De schoen voor het seizoen.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 Augustus 1929
Vierde Blad
No. 21284
ISfêl
iRö
VOOR DE KUISVROUW.
VRAGENRUBRIEK.
FEUILLETON.
Martin's verjongingskuur.
WOLLEN KLEEDING VOOR DE HERFST.
Wij staan nauwelijks voor het nieuwe
9eizoen en reeds komen er weer aparte
wolmodellen, die wat ornamentiek en be
werking betreft weer veel nieuws en inte
ressants schenken. Vooral zijn de kleuren
ditmaal met haar fijne, herfstachtige tus-
schenkleuren van een buitengewone
charme. Op onze kleine teekening toonen wij
Er zijn tijden ge fw eest, waarin de mocte
Ier schoenen veel zelfstandiger was dan zij
sgeiiwoordig is, d. w. z. zij bleef, wat het
nodel betreft zoo veel mogelijk onafhanke-
ijk van de mode der kleeren. Daarin i9
fchter tijdens de laatste jaren verandering
[ekomen, want steeds meer werd de schoen
niddel tot het doel en dus een vervolma
king van de elegante garderobe. Deze ten-
ienz is ook geheel juist gezien, omdat het
looit mooi staat, wanneer een schoen uit
iet geheel valt en door bijzonderheden de
landacht trekt. Veel eleganter is een voet-
ikleeding, die zich volkomen bij de garde-
ube aansluit en die zoowel in de soort als
ook in de kleur de harmonie weet tei schep-
ien, die voor de echte elegance karakte-
wtiek is.
De luxe op het gebied van de voetbeklee-
Ji2 is nog ste'eds voor ontwikkeling vat-
aar. Vroeger had men reeds aan een paar
ichoenen voor de meest verschillende ge-
allen genoeg, maar tegenwoordig zijn vele
ypen noodig, wil men tenminste niet het
evaar loopen er onelegant uit te zien.
Tusschen de gewone wandelschoen en de
ncdellen voor de salon is een groot onder-
cheid ontstaan: in het eerste geval wenscht
ien absolute eenvoud, bij de luxe schoe
ien worden echter do meest gecompliceerde
ïewerkingen aangetroffen, zoowel in de
orm als ook in de combinatie.van het leer.
Zeer origineel zijn reeds de leersoorten op
lich ze'lf en de elegante vrouw heeft het bij
le keuze van het schoenwerk werkelijk niet
makkelijk. Er zijn zooveel mogelijkhe
id zoodat het dikwijls zeer lang duuit,
Ivorens het mooiste gekozen is.
Het zijn nog 9teeds de velschillende
xotische huiden, die zeer jjoed bevallen,
fchildpadden. slangen en krokodillenleer
ijn het parool van den dag en het is een
wjzonderheid van de nieuwe mode, dat men
J deze soorten evengoed voor sport- of voor
antasieschoenen gebruiken kan. Daaruit
iet men, dat het karakteristieke van de
ïieuwe voeübekleeding tegenwoordig minder
Jgt in de verschillende leeTsoorten, als wel
eel meer in de vorm, waarin naar groote
riginaliteit gestreefd wordt!
Een opmerkelijke eigenaardigheid van de
ieuwe schoenenmode is wel, dat de avond-
nodellen de meest eenvoudige zijn. Bijna
looit ziet men bij een werkelijk elegante
vrouw een bewerkte schoen, maar altijd
sléchts een eenvoudige „pumps", die echter
wat de kleur betreft, volkomen, overeenstemt
met de avondjapon.
In dit' geval wordt zelden leer gebruikt,
maar in hoofdzaak zijde Schoenen uit Aflas
of crêpe de chine worden het meest ge
bruikt. Het allernieuwste is de fluweelen
schoen, die reeds nu buitengewoon geliefd
is, omdat deze door de matte kleur naar
voorname terughoudendheid streeft. Ook de
fluweelen schoenen moeten natuurlijk met
de avondjapon harmonieeren. Een zeer be
koorlijk contrast schenken deze modellen
mei de als een huid zoo dunne japonnen
van gaas, die als vroeger in den rug ver
lengd worden. (Laatste teekening).
De wandelschoen is in den regel uit
schildpadden-leer vervaardigd, meestal diep
uitgesneden en niel zelden voorzien van
een rand van leer in de kleur van de japon,
die er bij gedragen wordt. (Teekening 2
hoven). -
Daar de mode van de lichte japonnen met
de donkere zijden mantels verder blijft
voortduren, kwamen er ook modellen van
schoenen, die dezelfde gedachte huldigen.
(De middelste teekening op de onderste rij
doet zulk een creatie zien zij is zeer zeker
niet oninteressant). Zulke modellen worden
aangetroffen in blauw-blauw, blauw-beige,
beige-rood, zwart-grijs en ook zwart-wit-
grijs (een zeer voorname eü eigenaardige
combinatie) enz.
De schoen voor de 9port, voor de reis en
de bergtoer wordt in den regel gehouden
in twee bruine kleuren en heeft een gemak-
kelijken. breeden vorm. een zeer lage hak
en een dikke, chroomleeren zool. (Teekening
1 op de onderste rij toont, dat zulke mo-,
dellen ook op bootreizen een buitengewoon
goed effect kunnen maken).
Natuurlijk wonden naast de wandel- en
luxemodellen ook een paar schoenen voor
„alle weer" gebezigd, dal tegen alles be
stand is en ook in het natte weer niet lijdt.
Dit paar Is goed voor de regenachtige herfst
dagen. Hiervoor komen hoofdzakelijk die
vormen in aanmerking, die van de heeren
mode werden overgenomen. Donkerbruin is
voor dit doel zeer geliefd (fig. 1).
WILLY UNGAR.
twee nieuwe, zeer opmerkelijke modellen
en wel rechts een jumper met bonte chry
santen in kleuren van diep-roze lot wijn
rood; een kraag in één kleur en een fischu-
achtige zijden das. die het als eenige gar
neering zeer goed doen. Links ziet men
een der geliefde grofgestikte pull-overs",
die waarlijk een sensationeel effect kunnen
schenken. W U.
DE HERFST-MODE BRENGT
GEPATRONEERDE STOFFEN.
Sedert verschillende seizoenen ziet men
zonder uitzondering ongepalroneerde wol
weefsels in één kleur. Nu echter bereiden
de groote modesalons ook weer créaties voor
uit gepatroneerde weefsels en niet alleen
voor sporlkleedingstukken. maar ook voor
eenvoudige wandelmantels, costuums of
halflange paletots, die naar men vermoedt,
in de komende herfst zeer in zwang zullen
komen. De patronen zijn zoowel in de kleur
als in de uilvoering zeer decent. Geen
groote. opzichlige desseins. maar beschaaf
de. discrete effecten, die zeker een alge
meen succes zullen verwerven.
RECLAME.
Worth a crown.
lie orlgineele pepermunt
!Ocl*perrol QOcti.pe.oni
3939
In e'en alleraardigst boekje voor de huis
vrouw las ik laatst een aantal zeer prak
tische repels voor het bereiden van groen
ten en frnit. Zij werden vastgesteld door
mejuffrouw Plato en uitgegeven door het
centraal bureau van de Tuinbouwveilingen
in Nederland. Wij kunnen er du3 wel zeker
van zijn hier eerste klas-adviezen te ont
vangen.
Zij zegt dan ten eerste; kook de groenten
met zoo weinig mogelijk vocht, want de
waardevolle zurên en zouten, zooals ijzer-
zouten voor de vorming van het bloed en
de kalkzoulen voor de vorming van het
beenderstelstel worden anders met het af
gieten weggegooid.
Ten tweede: Sommige groenten hebben
een te sterko reuk en smaak; kook ze' met
een open deksel, die sterke reuk en smaak
verdwijnen hierdoor.
Ten derde: vergeet nooit dat overtollig
groentenat uiterst geschikt is vóór een sma
kelijk soepje, of ook, mits wat gebonden,
als saus bij de groente en aardappelen
dienst kan doen.
In de vierde plaats: kook uw groente met
zorg; laat z# niet to lang doorkoken. De
z g. doodgekookte groente heeft belangrijk
minder voedingswaarde dan de groente, die
precies zoo lang kookte als noodig is. Indien
u uw groente doodkookt verliest zij haar
fijne smaak, haar kleur en haar geur.
Ten slplte; stel u op do hoogte van de
groentemarkt. Zoodra een bepaalde groente
soort in grootcn overvloed op de markt
wordt gebracht en zij dus op haar goed
koopst is, moet u er veel van eten. Groente
is zéér gezpnd en er bestaan altijd verschil
lende manieren om dit onderdeel van het
middagmaal smakelijk toe to bereiden.
Doch koop zelfs meer dan u gebruiken kunt
en maak het overschot in, hetzij dat u het
weckt, of gewoon in flesschen conserveert,
of dat u er zuur van bereidt.
Bijzonder lekker is b.v. als tafelznnr de
z.g. Pot van Heeswijk. Hier kunt u allerlei
groenten dooreen voor gebruiken. Wanneer
u ieder maal, dat u peentjes, erwtjes,
boontjes, bloemkool of wat ook eet, een
klein beetje van die groenten fijn snippert,
ze wascht, even in water en zout laat ko
ken (twee minuten slechts!), uitlokken en
afkoelen, bewaart u ze in flesschen met in-
maakazijn. Wat peperkorrels, een uitje en
augurkje, een paar laurierbladen en wat
venkel verhoogen den smaak van dit zuur.
Voor groenten voor suikerzieken vond ik
de volgende raadgevingen:
Suikerziekte is een stofwisselingsziekte.
De weefsels van een door suikerziekte aan
getast lichaam kunnen dc druivensuiker of
glucose niet meer verwerken. Deze druiven-
suiker wordt gevormd door zetmeelhoudend
voedsel. Daarom mag een aan suikerziekte
lijdend persoon dergelijk voedsel niet meer
tot zich nemen. Gebeurt dat toch. aankomt
er steeds meer onverwerkbare suiker in bet
bloed, totdat de grens bereikt is: het bloed
niet meer suiker opnemen kan, en de nie
ren de suiker gaan afscheiden. Dan is het
oogenblik aangebroken, dat de dokter in
grijpen moet en deze het beruchte strenge
dieet voorschrijft. Nu best&at er wel een
neiging bij patiënten om te smokkelen met
dit voorschrift, doch dat is zéér onverstan
dig, kan zelfs gevaarlijk zijn Bedenk toch,
dat dit dieet geen zuivere voedingskwestie
is, doch een geneesmiddel. Houdt er u dus
even streng aan als aan een drankje of
poeiers, die u voorgeschreven werden. Doch
ook de vrouw des huizes kan door een c*>r-
deelkundige afwisseling van haar menu's
dit dieet zóó verbloemen, dat de patiënt ver
geet op dieet te leven. Elk dieet is voor het
slachtoffer spoedig zeer eentonig. Een
pracht-taak voor een echte ouderwelsche
huisvrouw om die eentonigheids-klip te
omzeilen!
Behalve aan de keuze der gerechten voor
suikeizieken moet er ook aan de toeberei
ding veel zorg en aandacht worden besteed.
Men maakt hier zoo licht een fout of ver
gissing, die schadelijk is voor de patiënt.
Andijvie, artisjokken, asperges, bloemkool,
Brusselsch lof. komkommer, slasoorten, pos
telein, raapstelen, rabarber, roode- en savoye
kool, spinazie, zuring, zuurkoolalle tuin
kruiden, peterselie, dragon, radijs, kervel,
selderij, ramenas, tomaten, tafelzuur ('t laat
ste alleen mits met azqn bereid) hebben allen
een zeer klein of «geheel geen zet-
meelgehalte.
Verboden waar is: alle soorten van knollen,
wortelen, peulvruchten zoete vruchten,
aardappelen, prei en uien.
Soms is de suikerziekte nog gering; dan
staal de dokter sommige vruchten toe, b.v.
aalbessen (7 pCt. bevattend), zure appelen
(eveneens 7 pCt.), onrijpe kruisbessen
(3 pCt.), sinaasappelen (3 pCt. suiker).
De huisvrouw dient zich streng aan dit
lijstje te houden. Er is toch ook waarlijk
nog al wat keus.
Verder moet zij haar hersens gebruiken 1
En b.v. niet sausjes, gebonden met bloem,
maizena of aardappelmeel bij de groenten
serveeren. Eier-sauzen zijn wel gepermit
teerd en heel smakelijk bij postelein o a.
Stoof de1 groenten alleen met boter, bind
ze zoo mogelijk met een geklopt ei. maar
pas op- 't ei mag niet schiften. Tomaten-
puréo is een zeer geschikt bindmiddel voor
deze patiënten: bloemkool, brussolsch lof.
andijvie', gestoofde asperges, gesloofde sla
i9 allemaal héél lokker met tomatenpurée
Bladgroenten moeten zoo min mogelijk
afgekookt worden. Dan zijn zo hot voed
zaamst. Doch bloemkool, dat pl.m. 5 a 7
pCt. zetmeel bevat, boerenkool met 10 pCt
spruitjes met 8 en jonge tuinbóonen ook
met 8 pCt. moeten dit verlic'zen en dus
juist wèl langer koken.
En nu nog een laatsto raad: denk er bij
voorbaat aan. dus in den zomer, dat u vol
doende geoorloofde groenten en vruchten
voor 's winters inmaakt voor den patiënt:
b.v. asperges, tomaten, tomatenpurée, ra
barber. kruisbessen, tafelzuur enz.
RECLAME.
H. P. H. KEEREWEER
BEGRAFENISSEN T«I. 861
AUTO-TRANSPORT
Aalmarkt 16. CREMATIE
4762
G .v. d. R. te K. Katwnk, Rjjnsburg,
Oegstge«st, Leiden, langs de Zijl, driesprong
paal nr. 1456, driesprong 1757, Rijpwete-
ling, Nieuwe Wetering, Leimuiden, Aals
meer, kruising 1874, driesprong 367, Bo
venkerk, Amstelveen, Amsterdam (stadion),
Amsterdam (Leidsche plein). Tot. 53 K.M.
J. N. to W. Woubrugge, Rvjnzaterwou-
de, Leimuiden, Brug Ringvaart, Nieuw Ven
nep, Hoofddorp, Heemstede, Haarlem, Scho.
ten, Santpoort, Velsen, Beverwijk, Castricum.
Limmen, Heiioo, Alkmaar, Sohoorldam, Stol.
perviotbrug, 't Zand, Westeinde, Anna Pau-
lowna, van Ewycksluis, Wieringen (einde
afsluitdijk), Westerlar.d, Hippolytuahoef.Oos-
terland, Den Oever, Totaat 114,7 K.M.
Dit is het beste punt om iets van de Zui-
derieewfrken te zien. Voorts zjjn ook de
werkzaamheden te Medemblik in vollen gang.
Terugrijden langs zelfden weg tot AnDa
Panlowna, Wieringerwaard. Kolhorn, agweg
naar Winkel, Aartswoud, Medemblik. Totaal
50 K.M.
Terug over station Opperdoes, Midwoud,
Nibbixwoud, Wognum, Hoorn, Scharwoude,
Oosthuizen, Edam. Volendam, Monnikendam,
Broek in Waterland, Buiksloot, Amsterdam,
Ouderkerk. Uithoorn. Nieuwveen, Woubrug
ge. Totaal 101.7 K.M.
V. W. Ie O. Wanneer u het door u ge
noemde mengsel van bessen, suiker en
water niet aan een gistingsproces onder
werpt ontstaat geen alcohol.
Ph de T. te L. Als u de vlek van den
heerenhoed niet met een gewonen schuier
kunt wegkrijgen dan uitwrijven met
een doek in een wittezeep-oplossing ge
doopt. Daarna uitborstelen.
Door RAFAëL SABATINI.
Uit het Engelsch door C. M. G. d. W.
19)
Aan een ander tafeltje zaten vier heeren
-reizigers naar het scheen, naar hun uiter-
f1* kleeding te oordeelen W-uk in ge
fret. dal echter dadelijk verstomde toen
■arnache binnenkwam. Maar hij lette niet
P hen. toen hij met luide voetstappen over
n met matten bedekten vloer liep, en
Ui "°k niet op, hoe hij van ter zijde en
kees Werd nagegaan, toen hij terug-
L en den groet van den sergeant be-
verdween dadelijk in de
i J. die naar de trap leidde.
lder/n .°°een^'^c 'a'er kwam hij terug om
I te roepen en hem bevelen te
L.,r; "'J bestelde namelijk avondelen voor
«Pecque en zich zelf.
J^en °P het portaal vond hij Rabee-
i. ii°b *)em "achtte.
- alles in orde?" vroeg hij en ontving
Tjen^erus's'e"end antwoord van den be-
begroette hem hartelijk. Zij
ziin het, ongerust gemaakt over
nii T?, '"bViijvpn. Hij vertelde haar, waar
°P uit
geweest was; haar gezicht betrok
IR zil A "-«-3. uaoi HCtlLllt UCT1VH
*!<3e "'tela* van zijn pogingen mede-
mUnheer." riep zij uit, „u is toch
lacht i hier Gienoble den
Ul laten doorbrengen?"
„En wat anders?" vroeg hij. Hij fronste
de wenkbrauwen en vond het een dwaas
heid en dacht, dat het niet anders dan gril
ligheid was van een vrouw.
„Het i9 niet veilig," riep zij uit met loe-
nemeuden angst.
,.U weet niet hoe machtig die Condillacs
zijn."
Hij liep naar den haard, hel houtvuur
siste, toen hij er zijn natte laars op zette.
Toen ging hij met zijn rug naai het vuur
staan en zag glimlachend op haar neer.
„En u weet niet hoe machtig wij zijn."
antwoordde hij, volkomen op zijn gemak.
„Ik heb zes soldaten en een sergeant bene
den van het Tegiment van den Sénéchal.
met Rabecque en mij er bij, zijn wij met
ons negenen mannen. Dat moet toch als
wacht voldoende zijn, mademoiselle. En >k
denk toch niet. dat de Condillacs, hoe mach
tig zij ook zijn. hel zullen wagen u op (e
eischen met de punt van den degen op
de borst."
„En toch." antwoordde zij. zij was wel
eenigszins gerustgesteld, maar toch niet ge
heel, „toch had ik liever gehad, dat u een
paard voor mij genomen had. dan hadden
wij naar St Marcellin kunnen rijden, waar
wij zeker wel een rijtuiz kunnen krijgen'*
„Ik zag de noodzakelijkheid niet in 11 al
dien last te bezoTgen." antwoordde hij. „H?t
regent hard."
„Ach! Wat doet er dat toe?" riep ze wat
ongeduldig.
..Daarenboven schijnen er geen paarden
ie zijn in het posthuis. Een prachtige plaats,
dat Dauphiné van u. mademoiselle."
Zij lette niet op den spot met de provincie
waar zij geboren was
„Geen paarden?" herhaalde zij en ze
keek hem met haar bruine oogen heel
scherp aan en het was of de angst haar op
nieuw bekroop. Zij stond op en ging naar
hem toe. „Werkelijk, dat is onmogelijk."
,,Ik verzeker u, dat het zoo is noch in
het posthuis, noch in een van de herbergen,
waar ik geweest ben, kon ik een paard
krijgen."
..Mijnheer Garnache," riep zij uit, „daar
zie ik Condillac^ hand in."
„Hoe zoo?" weer was die ongeduldige
klank van zooeven in zijn stem.
„Ze zijn u voor geweest. Zij trachten u
hier te houden ons in Grenoble te hou
den."
„Maar waartoe dient dat?" vroeg hij met
toenemende ergernis „De Auberge de France
heeft beloofd mij morgenochtend een rijtuig
te bezorgen. Wat kan het hun te Condillac
helpen ons een nacht hier te houden?"
„Zij hebben het een of ander plan. O
mijnheer, ik ben zoo bang"
„Zet dien angst van u af," antwoordde
hij luchthartig en om haar gerust te stellen
voegde hij er glimlachend bij: „Wees maar
gerust, Rabecque en ik en de soldaten, zu1-
len goed op u oassen. Er blijft den heelen
nacht een wacht in de gang staan en Ra
becque en ik zullen beurt om beurt voor
schildwacht spelen. Zal dat u nu nog geen
rust geven?"
„U i9 erg goed", zei ze en haar stem
I trilde van gevoel en echte dankbaarheid.
I Toen hij wegging, riep zij hem achterna:
I „Zult u voorzichtig zijn voor u zelf?"
Hij bleef even staan op den drempel en
keerde zich om. „Dal i9 een gewoonte van
I mij", zei hij met een ondeugend lichtje in
1 zijn oogen. Maar zij beantwoordde den glim
lach niet. Zij maakfe zich zeer ongerust.
„Pas op voor hinderlagen", smeekte zij
„Ze zijn vreeselijk listig, die menschen
op Condillac. En als u iets kvyaads over
kwam
„Dan was Rabecque' er nog en de sol
daten van de wacht
Zij trok de schouders op. „Ik smeek u.
wees voorzichtig," zei ze dringend.
,,U kunt op mij vertrouwen." zei hij en
deed de deur dicht.
Toen riep hij Rabecque en samen gingen
zij naar beneden. Maar haar vrees gedach
tig, zond hij een der soldaten als schild
wacht voor haar deur. terwijl hij en zijn
bediende soupee'rden. Daarna riep hij den
herbergier en zette zich aan tafel met Ra
becque naast zich om hem de schotels aan
te reiken en den wijn in te schenken.
Aan de andere zijde van het lage ver
trek zaten de vier reizigers nog te praten-,
loen Garnache ging zitten, riep een h'Qimer
den waard en vroeg op ongeduldigen too»
of zijn avondeten haast kwam.
„Zoo op 't oogenblik, mijnheer", ant
woordde de waard eerbiedig en hij kwam
weer bij Garnache. Toen ging hij de kamer
uit om zijn souper te halen; terwijl hij
weg wa.s, hoorde Rabecque van zijn heer,
hoe het kwam, dat zij dien nacht in
Grenoble bleven Het was merkwaardig,
dat de slimme vent de zelfde gevolgtreK-
king maakte als Valérie over de afwezig
heid van paarden cn rijtuigen in Grenoble.
Hij was ook van oordeel, dat de onderge
schikten deT douairière zijn meester waren
voor geweest en zonder Garnache te dur
ven aanraden voorzichtig te zijn een
raad die hem misschien een klap om zijn
ooren bezorgd had besloot hij een bij
zonder waakzaam oog te houden op zijn
meester en hem zoo mëgelijk in geen ge
val te veroorloven het Zuigende Kalf dien
nacht le verlaten.
De waard keerde terug met ee'n schotel
ragout, die heel lekker rook; zijn vrouw
volgde met andere spijzen en een flesch
Armagnac onder haar arm. Rabecque* was
dadelijk op zijn post en zijn hongerige
meester op het punt een heel gezonden
ec-'tlust te voldoen, toen er plotseling -cn
schaduw viel op het tafeltje
Daar stond plotseling eén man en be
nam gedeeltelijk het licht van een der
lampen die aan een balk van den zolder
hingen.
„EindelijkI" riep hij uit, zijn stem was
barsch van kwaadheid.
Garnache keek op en wachtte dus even;
hij bediende zich zelf juist van de ragout.
Rabecque achter zijn meester staande, keek
ook op en klemde de lippen samen. Do
waard was bezig de kurk van de flesch le
trekken en keek ook op en zette groote
oogen op, terwijl hij reeds zon op een ver
nuftige verontschuldiging en zich teven9
gereed maakte om den ongeduldigen man
tot bedaren te brengen. Maar voordat hij
een woord kon uiten, verbrak de stem van
Gernache reeds te stilte. Op zulk een oogen
blik gestoord te worden maakte hem boos.
„Wat zegt mijnheer?" vroeg hij.
„Tot u niets, mijnheer." antwoordde de
man op onbeschaamden toon en keek hem
strak aan.
Garnache zag hem aan, een gloed was
hem naar het gezicht gestegen en zijn
wenkbrauwen fronste hij.
(Wordt vervolgd).