De droogmaking der Zuiderzee De Kaagweek 1929 begonnen. 70*le Jaargang LEÏDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 Juli 1929 Derde Blad No. 21271 BINNENLAND. Zomersproeten FEUILLETON. Martin's verjongingskuur. Een machtig werk in uitvoering. Al van oud? hebben de bewoners van onze lage landen aan de zee, met het water een verwoeden strijd gevoerd en zonder kans op tegenspraak mag gezegd, dat onze voorvaderen in dien strijd vrij geregeld overwinnaars zijn gebleven. Het Zeeuwsche wapen met de spreuk: Luctor et Eraergo tik worstel en kom boven) legt daarvan een sprekend getuigenis af en mag tevens gelden voor andere provinciën als Hol land, Friesland en Groningen, om de oornaamste te noemen. Hoeveel land is niet aan het water ontrukt! Aan de wnd- den, de Beemster, de Purmer, van Dol- Jard tot de Scihelde, de Haarlemmermeer- polder... allemaal moeizaam verkregen be zit, maar misschien juist daardoor te waar. dèvoUer! 't Is waar, een enkele maal heeft Het w*\fcer teruggenomen, wat het was ont- *oekerd; men denke b.v. aan het verdron ken land van Reimerswaal, aan de Britten burg, vlak voor de Katwijksche kust; doen dat is gelukkig uitzondering cebleven. Wat eenmaal veroverd was, is in het algemeen goed vast gehouden Welk een noeste vlijt is betoond om te. bereiken, wat aan land is gewonnen; welk een energie is daarbij ten toon gespreid; welk een werkkracht en doorzettingsver mogen aan den dag gelegd In verhouding is dit echter allemaal kinderspel bij hetgeen men thans bezig v> te doen aan de Zuiderzee! Daar wordt als het ware een twaalfde provincie aan de zee ontworsteld, daar wordt een strijd ge voerd tegen het natte element als nog nim mer tevoren. De droogle^gintr der Zuider zee, het winnen van 225000 H.A. land, vor mende 7 pCt. van onzen bodera, het klinkt zoo eenvoudig, ook a-1 werken deze cijfers niettemin reeds eenigezins op de verbeel ding. Maar men moet met eigen oogen aanschouwen, voor en aleer mpn volkomen kan begrijpen, welk gigantenwerk is aan gevangen en in uitvoering is! Woensdag hebben wij de gelegenheid, die de Nederl. Spoorwegen ieder jaar bie den om de werkzaamheden tot bet aan de baren ontworstelen van zoo'n nieuwe pro vincie te zien en waar te nemen, benut en heeft een extra-trein en vervoleens ee,n der fraaie booten van de lijn Enkhui/pn —Stavoren ons gevoerd ter plaatse. Te midden van de drukke en ingespannen uit voering van dit machtige werk hebben wy ale leek een indruk kunnen verkrijgen van wat daar bezig is te geschieden en onwil lekeurig, durven wij verzekeren, zijn wij gekomen onder den indruk van bet groot- sche, het gigantische van deze grootste, van alle pogingen van landwinning. Nog is men slechts bezig aan het voor werk, de afsluiting der Zuiderzee; aan -le eigenlijke, droogmaking is men nog niet toe. Doch dit voorwerk is vermoedelijk wel het zwaarste Reeds bij het prachtigste zomerweer, wanneer de zon de rustig voort kabbelende golfjes doet baden in een stroom van gouden licht en in staat schijnt alle idee van de gevaren der zee te doen yd wijn en als bij tooverslag, wanneer zelfs de meest gevoeligste der stervelingen geen flauwe notie bespeurt van zeeziekte en van offers aan Neptunus, reeds dan kan men niet zich losmaken van den overstelpenden indruk yan machtigheid, die het mensrhen- *erk daar als met geheime sluiers onzicht baar om allen legt, die een kijkje nemen. Hoe moet het dan niet zijn als de storm de golven voortzweept met donderend ge raas en in woester dans ze met elkaar krij gertje doet spelen, loeiend en brullend rammeiend, wat haar weg poogt te ver sperren. Voor we nader ingaan op ons bezonk, even ter oriëntéering en ter herinnering een korte geschiedenisles. Het is het !e- i venswerk van den - onlangs overleden ond- j minister dr. ir.'C. Lely geweest, toen onder zijn ministerschap 14 Juni 1918 de wet tot stand kwam tot uitvoering der Zuiderzee werken. In 1920 werd een begin gemaakt; aanvankelijk heel langzaam, daar de schat kist niet toeliet, groote sommen voor dit doel beschikbaar te stellen. Eerst in 1927 is cnet volle kracht aangepakt en nu gaat het snel en flink voorwaarts! Als het ijzeren stoomros de nieuwsgieri gen heeft gebracht naar het oude Zuider zeestadje Enkhuizen, dwars door de wel warende en koolrijke Streek", waar d- kerktorens bijkans alle nog den ouden tijd aanwuzenen allen zioh hebben inge scheept, wordt koers gezet naar de Frie- sche kust cn langs Stavoren, Hindeloopen. Workum en Piaam, plaatsjes, die men in de verte duidelijk kan onderscheiden, ver zonken in de meest kalme rust, als zij lijken, wordt het Kornwerderzand bereik? na een heerlijken boottocht van bijkans drie uur. Daar, eventjes ten Zuiden van het dorpje Zurich, begint de afsluitdijk, die van Friesland zal loopen naar de Holland- sche kust. Daar komen tevens tien uitwa teringssluizen, elk 12 M. breed, en twee schutsluizen, een voor schepen tot 2000 ton, eoa voor schepen tot 600 ton laad vermogen. De dijk is al over een afstand van 3.6 K.M. gereed en met de sluizen is men druk doende. In <»en heel houten tentendorp in de groote massa werkvolk ondergebracht, voor wie ook geestelijke bijstand, desge- wensoht, aanwezig is. Een houten kerkje staat ter zijde. De fundeering der sluizen is gereeden daarop wordt nu met. volle kracht voortgearbeid. We zullen niet trach ten dit werk te beschrijven, maar wanneer men gadeslaat, wat daar door me.nschen- hand wordt, gewrocht, dan staat men vol eerbied voot de groote vlucht, die de we tenschap ook hier weer blijkt te hebben genomen. Hoe precies zal dit alies moeten passen en irf elkaar sluiten! Welke ern stige gevaren bergt een fout in de bereke ningen niet in zich... Machtig en grootsch, we moeten het nog eens herhalen, is de strijd tegen de wate ren, die Ipcr reeds zon teruggedrongen. F/n nog versterkt wordt deze indruk, ah men zoo ongeveer langs het verloop van de afsluitdük, die al in lijn is uitgelegd, en bij het Breezand plm. halfwe^gs Friesland en Holland, opnieuw boven het water uitkomt, na een paar uur varen Den Oever bereikt, gelegen aan de Noord- Oosteliike pnnt van het voormalige eiland Wieringen Voormallere edand, want Wie- ringen is thans reeds verbonden mpt Holland. Daar aan Don Oever heeft men in nog iets grooteren opzet een herhaling van wat werd waargenomen op het Kornwerder zand. Daar komen toch niet minder dan vijftien uitwateringssluizen en een schut sluis voor schepen tot 200 ton laadver mogen. Daar ziet men tevens in aanleg twee bruggen, een voor spoorverkeer, een voor ander verkeer. Ook hier zijn de fun- deerineen alle gereed, waarop nu wordt verder gearbeid. Dan wordt de terugreis aanvaard langs de,Oude Zeug en ontdekt men, dat toch niet geheel en al met de drooglegging wordt gewacht tot de dij kaf sluiting is vol tooid. Het blijkt, dat de bedijking van den Wieringermeerpolder bijkans gereed is, zoodat spoedig met het droogmalen zal kunnen worden begonnen. Langs Me- derablik gaande met zijn „Dromme- daris", ziet men dan den ongeveer 40 H.A. grooten proefpolder van Andijk, waar proe ven worden genomen, hoe straks de gewon nen gronden het voordeligst en spoedigst in cultuur zullen kunnen worden gebracht. Xa ruim tien uur wordt tenslotte Enk- huizen, het punt van uitgang weer bereikt. Het is een lange tocht en ten deele ook een vermoeiende tocht, want alles, wat men te verwerken krijgt, vergt veel van do aandacht, doch spijt zal men niet hebben van zijn bezoe.t, want dit zelf-aanschouwen alleen kan doen begrijpen welk een Tita- nenwerk daar door een eendrachtig wer kend geheel van leiders en uitvoerders wordt verricht. Zonder zclf-waarneming kan men o.i. niet aanvoelen, hoe grooteen een arbeid wordt gegeven aan bet berei ken van een doel. dat ons volk kan samen- I binden in een nationaal bewustzijn van eigenwaarde en gezonde volkskracht; zulks j in de beste beteekenis van nationale een heid 1 Schatten worden verslonden, voor hei groote werk af zal zijn, zelfs zeer bedul- j dend aanzienlijker, dan aanvankelijk is be- j rekend, en nieuwe tegenvallers zijn niet geheel uitgesloten, maar nog altijd is ef gerechtvaardigde hoop, dat, eenmaal ge reed, de gebracht, offers zullen worden goed gemaakt door de verkregen aanwinst, enkele pessimistische voorspellingen ten spijt. Moge dat zoo zijn, opdat in ieder op zicht het werk den arbeid zal lormen; deze verdient dit volkomen Men bemerkt uit bovenstaande, hoe wij het streven der Spoorwegen om ons volk 1 in groote gelederen in staat te stellen kennis te nemen van dezen van volkskracht sprekenden arbeid waardeeren. Zelf den jongsten, tocht meemakend ontdekten wij echter in de organisatie twee leemten, oi* makkelijk zijn te verhelpen, weshalve w;j meenen goed te doen daarop de aandacht te vestigen. In de eerste plaats zouden we de deskundige leiding voortaan liefst zie-fl uitgebreid, opdat meerderen daarvan kun nen profiteeren en in de tweede plaats moeten aan boord meer stoelen, al zijn het dan ook vouwstoeltjes, worden meeeenc men, oüdat allen een zitolaats kunnen krij gen. Nu, Woensdag, hadden zeker een driehonderd nersonen geen plaats tot ver driet van zich zelf en alle anderen! POSTKANTOOR LBÏDSN. Lijst van onbestelbare brieven en brief- kaaiten, van welka de afzenders onbekend zijn. Terugontvangen in de le helft der maand Juli 1929. BRIEVEN BINNENLAND. Broekhuijzen dr. S. Utrecht Bunk mevr. M. ten Breda Directeur Gemeen tebelastingen Haag (5 stuks) Griffier Arr. Rechtbank Haag Heck's Zaken- beurs Amsterdam Hoekstra firma I) Lei den Koole Mademoiselle M. Leiden Leeuwen F van Haarlem Leven Red. Het Amsterdam Nie II de Deventer Plas H. v, d. Katwijk a. Zee Wiggers fam. C. A. Leiden. BRIEFKAARTEN BINNENLAND. Naam onleesbaar Noordwijk Bosch Tj. Nijjehaske Duivenvoorde P. Xoordwij- kerhout Kampen mej. van Haag Oosten schipper P. B. van Rotterdam Weers, Amsterdam. BRIEVEN BUITENLAND. Dort John van Detroit U.S.A. Oppeu- heimer Monasch Heidelberg Reijden A. J. v. d Soerabaja. •i Briefkaarten zonder adre9. Luchtfoto K. L. M. Wanneer de zomervacantie eenmaal is ingetreden begint daarmede tevens de drukste tijd op onze onvolprezen Kagerplassen. Maar wanneer het dan bovendien nog Kaagweek is, dan is er, zooals onze overzichtsfoto duidelijk doet uitkomen, aan de steigers van de jachthavens 't Fort en Cieco te Warmond geen plaatsje onbezet. *1 Hiernn.ler behooren ni*; pocfchiVken. welke niet of onvoldoende zijn ?efrankeerd RECLAME. ver- dwijnen spoedig door een pot Sprutol. Bij alle Drogi isten 8882 DE BRUSSELSCHE FALSIFICATIE. Naar de correspondent van de „N. R. Crt." te Brussel meldt, heeft het Vlaamsch-natio- na!e Kamerlid voor Mechelen, Ward Her mans, aan zijp politieke vrienden in Kamer en Senaat het plan Ie kennen gegeven, on middellijk na de hervatting van de parle mentaire werkzaamheden de kwestie der documenten, waarvan er een door het ..Ulrechlsch Dagblad" werd gepubliceerd, in de Kamer te berde te gaan brengen. Ook denkt hij er over. de regeering in verband daarmee te interpelleren, waarbij men, naar verzekerd wordt, zekere onthullingen zijnerzijds mag verwachten. DE STAKING TE ZAANDAM. Een oplossing te verwachten? Men meldt uit Zaandam: Gisteren had ten sladhuize alhier de aan gekondigde conferentie plaats tusschen den Rijksbëmiddelaar. den heer Fl A. van IJs- selsteijn en de betrokken partijen in het houtcouflict. Nadat de Rijksbemiddelaar door den burgemeester en den heer A. H. Verkade was doorgelicht omtrent den stand der slaking, volgde een conferentie met een zevental vertegenwoordigers der werkgevers en den secretaris van den Werkgeversbond mr. F. de Graaf. Daarna volgde een conferentie met afge vaardigden der 4 samenwerkende organisa ties der werknemers. In den namiddag had een bijeenkomst plaats van de beide partijen, waarbij de heer Van ÏJsselsteijn het voorstel deed om het loon der losse arbeiders te verhoogen met 50 ct. per week en de tarieven dien overeenkomstig le wijzigen. De Rijksbemid delaar vroeg voor Maandag a.s. antwoord, opdat het werk, bij wederzijdsche aanvaar ding van dit voorstel, op Maandag a.s. zou kunnen worden hervat. Heden zullen de organisaties haar stand punt in de te houden ledenvergadering nader bepalen. N.V. MAATSCH. TOT EXPL. VAN JAARBEURSGEBOUWEN. In de te Utrecht gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders der N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Jaarbeurs gebouwen werd het Jaarverslag 1928/*29 goedgekeurd, benevens de balans en winst en verliesrekening over dit boekjaar.- De exploitatierekening sluit met een voordeelig saldo van f. 27.856.58, dat via de winst en verliesrekening op nieuwe rekening wordt overgebracht. Het jaarverslag memoreert de gunstige ontwikkeling van het jaarbeursinstituut en constateert, dat de beide in dit boekjaar gehouden Jaarbeurzen, wat verhuurde op pervlakte aangaat, de ramingen ver heb ben overschreden. Voorla wordt een over zicht gegeven van den bouw van het nieuwe jaarbeursgedeelte en vestigt het bestuur er de aandacht op, dat de uitbreiding van het bestaande Jaarbeursgebouw een urgent*; eisch wa9 om Te kunnen voldoen aan de nieuwe eischen welke de ontwikkeling van het Jaarbeursinstituut in de laatste jaren stelde. De stand van den bouw was aart het einde van het boekjaar zoodanig, dat naar menschelijke berekening verwacht kan worden, dat de Voorjaarsbeurs 1930 in het vergroote Jaarbeursgebouw zal kunnen worden gehouden. DE DIENSTPLICHTIGEN VAN DE VOORTAARSPLOEG IQ2Q. Door den heer K. ter Laan was de vol gende vraag aan den minister van Defensie gesteld. Is de minister bereid, de dienstplichtigen van de voorjaar9ploeg 1928, die tengevolge van de toen heerschende koude en om ziekte te voorkomen niet werden opgeroe pen op de oorspronkelijk aangewezen dagen, waarop zij reeds gerekend hadden, doch enkele weken later, toch met groot verlof te laten gaan op de aanvankelijk daarvoor vastgestelde dagen? Hierop heeft minister Lambooy geant woord, dat er overwegend bezwaar tegen bestaat, aan den in de vraag opgesloten wen ach gevolg te geven, omdat daardoor de geoefendheid van dienstplichtigen, over wie het hier gaat, beneden het vereischte minimum zou blijven. Door RAFAëL SABATINI. Uil het Engel9ch door C. M. G. d. W. 6) Maar hij bedierf alles door zulk een ontem bare opvliegendheid dat men in Parijs ge woon was te zeggen: „Ontplofbaar als Gar naehe." Tressan vermoedde in de versie verte niet bij welk vaatje buskruit hij de lont legde an zijn beleefde vrijpostigheid. En Gar naehe liet hem dat ook niet merken. Hij bedwong zich bijtijds en bedacht dat die ette kerel wel eehigszins gelijk. had. ,.U begrijpt mij verkeerd, mijnheer," zei hii, terwijl hij met zijn bruine hand voor z'in lange kin streek. „Ik trachtte alleen te vernemen of u reed1? weel wat er daar P'aala heeft en voor mij zelf dus de mneile besparen u dingen le vertellen die u reeds ^ept. Ik wil echter met genoegen een rich- ting volgen die u aangenamer zal wezen. Dit i9 <Jus in het kort de zaak waarvoor hier ben gekomen. Wijlen markies de Condillac. heeft twee zoons nagelaten. De oudste, Florimond, de tegenwoordige mar- is reedc ponigen tijd afwezig en neemt tiGel aan den striid in Italië, waarin hij ïepds gpwikkptd was viVtr den dood van znn )3<jer Hii ia-de stiefzoon van de iegpnwo«v- i?e weduwe: haar eigen jongere zoon is Marras de Condillac. Merkt u soms op dat ik mij vergis, wees .J® ZP° vriendelijk mijnheer, mij daarop opmerkzaam te maken." De Sénérhal maakte een deTtige buiging en mijnht-er de Garnaehe ging voort: „Deze jongere zoon ik geloof dat hij nog geen een-en-twintig jaar is is zoo iels van pen deugniet geweest." „Een deugnie'? Lieve hemel neenl Dat is een strpnge naam dien u hem geeft. Een weinig onverstandig nu en dan, een wei nig onbezonnen, dat zijn de jongelui wel meer Hij zou nog wel meer gezegd hebben, maar de man uil Parijs was niet van plan zijn lijd le vermorsen met spitsvondig heden. j „Nu goed dan" viel hij hem in de rede. j „Wij zullen dus zeggen wat onverstandig Mijn opdracht heeft niets te maken met de moraliteit van mijnheer Marius of wel zijn gemis aan moraliteit. Deze onbezonnen heden die u zoo weinig telt, schijnen toch voldoende geweest le zijn om hem van zijn vader te vervreemden, iets dat hem aan zijn i j moeder nog dierbaarder maakle. Ik heb ge- honrd dat zij pen buitengewoon mooie vrouw i* dat haar zoon haar bijzonderT vereert „01" riep de Sênéchal verrukt uit ..Een mooie vrouw een edele, een prachtige vrouw." „Hm!" Garnaehe nam de extase en den I glimlach met een boos oog op. Daarna ging hij voort: „De ovprleden markies was zeer bevriend J i met zijn buurman, nu evpneens overleden. den heer d* la Vauvrage. Deze mijnheer ue j la Vauvrage had ^en •'enig kind. pen doch ter, de erfgename van zijn zeer belangrijke bezittingen, waarschijnlijk de rijkste in heel Dauphiné indien ik goed ben ingelicht. Het was zijn dierbaarste wensch; hetgeen een levenslange vriendschap geweest was in zijn eigen geslacht te veranderen in een hechJer betrekking voor het volgende ge slacht, een wensrh die weerklank vond m het hart van mijnheer de Condillac. Florimond de Condillac was toen zes tien jaar en Valérie de la Vauvrage veertien. Hoe jong zij ook waren, zij werden verloofd en zij groeiden op met de gedachte dat rij elkaar zouden liefhebben en de plannen ten uitvoer brengen die hun vaders voor hen gemaakt hadden" „Mijnheer, mijnheer" kwam de Sénéchal tusschenbeiden. Hoe kunt u met mogelijk heid zulke gevolgtrekkingen maken? Hoe kunt u zeggen dat zij elkaar lief hadden? Dp welke gronden kuDt u beweren te welen, wat in hun hari omging?" „Op grond van de getuigenis van made moiselle de la Vauvrage." was het onver antwoordelijke bescheid. „Ik vertel u mm of meer. wat zij zelf aan de koningin ge schreven heeft. „01 goed, goed ca voort mijnheer." „Door dal huwelijk zou Flcrimond de Condillac de rijkste en machtigste edelman worden van Dauphiné een van de rijksie van heel Frankrijk En dat denkbeeld hp- haagde den ouden markies le meer, daar het verschil, dat er zou bestaan tusschen de wereldlijke bezittingen van zijn twee zoons zijn afkeuring zou te kennen geven van het gediag van den jongste: Maar voordat h:j zich in Dauphiné neerzette gaf Florimond den- wensch fe kennen de wereld in 'e gaan. helceen /eer natuurlijk w$3 in een jongmensoh Hij moei wat van de were'-d gezien hehbtn voordal hij zulk een groove verantwoordelijkheid als hem wachtte, op zich nam. Zijn vader begreep hoe versland'g dit ""o en maakle dus geen bezwaar en zoo v>. Torimond toen hij twintig jaar oud was en nam deel aan den oorlog in Italië. Twee jaar daarna, nu bijna zes maanden geleden, is zijn vader gestorven; eenige we ken daarna stierf ook diens vriend, mon sieur de la Vauvrage. Deze laalsle heeft het karakter van de douairière, van Condillac niet doorzien en dit is de oorzaak van de tegenwoordige moeilijkheden. Hij heeft haar de zorg opgedragen voor zijn dochter Va lérie gedurende de afwezigheid van Flori mond. Zoodra deze terug keerde zou het huwelijk natuurlijk dadelijk voltrokken wor den. Alles wat ik u vertel, weet u zelf waar schijnlijk reeds. Maar dat heeft u aan u ze f te wijten, u heeft mijn vragen niet willen beantwoorden „Neen, neen mijnheer, ik verzeker u dat veel van hetgeen u mij vertelt volkomsn nieuw voor mij is."- „Het doet mij genoegen dat te hooren, mijnheer de Tressan" zei Garnaehe met den grootsten ernst. „Want had u al deze feilen geweten dan zou hare majesteit het recht hebben le vragen waarom u in het ge heel niet tusschenbe'den gekomen is in het geen op Condillac geschiedt. Maar laat mij voortgaan. Madame de Condillac en haar dierbare Benjamin deze Marius waren dus gedurende Flori- monds afwezigheid heer en meester over den toestand en hebben zich beijverd daar van lot hun eigen voordeei partij le trek ken. Mademoiselle de la Vauvrage, onder voogdij van de markiezin is feitelijk een gevancene en men wil haar noodzaken' m«t Manus Ie trouwen Indien dit afschuwelijke plan gelukt, dan zou de weduwe niet alleen haar zoon een schoone toekomst verschaf fen, een weelderig en eervol leven, maar levens voldoening geven aan haar opge kropte haat jegens haar stiefzoon. Maar Mademoiselle verzet zich tegen haar plannen; pen toevallige omstandig heid komt haar daarbij te hulp, pen gevog van de aanmatigende verwaandheid, die belangrijkste karaktertrek van madame schijnt te zijn. Na den dood van den mar kies had Condillac geweigerd tienden te dc- taien aan de Kerk en den bisschop bespot en beleedigd. De prelaat wiens vermanin gen ijdel bleken, heeft deze behandeling beantwoord door Condillac onder een inter dict te plaatsen en al de bpwoners de zege- Ring*n der Kerk te onthouden. Het is hun dus niet geluki een priester Ie krijgen d.;e zich binnen de muren van Condillac zou wagen, zoodat het hun onmogelijk zou we zen Marius een huwelijk tc- laten sluiten met mademoiselle al hadden zij haar daar toe willen noodzaken. Florimond is nog steeds afwezig. Wij heb ben allen grond te gelooven dat men hp-n den dood van zijn vader niet heeft bekend gemaakt Brieven die nu en dan van hem komen, bewijzen dat hij leefde ten minsie drie maanden g« leden. Er is een bode naar hem toegezonden om hem ernstig te verzoe ken dadelijk naar huis terug te keeren. Maar voor dal hij hier kan wezen heeft de ko ningin besloten de noodzakelijke stappen ie doen om mademoiselle de la Vauvrage uil haar gevangenschap te verlossen, opdat zij niet langer gekweld zal worden door ma dame de Condillac en haar zoon in één woord, opdat zij niet langer gevaar behoeft te loopen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9