)e Haagsche Conferentie 1929
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 5 Augustus 1929
Derde Blad
No. 21285
WAT MEN ER REEDS ZIET EN WAT NIET
LAND- EN TUINC0UW.
DE PERS
EN DE KABINETSCRISIS.
FEUILLETON.
artin's verjongingskuur.
70* Jaargang
i.
|ote drukte achter de schermen
Den Haag als centrum der wereldpolitiek
(tyan onzen eigen verslaggever.)
L| The Hague! La Hayel La Hayal
strijdkreet voor de vrede klinkt de
:an onze waardige en lieflijk 9choone
jtie door alle landen van Europa en
liFen. De „moederstad der arbitrage"
;lag weer in het centrum der weïeld-
gekomen en de grootste politieke en
ieele kopstukken, die we tot nu toe
j van de foto's kenden, zullen
we^k aansnorren in trein, vlieg-
of auto om rond de Ridderzaal,
.tijds vervaarlijke tournooien van
ren man met lans en speer uitge-
werden, nu op meer vreedzame
jwesties op te lossen, die volgens velen
>t de belangrijkste behooren sinds het
ran den bloedigen wereldkrijg. Reeds
jen in dit blad de hoofdpunten kun-
»zen waar het om gaan zal: de zoo
ig mogelijke ontruiming van het Rijn
en de uiteindelijke regeling van het
Ivraagstuk. Problemen, die nauw in
.ar grijpen en die den knapsten onder
ippen nog heel wat hoofdfronzen kos-
Uen, juist omdat men in de wijze
r men de buit. verdeel en wil. nog veel
jeening verschilt en zich de kaa9 niet
l brood wil laten eten. Wat er gebeu-
)et, kan dus eigenlijk met een paar
[en neergeschreven worden, maar men
zich niet af. wat er allemaal aan vast
groote heeren zullen er wekenlang
lebatteeren, maar op 't einde van
ind wordt er al weer appèl gebla-
den Volkenbondsraad en moet het
r!eger met zijn staven weer naar
re1 optrekken. Het vele. dat tegen dien
ier nog niet afgehandeld mocht zijn,
na den Raad in Zwitserland zijn
ïtting wel moeten vinden,
i te hopen, dat de Haagsche Confe-
met haar talloos moeilijke vraag-
m een zoo spoedig mogelijk verloop
[hebben en de he'eren niet eerst te veel
ïllen verliezen met 't organiseeren der
«ïtie zelve, alvorens definitief aan 't
«tógaaJi. Wij hopen dat men slechts
\ngename herinneringen en weinig
aders uit waterland naar 't land
jn zal meenemen!
ischen, Engelschen en Duitschers zul-
Ikar onderling bekampen, doch de
gang van zaken sinds het Locarno
ran 1926, gevolgd o.a. door het succes
iet Kellogg-Pact geeft ons het ver-
len. dat ook deze conferentie 'n hechte
Jteen worden zal voor het vurig ver-
geheiligde gebouw der wereldvrede.
chen heeft men in den Haag al vast
niet stil gezeten. De preparatieven om
lm 1000 gasten (conferentieleden en
lilistiek) waardig te ontvangen helbhen
|wnige dagen in beslag genomen: ge-
t staan aan 't hoofd van deze organi-
maïinen wier routine en de ervaring die
I Qenève opdeden, er borg voor staan
i le den Haag niet over tekortkomingen
kgd kan worden. Met hooge heeren is
(elal kwaad kersen eten, dus is men
zijn hoede. We zijn gisteren eens
lijkje gaan nemen op 't Binnenhof; 't
Inog oogemsohijnlijk stil. maar spoedig
I er in van nationaliteiten wemelen!
■gouden Floris V in het midden van het
1 schitterde en pronkte stil onder de
ptralen en' de gidsen loerden als
5 fel op hun provinciale prooi om voor
fctsl kijklustigen naar de eerste en
|e Kamer te voeren. Vanaf Dinsdag
i deze onherroepelijk gesloten en zijn
Jimten slechts nog geopend ten dienste
h wereldpolitieke bedevaartgangers,
t binnenlandsche gekrakeel heeft hier,
ondanks zijn urgente belangrijkheid, voor 't
oogenblik afgedaan.
Maar achter deze oogenschijnlijke stilte
hangt drukte. Wanneer men 't lage poortje
van de „Haagsche Kunstkring" binnentreedt
en langs de kronkel trapjes loopt, die naar
Ridder-, Rol- en Lairessezaal voeren, is 't
boven alsof plotseling tijdens de repetitie
van een tooneelspe'l 't ■mrdijn van een
theater is opgegaan. Het décor stelt de
oude grafelijke zalen voor en daarin weme
len de arbeiders en de opzichters, de waar
dige heeren met de portefeuilles, de schrijf
machines tikken, de hamers kloppen, de
telefoon jankelt en de verschillende talen
vloeien als ten tijde van den Babeltoren
bouw.
't Allereerst stuiten we op de pl.m. -40
gecapiloneerde telefooncellen, waarin de
pl.m. 500 buitenlandsche journalisten hun
uitvoerige berichten naar alle wereldstre
ken uitzenden zullen en die k raison Van
f. 250 gebuurd kunnen worden. Zelfs op
den Zondag wordt er nog druk aan getim
merd en gebeiteld: ze staan daar op rijen
als hokjes in een zwembassin. Een woord
van lof komt toe aan de noeste werklied n
van Rijksgebouwen- en Telefoondienst, die
met opoffering van vacantie en vrije uren
hier vol opwektheid en bereidwilligheid hun
dienst vervullen. Link? ligt de Ridderzaal,
waar morgen de opening plaatsvindt,rechts
een trapje af en een trapje op de
Lairessezaal hier werd in 1922 de Rus
sische Conferentie gehouden en waar mr.
Plemp v. Duiveland, bijgestaan door Dr. v.
Blankenstein. de heeren v. Wickevoort,
Crommelin, Salomonson, v. Ballusec en
anderen in de weer zijn om de journalisten
die van heide en ver komen toeslroomen en
zich nog alg katten in een vreemd pakhuis
voelen, eenigszins wegwijs te maken in 't
labyrinth van gangen van het gebouw zelve
en de» vele wegen die naar buiten voeren.
Kaarten worden uitgereikt: een gele voor
de entreé in de grafelijke zalen, een witte
als passe par tout voor de Witte Sociëteit,
Dierentuin en het Kurhaus, e'en andere weer
als gratis biljet voor de Haagsche bussen en
trams. Hier i9 't centrum, waar allerlei rus
tel ooze zwoegers en zoekers naar belang
rijke berichten bun wetenschap kunnen ver
zamelen, hier draaft en rent men door
elkaar om er voor te zorgen dat de pers-
memschen na hun zwaren arbeid 't moede
hoofd te ruste kunnen leggen in hotel, pension
of kamer of af en toe mogen uitblazen op
boottocht, tooneelvoorstellingen of anders
zins. Men staat er over versteld, wat hier
in een paar dagen voor elkaar gebracht
werd: een volledig postkantoor i9 verre'zen
en weer een kronkel trapje hoogcr staan we
in de Wees- en Hoogerbeetskamer.
Als in een examenzaal slaan hier in rije'n
100 tafeltjes en schrijfmachines gereed om
het journalistenleger in staat (e stellen hun
conferentie-opstellen neer te tikken.
Er wordt en cr is dus al ho'el wat ge
werkt. De eerste journalisten komen hun
introductic-fc afhalen gisteren reeds
een honderdtal. Zij draven verder alvast
de 9tad door, om poolshoogte te
nemen in de hotels waar de diverse
delegaties ingekwartierd worden. Wie de
Haagsche hoteb kent. weet dat men ook
daar alle? in tip-top conditie zal aantreffen
en wie den Haag en Scheven in gen kent
't is er nu reeds een „cock-lail" van inter
nationale talen en landslieden weet dat
zij zeker niet anders dan vol lof gaan
Schrijven over de charmes van de onder de
heerlijke zonneschijn bij uitstek voordeelig
uitkomende straten, pleinen en boulevards,
hetgeen ons dierbaar vaderland niet dan
ten goede komen kan. De Hollandsche
journalist die zich in 't gebouw waar 't
Perscomité zetelt ophoudt, zit menigmaal
op de pijnbank. Telkens wordt hij door den
vreemdeling aangeklampt en dient hij zijn
schoolsche geSchiedeniskennis uit 't onder
bewustzijn op te rakelen: men vraagt naar
Floris V, naar Lairesse, naar de koningin,
naar de gevangenpoort en. de Wit, ja....
naar wat niet al!
In ons hart waren we den ouden geschie
denisleraar dankbaar voor de bijkans in
het vergeetboek geraakte wijsheid die hij
indertijd moeizaam inpompte.
Druk is men nog bezig met het in elkaar
zetten van de journalistenblaadjes „Le Bul
letin des journalistes" en „La dernière heure"
waarin alles vermeld staat, wat waard is
geweten te woeden.
Zoo is op 't Binnenhof als op 't dichtbij
ge'legene Departement van Buitenlandsche
Zaken een ieder in do weer. En als vandaag
en morgen Briand, Stresemann. Snowden,
Henderson, Ven i zei os en hun aan
hang op het strijdperk aageland zijn,
kan met, althans voor de Hollanders
een gerust hart, het "politieke steekspel be
ginnen. Wanneer allc9 niet vlot van stapel
loopt, zal 't aan Nederland niet liggen: wij
hebben onze „Schuldigheit getan". Met de
organisr tie der conferentie zelve behoeven,
we ons gelukkig niet te bemoeien, daarvoor
draagt 't buitenland de verantwoording.
Laten de hooge gasten nu maar opkomen;
in de journalistensociëteat 't gezellige
pittoreske onderaardsche gewelf, waar de
Haagsche Kunstkring 'swinterg haar con
certen en tentoonstellingen houdt, wachten
we onder 't genot van e'en verkoelend
biertje maar rustig de'komende groote din
gen af/ Naast en achter ons drinken Engel-
sche en Fransche reporters kopstukken
der journalistiek reeds hun thee en
zwarte koffie om de noodige krachten te
verzamelen voor de spannende dagen!
BOLLENTEELT
IN WESTDONGERADEEL.
In Westdongeradeel nam men een proef
met de teelt van bloembollen, die gunstige
resultaten belooft te hebben. Nu de tulpen
bollen zijn gerooid, blijken deze zich flink
te hebben ontwikkeld, terwijl ook de ver
meerdering van nieuwe bollen zeer vol
doende is. Een deel hiervan wordt naar de
veiling te Bovenkarspel gezonden. De fi-
nancieele uitkomsten geven, ook in ver
band met de hooge prijzen der bollen, alle
reden tot tevredenheid.
De gladiolen laten zich eveneens goed
aanzien, hoewel over de opbrengst hiervan
nog niet kan w jrden geoordeeld. In ver
band met deze goede uitkomsten, zal zeker
dit jaar een aanmerkelijk grooter opper
vlakte met meer soorten bloembollen, o.a.
narcissen, worden beplant.
EXCURSIE VAN DEENSCHE
LAND- EN TUINBOUWERS
IN ONS LAND.
Hedenavond wordt in Den Haag een ge
zelschap Deensche land- en tuinbouwers
verwacht, bestaande uit lö dames en 20
heeren, onder leiding van den heer J. P.
Svane, voorzitter van „Amagerlands Pro-
ducentforening".
Al deze Deensche gasten komen van het
schiereilandje Amager ten Zuiden van Ko
penhagen. waar zich zooals bekend
omstreeks 1516 op uitnoodiging van koning
Christiaan II een aantal Hollandsche groen-
lentelers hebben gevestigd. Dat verschillen
de deelnemers aan de excursie van onze
kloeke voorvaderen afstammen, bewijzen
de namen als Jansen, Dircksen, Jacobsen
en Wybrandt wel in voldoende mate.
Op het program staat o.a. ook een ont
vangst door H.M. de Koningin.
RECLAME.
"QucUtt-,
usaaAjrtift
tru-n
98*3
De Tijd (R.-KJ schrijft o.a.:
„Uit d» anti-revolutionaire pers is de be
reidheid tot samenwerking dier partij op een
vast program-aceoord voldoende gebleken,
en de H.-K. Staatspartij heeft dezelfde ge
zindheid duidelijk uilgesproken."
„Het odium drukt derhalve ditmaal te
sterker op de Ohrisl.-Historische Partij,
daar zij zich ditmaal op de gezantschaps-
kweetie beroepen kan voor het doen mis
lukken der christelijke samenwerking, op
welke de andere partijen bij haar hadden
aangedrongen. Hobben ondergrondsche
etroomingen haar van die samenwerking
afgestuwd? Is aan haar houding eenige
speculatie op het behoud en de winst van
do anti-papislische slemmen in den lande
niet vreemd? Lokt het marchandeeren met
de liberale vriendschappen haar meeT dan
een christelijke regeering aan?
Welk ook het antwoord op deze vragen
moge wezen, het wordt een feit, dat de
Chrtsl.-Historischen zich Ihans te ecnen-
male gaan vervreemden van hun voorma
lige coalitiegenooten
De Maasbode (R.-K.) schrijft:
„Wat te vreezen was schijnt gebeurd le
zijn: de Christelijk-Historischcn hebben vol
hard in hun weigering om met de anti
revolutionairen en de katholieken in zee le
gaan op een vast program.
Zij moeten hiervoor wel buitengewoon
zwaarwichtige redenen hebben, want de
verantwoordelijkheid, die zij hiermede op
zich laden, is groot.
Misschien heeft d'e crisis in eigen partij
het ook moeilijker gemaakt de parlemen
taire crisis met de noodige rust en objesti-
viteit te behandelen
En zoo staan wij voor de tradioneele
kwestie: Wat nu?
Dat lijkt ons niet twijfelachtig.
Nu er geen rechlsch parlemenlair kabi
net kan komen, is de eenige kans op een
parlementair ministerie verkeken.
Wij moeien dus komen tot een extri-
parlementair kabinet.
En dan lijkt ons een rechlsch extra
parlementair kabinet onder katholieko sig
natuur het meest overeenkomstig den uit
sla,: der verkiezingen."
Ook de „Volkskrant" is van meening, dat
liet komende extra-parlementaire kabinet
onder Katholieke signatuur moet staan.
Het blad schrijft n.l. o.m.:
Het komende extra-parlementaire kabi
net behoeft geen kopie te ziin van het ka-
binel-De Geer.
Het mag dit niet zijn.
Een te mooie belooning ware hel voor de
christelijk-hictorischen, hun den deugdprijs
eener kabinetsformatie uit te reiken en hun
in het komende ministerie de leiding over
te laten.*
Onze kiezers, die voor een vooruitstreven
de, volksgezinde poliliek hebben getuigd, en
de kiezers in het algemeen, die op sociaal-
financieel en koloniaal terrein een duidelijk
gehud hebben doen hooren, zouden het
niet begrijpen.
De katholieke partij is het aan haar
macht in de Kamer, aan haar succes bij de
stembus verplicht, in het komende extra
parlementaire kabinet de leiding te nemen.
Tegen een extra-parlementair kabinet,
naar rechts georiënteerd zooals de term
luidt, hebben wij geen bezwaar, mits die
oriëntatie geen afbreuk doet aan zijn so
ciale, finanrieele en koloniale oriënteering.
Hel Vaderland (liberaal) schrijft:
Wij moeten uit de nieuwe opdracht lot
de conclusie komen, dat dc heer De Geer
zich voor het extra-parlemenlaire niet meer
beschikbaar stelt, en dat de heer Ruys de
Beerenbrouck niet inziet, dat hij althans
deze opdracht direct had moeten afwijzen.
De „ongunstige wending" is het faillisse
ment van de Rechterzijde als politiek ver
bond. Het was voor haar dezen keer: nu of
nooit, en dat men in zulke omstandigheden
elkaar niet weer heeft kunnen vinden, is
van zoo duidelijke beteekenis, dat iedere
commentaar daarop de kracht daarvan zou
verzwakken.
Wij kpmen nu, ten minste als de heor
Ruys de Beerenbrouck niet zeer spoedig
verzoekt van de opdracht ontheven te wor
den. midden in het politiek gescharrel; het
spijt ons voor deze Excellentie, dat wij geen
zachter woorxl kunnen gebruiken. Er zal
getracht worden een Kabinet te formeeren
steunende op de Rechterzijde, terwijl het er
feitelijk niet op steunt.
Het Handelsblad (liberaal) meent, dat de
mislukking van een rechtsch kabinet al
eenig zeker was en vervolgt dan:
Toch is de heer Ruys blijven onderhan
delen met de leiders der drie rechtsche par
tijen. En het bericht, dat hem, nadat hij de
opdracht tot vorming vaa een parlementair
rechtsch kabinet heeft teruggegeven, een
nieuwe is gegeven, nu tot vorming van een
exlra-paTlemontair kabinet, maakt wel dui
delijk waarover die verdere onderhandelin
gen der rechtsche partijen geloopen hebben.
De heeren zullen het wel eens geworden
zijn over de vorming van een kabinet dat
niet met één gezamenlijk program der drie
rechtsche partijen kon te voorschijn komen,
maar dat toch in Techtschen, d.w.z. in
hoofdzaak clericalen geest, 2ou werken.
Wij vermoeden dat het vormen van zulk
een ministerie den heer Ruys niet zoo heel
moeilijk zal vallen Het komt nu meer op
personen aan. En die zullen wel gevonden
worden.
Het zou ons verwonderen, wanneer niet,
misschien met handhaving van enkele af
tredenden, betrekkelijk spoedig een nieuwe
bemanning voor het schip van staat kon
worden aangeworven, die in richting, zoo
ver men in dezen van richting kan spreken,
niet veel van de vorige zal verschillen
Dat zal dan zeker niet de oplossing zijn,
die men zich zou gewenscht hebben; wij
zullen toch wel een9 weer naar normale
toestander, d. w. z. naar een zuiver parle
mentair ministerie, terug moeten. Maar is
een andere dan deze oplossing in de tegen
woordige omstandigheden wel te verwach
ten?
De N. R. Ct. (liberaal) schrijft o.a."?
„Wie naar een wezenlijk parlementair
kabinet terugverlangt, moet dus voor alles
er op bedacht zijn, het schijn-parlemen-
taire kabinet, gelijk een kabinet „steunende
op de rechterzijde" er weer een geweest zou
zijn. voor goed van de lijst der politieke
desiderata te zien 9chrajppen. Wanneer dit
gebeurd zal zijn, wordt op den duur wij
leggen nadruk op deze woorden, want er
zal zonder twijfel nog een lange over-
gangstijd noodig zijn de weg voor het
wezenlijke parlementaire kabinet weer ge-
effend.
De mislukking van de opdracht aan jhr.
Ruys heeft de kans, dat het nog wel ooit
zoover komen zal, alweer iets vergroot.
Daarom begroeten wij haar met vreugde."
Wij staan voorshands door de mislukking
van de opdracht voldaan,"
Het Volt (s -fi.) conslateert. öaf nu wel
duidelijk is gebleken, dat de coalitie dood is
en begraven.
.Zal het zoo vraagt Het Slad ter
rechterzijde mi eindelijk eerlijk worden ar
kend?
Zal nu eindelijk de misleiding een einde
nemen, als zou er nog een „christelijke"
samenwerking, tot regeeren bekwaam, be
slaan of mogen blijken?
Zullen eindelijk met name de katholie
ken de consequentie uit dit vaststaand, on
omstotelijk vaststaand gebleken feit trek
ken?
Er ligt ook nog een andere oonsequenlie
voor hen in het vel.
Hun kabinetsformateur, de he" Ruys,
heeft doen verluiden, dat hij den uitslag der
verkiezingen opvatte als wijzend in demo
cratische richting.
Terecht.
In strijd daarmee was Ret dat hij over
kabinelsvorming met de beide conserva
tieve proleslantsche partijen ging onderhan
delen
„Zal de katholieke partij aldus vraagt
het blad ten slotte thans aan de demo
cratische roepstem van den verkiezingsuit
slag gehoor geven?
Of zullen wij het paskwil te zien krijgen,
dat zij ihans pogen gaat een mei-parlemen
tair rechtsch, d. w. z. een on-democraliscb".
kabinet te slichten?
Wij zullen zien."
Door RAFAëL SABATINI.
pil het Engelsch door G. M. G. d. W.
Vl was dezelfde man die zooeven had
igd of het avondeten nog niet klaar
een man van meer dan middelbare
:e> lenig en vlug op 't oog en toch breed
schouders; hij zag er sterk en krachtig
IJl Hij had blond, krullend haa:, langer
de mode van die dagen voorschreef,
oogen en een gezicht, niet zoo zeer
JVi maar toch meer dan aan [rekkelijk,
kacht en openhartigheid. Zijn klee-
minder aantrekkelijk. Veel te op-
Qd en bont: goedkoop, opvallend en
'*r 9maak. Toch toonde' hij een zekere
gelijkheid; een man die meer minde-
dan meerderen heeft.
le[le2c'n9taande zijn aanmatigende woor-
voelde Garnache zich ten gunste van
man gestemd. Maar voordat hij kon
gen zei de waard:
"i]Qheer vergist zichzoo begon hij.
6r?issen?" bulderde de andere met een
buitenlandsch accent. „U ver-
9 u ^rHt beweren dat dit niet mijn
elen ri Moet ik den heelen avond
wachten, terwijl iedere lummel, die
ij) komt in uw varkenshok voor mij
fri wordt?"
zei Garnache bedachtzaam
iriPin man we<^er aa'n- ^u waren
e gezellen van den man achter hem
kom<
staan, terwijl de soldaten voor
1 kaartspel
geen *oog meer hadden om
hun aandacht te wijden aan den twist,
die op handen scheen te zijn.
De vreemdeling naar zijn accent le
oordeelen moest men hem bepaalt voor een
vreemdeling houden wendde en keerde
zich met een zekere minachting tot den
waard, zonder eenige notitie te nemen van
Garnache met iets beleedigend9 in zijn toon.
„Lummel?" mompelde Gernache weder
en ook hij wendde zich tot den waard. „Zeg
eens mijnheer de' waard," zei hij, „waar
begraven de lummels hun dooden hier, in
Grenoble? Misschien dien ik dat te weten."
Voordat de ontstelde herbergier een woord
kon uiten, had de vreemdeling zich een
weinig omgekeerd en zag Garnache aan.
„Wat moet dan beteekenen?" vroeg hij
op scherpen toon en met fieren blik.
„Dat Grenoble misschien morgen getuige
moet wezen van een begrafenis van een
pedanten .mijnheer, mijnheer de vreemde
ling" zei Garnache met een prettig lachje.
Hij voelde op dat oogenblik een aanraking
van zijn schouder maar sloeg daar geen
acht op. daar hij al zijn aandacht op den
vreemdeling gevestigd hield. Wat hij het
eerst op dat gelaat opmerkte was verras
sing, daarna betrok het van loom.
„Bedoelt u mij daarmee, mijnheer?"
snauwde hij.
Garnache haalde de schouders op. „Als
mijnheer voelt dat de schoen hem past, zal
ik niet weigeren hem aan te reiken."
De vreemdeling legde een hand op de ta
fel en boog zich voorover tot Garnache.
„Mag ik mijnheer verzoeken wat duidelijker
te spreken?" vroeg hij.
Garnache leunde achterover in zijn stoel
en zag dep man glimlachend aan. Hoe op
vliegend hij gewoonlijk was, nu amuseerde
de man hem meer dan hij hem boos maakte,
Hij had dikwijls een twist zien onlstaan uit
onbeduidend oorzaken, maar stellig nooit
wa9 hij getuige geweest van iets dergelijks.
Het was of alles inet voorbedachten Tade
Avas geschied, of de man opzettelijk was ge
komen om het met hem aan den slok te
krijgen.
Plotseling rees een vermoeden bij hem
op. Hij herinnerde zich de waarschuwing,
die mademoiselle hem had gegeven. En hij
was verbaasd. Wal dit een streek van dien
man om hem in den val te laten loopen?
Hij nam hem nauwkeuriger op; maar hij
kon niets ontdekken dat zijn vermoedens
grond gaf. De vreemdeling zag er zoo open
hartig en eerlijk uit en zijn accent deed be
paald aan een buitenlander denken. Het
was best mogelijk, dat het een jeugdige lord
uit Savoye was. die niet newoon was, dat
men hem liet wachten en die door zijn hon
ger nog wat prikkelbaarder en ongeduldiger
geworden was. Als dat zoo was, dan ver
diende de jonge heer zeker een lesje om hem
te bewijzen, dat hij nu in Frankrijk was.
waar men aan betere manieren gewend
was, dan hij toonde te bezitten; en toch uil
vrees, dat hij iemand anders was, besloot
Garnache zijn verzoeningspolitiek vol te
houden.
Het zou dwaasheid zijn zich juist op dat
oogenblik in moeilijkheden le steken, of hij
iemand uit Condillac mocht wezen, ja of
neen."
„Ik heb u gevraagd, wat duidelijker uit le
spreken mijnheer," ging de vreemdeling
voort.
Garnache glimlachte nu^ wat vriende-
lijker.
„Ronduit gezegd," zei hij, „vind ik dat
lastig. Mijn «pmerking was vaag, onbe
paald- En dat was ook mijn plan."
„Maar was beleedigend voor mij, mijn
heer, antwoordde de ander op scherpen toon.
De Parijzenaar trok de wenkbrauwen op
en perste de lippen samen. „Dan spijt
hel mij," zei hij. En nu moest het hardste
van alles nog komen. De uitdrukking op hst
gelaat van den vreemdeling veranderde. Er
was verbazing en minachting in zijn blik.
„Begrijp ik het goed, dan maakt mijn
heer zijn excuus."
Garnache voelde de kleur naar zijn ge
zicht stijgen; zijn zelfbedwang liet hem in
den steek; weer voelde hij den druk op zijn
schouder en hij begreep bij tijds, dat hel een
waarschuwing was van Rabecque.
„Ik begrijp niet mijnheer, dat ik u belee-
digd heb," zei hij eindelijk, terwijl hij zich
met stevige hand in bedwang hield hij
had dien brutalen vreemdeling zoo graag
een flinken slag toegebracht. Maar ik ver
zoek u te gelooven, dat ik het gedaan heb
zonder het te weten Ik wa9 het niet
van plan."
De vreemdeling nam zijn hand van de
tafel af en stond rechtovereind.
„Enfin dan maar." zei hij op in het oog
loopend verachtelijken toon „Als u even
beminnelijk wilt zijn met het souper, dan
zal ik blij zijn een kennismaking af te bre
ken waarin ik geen eer zou zien voor mij
zelf die voort te zetten."
Dit was meer dan Garnache verdragen
kon. Hij werd vuurrood van drift, het vol
gend oogenblik zou hij niettegenstaande den
krachtigen druk van Rabecque op zijn
schouder, de ragout in het gezicht van den
jongen heer gegooid hebben, toen plotseling
de waard onverwachts te hulp kwam.
„Mijnheer, daar komt uw 6ouper aan,"
zei hij, terwijl zijn vrouw de keuken weer
uitkwam met een blad vol spijzen,
Een oogenblik scheen de vreemdeling van
stuk gebracht Toen keek hij koel brutaal
van de schotels, die voor Garnache waTen
neergezet naar die, welke voor hem bestemd
waren.
„Ach misschien is dat te prefereeren." De
toon waarop hij dit zeide, was onuitspreke
lijk beleedigend. „Deze ragout zou koud
worden."
Hij snuffelde even, draaide zich om op
zijn hiel zonder een woord of bewij9 van
groet voor Garnache. en liep naar het an
dere tafeltje, waar hij bij zijn kennissen
ging zitten. Garnache zag hem na; zijn
oogen gloeiden van onderdrukten toorn.
Nooit in zijn leven had hij zich zelf zoo
zeer in bedwang gehouden als op dat oogen
blik wat was de reden, dat hij de gele
genheid had laten voorbijgaan om iels
groots te doen hij deed het ter wille van
dat kind boven, en omdat hij de gedachte
steeds voor den geest had. dat haar grievend
leed zou worden aangedaan, wanneer hem
iets overkwam. Maar hij bedwong zijn drift
ten koste van zijn eetlust. Hij kon niet eten
van woede. En hij schoof zijn bord weg en
stond op.
Hij wendde zich tot Rabecque en wat de
bediende zag op zijn gelaat deed hem een
paar passen achteruit gaan van 9chrik. Gar
nache wees naar de tafel: „Eet, Rabecque,"
zei hij, „en kom dan boven
En gevolgd, even als 6traks, door de
oogen van den vreemdeling en zijn metge
zellen, liep Garnache de kamer uit en ging
naar boven om troost le zoeken in een ge
sprek met Valérie. Maar hoe veel moeite het
hem kostte de beleediging die hij had onder
gaan te verzwijgen, hij zei er geen woord
van tot het meisje, uit vrees haar rust te
verstoren. (Wordt vervolgd^