Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 10 September 1929
Tweede Blad
No. 21316
GEMENGD NIEUWS.
|De scheepsbrand
te Rotterdam.
I (y?0k 'n brand stonden.
HET TRAGISCHE GEBEUREN IN DE ROTTERDAMSCHE HAVEN. De drijvende
spuiten probeeren het brandende Engelsche tankschip te hlusschen, wat na eenige
uren gelukte.
TE HERNE HILL, bij Londen wordt jaarlijks een wedstrijd gehouden of fietsen
van. vroeger. C. G. Bowtle. kampioen van het vorige jaar, wist ook dezen keer de
de kampioenstitel te behalen. Een aardig moment.
DE BRAND TE ROTTERDAM. Diep tragisch was het oogenblik, toen de verkoolde
lijken van eenige slachtoffers na het blus schingswerk van het schip op een vaartuig
van den Geneeskundigen Havendienst werden overgebracht.
Y VN DE BRUG DER „VIMEIRA"' is na den brand niet
veel meer dan een verkoolde massa overgebleven.
ACHT NEDERLANDERS EN TWEE
ENGELSCHEN GEDOOD.
(Van een specialen verslaggever).
Het tankschip „Vimeira" van de Gow
IHarrison and Co te Glasgow, is Zondag-
|irond te 7 uur te Rotterdam aangekomen
nam ligplaats bij de Rotterdamschu
Droogdok Maatschappij om aldaar repara-
1» te ondergaan.
Gistermorgen te ruim elf uur, toen zich
Vereer vijftig werklieden van de Rotter-
hmsche Droogdok Maatschappij aan boord
ronden. om het schip schoon te maken
i een onderzoek in te stellen naar den
avang van de noodzakelijke reparatie, is
JPhtseling de gister al vermelde brand uit-
lEebroken. Leden van de bemanning van
schip waren bezig om de pomp-insial-
lalie af te ga9sen, waarbij gloeiende sintels
|5;er boord zijn gevallen. Plotseling zag
|:'D aan boord hoog opslaande vlammen
rj het water oprijzen, juist toen een twee-
|y sleepbooten bezig was het schip te ver
leen naar het Prins Hendrikdok. De vlam-
|5fn schijnen overgeslagen te zijn naar de
p'Traimen, want binnen enkele oogen-
IJkken sloegen de vlammen van alle
|B»ten hoog op rondom het voorschip. In
mimen bevonden zich vele werklieden
1^-niet wisten op welke manier zij zich in
lolligheid moesten brengen.
- Wij hebben een onderhoud gehad met
|^e werklieden van de Rotterdamsche
1 Jh-oogdok Maatschappij, die werkzaamheden
rechten aan boord toen de brand uitbrak
I "ij waren aan het werk. vertelden zij
Iin het logies, toen wij plotseling
l-irand" hoorden roepen Wij vluchtten
I ar boven en kwamen toen op het voor-
I terecht, waarop het logies uitkomt.
bleek dat de benedenhutten van het
I ,yP het voordek gekomen, bemerkten wij,
IJ er een paniek onder de bemanning en
I L*erk!ie<3en. die zich op het voorschip
Iwas ont9iaan- tn hun zenuw-
ISm zagen wij velen, van het hooge
I -«p in het water springen. Enkelen van
hen zagen wij voor onze oogen verdrinken.
Gillend kwam er een man op ons afloopen.
wiens handen met brandwonden waren
overdekt. Hel is te begrijpen, dat ook wij
hevig geschrokken waren. Elk oogenblik
zou de voortank kunnen ontploffen en dan
zouden wij het er geen van allen levend
afbrengen. Wij stonden in duhio of wij
evenals de meeste anderen, overboord zou
den springen, waarbij de verdrinkingsdood
ons bedreigde, of het zouden wagen nog
even aan boord te blijven. Naar het achter
schip vluchten was onmogelijk, daar de
vlammen op het tusschendek ons den weg
versperden. Wij bemerkten een motorboot
en op ons hulpgeroep voer de kapitein naar
den voorsteven van het brandende schip,
en wij kunnen dit ais een heldhalftige daad
beschouwen, want ook hij die naderbij
kwam, liep het gevaar elk oogenblik, wan
neer het schip zou ontploffen, getroffen te
worden. Dit gevaar hadden de andere sleep
booten maar al te goed begrepen want zij
bleven alle op een eerbiedigen afstand van
het brandende schip, waaruit de vlammen
hoog opstegen. Niettegenstaande het groote
risico hieraan verbonden, voer de kapitein
toch naar den voorsteven om ons te redden
Wij hebben eerst den gewonde, die op ons
af was komen loopen, aan een touwladder
laten zakken en zijn toen zelf langs een
tros naar buiten geklommen Later zijn
wij maar weer naar het brandende schip
teruggekeerd, om aan het blusschingswerk
deel te nemen. Wij mochten van geluk
spreken, dat wij niet, zooal9 onze om het
leven gekomen kameraden, in den tank aan
het werk waren, daar wij anders vast en
zeker verbrand zouden zijn. Gelukkig heeft
er geen tweede ontploffing plaats gehad, m
welk geval de brand nog meer slachtoffers
geëischt zou hebben".
Volgens een gisteravond uitgegeven com
muniqué van de directie der Rott. Droog
dok Maatschappij werden op dat moment
de volgende personen vermist-
J. v. d. Stoep gehuwd bikkersbaas. Mi]-
drechtstraat te Rotterdam; M. v Bueren,
ongehuwd, ijzerwerkersmaat Schimmelstr
te Hoek van Holland; P de Haan, onge
huwd. ijzerwerkersmaat, Wilgensweerd te
Rotterdam; J. Hardenbol, gehuwd, timmer
man. Clementstraat te Rotterdam. L. M
v Pelt. gehuwd, stellingwerker, Maximi-
liaanstraat te Rotterdam; J. M v. Gelok,
ongehuwd sjouwer. Carnisselaan, te Rot
terdam; J. Vuyck, gehuwd, sjouwer Over-
schie.
Van de bemanning worden vermist de
eerste machinist, de 39-jarige C. Bone, uit
Glasgow, eerste stuurman B. Stewart uit
Dundee terwijl de vrouw van den kapitein
licht is gewond.
Volgens een later bericht zijn de ver
koolde lijken van Van Bueren en de Haan
op het voordek gevonden, terwijl gister
avond de 20-jarige ijzerwerker J. van
Schaik in het ziekenhuis is overleden. Er
zijn dus tien dooden te betreuren. Wat de
oorzaak betreft, vermoedt men, dat de
gloeiende sintels terecht zijn gekomen in
benzine, welke op het water was gemorst
Er zijn groote hoeveelheden water in het
schip geworpen, zoodat de tank grooten-
deels onder water staat, terwijl zich ook
in het voorschip een groote massa water
bevindt.
De „Vimeira" is in de maand Juli in <3e
buurt van Halifax op een ijsberg geloopen.
Te Halifax is het schip toen voorloopig ge
repareerd, waarna het de reis heeft voort
gezet om de lading te Londen en daarna
te Antwerpen te lossen. Vervolgens is het
naar Rotterdam gekomen om te repareeren.
ONTPLOFFING AAN BOORD
VAN EEN SCHIP.
De opvarenden allen gered.
Door onbekende oorzaak is naar uit Rot
terdam wordt gemeld in den na-cht van
Zondag op Maandag, ongeveer één uur,
ter hoogte van het Sandette-vuurschip, in
de machinekamer van het nieuwe Yougo-
Slavisehe motorschip Znay, dat onderweg
was in ballast van Hamburg naar de Mid-
dellandsche Zee, een ontploffing ontstaan,
waardoor op het achterdek brand is uit
gebroken. Daar aan blusschen niet viel te
denken, gaf de kapitein van 't motorschip,
Beyelfusz, die tevens reeder is vaD de
„Znay" order, dat alle manschappen, der
tig in getal, het scMp moesten verlaten.
De reddingbooten werden uitgezet naar
later de eerste officier Lorenz vertelde
en daar de zee vrij rustig was, ging alles
in de meest volmaakte orde. Behalve de
eerste machinist die vrij ernstige brand
wonden opliep, heeft niemand der beman
ning eeoig letsel bekomen. De kapitein
heeft onmiddellijk assistentie gevraagd,
waarop de Duitsche sleepboot Hermes en
de Nederlandsche Noordzee zijn vertrok
ken. NegentieD leden van de bemanning
zijn opgepikt door het Zweed ache s,b. „Ve
suvius" dat in Poortershaven moest bun
keren, en gistermiddag aldaar is aange
komen.
Toen het achterschip zoo goed als uitge
brand wa8, is de kapitein met negen leden
van de bemanning weer aan boord gegaan.
Hij heeft daar met de sleepboot Hermes
contract gemaakt, om het schip terug te
sleepen naar de Deutsche Werf te Finben-
werder, waar het motorschip destijds werÜ
gebouwd.
In Poortershaven zijn de schipbreukelin-
gen aan wal gezet; terwijl de eerste machi-
I nist, die zooals gezegd, zwaar gewond was,
werd vervoerd per auto van den G. G. D.
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel,
zijn de overige leden van de bemanning, ia
hun schamele plunje zooals ze in allerijl de
„Znay" hadden verlaten, per trein van
Maassluis naar Rotterdam vertrokken.
Te Rotterdam hebben zij zich onmiddel
lijk begeven naar het Duitsche Consulaat
aan de Glashaven, waar de eerste officier
Lorenz, wiens vrouw eveneens aan boord
was, een uitvoerig rapport heeft opgesteld.
Van het Duitsche Consulaat zijn de schip
breukelingen naar de firma Esders vertrok
ken, waar zij zich van de hoogst noodige
kleeding hebben voorzien. Vijftien leden
van do te Rotterdam aangekomen beman
ning van het motorschip „Znay", zijn gis
teravond nog naar Duitsohland vertrok
ken, de vier overigen hebben te Rotter
dam overnacht.
Naar de heer Lorenz ons verzekerde fa
er in het geheel geen paniek onder de op
varenden ontstaan toen de ontploffings
knal werd gehoord. Men heeft allen tijd
gehad om in de meest volmaakte orde het
schip te verlaten.
DOOR DE TRAM OVERREDEN.
Zekere v. L. uit Bergen op Zoom was te
Ossendrecht op de stoomtram Bergen op
Zoom gestapt. De tram was juist in bewe
ging toen hij, om welke reden is onbekend,
van de tram sprong. Hij kwam daarbij
tegen een vlak langs de trambaan staande
haag terecht, waardoor hij werd terugge
worpen en zoo ongelukkig kwam te vallen,
dat zijn linkerarm over de rails kwam te
liggen. Op hetzelfde moment ging een wiel
van de tram er over heen. De arm bleek
geheel verbrijzeld. In Ossendrecht werd
een verband gelegd doch in het algemeen
Burger Gasthuis te Bergen op Zoom moest
do arm wprden geamputeerd.
ALASTRIM.
Vele gevallen te Delft.
In Rotterdam zijn thans in totaal 10
personen aan alastrim overleden. Zaterdag
en Zondag hebben zich geen nieuwe geval
len voorgedaan. Gisteren werden echter 3
nieuwe gevallen gemeld. Verder zijn gis
teren te Delft niet minder dan elf nieuwe
gevallen geconstateerd, één bij een vol
wassene, 10 bij kinderen.
OM EEN GLAASJE BIER.
Acrobatische toeren in den nacht
Twee Zweedsche zeelieden logeerden in
den nacht van Zondag op Maandag in een
hotel op Katendrecht te Rotterdam. In het
holst van den nacht kregen beiden een ge
weldigen dorst, welke slechts door een glas
bier te lesschen zou zijn. De logement
houdster weigerde evenwel hun op dat uur
te tappen en toen de logés het haar wat
al te lastig gingen maken, sloot zij hen
kordaat in hun gemeenschappelijke kamer
op. Maar de mannen lieten zich niet weer
houden Zij moesten en zouden bier heb
ben. Daartoe knoopten zij hun beddelakens
aan elkaar en bonden deze aan hun bed
vast. Zoo liet een van de twee zich uit de
tweede verdieping zakken. Toen hij onder
aan zijn lakens kwam bleek hij nog 5 M.
boven den beganen grond te hangen. Hii
liet zich vallen en brak den linkerpols.
DE BRANDSTICHTING
TE RUCPHEN.
Naar het Dagblad van N.-Brabant ver
neemt. is vrouw K.. die verdacht werd
mede schuldig te zijn aan de brandstichting
te Rucphen op vrije voeten gesteld.
ONGELUK BIJ WEDRENNEN.
Te Groningen is bij de Zondagmiddag
gehouden harddraverijen de bekende joo
keyrijder J. C. Kuiper bij een botsing meti
een anderen ruiter voorover van zijn paard
gestort. Met een ernstige hersenschudding
moest hij worden opgenomen in het Acade
misch Ziekenhuis.