: dc eerste 24 steken recht; om
keeren en averecht terug en zoo voortgaan;'
steeds 8 steken meer in eiken rechten toer.
totdat er 28 steken ^overblijven, die niet zijn
gebreid.
Nu over alle steken breien en doorgaan,
1 steek meerderende aan het lange eind van
het werk bij eiken achtsten toer; dit (ien
maal doen. Er slaan nu dus 110 steken op
uw naald; minder aan beide kanten van
het werk 1 steek bij eiken toer tot er 90
steken overblijven. Nu op deze steken
doorgaan over een lengte van ruim 10 c.M
zonder minderen alkantenl
De andere pijp wordt op dezelfde mani.er
gebreid; doch het verhoogde gedeelte moet
U aan een averechtschen toer beginnen in
plaats van aan een rechten. Dus: de eerste
8 steken averecht, omkeeren en recht terug,
enz. Voor het afwerken dienen de pijpjes
aan voor- en achterkant aan elkander ge
naaid te worden; naai ze vervolgens dicht
en maak onder aan de pijpjes en boven
langs den band 1 c.M. breede schuiven om
liet elastiek door te rijgen. Als de broek
klaar is. moet hij aan den averechtschen
kant met een tamelijk warm ijzer opgeperst
worden, vooral langs de naden en zoomen.
Deze broekjes zijn uiterst geschikt voor
jongens en meisjes( doch vooral voor do
laatsten) van eiken leeftijd U weet nu do
malen van het patroon, dal ik U hier be
schreef; wenscht u een kleiner of grooter
model te maken, dan is het slechts de kwes-
t,e van een kleine rekensom en U heeft oojt
daarvoor hot patroon in handen.
Vooral in ons 's winters zoo kille en
vochtige klimaat kunnen kinders veel wil
van dergelijke broekjes hebben.
II kunt ze breien in alle kleuren, passen'
hij jurkje ol jas; doch wit blijft altijd het
verkieslijkst, al moeten ze dan ook een
keertje vaker in den wasch.
RECLAME.
VAN AT I.5.— PER MAAND.
Brieven Bur. van dit Blad onder No. 9334.
Door RAFAëL SABATINI.
Uit het Engelscb door C. M. G. d. W.
67)
Het was een prachtige morgen, zacht
en zonnig als een dag in April, het was
alsof de natuur meewerkte tot de triomf van
de markiezin en zich met haar besten win
tertooi wou sieren.
De tegenwoordigheid van dien dikken
aanbidder van haar, verschafte haar een
nieuwe bron van vreugde. Zij behoefde ni°t
langer te luisteren hetgeen zij eenmaal ge
vreesd had, naar zijn aanzoek, dan zij lusi
had zich met hem te amuseeren. Maar toen
Tiessan zijn mond opendeed, sloeg hij den
eersten valschen toon aan in de volmaakt
harmonische stemming der douairieère.
„Madame," zei hij, „het spijt mij wel,
dat ik u geen betere tijding kan brengen.
Maar al hebben wij een uiterst nauwkeurig
onderzoek ingesteld, den bediende Rabecquo
hebben wij niet kunnen opsporen Toch
hebben wij nog niet alle hoop opgegeven."
voegde hij er bij om te toonen dat er toch
nog wel een zilver randie te zien was om
die wolk van gevaar
Een oogenblik Ironste madame de wenk
brauwen. Zij had in 't geheel niet meer aan
Rabecque gedacht; maar toen zij een oogen
blik nadacht, wist zijn. dat zij door hem te
vergelen, hem niet meer eer had bewezen
dan hij verdiende. Zij lachte toen zij hem
voorging op de trap naar den tuin het
zachle weer en haar opgewekte stemming
hadden haar bewogen den Sénéchal daar te
ontvangen
„Uit uw somberen toon zou men vreezen,
dat uw tijding een ware ramp behelsde. Wat
doet het er toe of uw manschappen dien
Rabecque niet gevonden hebben? Het is
toch niet meer dan een lakei?"
„Ja, dat is waar", zei de Sénéchal zeer
kalm; „maar vergeet niet, dat hij de brie
ven overbrengt van iemand die geen
lakei is".
Bij die woorden verdween de lac-n van
haar gelaat Daar had zij niet meer aan
gedacht in haar alles overweldigende
vreugde over andere dingen. Toen de naam
van den vergelen Rabecque haar herinnerd
werd. verbeeldde zij zich dal het alleen een
quaestie was van het verhaal dat hij mis
schien zou doen een verhaal, dat men
gemakkelijk kon tegenspreken, dacht zij.
Haar verzekering zou toch altijd opwegen
tegen die van een lakei. Maar die brief, ja
dat was een heel andere zaak.
„Hij moet gevonden worden, Tressan", aci
ze beslist.
Tressan glimlachte niet op zijn getnak;
hij kauwde op zijn baard.
„Er zullen geen pogingen worden nage
laten", beloofde hij. „Daar kunt u zeker van
zijn. De provinciale zaken moeten stilstaan"
voegde hij er bij. zijn ijdelheid een man te
willen schijnen die het ontzettend druk had,
zelfs in zulk een ure van spanning en angst,
want voor hem zelf niet minder dan voor
haar was er gevaar indien Rabecque ooit de
plaats van zijn bestemming bereikte met de
brieven die Garnache gezegd had hem te
hebben meegegeven.
„De provinciale belangen moeten stil
staan," herhaalde hij, „terwijl ik al mijn
krachten inspan voor dit onderzoek. Mocht
ik geen bericht krijgen vhn zijn gevangen
neming in Dauphiné, dan behoeven wij
echter nog niet te wanhopen. Ik heb
mannen uitgezonden langs de drie wegen
die naar Parijs leiden. Zij behoeven geld
noch paarden te sparen om h«m op te spo
ren en gevangen te nemen. Ik denk dus wel,
dat wij hem in handen zullen krijgen.
Hij is op 't oogenblik.ons eenige gevaar",
antwoordde de markiezin, „want Florimond
is dood, ten gevolge van de koorts", voegde
zij er bij met een spotlach, die Tressan een
gewaarwording gaf of er koud water over
zijn rug lep „Het zou een tronie zijn van
het noodlot indien die ellendige lakei te
Parijs aankwam en de zegepraal waar wij
zoo lang voor gewerkt hebben kwam be
derven".
„Ja. dat zou het waarlijk" stemde Tressan
toe, „wij moeien zien, dat dit niet gebeurt".
„Maar indien het wel gebeurt", ant
woordde zij, „dan moeten wij elkaar hel
pen". En daarmee stelde zij zich zelve ge
rust, zij was dien morgen nu eenmaal zeer
optimistisch gestemd.
„Ik heb altijd nog hoop. Clotilde" ant
woordde hij en zijn oogjes loerden op uit de
kuiltjes in 't vet waarin zij gevat waren.
„Ik heb u in deze zaak als een ware vriend
Ier zijde gestaan, niet waar?"
„Ja zeker, dat ontken ik immers niet",
antwoordde zij bijna boos.
„Zooals ik u altijd zal bijstaan wanneer
de nood aan den man komt. Ge hebt een
kleine schuld aan mij met betrekking tot
dien mijnheer de Garnache".
„Dat begrijp ik", zei ze en ze nad weer
een gevoel of de zonneschijn voor dien dag
verdwenen was, do blijheid uil haar hart.
Zij had lust hem to vragen haar niet zoo
aan te kijken en ze' wou hem en zijn hof
makerij wel naar den duivel wenschen.
Maar zij bedacht, dat ze hem nog wel eens
noodig mocht hebben. Niet alleen in die
quaestie met Garnache, waarin hij even
zeer betrokken was las zij zelf, had zij zijn
Irouw en gehechtheid noodig, maar ook in
hetgeen er gisteren te La Rochette wa9 voor
gevallen, want niettegenstaande Fortunio's
verzekering, dat alles goed gegaan was, zijn
verslag was loc'h niet volkomen overtuigend
geweest; en ofschoon zij geen bepaald
ernstige vrees koesterde voor de gevolgen,
toch was het verstandig niet zulk een mo
gelijkheid weg te cijferen en vooral te zor
gen dal de Sénéchal haar bondgenoot bleef.
Daarom zei ze zoo vriendelijk als zij met
mogelijkheid over zich kon verkrijgen, dat
zij ten volle besefte hoeveel zij aan hem te
danken had cn toen hij, eenigszins aange<-
moedigd, sprak van zijn belooning, glim
lachte zij hem toe, zooals een jong meisje
een te ont9tuimigen hofmaker zoy toelachen,
wiens onstumigheid zij afkeurt maar toch
niet geheel kan weerstaan.
„Ik ben pas zes maanden weduwe", her
innerde zij hem, zooals zij dat trouwens al
eens meer had gedaan. Haar wsduwstaat
was een zeer gemakkelijke uitvlucht. „Het
19 niet gepast, dat ik een minnaar zou aan-
hooren. hoe gaarne mijn dwaze hart zou
doen. Kom nog maar eens terug na een hall
jaar".
„En wil je dan met mij trouwen?" zei hij
gedwee als een lam.
Zij deed haar uiterste best hem glim
lachend aan te zien, ofschoon haar gezicht
wel wat 9trak stond.
,/Heb ik niet gezegd, dat ik nu geen min
naar wil aanhooren, en wat is dat anders
dan een huwelijksaanzoek?"
Hij vatte haar hand; hij zou op de knieën
gevallen zijn daar op die plek, op het gras
dat nog nat was van den dauw, maar hij
bedacht gelukkig bij tijds, hoe zijn mooie
kleeren daar van zouden lijden.
„En toch zal ik niet kunnen slapen, ik zal
geen rust kennen, geen vrede voordat ge mij
antwoord gegeven zult hebben. Een ant
woord is al wat ik vraag. Daarna zal ik mijn
ongeduld bedwingen en zal den lijd, den
beproevingstijd, zonder morren afwachten.
Zeg, dat ge over een half jaar met mij wilt
trouwen, iegen Paschen bij voorbeeld."
Zij zag in. dat zij een antwoord moest
geven en daarom gaf zij hem het antwoord
dat hij zoo vurig verlangde. En hij arme
dwaas! hij merkte niet op dat haar stem
net zoo valsch klonk als een val9ch geld
stuk hij had geen flauw idee dat zij die be
lofte best breken kon, wanneer zij hem en
zijn trouw niet meer noodig had.
Daar kwam een man haastig van het
ka9teel aanloopen Hij deelde mede, dat een
groot aantal monniken het dal der Isêre af
kwamen fh de richting van Condillac. Zij
ontstelde hier even van en vergezeld door
Tressan keerde zij terug en liep naar de
borstwering, van waar zij hen kon zien
aankomen.
Tressan vroeg een verklaring, hij begreep
niet wat die stoel beleekende, zij vertelde
toen wat Fortunio haar had medegedeeld
omtrent de gebeurtenissen te La Rochette
den vorigen dag.
(Wordt vervolgd).