De droogmaking der Zuiderzee
De Kaagweek 1929 begonnen.
70*le Jaargang
LEÏDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 Juli 1929
Derde Blad No. 21271
BINNENLAND.
Zomersproeten
FEUILLETON.
Martin's verjongingskuur.
Een machtig werk in uitvoering.
Al van oud? hebben de bewoners van
onze lage landen aan de zee, met het water
een verwoeden strijd gevoerd en zonder
kans op tegenspraak mag gezegd, dat onze
voorvaderen in dien strijd vrij geregeld
overwinnaars zijn gebleven. Het Zeeuwsche
wapen met de spreuk: Luctor et Eraergo
tik worstel en kom boven) legt daarvan
een sprekend getuigenis af en mag tevens
gelden voor andere provinciën als Hol
land, Friesland en Groningen, om de
oornaamste te noemen. Hoeveel land is
niet aan het water ontrukt! Aan de wnd-
den, de Beemster, de Purmer, van Dol-
Jard tot de Scihelde, de Haarlemmermeer-
polder... allemaal moeizaam verkregen be
zit, maar misschien juist daardoor te waar.
dèvoUer! 't Is waar, een enkele maal heeft
Het w*\fcer teruggenomen, wat het was ont-
*oekerd; men denke b.v. aan het verdron
ken land van Reimerswaal, aan de Britten
burg, vlak voor de Katwijksche kust; doen
dat is gelukkig uitzondering cebleven. Wat
eenmaal veroverd was, is in het algemeen
goed vast gehouden
Welk een noeste vlijt is betoond om te.
bereiken, wat aan land is gewonnen; welk
een energie is daarbij ten toon gespreid;
welk een werkkracht en doorzettingsver
mogen aan den dag gelegd
In verhouding is dit echter allemaal
kinderspel bij hetgeen men thans bezig v>
te doen aan de Zuiderzee! Daar wordt
als het ware een twaalfde provincie aan de
zee ontworsteld, daar wordt een strijd ge
voerd tegen het natte element als nog nim
mer tevoren. De droogle^gintr der Zuider
zee, het winnen van 225000 H.A. land, vor
mende 7 pCt. van onzen bodera, het klinkt
zoo eenvoudig, ook a-1 werken deze cijfers
niettemin reeds eenigezins op de verbeel
ding. Maar men moet met eigen oogen
aanschouwen, voor en aleer mpn volkomen
kan begrijpen, welk gigantenwerk is aan
gevangen en in uitvoering is!
Woensdag hebben wij de gelegenheid,
die de Nederl. Spoorwegen ieder jaar bie
den om de werkzaamheden tot bet aan de
baren ontworstelen van zoo'n nieuwe pro
vincie te zien en waar te nemen, benut en
heeft een extra-trein en vervoleens ee,n
der fraaie booten van de lijn Enkhui/pn
—Stavoren ons gevoerd ter plaatse. Te
midden van de drukke en ingespannen uit
voering van dit machtige werk hebben wy
ale leek een indruk kunnen verkrijgen van
wat daar bezig is te geschieden en onwil
lekeurig, durven wij verzekeren, zijn wij
gekomen onder den indruk van bet groot-
sche, het gigantische van deze grootste,
van alle pogingen van landwinning.
Nog is men slechts bezig aan het voor
werk, de afsluiting der Zuiderzee; aan -le
eigenlijke, droogmaking is men nog niet
toe. Doch dit voorwerk is vermoedelijk
wel het zwaarste Reeds bij het prachtigste
zomerweer, wanneer de zon de rustig voort
kabbelende golfjes doet baden in een
stroom van gouden licht en in staat schijnt
alle idee van de gevaren der zee te doen
yd wijn en als bij tooverslag, wanneer zelfs
de meest gevoeligste der stervelingen geen
flauwe notie bespeurt van zeeziekte en van
offers aan Neptunus, reeds dan kan men
niet zich losmaken van den overstelpenden
indruk yan machtigheid, die het mensrhen-
*erk daar als met geheime sluiers onzicht
baar om allen legt, die een kijkje nemen.
Hoe moet het dan niet zijn als de storm
de golven voortzweept met donderend ge
raas en in woester dans ze met elkaar krij
gertje doet spelen, loeiend en brullend
rammeiend, wat haar weg poogt te ver
sperren.
Voor we nader ingaan op ons bezonk,
even ter oriëntéering en ter herinnering
een korte geschiedenisles. Het is het !e- i
venswerk van den - onlangs overleden ond- j
minister dr. ir.'C. Lely geweest, toen onder
zijn ministerschap 14 Juni 1918 de wet tot
stand kwam tot uitvoering der Zuiderzee
werken. In 1920 werd een begin gemaakt;
aanvankelijk heel langzaam, daar de schat
kist niet toeliet, groote sommen voor dit
doel beschikbaar te stellen. Eerst in 1927
is cnet volle kracht aangepakt en nu gaat
het snel en flink voorwaarts!
Als het ijzeren stoomros de nieuwsgieri
gen heeft gebracht naar het oude Zuider
zeestadje Enkhuizen, dwars door de wel
warende en koolrijke Streek", waar d-
kerktorens bijkans alle nog den ouden tijd
aanwuzenen allen zioh hebben inge
scheept, wordt koers gezet naar de Frie-
sche kust cn langs Stavoren, Hindeloopen.
Workum en Piaam, plaatsjes, die men in
de verte duidelijk kan onderscheiden, ver
zonken in de meest kalme rust, als zij
lijken, wordt het Kornwerderzand bereik?
na een heerlijken boottocht van bijkans
drie uur. Daar, eventjes ten Zuiden van
het dorpje Zurich, begint de afsluitdijk, die
van Friesland zal loopen naar de Holland-
sche kust. Daar komen tevens tien uitwa
teringssluizen, elk 12 M. breed, en twee
schutsluizen, een voor schepen tot 2000
ton, eoa voor schepen tot 600 ton laad
vermogen.
De dijk is al over een afstand van 3.6
K.M. gereed en met de sluizen is men druk
doende. In <»en heel houten tentendorp in
de groote massa werkvolk ondergebracht,
voor wie ook geestelijke bijstand, desge-
wensoht, aanwezig is. Een houten kerkje
staat ter zijde. De fundeering der sluizen
is gereeden daarop wordt nu met. volle
kracht voortgearbeid. We zullen niet trach
ten dit werk te beschrijven, maar wanneer
men gadeslaat, wat daar door me.nschen-
hand wordt, gewrocht, dan staat men vol
eerbied voot de groote vlucht, die de we
tenschap ook hier weer blijkt te hebben
genomen. Hoe precies zal dit alies moeten
passen en irf elkaar sluiten! Welke ern
stige gevaren bergt een fout in de bereke
ningen niet in zich...
Machtig en grootsch, we moeten het nog
eens herhalen, is de strijd tegen de wate
ren, die Ipcr reeds zon teruggedrongen.
F/n nog versterkt wordt deze indruk, ah
men zoo ongeveer langs het verloop van
de afsluitdük, die al in lijn is uitgelegd,
en bij het Breezand plm. halfwe^gs
Friesland en Holland, opnieuw boven
het water uitkomt, na een paar uur varen
Den Oever bereikt, gelegen aan de Noord-
Oosteliike pnnt van het voormalige eiland
Wieringen Voormallere edand, want Wie-
ringen is thans reeds verbonden mpt
Holland.
Daar aan Don Oever heeft men in nog
iets grooteren opzet een herhaling van wat
werd waargenomen op het Kornwerder
zand. Daar komen toch niet minder dan
vijftien uitwateringssluizen en een schut
sluis voor schepen tot 200 ton laadver
mogen. Daar ziet men tevens in aanleg
twee bruggen, een voor spoorverkeer, een
voor ander verkeer. Ook hier zijn de fun-
deerineen alle gereed, waarop nu wordt
verder gearbeid.
Dan wordt de terugreis aanvaard langs
de,Oude Zeug en ontdekt men, dat toch
niet geheel en al met de drooglegging
wordt gewacht tot de dij kaf sluiting is vol
tooid. Het blijkt, dat de bedijking van den
Wieringermeerpolder bijkans gereed is,
zoodat spoedig met het droogmalen zal
kunnen worden begonnen. Langs Me-
derablik gaande met zijn „Dromme-
daris", ziet men dan den ongeveer 40 H.A.
grooten proefpolder van Andijk, waar proe
ven worden genomen, hoe straks de gewon
nen gronden het voordeligst en spoedigst
in cultuur zullen kunnen worden gebracht.
Xa ruim tien uur wordt tenslotte Enk-
huizen, het punt van uitgang weer bereikt.
Het is een lange tocht en ten deele ook
een vermoeiende tocht, want alles, wat men
te verwerken krijgt, vergt veel van do
aandacht, doch spijt zal men niet hebben
van zijn bezoe.t, want dit zelf-aanschouwen
alleen kan doen begrijpen welk een Tita-
nenwerk daar door een eendrachtig wer
kend geheel van leiders en uitvoerders
wordt verricht. Zonder zclf-waarneming
kan men o.i. niet aanvoelen, hoe grooteen
een arbeid wordt gegeven aan bet berei
ken van een doel. dat ons volk kan samen-
I binden in een nationaal bewustzijn van
eigenwaarde en gezonde volkskracht; zulks
j in de beste beteekenis van nationale een
heid
1 Schatten worden verslonden, voor hei
groote werk af zal zijn, zelfs zeer bedul-
j dend aanzienlijker, dan aanvankelijk is be-
j rekend, en nieuwe tegenvallers zijn niet
geheel uitgesloten, maar nog altijd is ef
gerechtvaardigde hoop, dat, eenmaal ge
reed, de gebracht, offers zullen worden
goed gemaakt door de verkregen aanwinst,
enkele pessimistische voorspellingen ten
spijt.
Moge dat zoo zijn, opdat in ieder op
zicht het werk den arbeid zal lormen; deze
verdient dit volkomen
Men bemerkt uit bovenstaande, hoe wij
het streven der Spoorwegen om ons volk
1 in groote gelederen in staat te stellen
kennis te nemen van dezen van volkskracht
sprekenden arbeid waardeeren. Zelf den
jongsten, tocht meemakend ontdekten wij
echter in de organisatie twee leemten, oi*
makkelijk zijn te verhelpen, weshalve w;j
meenen goed te doen daarop de aandacht
te vestigen. In de eerste plaats zouden we
de deskundige leiding voortaan liefst zie-fl
uitgebreid, opdat meerderen daarvan kun
nen profiteeren en in de tweede plaats
moeten aan boord meer stoelen, al zijn het
dan ook vouwstoeltjes, worden meeeenc
men, oüdat allen een zitolaats kunnen krij
gen. Nu, Woensdag, hadden zeker een
driehonderd nersonen geen plaats tot ver
driet van zich zelf en alle anderen!
POSTKANTOOR LBÏDSN.
Lijst van onbestelbare brieven en brief-
kaaiten, van welka de afzenders
onbekend zijn.
Terugontvangen in de le helft der maand
Juli 1929.
BRIEVEN BINNENLAND.
Broekhuijzen dr. S. Utrecht Bunk
mevr. M. ten Breda Directeur Gemeen
tebelastingen Haag (5 stuks) Griffier
Arr. Rechtbank Haag Heck's Zaken-
beurs Amsterdam Hoekstra firma I) Lei
den Koole Mademoiselle M. Leiden
Leeuwen F van Haarlem Leven Red.
Het Amsterdam Nie II de Deventer
Plas H. v, d. Katwijk a. Zee Wiggers
fam. C. A. Leiden.
BRIEFKAARTEN BINNENLAND.
Naam onleesbaar Noordwijk Bosch Tj.
Nijjehaske Duivenvoorde P. Xoordwij-
kerhout Kampen mej. van Haag
Oosten schipper P. B. van Rotterdam
Weers, Amsterdam.
BRIEVEN BUITENLAND.
Dort John van Detroit U.S.A. Oppeu-
heimer Monasch Heidelberg Reijden A.
J. v. d Soerabaja.
•i Briefkaarten zonder adre9.
Luchtfoto K. L. M.
Wanneer de zomervacantie eenmaal is ingetreden begint daarmede tevens de drukste
tijd op onze onvolprezen Kagerplassen. Maar wanneer het dan bovendien nog Kaagweek
is, dan is er, zooals onze overzichtsfoto duidelijk doet uitkomen, aan de steigers
van de jachthavens 't Fort en Cieco te Warmond geen plaatsje onbezet.
*1 Hiernn.ler behooren ni*; pocfchiVken.
welke niet of onvoldoende zijn ?efrankeerd
RECLAME.
ver-
dwijnen spoedig door een pot
Sprutol. Bij alle Drogi
isten
8882
DE BRUSSELSCHE
FALSIFICATIE.
Naar de correspondent van de „N. R. Crt."
te Brussel meldt, heeft het Vlaamsch-natio-
na!e Kamerlid voor Mechelen, Ward Her
mans, aan zijp politieke vrienden in Kamer
en Senaat het plan Ie kennen gegeven, on
middellijk na de hervatting van de parle
mentaire werkzaamheden de kwestie der
documenten, waarvan er een door het
..Ulrechlsch Dagblad" werd gepubliceerd, in
de Kamer te berde te gaan brengen. Ook
denkt hij er over. de regeering in verband
daarmee te interpelleren, waarbij men,
naar verzekerd wordt, zekere onthullingen
zijnerzijds mag verwachten.
DE STAKING TE ZAANDAM.
Een oplossing te verwachten?
Men meldt uit Zaandam:
Gisteren had ten sladhuize alhier de aan
gekondigde conferentie plaats tusschen den
Rijksbëmiddelaar. den heer Fl A. van IJs-
selsteijn en de betrokken partijen in het
houtcouflict. Nadat de Rijksbemiddelaar
door den burgemeester en den heer A. H.
Verkade was doorgelicht omtrent den stand
der slaking, volgde een conferentie met een
zevental vertegenwoordigers der werkgevers
en den secretaris van den Werkgeversbond
mr. F. de Graaf.
Daarna volgde een conferentie met afge
vaardigden der 4 samenwerkende organisa
ties der werknemers.
In den namiddag had een bijeenkomst
plaats van de beide partijen, waarbij de
heer Van ÏJsselsteijn het voorstel deed om
het loon der losse arbeiders te verhoogen
met 50 ct. per week en de tarieven dien
overeenkomstig le wijzigen. De Rijksbemid
delaar vroeg voor Maandag a.s. antwoord,
opdat het werk, bij wederzijdsche aanvaar
ding van dit voorstel, op Maandag a.s. zou
kunnen worden hervat.
Heden zullen de organisaties haar stand
punt in de te houden ledenvergadering
nader bepalen.
N.V. MAATSCH. TOT EXPL.
VAN JAARBEURSGEBOUWEN.
In de te Utrecht gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders der N.V.
Maatschappij tot Exploitatie van Jaarbeurs
gebouwen werd het Jaarverslag 1928/*29
goedgekeurd, benevens de balans en winst
en verliesrekening over dit boekjaar.- De
exploitatierekening sluit met een voordeelig
saldo van f. 27.856.58, dat via de winst
en verliesrekening op nieuwe rekening
wordt overgebracht.
Het jaarverslag memoreert de gunstige
ontwikkeling van het jaarbeursinstituut en
constateert, dat de beide in dit boekjaar
gehouden Jaarbeurzen, wat verhuurde op
pervlakte aangaat, de ramingen ver heb
ben overschreden. Voorla wordt een over
zicht gegeven van den bouw van het nieuwe
jaarbeursgedeelte en vestigt het bestuur er
de aandacht op, dat de uitbreiding van het
bestaande Jaarbeursgebouw een urgent*;
eisch wa9 om Te kunnen voldoen aan de
nieuwe eischen welke de ontwikkeling van
het Jaarbeursinstituut in de laatste jaren
stelde. De stand van den bouw was aart
het einde van het boekjaar zoodanig, dat
naar menschelijke berekening verwacht kan
worden, dat de Voorjaarsbeurs 1930 in het
vergroote Jaarbeursgebouw zal kunnen
worden gehouden.
DE DIENSTPLICHTIGEN VAN
DE VOORTAARSPLOEG IQ2Q.
Door den heer K. ter Laan was de vol
gende vraag aan den minister van Defensie
gesteld.
Is de minister bereid, de dienstplichtigen
van de voorjaar9ploeg 1928, die tengevolge
van de toen heerschende koude en om
ziekte te voorkomen niet werden opgeroe
pen op de oorspronkelijk aangewezen dagen,
waarop zij reeds gerekend hadden,
doch enkele weken later, toch met groot
verlof te laten gaan op de aanvankelijk
daarvoor vastgestelde dagen?
Hierop heeft minister Lambooy geant
woord, dat er overwegend bezwaar tegen
bestaat, aan den in de vraag opgesloten
wen ach gevolg te geven, omdat daardoor
de geoefendheid van dienstplichtigen, over
wie het hier gaat, beneden het vereischte
minimum zou blijven.
Door RAFAëL SABATINI.
Uil het Engel9ch door C. M. G. d. W.
6)
Maar hij bedierf alles door zulk een ontem
bare opvliegendheid dat men in Parijs ge
woon was te zeggen: „Ontplofbaar als Gar
naehe."
Tressan vermoedde in de versie verte niet
bij welk vaatje buskruit hij de lont legde
an zijn beleefde vrijpostigheid. En Gar
naehe liet hem dat ook niet merken. Hij
bedwong zich bijtijds en bedacht dat die
ette kerel wel eehigszins gelijk. had.
,.U begrijpt mij verkeerd, mijnheer," zei
hii, terwijl hij met zijn bruine hand voor
z'in lange kin streek. „Ik trachtte alleen te
vernemen of u reed1? weel wat er daar
P'aala heeft en voor mij zelf dus de mneile
besparen u dingen le vertellen die u reeds
^ept. Ik wil echter met genoegen een rich-
ting volgen die u aangenamer zal wezen.
Dit i9 <Jus in het kort de zaak waarvoor
hier ben gekomen. Wijlen markies de
Condillac. heeft twee zoons nagelaten. De
oudste, Florimond, de tegenwoordige mar-
is reedc ponigen tijd afwezig en neemt
tiGel aan den striid in Italië, waarin hij
ïepds gpwikkptd was viVtr den dood van znn
)3<jer Hii ia-de stiefzoon van de iegpnwo«v-
i?e weduwe: haar eigen jongere zoon is
Marras de Condillac.
Merkt u soms op dat ik mij vergis, wees
.J® ZP° vriendelijk mijnheer, mij daarop
opmerkzaam te maken."
De Sénérhal maakte een deTtige buiging
en mijnht-er de Garnaehe ging voort:
„Deze jongere zoon ik geloof dat hij
nog geen een-en-twintig jaar is is zoo
iels van pen deugniet geweest."
„Een deugnie'? Lieve hemel neenl Dat
is een strpnge naam dien u hem geeft. Een
weinig onverstandig nu en dan, een wei
nig onbezonnen, dat zijn de jongelui wel
meer
Hij zou nog wel meer gezegd hebben,
maar de man uil Parijs was niet van plan
zijn lijd le vermorsen met spitsvondig
heden. j
„Nu goed dan" viel hij hem in de rede. j
„Wij zullen dus zeggen wat onverstandig
Mijn opdracht heeft niets te maken met de
moraliteit van mijnheer Marius of wel zijn
gemis aan moraliteit. Deze onbezonnen
heden die u zoo weinig telt, schijnen toch
voldoende geweest le zijn om hem van zijn
vader te vervreemden, iets dat hem aan zijn i
j moeder nog dierbaarder maakle. Ik heb ge-
honrd dat zij pen buitengewoon mooie
vrouw i* dat haar zoon haar bijzonderT
vereert
„01" riep de Sênéchal verrukt uit ..Een
mooie vrouw een edele, een prachtige
vrouw."
„Hm!" Garnaehe nam de extase en den I
glimlach met een boos oog op. Daarna ging
hij voort:
„De ovprleden markies was zeer bevriend J
i met zijn buurman, nu evpneens overleden.
den heer d* la Vauvrage. Deze mijnheer ue
j la Vauvrage had ^en •'enig kind. pen doch
ter, de erfgename van zijn zeer belangrijke
bezittingen, waarschijnlijk de rijkste in heel
Dauphiné indien ik goed ben ingelicht. Het
was zijn dierbaarste wensch; hetgeen een
levenslange vriendschap geweest was in
zijn eigen geslacht te veranderen in een
hechJer betrekking voor het volgende ge
slacht, een wensrh die weerklank vond m
het hart van mijnheer de Condillac.
Florimond de Condillac was toen zes
tien jaar en Valérie de la Vauvrage veertien.
Hoe jong zij ook waren, zij werden verloofd
en zij groeiden op met de gedachte dat rij
elkaar zouden liefhebben en de plannen ten
uitvoer brengen die hun vaders voor hen
gemaakt hadden"
„Mijnheer, mijnheer" kwam de Sénéchal
tusschenbeiden. Hoe kunt u met mogelijk
heid zulke gevolgtrekkingen maken? Hoe
kunt u zeggen dat zij elkaar lief hadden? Dp
welke gronden kuDt u beweren te welen,
wat in hun hari omging?"
„Op grond van de getuigenis van made
moiselle de la Vauvrage." was het onver
antwoordelijke bescheid. „Ik vertel u mm
of meer. wat zij zelf aan de koningin ge
schreven heeft.
„01 goed, goed ca voort mijnheer."
„Door dal huwelijk zou Flcrimond de
Condillac de rijkste en machtigste edelman
worden van Dauphiné een van de rijksie
van heel Frankrijk En dat denkbeeld hp-
haagde den ouden markies le meer, daar
het verschil, dat er zou bestaan tusschen de
wereldlijke bezittingen van zijn twee zoons
zijn afkeuring zou te kennen geven van het
gediag van den jongste: Maar voordat h:j
zich in Dauphiné neerzette gaf Florimond
den- wensch fe kennen de wereld in 'e
gaan. helceen /eer natuurlijk w$3 in een
jongmensoh Hij moei wat van de were'-d
gezien hehbtn voordal hij zulk een groove
verantwoordelijkheid als hem wachtte, op
zich nam. Zijn vader begreep hoe versland'g
dit ""o en maakle dus geen bezwaar en zoo
v>. Torimond toen hij twintig jaar oud
was en nam deel aan den oorlog in Italië.
Twee jaar daarna, nu bijna zes maanden
geleden, is zijn vader gestorven; eenige we
ken daarna stierf ook diens vriend, mon
sieur de la Vauvrage. Deze laalsle heeft het
karakter van de douairière, van Condillac
niet doorzien en dit is de oorzaak van de
tegenwoordige moeilijkheden. Hij heeft haar
de zorg opgedragen voor zijn dochter Va
lérie gedurende de afwezigheid van Flori
mond. Zoodra deze terug keerde zou het
huwelijk natuurlijk dadelijk voltrokken wor
den. Alles wat ik u vertel, weet u zelf waar
schijnlijk reeds. Maar dat heeft u aan u ze f
te wijten, u heeft mijn vragen niet willen
beantwoorden
„Neen, neen mijnheer, ik verzeker u dat
veel van hetgeen u mij vertelt volkomsn
nieuw voor mij is."-
„Het doet mij genoegen dat te hooren,
mijnheer de Tressan" zei Garnaehe met den
grootsten ernst. „Want had u al deze
feilen geweten dan zou hare majesteit het
recht hebben le vragen waarom u in het ge
heel niet tusschenbe'den gekomen is in het
geen op Condillac geschiedt.
Maar laat mij voortgaan. Madame de
Condillac en haar dierbare Benjamin
deze Marius waren dus gedurende Flori-
monds afwezigheid heer en meester over
den toestand en hebben zich beijverd daar
van lot hun eigen voordeei partij le trek
ken. Mademoiselle de la Vauvrage, onder
voogdij van de markiezin is feitelijk een
gevancene en men wil haar noodzaken' m«t
Manus Ie trouwen Indien dit afschuwelijke
plan gelukt, dan zou de weduwe niet alleen
haar zoon een schoone toekomst verschaf
fen, een weelderig en eervol leven, maar
levens voldoening geven aan haar opge
kropte haat jegens haar stiefzoon.
Maar Mademoiselle verzet zich tegen
haar plannen; pen toevallige omstandig
heid komt haar daarbij te hulp, pen gevog
van de aanmatigende verwaandheid, die
belangrijkste karaktertrek van madame
schijnt te zijn. Na den dood van den mar
kies had Condillac geweigerd tienden te dc-
taien aan de Kerk en den bisschop bespot
en beleedigd. De prelaat wiens vermanin
gen ijdel bleken, heeft deze behandeling
beantwoord door Condillac onder een inter
dict te plaatsen en al de bpwoners de zege-
Ring*n der Kerk te onthouden. Het is hun
dus niet geluki een priester Ie krijgen d.;e
zich binnen de muren van Condillac zou
wagen, zoodat het hun onmogelijk zou we
zen Marius een huwelijk tc- laten sluiten
met mademoiselle al hadden zij haar daar
toe willen noodzaken.
Florimond is nog steeds afwezig. Wij heb
ben allen grond te gelooven dat men hp-n
den dood van zijn vader niet heeft bekend
gemaakt Brieven die nu en dan van hem
komen, bewijzen dat hij leefde ten minsie
drie maanden g« leden. Er is een bode naar
hem toegezonden om hem ernstig te verzoe
ken dadelijk naar huis terug te keeren. Maar
voor dal hij hier kan wezen heeft de ko
ningin besloten de noodzakelijke stappen ie
doen om mademoiselle de la Vauvrage uil
haar gevangenschap te verlossen, opdat zij
niet langer gekweld zal worden door ma
dame de Condillac en haar zoon in één
woord, opdat zij niet langer gevaar behoeft
te loopen.
(Wordt vervolgd).